Schoolnaam: BS. T Plaats: E.

Vergelijkbare documenten
Basisschool. Het Voorbeeld. BRIN-nummer ZZZZ. Schoolnummer 9999

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: februari 2014

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: Januari 2015 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen)

KOHNSTAMM INSTITUUT. Deelname aan het onderzoek COOL Speciaal in het schooljaar Wat betekent dat praktisch voor de scholen?

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2015

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2018 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2017 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: augustus 2015

Het Almeerse basisonderwijs

COOL Speciaal Cohortonderzoek onderwijsloopbanen in speciaal (basis)onderwijs in 2010/11. Kohnstamm Instituut/ITS September 2012

Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2018 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2016 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen)

Toelichting rapportages Entreetoets 2014

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: LOVS Cito. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2017 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse)

o h o r t o n d e r z o e k o n d e r w ij s l o o p b a n e n stap voor stap

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2016

Handleiding ouderportaal ParnasSys. Inleiding

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: juli 2016

ool 5-18 Zittenblijvers en verwezen leerlingen in het cohortonderzoek COOL5-18 Tineke Paas Lia Mulder Jaap Roeleveld

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2016 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse)

Het Almeerse basisonderwijs

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2017

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: december 2017

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Opbrengstgericht werken (OGW)

HANDREIKING. Heldere overzichten van toetsresultaten als basis voor gesprek. Inleiding. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

INDIVIDUELE LEERLINGRESULTATEN

Toekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Praktijkonderwijs (PrO) Wat zijn de criteria voor Praktijkonderwijs en Leerwegondersteunend onderwijs?

Handleiding ouderportaal ParnasSys

Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2011/2012

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: ESIS Webbased. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

Afscheid van het Groepsrapport-gemiddelde

Voorlopige normering opbrengsten speciaal basisonderwijs

Samenvatting. Zie hiervoor het werkplan van de Evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs ECPO, oktober 2008.

Analyse LOVS BS De Basis Rapportage februari Afnamemoment medio

Speciale doelgroepen in het basisonderwijs

Rapportage Eindresultaten 2014

Opbrengstgericht werken 1. Early Warning

Schoolzelfevaluatie met het Computerprogramma LOVS

Toetsen Begrijpend lezen Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS)

Werkdocument resultaatafspraken vroegscholen (basisschool groep 1-2)

Onderzoek naar de opbrengsten van de methode Lijn

Handleiding ouderportaal ParnasSys

HANDREIKING. Opbrengstgericht werken en ParnasSys: Overzichten van toetsresultaten. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

Samenstelling van de klas en. cognitieve en sociaal emotionele uitkomsten

Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2010/2011

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

OAB SCAN. Gemeente XXX EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN. Verschuivingen in beeld

Document Opbrengsten Gereformeerde Basisschool Benjamin

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: Dotcomschool. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

Pilot leerwinst en toegevoegde waarde in het voortgezet onderwijs. Alex Coenen

Prestaties, gedrag en houding van basisschoolleerlingen

De SVT Spelling en uw kind

Toets DMT E3 DMT E4 Rekenen / Wiskunde E4 Begrijpend Lezen M6 Rekenen / Wiskunde E6

Analyseformulieren bij de toets: wat levert het op?

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Rapportage resultatenanalyse

Handleiding Parnassys Ouderportaal de Klimophoeve

Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen

Groepsniveau. Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS

Protocol Methode-onafhankelijke toetsen

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toelichting bij het rapport van groep 3 t/m 8

Rapportage Eindresultaten 2013

Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk

Schoolrapport onderwijstijdverlenging 2010

PRESTATIES VAN LEERLINGEN EN HET GEBRUIK VAN FRIES ALS VOERTAAL OP BASISSCHOLEN IN FRIESLAND

Pilot. Leerwinst en toegevoegde waarde. in het voortgezet onderwijs. Schoolrapport eerste pilotjaar. Anoniem; verzameld uit verschillende rapporten

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Handleiding ouderportaal Parnassys

team De gelukkige groep

A-E: deze letters geven aan hoe een kind scoort t.o.v. de andere kinderen in Nederland. U vindt hierover meer informatie in de rapportmap.

Handleiding ParnasSys Ouderportaal

Persoonlijke rapportage van B. Smit

Uw kind duidelijk in beeld

Rapportage Eindresultaten Wat zijn de prestaties van onze scholen?

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Betreft: Aanpassing normen LVS-toetsen van Cito. Beste ouders, verzorgers,

Rapportage Resultaten eindtoetsen 2018

Toelichting bij applicatie "betekenis geven aan cijfers"

Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland

Leerlingtevredenheidsonderzoek

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Samenstelling van de klas en cognitieve en sociaal-emotionele uitkomsten

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

CQ-Index Opvang. Rapportage cliëntervaringsonderzoek niet-ambulante cliënten. Levantogroep

Computerprogramma LOVS

Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus

Aantallen en typen zorgleerlingen in schooljaar 2007/08

Samenvatting rapportage tevredenheidsonderzoek leerlingen schooljaar 14-15

Rapportage Resultaten eindtoetsen 2017

Transcriptie:

Schoolnummer: 9999 BRIN-nummer: XXXX Schoolnaam: BS. T Plaats: E. Schooljaar 2010/2011

1. Vooraf Dit schooljaar (2010/11) heeft uw school deelgenomen aan de tweede meting van het Cohort Onderzoek 5-18 Onderwijs Loopbanen onder leerlingen van 5 tot 18 jaar (Cool ). Zoals beloofd ontvangt u nu de terugrapportage over de belangrijkste resultaten van het onderzoek onder uw leerlingen. Dit rapport is vertrouwelijk: wij sturen het uitsluitend naar uw school toe, tenzij wij daarover met u andere afspraken hebben gemaakt. Ook zullen we de resultaten elders nooit zonder uw toestemming zodanig presenteren dat de school en uw leerlingen zijn te herkennen. Het staat u uiteraard zelf wèl vrij om deze rapportage aan derden voor te leggen. Wij kunnen ons bijvoorbeeld voorstellen dat u de resultaten bespreekt met uw team, bestuur, ouders of de onderwijsbegeleidingsdienst. Het eerste deel van dit rapport gaat over de toetsresultaten in het onderzoek. We geven eerst enige algemene informatie over de toetsen voor taal, rekenen en begrijpend lezen die zijn afgenomen (paragraaf 2), en over de achtergrondcategorieën waarin de onderzochte leerlingen zijn ingedeeld op grond van het opleidingsniveau en de herkomst van hun ouders (paragraaf 3). Daarna worden in paragraaf 4 de individuele resultaten van uw leerlingen gepresenteerd, rekening houdend met de achtergrondcategorie waartoe zij behoren. Paragraaf 5 geeft vervolgens een beeld van de groepsprestaties van groep 2, 5 en 8 van uw school, waarbij eveneens rekening rekening wordt gehouden met de achtergrond van de individuele leerlingen. Scholen die ook aan de eerste meting 5-18 van COOL (in 2007/08) hebben meegedaan, kunnen daarbij tevens zien hoe de toetsprestaties van hun leerlingen zich sindsdien hebben ontwikkeld. Paragraaf 6 sluit het toetsgedeelte van dit rapport af met een vergelijking van de resultaten van uw school met die van scholen elders in Nederland met een vergelijkbare leerlingpopulatie. Behalve toetsscores zijn op de deelnemende basisscholen ook andere leerlinggegevens verzameld. Dit is gedaan met zogenaamde leerlingprofielen en leerlingvragenlijsten. Het betreft niet-cognitieve kenmerken en vaardigheden zoals schoolwelbevinden, sociaal gedrag en burgerschapscompetentie. Paragraaf 7 en 8 geven informatie over de opbrengst van dit gedeelte van het onderzoek. Ook bij deze presentaties worden de scores van uw eigen leerlingen vergeleken met de gemiddelde scores van scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie. Wij hebben ons best gedaan de resultaten in dit rapport helder en overzichtelijk te presenteren en hopen u hiermee een objectief beeld van uw eigen school te bieden. Mocht u niettemin nog vragen hebben, dan kunt u zich altijd tot ons wenden. Voor contactgegevens: zie www.cool5-18.nl Wij danken u nogmaals hartelijk voor uw bereidheid om aan het onderzoek mee te werken! 5-18 Het projectteam van Cool Pagina 1

2. Gebruikte toetsen, scores en landelijke vergelijkingsmogelijkheden Cito-toetsen De kern van het onderzoek COOL5-18 in het basisonderwijs bestaat uit de toetsen van het Cito-Leerlingvolgsysteem die in het schooljaar 2010/11 zijn afgenomen in groep 2, 5 en 8 van circa 550 basisscholen door heel Nederland. Het gaat om de volgende toetsen: groep 2 groep 5 groep 8 Taal voor kleuters (oudste kleuters, versie 2009) Ordenen (oudste kleuters) Rekenen/Wiskunde M5 (versie 2002 of LOVS) Woordenschat M5 (LOVS) Drie Minuten Toets Begrijpend Lezen (boekje 1 TBL of LOVS M5) Rekenen/Wiskunde M8 (versie 2002 of LOVS) Leeswoordenschat M8 Drie Minuten Toets Begrijpend Lezen (boekje 4 TBL of LOVS B8/M8) Veel scholen nemen deze toetsen jaarlijks standaard af in het kader van hun eigen leerlingvolgsysteem. Andere scholen hebben ze speciaal voor het COOL-onderzoek afgenomen. Verreweg de meeste scholen hebben het door Cito aanbevolen toetsmoment aangehouden. Toetsscores Alle afgenomen toetsen leveren een ruwe score op (=het aantal goed gemaakte opgaven), die is omgezet naar een vaardigheidsscore. Het mooie van deze vaardigheidsscores is dat toetsresultaten die op verschillende momenten/leerjaren zijn behaald, op één schaal worden weergegeven en dus met elkaar kunnen worden vergeleken. Het omzetten van ruwe scores naar vaardigheidsscores is gebeurd volgens de aanwijzingen van het Cito in de handleiding bij de betreffende toets. Niveaugroepen In de individuele overzichten (paragraaf 4) treft u voor al uw onderzochte leerlingen per toets behalve de bovengenoemde vaardigheidsscore ook een indeling naar niveaugroep A, B, C, D of E aan. De meeste scholen zijn wel bekend met deze indeling van het Cito, die de volgende betekenis heeft: Niveau A: goed tot zeer goed (percentielscore 75-100) Niveau B: voldoende tot goed (percentielscore 50-75) Niveau C: matig (percentielscore 25-50) Niveau D: zwak (percentielscore 10-25) Niveau E: zeer zwak (percentielscore 1-10) Voor alle toetsscores van de onderzochte leerlingen is deze indeling naar niveaugroep vastgesteld, conform de aanwijzingen in de Cito-toetshandleidingen. Het Cito heeft deze indeling bepaald door bij een grote landelijke vergelijkingsgroep de toets af te nemen en na te gaan welke verdeling van toetsscores dat opleverde. De indeling naar niveaugroep kunt u gebruiken om de toetsscore van uw eigen leerlingen te interpreteren in relatie tot deze landelijke vergelijkingsgroep. Referentiesteekproef COOL en aanvullende steekproeven 5-18 In totaal hebben 550 basisscholen dit schooljaar aan COOL deelgenomen. Onder deze scholen zijn er 400 die samen met hun leerlingen in groep 2, 5 en 8 de zogenaamde 'referentiesteekproef van COOL' vormen. Deze referentiesteekproef is vergelijkbaar met de landelijke vergelijkingsgroep waarmee het Cito de A- t/m E-indeling (zie boven) heeft bepaald; het gaat om een steekproef van scholen die representatief zijn voor alle Nederlandse basisscholen. De overige 150 COOL-scholen vormen samen een aanvullende steekproef van scholen met veel kansarme leerlingen. Door deze aanvullende steekproef kunnen we ook over deze scholen en hun leerlingen betrouwbare uitspraken doen. Pagina 2

3. De invloed van de achtergrond van leerlingen op hun toetsscores In de voorafgaande paragraaf kwam de niveaugroep-indeling A t/m E aan de orde, aan de hand waarvan u de scores van uw eigen leerlingen kunt interpreteren. Daarbij gaat het om de vraag: 'Hoe presteren mijn leerlingen op de toets in vergelijking tot alle andere leerlingen in dezelfde jaargroep in Nederland?' Die vergelijking houdt echter helemaal geen rekening met de gezinsachtergrond van leerlingen. Het is bekend dat kinderen van wie de ouders lager zijn opgeleid over het algemeen de basisschool al binnenkomen met minder kennis en vaardigheden dan kinderen van wie de ouders hoger zijn opgeleid. Dat verschil is vaak nog groter als de ouders bovendien afkomstig zijn uit een ander land dan Nederland. De ene leerling heeft daarom, vanwege zijn of haar achtergrond, meer kans om goed te presteren op school dan een andere leerling. We noemen leerlingen van wie de ouders hoog opgeleid zijn daarom ook wel kansrijk, en leerlingen van wie de ouders laag opgeleid zijn kansarm. En omdat kansrijke en kansarme kinderen in Nederland nogal ongelijk verdeeld zijn over scholen, is het voor de ene school veel gemakkelijker leerlingen op een bepaald prestatieniveau te brengen dan voor de andere school. Het zou niet terecht zijn de prestaties van zulke verschillende leerlingen en hun scholen zondermeer met elkaar te vergelijken. Scholen met veel kansrijke leerlingen zullen immers alleen al daardoor hogere toetsresultaten behalen, ongeacht de verdienste van de school zelf. Het is daarom eerlijker om bij een beoordeling van de prestaties van leerlingen èn van scholen ook de achtergrond van de leerlingen mee te wegen. Dat gebeurt in dit rapport. We hebben daartoe alle onderzochte leerlingen ingedeeld in een zestal achtergrondcategorieën, op basis van de door u verstrekte gegevens over herkomstland en opleiding van de ouders. Met behulp van deze indeling kunnen we in dit schoolrapport steeds rekening houden met de achtergrond van leerlingen en vergelijken we alleen leerlingen die ook echt met elkaar vergelijkbaar zijn. Het gaat om de volgende indeling van de leerlingen naar achtergrond: A1: Kinderen van allochtone ouders die allebei ten hoogste een opleiding op LBO-niveau hebben gevolgd; A2: Kinderen van autochtone ouders die allebei ten hoogste een opleiding op LBO-niveau hebben gevolgd; A3: Kinderen van allochtone ouders van wie de hoogst opgeleide een opleiding op MBO-niveau heeft gevolgd (meer dan LBO, maar minder dan HBO/WO); A4: Kinderen van autochtone ouders van wie de hoogst opgeleide een opleiding op MBO-niveau heeft gevolgd (meer dan LBO, maar minder dan HBO/WO); A5: Kinderen van allochtone ouders van wie de hoogst opgeleide een opleiding op HBO/WO-niveau heeft gevolgd ; A6: Kinderen van autochtone ouders van wie de hoogst opgeleide een opleiding op HBO/WO-niveau heeft gevolgd ; N.B. Onder allochtone ouders verstaan we hier ouders die geboren zijn in een niet-westers land. Als er sprake is van een éénoudergezin, is de leerling ingedeeld aan de hand van de gegevens van de ene ouder die in het gezin aanwezig is. Als de ouders in twee verschillende landen zijn geboren, is de leerling ingedeeld op grond van het herkomstland van de moeder. De leerlingen in categorie A1 en A2 zijn doorgaans doelgroepleerlingen van het Onderwijsachterstandenbeleid (gewicht 0,3 of 1,2). Voor leerlingen in de categorieën A3 t/m A6 geldt dat niet. Toch blijkt uit eerder onderzoek dat ook zij onderling nog flink van elkaar verschillen qua gemiddeld prestatieniveau. De leerlingen in categorie A1 en A2 scoren op alle toetsen gemiddeld genomen het zwakst, daarna volgen de leerlingen uit categorie A3 en A4. De leerlingen uit categorie A5 en A6 presteren gemiddeld genomen op alle toetsen het beste. Binnen elke onderscheiden opleidingscategorie van de ouders (LBO-, MBO- of HBO/WO-niveau) presteren autochtone leerlingen in het algemeen beter dan allochtone leerlingen. Pagina 3

Natuurlijk bestaan er ook binnen elke categorie A1 t/m A6 nog grote verschillen tussen de leerlingen. Iedere leerkracht weet dat behalve de achtergrond ook allerlei andere kenmerken van leerlingen - waar de school soms evenmin veel grip op heeft - van invloed kunnen zijn op de schoolprestaties. Denk maar eens aan zelfvertrouwen, motivatie of de gezinssituatie. Het is echter ondoenlijk om in deze rapportage met al deze factoren rekening te houden. Het is dus deels aan de scholen zélf om de toetsscores van hun leerlingen te interpreteren. Een simpel voorbeeld: stel dat verderop in dit rapport blijkt dat een leerling opvallend slecht heeft gepresteerd op de toetsen in vergelijking tot andere leerlingen in dezelfde achtergrondcategorie. U weet echter dat er rond de toetsperiode bij deze leerling thuis iets vervelends aan de hand was. Terecht zult u dan minder belang hechten aan die toetsscores dan gebruikelijk. Voor dit schoolrapport konden we uiteraard uitsluitend die onderzoeksleerlingen indelen in de zes achtergrondcategorieën, van wie we over voldoende achtergrondgegevens beschikken. Deze gegevens zijn in de afgelopen periode bij alle deelnemende COOL-scholen opgevraagd. In onderstaande grafiek kunt u zien over hoeveel procent van uw leerlingen in groep 2, 5 en 8 voldoende gegevens beschikbaar zijn om hen te kunnen indelen in één van de zes achtergrondcategorieën. 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Pagina 4

4. Individuele scoringsoverzichten van uw leerlingen Na deze algemene informatie over de gebruikte toetsen, scores en achtergrondcategorieën in het onderzoek COOL 5-18 volgen op de volgende pagina's overzichten van de toetsresultaten van uw eigen leerlingen. Hieronder volgt een korte toelichting op de opbouw van deze overzichten. Toetsscores De scores van uw leerlingen zijn per toets en groep weergegeven. Bovenaan elk overzicht staan het Brinnummer en COOL-nummer van uw school vermeld, alsmede de naam van de betreffende (parallel)groep en de naam van de toets. Bij Rekenen/wiskunde en Begrijpend Lezen in groep 5 en 8 is ook vermeld of het om de nieuwe (LOVS) toets gaat of om een oudere toetsversie. Zoals eerder gemeld, gaat het steeds om vaardigheidsscores, omgezet uit de ruwe scores conform de instructie in de Cito-handleidingen. Landelijke referentiegemiddelden In elk overzicht ziet u bovenaan eerst de landelijke referentiegemiddelden afgebeeld, in de vorm van zeven balkjes. De eerste zes balkjes geven weer wat de gemiddelde score is van de leerlingen in de landelijke referentiesteekproef per achtergrondcategorie A1 t/m A6. Het zevende balkje geeft de gemiddelde score weer van alle leerlingen in de landelijke referentiesteekproef samen. Alle scores zijn af te lezen aan de lengte van de balkjes, maar staan ook in cijfers voor elk balkje vermeld. Groepsgemiddelde Een regel daaronder is op dezelfde wijze het groepsgemiddelde van de betreffende (parallel)groep van uw school weergegeven. Als uw school meerdere parallelgroepen heeft, kunt u dus zien hoe het gemiddelde op een bepaalde toets van (bijvoorbeeld) groep 2A afwijkt van dat van groep 2B. Individuele resultaten Daarna volgen de individuele scores van uw leerlingen in deze groep, gerangschikt naar de achtergrondcategorie waarin ze zijn ingedeeld (A1 t/m A6) en daarbinnen naar toetsscore (van laag naar hoog). De lengte van het balkje achter de naam van de leerling drukt de behaalde score uit. Vóór de naam van de leerling staat de score ook in cijfers vermeld, met daarachter tussen haakjes de niveaugroep waartoe de leerling met deze score volgens het Cito behoort (A t/m E; zie paragraaf 2). Met deze informatie kunt u twee soorten vergelijkingen maken. Stel, een leerling van uw school valt bij een bepaalde toets in niveaugroep D. Dat betekent dat deze leerling een score behaald heeft die in vergelijking tot de scores van zijn jaargenootjes in de rest van het land getypeerd kan worden als zwak tot matig (vergelijking 1). In deze vergelijking wordt echter geen rekening gehouden met de achtergrond van de betreffende leerling, die is ingedeeld in categorie A1 (allochtone, laag opgeleide ouders). Als u daarmee wèl rekening wilt houden, kunt u de score van deze leerling ook vergelijken met het landelijke referentiegemiddelde van categorie A1, zoals dat bovenaan in het overzicht staat vermeld. U kunt dan zien of dit kind beter of slechter heeft gescoord dan kinderen elders in het land die eveneens allochtone, laag opgeleide ouders hebben (vergelijking 2). Uitzonderingen - Leerlingen uit de groep die (een deel van) de toets niet hebben gemaakt (bijv. vanwege ziekte) komen wel voor op het overzicht, maar er is geen balkje of toetsscore bij hun naam weergegeven. Ook als een leerling minder dan 10% van de opgaven goed heeft gemaakt, is geen toetsscore toegekend. De 'gokkans' is immers al 25%. We gaan er in dat geval van uit dat de toetsafname mislukt is. Bij de berekening van het groepsgemiddelde zijn deze leerlingen niet meegeteld. Een uitzondering hierop vormt de DMT. Bij deze toets is het immers wel mogelijk dat een leerling minder dan 10% van de woorden kent. - Als een complete groep de betreffende toets niet heeft gemaakt, is er geen enkele toetsscore beschikbaar. De betreffende grafiek wordt dan niet getoond. - Leerlingen van wie geen of onvoldoende achtergrondgegevens bekend zijn, konden we niet indelen in categorie A1 t/m A6 en staan onder de noemer 'Categorie A7 (onbekend)'. - Het overgrote deel van de scholen heeft de toetsen afgenomen volgens de Cito-toetskalender. Wanneer de leerlingen op uw school beduidend eerder of later zijn getoetst dan het door het Cito geadviseerde tijdstip, dan heeft dat uiteraard consequenties voor de interpretatie van de scores. - Leerlingen van wie de ouders geen toestemming hebben gegeven voor deelname aan het onderzoek zijn uit het databestand verwijderd. Deze leerlingen treft u dus niet aan in de overzichten; uiteraard dragen ze ook niet bij aan het berekende groepsgemiddelde. Pagina 5

Ordenen groep 2A Landelijk gemiddelde categorie A1 51 Landelijk gemiddelde categorie A2 54 Landelijk gemiddelde categorie A3 53 Landelijk gemiddelde categorie A4 59 Landelijk gemiddelde categorie A5 56 Landelijk gemiddelde categorie A6 63 Totaal referentiesteekproef 59 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 Gemiddelde van groep 2A 55 Categorie A1 59 (B) - E 59 57 (B) - A 57 39 (D) - A 39 69 (A) - S 69 28 (E) - B 28 Categorie A2 41 (D) - S 41 Categorie A3 59 (B) - A 59 53 (B) - M 53 57 (B) - S 57 52 (B) - A 52 46 (C) - I 46 52 (B) - W 52 Categorie A4 57 (B) - H 57 Categorie A5 53 (B) - N 53 59 (B) - I 59 55 (B) - Z 55 73 (A) - K 73 65 (A) - U 65 43 (D) - A 43 59 (B) - H 59 65 (A) - S 65 50 (C) - N 50 79 (A) - S 79 Categorie A6 59 (B) - J 59 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 6

Ordenen groep 2B Landelijk gemiddelde categorie A1 51 Landelijk gemiddelde categorie A2 54 Landelijk gemiddelde categorie A3 53 Landelijk gemiddelde categorie A4 59 Landelijk gemiddelde categorie A5 56 Landelijk gemiddelde categorie A6 63 Totaal referentiesteekproef 59 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 Gemiddelde van groep 2B 51 Categorie A1 46 (C) - A 46 42 (D) - H 42 52 (B) - A 52 69 (A) - H 69 52 (B) - H 52 44 (C) - S 44 47 (C) - F 47 32 (E) - J 32 Categorie A3 48 (C) - M 48 52 (B) - M 52 Categorie A4 59 (B) - I 59 65 (A) - H 65 Categorie A5 42 (D) - S 42 53 (B) - M 53 62 (A) - N 62 50 (C) - Y 50 53 (B) - M 53 48 (C) - M 48 38 (E) - K 38 48 (C) - I 48 Categorie A6 65 (A) - A 65 52 (B) - A 52 69 (A) - R 69 47 (C) - O 47 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 7

Taal voor Kleuters groep 2A 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 Landelijk gemiddelde categorie A1 55 Landelijk gemiddelde categorie A2 60 Landelijk gemiddelde categorie A3 57 Landelijk gemiddelde categorie A4 65 Landelijk gemiddelde categorie A5 59 Landelijk gemiddelde categorie A6 67 Totaal referentiesteekproef 64 Gemiddelde van groep 2A 57 Categorie A1 54 (D) - E 54 62 (B) - A 62 57 (C) - A 57 60 (C) - S 60 38 (E) - B 38 Categorie A2 39 (E) - S 39 Categorie A3 59 (C) - A 59 53 (D) - M 53 66 (B) - S 66 54 (D) - A 54 57 (C) - I 57 54 (D) - W 54 Categorie A4 57 (C) - H 57 Categorie A5 54 (D) - N 54 55 (D) - I 55 54 (D) - Z 54 64 (B) - K 64 57 (C) - U 57 59 (C) - A 59 61 (C) - H 61 63 (B) - S 63 59 (C) - N 59 69 (A) - S 69 Categorie A6 57 (C) - J 57 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 8

Taal voor Kleuters groep 2B 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 Landelijk gemiddelde categorie A1 55 Landelijk gemiddelde categorie A2 60 Landelijk gemiddelde categorie A3 57 Landelijk gemiddelde categorie A4 65 Landelijk gemiddelde categorie A5 59 Landelijk gemiddelde categorie A6 67 Totaal referentiesteekproef 64 Gemiddelde van groep 2B 52 Categorie A1 47 (E) - A 47 47 (E) - H 47 55 (D) - A 55 52 (D) - H 52 49 (E) - H 49 43 (E) - S 43 43 (E) - F 43 42 (E) - J 42 Categorie A3 56 (C) - M 56 59 (C) - M 59 Categorie A4 62 (B) - I 62 56 (C) - H 56 Categorie A5 44 (E) - S 44 59 (C) - M 59 44 (E) - N 44 49 (E) - Y 49 56 (C) - M 56 54 (D) - M 54 42 (E) - K 42 49 (E) - I 49 Categorie A6 49 (E) - A 49 44 (E) - A 44 80 (A) - R 80 55 (D) - O 55 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 9

Woordenschat groep 5 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 Landelijk gemiddelde categorie A1 49 Landelijk gemiddelde categorie A2 59 Landelijk gemiddelde categorie A3 53 Landelijk gemiddelde categorie A4 63 Landelijk gemiddelde categorie A5 61 Landelijk gemiddelde categorie A6 69 Totaal referentiesteekproef 63 Gemiddelde van groep 5 44 Categorie A1 24 (E) - M 24 37 (E) - I 37 41 (E) - A 41 54 (C) - M 54 30 (E) - F 30 52 (D) - A 52 Categorie A2 40 (E) - F 40 Categorie A3 60 (C) - L 60 50 (D) - E 50 61 (C) - Y 61 38 (E) - A 38 48 (D) - H 48 36 (E) - M 36 39 (E) - T 39 Categorie A5 38 (E) - I 38 43 (E) - M 43 40 (E) - B 40 45 (D) - N 45 55 (C) - H 55 Categorie A6 43 (E) - N 43 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 10

Woordenschat groep 5/6 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 Landelijk gemiddelde categorie A1 49 Landelijk gemiddelde categorie A2 59 Landelijk gemiddelde categorie A3 53 Landelijk gemiddelde categorie A4 63 Landelijk gemiddelde categorie A5 61 Landelijk gemiddelde categorie A6 69 Totaal referentiesteekproef 63 Gemiddelde van groep 5/6 66 Categorie A1 54 (C) - A 54 68 (B) - T 68 67 (B) - A 67 Categorie A3 39 (E) - N 39 57 (C) - A 57 57 (C) - Z 57 100 (A) - I 100 Categorie A4 78 (A) - Z 78 Categorie A5 67 (B) - A 67 Categorie A6 72 (B) - A 72 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 11

Rekenen/Wiskunde (LOVS) groep 5 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 Landelijk gemiddelde categorie A1 61 Landelijk gemiddelde categorie A2 66 Landelijk gemiddelde categorie A3 63 Landelijk gemiddelde categorie A4 70 Landelijk gemiddelde categorie A5 68 Landelijk gemiddelde categorie A6 76 Totaal referentiesteekproef 71 Gemiddelde van groep 5 60 Categorie A1 34 (E) - M 34 48 (E) - I 48 45 (E) - A 45 73 (B) - M 73 31 (E) - F 31 53 (D) - A 53 Categorie A2 39 (E) - F 39 Categorie A3 67 (C) - L 67 81 (A) - E 81 83 (A) - Y 83 51 (D) - A 51 73 (B) - H 73 63 (C) - M 63 74 (B) - T 74 Categorie A5 67 (C) - I 67 58 (D) - M 58 73 (B) - B 73 80 (A) - N 80 61 (C) - H 61 Categorie A6 36 (E) - N 36 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 12

Rekenen/Wiskunde (LOVS) groep 5/6 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 Landelijk gemiddelde categorie A1 61 Landelijk gemiddelde categorie A2 66 Landelijk gemiddelde categorie A3 63 Landelijk gemiddelde categorie A4 70 Landelijk gemiddelde categorie A5 68 Landelijk gemiddelde categorie A6 76 Totaal referentiesteekproef 71 Gemiddelde van groep 5/6 81 Categorie A1 69 (C) - A 69 81 (A) - T 81 95 (A) - A 95 Categorie A3 62 (C) - N 62 88 (A) - A 88 70 (B) - Z 70 81 (A) - I 81 Categorie A4 83 (A) - Z 83 Categorie A5 88 (A) - A 88 Categorie A6 88 (A) - A 88 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 13

Begrijpend lezen (LOVS) groep 5-20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Landelijk gemiddelde categorie A1 17 Landelijk gemiddelde categorie A2 20 Landelijk gemiddelde categorie A3 20 Landelijk gemiddelde categorie A4 25 Landelijk gemiddelde categorie A5 25 Landelijk gemiddelde categorie A6 30 Totaal referentiesteekproef 26 Gemiddelde van groep 5 17 Categorie A1-8 (E) - M -8 18 (C) - I 18 10 (D) - A 10 23 (B) - M 23 1 (E) - F 1 16 (C) - A 16 Categorie A2 11 (D) - F 11 Categorie A3 33 (A) - L 33 19 (C) - E 19 23 (B) - Y 23 24 (B) - A 24 26 (B) - H 26 17 (C) - M 17 27 (B) - T 27 Categorie A5 7 (D) - I 7 15 (C) - M 15 9 (D) - B 9 23 (B) - N 23 32 (A) - H 32 Categorie A6 18 (C) - N 18 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 14

Begrijpend lezen (LOVS) groep 5/6-20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Landelijk gemiddelde categorie A1 17 Landelijk gemiddelde categorie A2 20 Landelijk gemiddelde categorie A3 20 Landelijk gemiddelde categorie A4 25 Landelijk gemiddelde categorie A5 25 Landelijk gemiddelde categorie A6 30 Totaal referentiesteekproef 26 Gemiddelde van groep 5/6 32 Categorie A1 24 (B) - A 24 39 (A) - T 39 18 (C) - A 18 Categorie A3 9 (D) - N 9 33 (A) - A 33 35 (A) - Z 35 39 (A) - I 39 Categorie A4 43 (A) - Z 43 Categorie A5 45 (A) - A 45 Categorie A6 33 (A) - A 33 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 15

Drie Minuten toets groep 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 Landelijk gemiddelde categorie A1 70 Landelijk gemiddelde categorie A2 69 Landelijk gemiddelde categorie A3 73 Landelijk gemiddelde categorie A4 70 Landelijk gemiddelde categorie A5 77 Landelijk gemiddelde categorie A6 74 Totaal referentiesteekproef 72 Gemiddelde van groep 5 72 Categorie A1 31 (E) - M 31 75 (B) - I 75 77 (B) - A 77 95 (A) - M 95 74 (B) - F 74 79 (B) - A 79 Categorie A2 86 (A) - F 86 Categorie A3 60 (C) - L 60 73 (B) - E 73 77 (B) - Y 77 74 (B) - A 74 80 (B) - H 80 53 (D) - M 53 77 (B) - T 77 Categorie A5 38 (E) - I 38 78 (B) - M 78 80 (B) - B 80 88 (A) - N 88 79 (B) - H 79 Categorie A6 75 (B) - N 75 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 16

Drie Minuten toets groep 5/6 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 Landelijk gemiddelde categorie A1 70 Landelijk gemiddelde categorie A2 69 Landelijk gemiddelde categorie A3 73 Landelijk gemiddelde categorie A4 70 Landelijk gemiddelde categorie A5 77 Landelijk gemiddelde categorie A6 74 Totaal referentiesteekproef 72 Gemiddelde van groep 5/6 78 Categorie A1 73 (B) - A 73 88 (A) - T 88 76 (B) - A 76 Categorie A3 51 (D) - N 51 45 (E) - Z 45 109 (A) - I 109 Categorie A4 82 (A) - Z 82 Categorie A5 89 (A) - A 89 Categorie A6 90 (A) - A 90 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 17

Rekenen/Wiskunde (LOVS) groep 8 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 Landelijk gemiddelde categorie A1 104 Landelijk gemiddelde categorie A2 104 Landelijk gemiddelde categorie A3 107 Landelijk gemiddelde categorie A4 109 Landelijk gemiddelde categorie A5 111 Landelijk gemiddelde categorie A6 114 Totaal referentiesteekproef 110 Gemiddelde van groep 8 115 Categorie A1 102 (C) - S. 102 112 (B) - S 112 93 (D) - M 93 106 (C) - S 106 108 (B) - F 108 Categorie A3 101 (C) - A 101 109 (B) - S 109 131 (A) - M 131 Categorie A5 108 (B) - Y 108 142 (A) - S 142 97 (D) - L 97 129 (A) - Y 129 111 (B) - B 111 147 (A) - R 147 131 (A) - A 131 114 (B) - Y 114 Categorie A6 129 (A) - M 129 110 (B) - B 110 96 (D) - K 96 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 18

Begrijpend lezen (LOVS) groep 8-20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Landelijk gemiddelde categorie A1 42 Landelijk gemiddelde categorie A2 47 Landelijk gemiddelde categorie A3 47 Landelijk gemiddelde categorie A4 52 Landelijk gemiddelde categorie A5 54 Landelijk gemiddelde categorie A6 61 Totaal referentiesteekproef 54 Gemiddelde van groep 8 60 Categorie A1 36 (D) - S. 36 46 (C) - S 46 43 (D) - M 43 31 (E) - S 31 71 (A) - F 71 Categorie A3 37 (D) - A 37 44 (C) - S 44 81 (A) - M 81 Categorie A5 61 (B) - Y 61 85 (A) - S 85 49 (C) - L 49 71 (A) - Y 71 53 (C) - B 53 74 (A) - R 74 97 (A) - A 97 55 (B) - Y 55 Categorie A6 106 (A) - M 106 51 (C) - B 51 43 (D) - K 43 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 19

Drie Minuten toets groep 8 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 Landelijk gemiddelde categorie A1 99 Landelijk gemiddelde categorie A2 97 Landelijk gemiddelde categorie A3 100 Landelijk gemiddelde categorie A4 98 Landelijk gemiddelde categorie A5 98 Landelijk gemiddelde categorie A6 101 Totaal referentiesteekproef 99 Gemiddelde van groep 8 107 Categorie A1 115 (A) - S. 115 105 (A) - S 105 119 (A) - M 119 101 (B) - S 101 111 (A) - F 111 Categorie A3 103 (B) - A 103 99 (B) - S 99 107 (A) - M 107 Categorie A5 112 (A) - Y 112 109 (A) - S 109 98 (B) - L 98 102 (B) - Y 102 106 (A) - B 106 104 (A) - R 104 124 (A) - A 124 109 (A) - Y 109 Categorie A6 100 (B) - M 100 112 (A) - B 112 96 (C) - K 96 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 (onbekend) Pagina 20

5. Groepsprestaties vergeleken De voorafgaande overzichten geven inzicht in het prestatieniveau van individuele leerlingen van uw school. Nu gaan we een stapje hoger. Op de volgende pagina krijgt u een beeld van het gemiddelde prestatieniveau van de groepen 2, 5 en 8 van uw school, rekening houdend met de achtergrond van de leerlingen in deze groepen. Scholen die ook aan de eerste meting van COOL5-18 hebben deelgenomen, kunnen tevens zien of de groepsprestaties bij beide metingen verschillen. Hieronder volgt eerst weer een korte uitleg. Individuele en groepsgemiddelde afwijkingsscores Uit de voorafgaande individuele overzichten blijkt waarschijnlijk dat sommigen van uw leerlingen gescoord hebben boven het gemiddelde van de landelijke achtergrondcategorie waartoe ze behoren en anderen juist daaronder. Dat verschil ten opzichte van het gemiddelde noemen we de 'afwijkingsscore'. Voor elke leerling in de categorieën A1 tot en met A6 is (per toets) zo'n afwijkingsscore te berekenen. Als we deze afwijkingsscores van alle leerlingen van een jaargroep bij elkaar optellen en delen door het totale aantal leerlingen, ontstaat de gemiddelde afwijkingsscore van de groep. Bij sommige groepen is die negatief, bij andere positief. Anders gezegd: in sommige groepen hebben de leerlingen gemiddeld genomen zwakker gescoord op de toets dan het landelijk gemiddelde van vergelijkbare leerlingen, in andere groepen juist beter. Trendgrafieken Deze gemiddelde afwijkingsscores van de groepen 2, 5 en 8 van uw school hebben we op de volgende pagina afgebeeld in zogenaamde trendgrafieken. Er is een trendgrafiek voor elke jaargroep en daarbinnen worden de gemiddelde afwijkingsscores per toets in beeld gebracht. Heeft uw school ook aan de eerste meting van COOL5-18 meegedaan (in 2007/08), dan ziet u gegevens over beide metingen; zo niet, dan treft u alleen informatie over de meting van dit schooljaar aan. In de trendgrafieken wordt per jaargroep, toets en meting een blokje afgebeeld op een lijn. De positie van het blokje geeft aan of uw leerlingen in de jaargroep gemiddeld genomen (ver) boven, (ver) onder of óp het landelijke gemiddelde hebben gescoord van leerlingen met een vergelijkbare achtergrond. Onder aan de pagina's ziet u wat de betekenis is van de positie van de blokjes. Per groep, toets en meetjaar bevindt ongeveer vijf procent van alle COOL-scholen zich in positie 1, tien procent in positie 2, zeventig procent in positie 3, tien procent in positie 4 en vijf procent in positie 5. Het maakt voor deze trendgrafieken overigens niet uit of op uw school nieuwe (LOVS) toetsen of oude toetsen voor Rekenen/Wiskunde of Begrijpend Lezen zijn afgenomen; door middel van standaardisatie zijn de scores vergelijkbaar gemaakt. Mogelijke vergelijkingen U kunt met de trendgrafieken nagaan of er zich opvallende verschillen op uw school voordoen tussen domeinen (vergelijking 1), jaargroepen (vergelijking 2) en metingen/cohorten (vergelijking 3; alleen mogelijk als uw school aan beide COOL-metingen heeft deelgenomen). - Bij de eerste vergelijking gaat u bijvoorbeeld na of de leerlingen van groep 8 op uw school relatief beter presteren op taal dan op rekenen, rekening houdend met hun achtergrond. - Bij de tweede vergelijking gaat u bijvoorbeeld na of de leerlingen van groep 5 op uw school relatief beter presteren bij begrijpend lezen dan de leerlingen van groep 8 van uw school, rekening houdend met hun achtergrond. - Bij de derde vergelijking gaat u bijvoorbeeld na of de leerlingen van groep 2 in 2010/11 op uw school relatief beter hebben gepresteerd bij de toets Ordenen dan de leerlingen van groep 2 in 2007/08 van uw school, rekening houdend met hun achtergrond. Als uw huidige groep 8 grotendeels bestaat uit leerlingen die in 2007/08 in groep 5 zaten, kunt u bovendien nagaan of hun relatieve prestatieniveau sinds de vorige meting is verbeterd, door de positie van groep 5 in 2007/08 te vergelijken met die van groep 8 in 2010/11. In de trendvergelijkingen op de volgende pagina zijn alleen die leerlingen opgenomen van wie de achtergrond bekend is en die dus konden worden ingedeeld in categorie A1 t/m A6. Zie ook de grafiek op pagina 5 van dit rapport. NB: De resultaten op de volgende pagina's kunnen afwijken van wat de Onderwijsinspectie in het IST- of RST-onderzoek op uw school heeft vastgesteld. Dat komt o.a. doordat in dit COOL-rapport gedetailleerdere achtergrondinformatie van leerlingen wordt gebruikt dan in het rapport van de Onderwijsinspectie. Pagina 21

Groep 2 Meting 2007/2008 1 2 3 4 5 Meting 2010/2011 1 2 3 4 5 Taal voor kleuters Taal voor kleuters Ordenen Ordenen Groep 5 Meting 2007/2008 1 2 3 4 5 Meting 2010/2011 1 2 3 4 5 Woordenschat Woordenschat DMT DMT Begrijpend lezen Begrijpend lezen Rekenen/wiskunde Rekenen/wiskunde Groep 8 Meting 2007/2008 1 2 3 4 5 Meting 2010/2011 1 2 3 4 5 Woordenschat Woordenschat DMT DMT Begrijpend lezen Begrijpend lezen Rekenen/wiskunde Rekenen/wiskunde De positie van de zwarte blokjes correspondeert steeds met een getal aan de bovenkant van de grafiek. Deze getallen hebben de volgende betekenis: Gemiddeld genomen hebben de leerlingen in de betreffende jaargroep van uw school in deze meting: 1= ver onder het landelijke gemiddelde van vergelijkbare scholen gescoord 2= onder het landelijke gemiddelde van vergelijkbare scholen gescoord 3= op het landelijke gemiddelde van vergelijkbare scholen gescoord 4= boven het landelijke gemiddelde van vergelijkbare scholen gescoord 5= ver boven het landelijke gemiddelde van vergelijkbare scholen gescoord Pagina 22

6. De invloed van de samenstelling van de schoolbevolking Tot nu toe hebben we bij het rapporteren over de toetsscores van uw leerlingen en jaargroepen steeds rekening gehouden met de individuele achtergrond van de leerlingen. Uit onderzoek weten we dat het ook van belang is hoe uw leerlingengroep als geheel is samengesteld. Voor alle achtergrondcategorieën geldt namelijk: leerlingen die op scholen zitten tussen veel kansarme leerlingen scoren in het algemeen zwakker dan vergelijkbare leerlingen die op scholen zitten tussen veel kansrijke leerlingen. Zeven schoolcompositietypen Vandaar dat wij u ook willen informeren over de resultaten van de leerlingen op uw school vergeleken met die op scholen met een soortgelijke schoolbevolking. Wij hebben alle COOL-basisscholen daartoe ingedeeld in zeven typen schoolbevolking ('schoolcompositietypen'). Deze indeling is vooral gebaseerd op het opleidingsniveau van de ouders; alleen in de eerste twee categorieën is ook verdisconteerd of er een meerderheid van allochtone of autochtone leerlingen is. De definitie van opleidingsniveau en allochtoon komt overeen met die van de eerdere indeling van leerlingen in achtergrondcategorieën (zie paragraaf 3). De zeven compositietypen van scholen zijn als volgt gedefinieerd: C1: Vooral laag opgeleide en allochtone ouders Op deze scholen heeft meer dan 50% van de leerlingen laag opgeleide ouders (maximaal LBO) én heeft meer dan 50% van de leerlingen allochtone ouders C2: Vooral laag opgeleide en autochtone ouders Op deze scholen heeft meer dan 50% van de leerlingen laag opgeleide ouders (maximaal LBO) en heeft meer dan 50% van de leerlingen autochtone ouders C3: Vooral laag en middelbaar opgeleide ouders Op deze scholen heeft meer dan 75% van de leerlingen laag of middelbaar opgeleide ouders (maximaal LBO of MBO), maar geen van beide groepen omvat meer dan 50% van de leerlingen C4: Vooral middelbaar opgeleide ouders Op deze scholen heeft meer dan 50% van de leerlingen middelbaar opgeleide ouders (MBO) C5: Vooral middelbaar en hoog opgeleide ouders Op deze scholen heeft meer dan 75% van de leerlingen middelbaar of hoog opgeleide ouders (MBO of HBO/WO), maar geen van beide groepen omvat meer dan 50% van de leerlingen C6: Vooral hoog opgeleide ouders Op deze scholen heeft meer dan 50% van de leerlingen hoog opgeleide ouders (HBO/WO) C7: Heterogeen opgeleide ouders Op deze scholen is het aandeel leerlingen met laag (maximaal LBO), middelbaar (MBO) en hoog (HBO/WO) opgeleide ouders ongeveer gelijk (elk circa 33%) Het compositietype van uw school Alle COOL-scholen zijn ingedeeld in één van de bovenstaande schoolcompositietypen op basis van de verdeling van de getoetste leerlingen in groep 2, 5 en 8 over de achtergrondcategorieën A1 tot en met A6. De achtergrond van de leerlingen in de andere leerjaren is dus niet bij deze indeling betrokken. Een school is niet ingedeeld in één van de zeven compositietypen als bij meer dan een kwart van de leerlingen in groep 2, 5 en 8 de achtergrond onbekend is (zie ook de grafiek in paragraaf 3). Op grond van de bij ons bekende gegevens rekenen we uw school tot type C7: Heterogeen opgeleide ouders. Pagina 23

7. Schoolprestaties in relatie tot schoolcompositietypen Op de volgende pagina's laten we per leerjaar (groep 2, 5 en 8) zien hoe de gemiddelde scores van uw leerlingen zich verhouden tot de scores die elders in Nederland behaald zijn op scholen die qua schoolbevolking vergelijkbaar zijn met uw school. We vergelijken hier dus de prestaties van scholen met hetzelfde compositietype. Daarnaast is het ook mogelijk de prestaties te bekijken van de scholen die tot een ander compositietype behoren. Hieronder volgt een korte toelichting. De toetsgemiddelden per schoolcompositietype Voor elke afgenomen toets in het onderzoek treft u hierna een grafiek aan. In de grafieken zijn steeds zeven verticale balkjes te zien die corresponderen met de zeven schoolcompositietypen C1 tot en met C7. De hoogte van elke balk geeft weer hoe de leerlingen van de scholen in elk compositietype landelijk gemiddeld hebben gescoord op de betreffende toets. U kunt zien dat in veel (maar niet alle!) grafieken dezelfde trend valt waar te nemen: leerlingen op scholen in compositietype C1 ('vooral laag opgeleide en allochtone ouders') behalen het laagste gemiddelde; leerlingen op scholen in compositietype C6 ('vooral hoog opgeleide ouders') het hoogste gemiddelde. De toetsgemiddelden van de overige compositietypen vallen meestal ergens daartussenin. Het toetsgemiddelde van uw school Bij elke grafiek die betrekking heeft op een toets die ook op uw school is afgenomen, ziet u behalve de zeven balkjes ook een horizontale lijn. Die lijn geeft weer wat het gemiddelde is van uw eigen leerlingen op de betreffende toets. U kunt in elke grafiek de hoogte van deze lijn vergelijken met de hoogte van het balkje dat correspondeert met het compositietype waartoe uw school behoort. Valt de lijn hoger uit dan het balkje, dan hebben uw leerlingen op de betreffende toets gemiddeld beter gescoord dan de leerlingen op vergelijkbare scholen elders in Nederland. Het omgekeerde geldt als de lijn lager ligt dan het balkje. Eventueel kunt u natuurlijk ook zien of uw eigen toetsgemiddelde hoger of lager ligt dan de toetsgemiddelden van de scholen in de andere compositietypen. Naast het vergelijken van de toetsgemiddelden van uw school met die van andere scholen, kunt u ook het beeld bij de verschillende toetsen onderling vergelijken. Als bijvoorbeeld de taalgemiddelden van uw school ongeveer gelijk zijn met die van de andere scholen met hetzelfde compositietype, maar de rekengemiddelden zijn duidelijk lager, kan dat aanleiding zijn om nog eens kritisch naar het rekenonderwijs en de rekenmethode te kijken. Als er geen lijn in de grafiek staat, zijn er op de betreffende toets geen scores van uw school beschikbaar. De NSCCT Eén van de grafieken hierna heeft betrekking op de NSCCT: de niet-schoolse cognitieve capaciteitentest die alleen in groep 5 is afgenomen. De test kan als een soort IQ-test worden beschouwd, maar is te 'grof' om op individueel niveau terug te koppelen. Daarom kwamen de scores op de NSCCT niet in de voorafgaande overzichten voor. In de grafiek hierna kunt u echter wel de gemiddelde score op de NSCCT van uw school afzetten tegen die van vergelijkbare scholen. Wanneer die gemiddelden ongeveer gelijk zijn terwijl de toetsscores lager uitvallen, dan kan dat een aanwijzing zijn dat nog niet alles uit de leerlingen gehaald is. Pas op De indeling naar schoolcompositietype is gemaakt op basis van de achtergrond van alle getoetste leerlingen in groep 2, 5 en 8 van uw school tezamen. Het kan zijn dat de samenstelling van een afzonderlijke jaargroep daarvan fors afwijkt. In dat geval is voorzichtigheid geboden bij het vergelijken van uw toetsgemiddelde met dat van andere scholen in hetzelfde compositietype. Pagina 24

Groep 2 Taal voor kleuters 100 Ordenen 100 90 90 80 80 70 70 60 60 50 50 40 40 30 30 Groep 5 Woordenschat 100 90 80 70 60 50 40 30 Drie Minuten Toets 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 Begrijpend Lezen (TBL) 50 Begrijpend Lezen (LOVS) 50 40 40 30 30 20 20 10 10 0 0 Rekenen/Wiskunde (2002) 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 Rekenen/Wiskunde (LOVS) 100 90 80 70 60 50 40 30 NSCCT 250 225 200 175 150 125 100 75 50 Pagina 25

Groep 8 Leeswoordenschat 150 135 120 105 75 60 45 30 Drie Minuten Toets 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 Begrijpend Lezen (TBL) 80 70 60 50 40 30 20 10 Begrijpend Lezen (LOVS) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 Rekenen/Wiskunde (2002) 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 Rekenen/Wiskunde (LOVS) 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 Pagina 26

8. De resultaten van de vragenlijsten We verzamelen in COOL5-18 niet alleen maar toetsresultaten. Via het leerlingprofiel en de leerlingenvragenlijsten meten we ook een hele reeks andere zaken over en bij leerlingen. Een selectie uit de resultaten hiervan hebben we opgenomen in dit schoolrapport. Het gaat om de volgende onderwerpen: 1) 'Onderpresteren', 'gedrag', 'werkhouding', 'sociale relaties in de klas', 'relatie leerling-leerkracht' en 'percentage zorgleerlingen'. Al deze gegevens zijn afkomstig uit het leerlingprofiel en geven oordelen van de groepsleerkracht weer over de leerlingen. Ze zijn verzameld voor de groepen 2, 5 en 8. 2) 'Schoolwelbevinden', 'zelfvertrouwen bij schoolwerk' en 'taakmotivatie'. Deze gegevens zijn afkomstig uit de leerlingvragenlijsten en geven dus het zelfoordeel van de leerling weer. Ze zijn verzameld bij leerlingen in groep 5 en 8. 3) 'Burgerschapscompetentie'. Hierover is een vragenlijst afgenomen bij leerlingen in groep 8. We rapporteren over de onderdelen kennis, reflectie, attitude en vaardigheden. Voor al deze gegevens geldt dat we alleen groepsgemiddelden vermelden, dus geen uitkomsten per leerling. Dat doen we om privacyredenen (aan de invullers van de vragenlijsten is immers anonimiteit beloofd) en omdat we willen voorkomen dat aan de uitkomsten op individueel niveau te veel waarde wordt toegekend. De betreffende vragenlijsten zijn namelijk niet ontwikkeld als diagnostische instrumenten. De belangrijkste waarde van deze gegevens voor de school ligt, net als bij de toetsresultaten, in de vergelijking die wordt geboden met de resultaten van andere scholen. Toelichting op de onderwerpen Voor alle onderwerpen staan de resultaten in identiek vormgegeven grafieken. We leggen verderop in deze paragraaf uit hoe u deze grafieken moet lezen. Hier volgt eerst de uitleg over de onderwerpen: waar staan al deze begrippen voor? Ad 1 Leerkrachtoordelen (groep 2, 5 en 8). Onderpresteren: de mate waarin het kind presteert beneden zijn of haar kunnen.. Gedrag: de mate waarin een kind aangenaam en aangepast gedrag toont op school.. Werkhouding: de mate waarin het kind nauwgezet werkt in de klas en het werk vol kan houden.. Sociale relaties in de klas: de mate waarin het kind is opgenomen in de klas en sociale relaties heeft met klasgenoten.. Relatie leerling-leerkracht. Dit begrip bestaat uit drie elementen: afhankelijkheid, conflict en nabijheid. Bij elkaar geven deze een indicatie van de algemene kwaliteit van de relatie, volgens de leerkracht.. Percentage zorgleerlingen. Het percentage zorgleerlingen is een onderwerp van wat andere orde dan de hierboven genoemde. We hebben het in dit schoolrapport opgenomen omdat het voor scholen interessant kan zijn om te zien of ze (naar hun eigen zeggen) met meer of minder zorgleerlingen te maken hebben dan andere scholen, waaronder scholen met een vergelijkbaar leerlingenpubliek. Dat kan een belangrijk gegeven zijn bij de interpretatie van de toetsresultaten. Omdat de gegevens hiervoor afkomstig zijn uit het leerlingprofiel, treft u ze in deze paragraaf aan. In dit schoolrapport verstaan we onder een zorgleerling een leerling voor wie: - een 'rugzak' beschikbaar is, en/of - ambulante begeleiding wordt gegeven vanuit het speciaal (basis)onderwijs, en/of - een procedure loopt voor plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs, en/of - een individueel handelingsplan is opgesteld, en/of - een eigen leerlijn is gemaakt Als minimaal één van deze zaken op de leerling van toepassing is, definiëren we de leerling dus als zorgleerling. Pagina 27

Ad 2 Zelfoordelen leerlingen (groep 5 en 8). Schoolwelbevinden: de mate waarin de leerling zich goed en veilig voelt met medeleerlingen in de klas, naar het oordeel van de leerling zelf. De score op deze schaal kan gelegd worden naast de score op de schaal 'sociale relaties in de klas' (zie hiervoor). Beide gaan over hetzelfde onderwerp maar het perspectief verschilt: oordeel van de leerling versus oordeel van de leerkracht.. Zelfvertrouwen bij schoolwerk: de mate waarin de leerling zelfvertrouwen heeft bij het leren, dus op dit gebied vertrouwen heeft in eigen kunnen.. Taakmotivatie: de mate waarin de leerling plezier heeft in het leren van nieuwe dingen en zich daarvoor wil inspannen. Ad 3 Burgerschapscompetentie (kennis en oordelen van leerlingen, alleen groep 8) 'Burgerschapscompetentie' is een complex begrip, waarvoor je niet gemakkelijkéén algemene definitie kunt geven. In COOL5-18 hebben we voor het meten van burgerschapscompetentie een instrument (vragenlijst) gebruikt dat uitgaat van vier sociale taken waarmee kinderen te maken hebben. Die vier taken zijn 'democratisch handelen', 'maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen', 'omgaan met conflicten' en 'omgaan met verschillen'. Voor elk van die taken is geprobeerd vast te stellen: - wat de leerlingen daarover weten (kennis) - wat hun houding daarin is (attitude) - hoe ze hun eigen vaardigheid hierin zien (vaardigheid) - hoeveel ze nadenken over dit onderwerp (reflectie) In dit rapport nemen we alleen totaalresultaten op voor 'kennis', 'attitude', 'vaardigheid' en 'reflectie'. 'Kennis' is wat kinderen weten over democratie, sociale regels, omgaan met conflicten en omgaan met verschillen. Het is gemeten met meerkeuzevragen. Een voorbeelditem is: 'Je juf/meester zoekt vijf leerlingen om een schoolfeest te organiseren. Wat is een democratische manier om die leerlingen te kiezen?' 'Attitude' is het geheel van ieders stem willen horen, een kritische bijdrage willen leveren aan samenleven, een ander willen helpen/niet schaden, het standpunt van de ander serieus willen nemen en een positieve houding hebben jegens verschillen tussen mensen. Voorbeelditems zijn 'ik vind dat in een discussie iedereen de kans moet krijgen om iets te zeggen', 'ik wil graag met anderen praten over wat er in de wereld gebeurt', 'je moet sorry zeggen als je iets hebt gedaan waar een ander verdriet van heeft', 'bij een ruzie wil ik toegeven als ik merk dat ik ongelijk heb, 'ik vind het leuk om mensen te kennen die een ander geloof hebben dan ik'. 'Vaardigheid' is de mate waarin het kind in staat is om op te komen voor de eigen mening en te luisteren naar de mening van anderen, invoelingsvermogen te tonen, begrip te tonen voor een ander en zich aan te passen/rekening te houden met anderen. Voorbeelditems zijn 'ik ben goed in vasthouden aan mijn mening, als ik echt gelijk heb', 'ik ben goed in anderen uit laten spreken', 'ik ben goed in bij een ruzie begrijpen wat de ander voelt', 'ik kan me goed aanpassen aan regels en gewoonten van een ander'. 'Reflectie' is het geheel van nadenken over rechten en macht, rechtvaardigheid, ontstaan en oplossen van conflicten, verschillen en in- en uitsluiting. Voorbeelditems zijn 'ik denk na over of er naar leerlingen geluisterd wordt op onze school', 'ik denk na over hoe het komt dat sommige leerlingen pesten', 'ik denk na over mijn eigen rol in het ontstaan van een ruzie', 'ik denk na over hoe het komt dat je het ene kind eerder als vriend uitkiest dan het andere kind'. Pagina 28

Het lezen van de grafieken De resultaten worden gepresenteerd in drie groepen grafieken. Steeds geven we de resultaten weer op dezelfde manier als de groepsgemiddelden voor de toetsresultaten. In elke grafiek ziet u de gemiddelde scores van de schoolcompositietypen C1 t/m C7 weergegeven in verticale balkjes, en de score van uw eigen school als horizontale lijn daarin. U kunt de resultaten van uw school dus weer vergelijken met uw eigen compositietype, maar ook met de andere compositietypen. Leerkrachtoordelen De eerste groep grafieken bevat alle onderwerpen die afkomstig zijn uit het leerlingprofiel, dat zijn de leerkrachtoordelen. De meeste onderwerpen uit het leerlingprofiel zijn gemeten met een vijfpuntsschaal. Aan leerkrachten is steeds gevraagd aan te geven of een uitspraak over een leerling 'beslist onwaar' is (score 1), 'onwaar' (score 2), 'niet onwaar, niet waar' (score 3), 'waar' (score 4) of 'beslist waar' (score 5). De groepsscore is het gemiddelde van de scores van alle onderzochte leerlingen in groep 2, 5 en 8 op uw school. In het algemeen geldt: hoe hoger de score, hoe positiever het oordeel van de leerkracht hierover. Alleen voor het percentage zorgleerlingen geldt een andere procedure: de score in die grafiek geeft het percentage zorgleerlingen weer. Leerlingoordelen De tweede groep grafieken bevat alle onderwerpen die afkomstig zijn uit de vragenlijst die bij de leerlingen in de groepen 5 en 8 is afgenomen: schoolwelbevinden, zelfvertrouwen bij schoolwerk en taakmotivatie. Er is opnieuw gebruik gemaakt van een vijfpuntsschaal. De leerlingen moesten steeds kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: dit klopt voor mij helemaal niet (score 1), dit klopt niet (score 2), dit klopt soms wel/soms niet (score 3), dit klopt (score 4) en dit klopt precies (score 5). De groepsscores is het gemiddelde van alle kinderen in de groep. In het algemeen geldt: hoe hoger de score, hoe positiever het leerlingoordeel. Er zijn steeds afzonderlijke grafieken voor de groepen 5 en 8. Burgerschapscompetentie De derde groep grafieken bestaat uit onderwerpen die afkomstig zijn uit de vragenlijst burgerschap voor groep 8: kennis, attitude, vaardigheid en reflectie. Voor kennis is het aantal goede antwoorden op de kennisvragen weergegeven. Voor attitude, vaardigheid en reflectie gaat het om scores op een vierpuntsschaal. Anders dan bij de overige leerlingvragenlijsten en het leerlingprofiel is hier aan de leerlingen geen neutrale middencategorie aangeboden. De antwoordmogelijkheden waren steeds 'helemaal niet' (score 1), 'niet' (score 2), 'wel' (score 3) en 'helemaal wel' (score 4). De groepsscore is het gemiddelde van alle kinderen in de groep. In het algemeen geldt: hoe hoger de score, hoe hoger de competentie. Pagina 29

Leerkrachtoordelen Aantal leerlingen op uw school waarvoor de leerkrachten een leerlingprofiel hebben ingevuld: In groep 2: 48 leerlingen In groep 5: 30 leerlingen In groep 8: 19 leerlingen De lijn voor het gemiddelde van uw school is berekend over deze leerlingen samen. Onderpresteren 5 Gedrag 5 4.5 4.5 4 4 3.5 3.5 3 3 2.5 2.5 2 2 Werkhouding 5 Sociale relaties in de klas) 5 4.5 4.5 4 4 3.5 3.5 3 3 2.5 2.5 2 2 Relatie leerling-leerkracht 5 4.5 4 3.5 3 2.5 Percentage zorgleerlingen 70 60 50 40 30 20 10 2 0 Pagina 30