Onderwerp beantwoording schriftelijke vragen PvdA mbt motie 'Stop de algehele vacaturestop' Registratienummer

Transcriptie

1 Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp beantwoording schriftelijke vragen PvdA mbt motie 'Stop de algehele vacaturestop' Registratienummer Portefeuillehouder mevr. H.T.M. Scholten Korte inhoud Beantwoording schriftelijke vragen conform artikel 38 van het reglement van orde inzake de moptie Stop de algehele vacaturestop, afkomstig van de fractie van de PvdA. Datum ambtelijk voorstel Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. N810 B. Hulskotte 9216 Voorstel om te besluiten Akkoord te gaan met antwoorden op gestelde vragen zoals opgesteld in bijgaande brief. Directies Paraaf voor akkoord Datum,, Verantwoordelijke directie: E. Janssen, N810 T. Kivits, N800 Directeur Besluit B&W d.d. 24 juni 2003 nummer: 1.6 Conform advies. Procescoördinatie Paraaf Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Portefeuillehouder Opleg PvdA vacstop.doc

2 Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur PvdA t.a.v. R. Zwart Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Mariënburg PS Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus BB Nijmegen Giro Datum Datum uw brief Ons kenmerk N810/ Contactpersoon B. Hulskotte Onderwerp vragen ex. art. 39 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad Aantal bijlagen Doorkiesnummer Geachte heer Zwart, Naar aanleiding van uw vragen aangaande de invulling van de motie Stop de algehele vacaturestop wil ons College eerst de achtergrond van de invulling van de gesubsidieerde arbeid in de afgelopen jaren kenschetsen. Daarna gaan wij over tot de beantwoording van uw vragen. De afgelopen jaren is er veelvuldig en nadrukkelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de gesubsidieerde arbeid. De gemeente Nijmegen heeft de afgelopen jaren als doelstelling gehad het instrument in te zetten als werkervaringsplaats en als mogelijkheid de sociale infrastructuur te versterken. Uitstroom naar regulier werk bleef in beeld, maar was niet het enige doel. Door dit beleid komen de bezuinigingsmaatregelen in Nijmegen hard aan. Reductie van het aantal banen kost veel moeite omdat voor gesubsidieerde werknemers de stap naar regulier werk (op korte termijn) te groot is. In de raad van 14 mei jl. is dit door alle partijen volmondig bevestigd. De financiële opgave waar we voor staan, is dermate groot dat de bezuinigingsopdracht gerealiseerd moet worden. Slechts in uitzonderingsgevallen zullen we gebruik maken van de mogelijkheden die uw raad ons gegeven heeft. Elke maand neemt wethouder mevrouw Scholten een besluit over het al dan niet honoreren van de nieuwe instroom. Vraag 1: Hoeveel vacatures voor gesubsidieerde arbeidsplaatsen zijn er na de raadsvergadering van 18/19 december 2002 bij de gemeente aangemeld?

3 Vervolgvel 1 Bij stichting Uitzicht zijn sinds circa 20 nieuwe vacatures aangemeld. Het aantal aanmeldingen is, sinds het instellen van de vacaturestop drastisch gedaald. Vraag 2: Hoeveel van deze vacatures zijn opgevuld en hoeveel niet? Sinds zijn er 100 openstaande vacatures opgevuld. Dit is veelal gebeurd door herplaatsingen. Mensen die al een gesubsidieerd dienstverband hadden, maar om welke reden dan ook naar een andere werkplek wilden/moesten. Met name wordt momenteel veel aandacht besteed aan het terugdringen van de leegloop; mensen die wel een arbeidscontract hebben, maar geen feitelijke werkplek. Vraag 3: Welke argumenten heeft de gemeente bij het al dan niet opvullen van de plaatsen gehanteerd? Bij het plaatsen van mensen op een gesubsidieerde baan gaat de gemeente altijd uit van de persoon. We zoeken die vacature die het beste bij hem of haar past. Indien er sprake is van een noodzakelijke herplaatsing (zie vraag 2), hebben consulenten gezocht naar werkplekken die passen bij de werkzoekende. Verder zijn alleen vacatures bij kleine organisaties, die voor de continuïteit van het bedrijfsproces sterk afhankelijk zijn van opvulling van de vacature, aangemeld bij de sector Uitstroom van SoZaWe. Indien mogelijk zijn deze vacatures opgevuld met herplaatsers, dus mensen die reeds een gesubsidieerde baan hebben, maar een andere functie krijgen. De financiële consequenties zijn dusdanig (zie ook vraag 5 en 6) dat er zo weinig mogelijk nieuwe mensen toegelaten worden tot openstaande gesubsidieerde vacatures. Vraag 4 Op welke manier vindt de communicatie over de vacature plaats met de aanvragers? Dit verschilt. Er bestaat geen vaste richtlijn dat een aanvrager bericht wordt als een vacature niet opgevuld kan worden. Over de vacaturestop zijn alle huidige werkgevers schriftelijk op de hoogte gebracht. Vraag 5 Welke kosten zijn er voor de gemeente verbonden per opgevulde vacature?

4 Vervolgvel 2 De gemiddelde loonkosten voor iemand op een gesubsidieerde baan bedragen gemiddeld circa ,-. Bij een ID-baan krijgt de werkgever deze loonkosten (nog) volledig gesubsidieerd. Bij een WIW-dienstbetrekking moet een inlener (de organisatie waar de werknemer gedetacheerd is) een inleenvergoeding betalen. Tevens komt de gemeente als feitelijk werkgever bij een WIW-dienstverband in aanmerking voor een belastingkorting in het kader van de Wet Vermindering Afdrachten (WVA). Daarnaast zijn er de uitvoeringskosten van de stichting Uitzicht. Deze worden betaald uit de rijksvergoedingen die voor de WIW en ID verstrekt worden. Deze kosten worden uiteraard hoger naarmate het aantal gesubsidieerde werknemers stijgt. De rijksmiddelen die de gemeente voor 2003 krijgt zijn niet voldoende om alle huidige gesubsidieerde banen te financieren. Om alle gesubsidieerde werknemers in dienst te houden moet de gemeente in 2003 al middelen bijleggen. Nieuwe instroom van langdurig werklozen in de WIW en ID zou de kosten voor de gemeente nog verder opdrijven. Vraag 6 Welke consequenties heeft het huidige beleid rond gesubsidieerde arbeid voor de stand van het ID-spaartegoed per 1 januari 2004 in vergelijking tot 1 januari 2003? Het ID-spaartegoed moet aangewend (kunnen) worden voor financiering van de salariskosten van ID-ers die meer verdienen dan 125% van het Wettelijk Minimumloon (Het Rijk subsidieert nooit meer dan 125% van het Wettelijk Minimumloon). Daarnaast kunnen er projecten en subsidies die in het verlengde liggen van de doelstellingen van het Besluit ID uit het tegoed gefinancierd worden. Vanaf 2003 zullen er, door de bezuinigingen geen toevoegingen aan het ID-spaartegoed meer plaatsvinden. De gemeente moet immers de volledige rijksbijdrage voor 2003 e.v. aanwenden om de reguliere ID-lasten te betalen. Dit betekent dat er binnen de reguliere ID-bijdrage geen ruimte is om de volledige loonkostensubsidies te betalen. Het moment is dus gekomen waarop het ID-spaartegoed hiervoor moet worden aangewend. Indien het huidige beleid (zoals dat de afgelopen jaren is gehanteerd) onveranderd zou worden doorgezet (jaarlijks gemiddeld 200 nieuwe ID-ers erbij en circa 90 ID-ers die uitstromen/uitvallen) en het ID-spaartegoed zou worden aangewend om de tekorten op de uitvoering van het Besluit ID te dekken zou dit niet alleen betekenen dat het ID-spaartegoed op volledig uitgeput zou zijn, er zou tevens nog een tekort overblijven van circa 1,2 miljoen. Hierbij wordt overigens geen rekening gehouden met een eventueel nog te verstrekken eindejaarsuitkering voor de ID-ers. Hiervoor zou nog 1 miljoen extra nodig zijn.

5 Vervolgvel 3 Vertrouwende uw vragen hiermee afdoende te hebben beantwoord, Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mevr. dr. G. ter Horst ir. H.K.W. Bekkers

6