Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2011

Vergelijkbare documenten
Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2012

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2013

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2010

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2009

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2014

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2008

OV-Taxi Zuid-Kennemerland/IJmond

OV-Taxi Noord-Holland Noord

RAADS IN FORMATIE BRIE F

Toelichting bij Opbrengstgegevens VAVO

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Effectief document- en risicobeheer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bindend advies. Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen. c. d. Partijen. : A te B, in deze vertegenwoordigd door C vs.

consultancy ontwerp project management exploitatie onderhoud audits optimalisatie opleidingen Uw bedrijfswater in ervaren handen

We kennen in de wiskunde de volgende getallenverzamelingen:

Vuilwaterafvoersystemen voor hoogbouw

Strategic Workforce Management

Evaluatierapport. Tevredenheidsonderzoek NMV Nederlandse Montessori Vereniging Eindrapportage. BvPO

Examen PC 2 onderdeel 4A

Stochastische loadflow. Beschrijving model belasting.

DE ROL VAN GIS BIJ DE HEDONISCHE WAARDEBEPALING VAN VASTGOED

Groendienst. Hoe is het gesteld met de natuur in Gent?

Committee / Commission ECON. Meeting of / Réunion du 31/08/2011 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Olle LUDVIGSSON

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Translease Holding B.V. (hierna te. noemen: "Translease") 07 /267 F. 23 mei mr. R.M. Vermaire. mr. A.C. Schroten

1. Recursievergelijkingen van de 1 e orde

Verwarmingsenergie uit de lucht gegrepen.

Betrouwbaarheid. Betrouwbaarheidsinterval

betreffende het doorgeven van orders via fax en telefoon

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2008-II

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ. PC SBO De Sleutel

Steekproeftrekking Onderzoekspopulatie Steekproef

Commissie Pensioenhervorming Nota over de actuariële neutraliteit. Bijlage III

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Thermodynamica HWTK PROEFTOETS- AT02 - UITWERKING.doc 1/9

1. Hebben de volgende rijen een limiet, en zo ja, bepaal die dan: (i) u n = sin(πn) (d) u n = cos(2πn) (l) u n = log n

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Een andere kijk op Financiële Rekenkunde Wim Pijls, Erasmus Universiteit Rotterdam

Meewind paraplufonds & Aanvullend prospectus Subfonds Zeewind 1

Werktekst 1: Een bos beheren

Analyse wijze en stimuleren van invullen Nationale Studenten Enquête Pascal Brenders 19 juni 2013

Eindexamen wiskunde A vwo I

Opgave 5 Onderzoek aan β -straling

Rekenen met levensduurkosten

Examen PC 2 onderdeel 4A

De vernieuwing van Slotjes-Midden. Sociaal Statuut

Verbeterbeleid. Avonturijn

Kwaliteitshandboek 3. Gebruikersgerichte processen 3.3 Het beëindigen van de individuele dienstverleningsovereenkomst

Convergentie, divergentie en limieten van rijen

Een toelichting op het belang en het berekenen van de steekproefomvang in marktonderzoek.

Monitoring Rapportering definitieve resultaten

BU ERNST &YOUNG. tl n. Ll u n. [j l.\ [J n [J ;] IJ IJ. Illll""' VERTROUWELIJK De Raad van de gemeente Nijmegen Postbus HG NIJMEGEN

Waar moet je aan denken? Verhuizen. Stap 1: Hoe zeg ik de huur op?

Wijzigingsformulier Ziektekostenverzekering

imtech Arbodienst (versie 2.0) imtech arbodienst

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 5 november 2013 Agendapunt:

PROEFEXAMEN SOCIALE STATISTIEK November 2009 REEKS 1

TAF GoedGezekerd AOV. De eerste AOV waarmee u zelf de touwtjes in handen heeft

Op zoek naar een betaalbare starterswoning? Koop een eigen huis met korting

Naar een werkbare verhouding tussen gemeenten en corporaties. Lessen uit het SEV-experiment Bod op de woonvisie

Appendix A: De rij van Fibonacci

Correctievoorschrift VWO

Aanvullende Voorwaarden Webdiensten en Producten

Meer waarde. met PIA. Evaluatie Project Professioneel Inkopen en Aanbesteden (PIA)

Hoe los ik het op, samen met Thuisvester? Ik heb een klacht

wiskunde A pilot vwo 2016-I

Inzicht in voortgang. Versnellingsvraag 9 Inzichten periode maart t/m juni

PUBAS, een vernieuwd systeem voor arbeidsbegroting In: Agro Informatica 4 (oktober 1999), p

DE PASSER. Een nieuw Strategisch Beleidsplan: Samen beter, beter samen! RESPONZ Passend antwoord op speciaal onderwijsvragen

evaluatie in de goede toon

Jaarplan 2016 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 nov 2015

Monitor Convenant Professionalisering en begeleiding onderwijspersoneel in primair en voortgezet onderwijs. Nulmeting bij besturen en directeuren

wiskunde A pilot vwo 2017-II

Wijzigingsformulier Ziektekostenverzekering

Opgaven OPGAVE OPGAVE 2. = x ( 5 stappen ). a. Itereer met F( x ) = en als startwaarden 1 en

STUDIEKEUZESTAPPENPLAN

Schoenen voor diabetes en reuma

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2007-I

Welkom bij Avonturijn

Huisstijl en logogebruik Associatie KU Leuven

Sloopbesluit en verhuizen

Schatgraven. Werken aan de zelfstandigheid van kinderen

1. Weten dat in het geval van compressoren rekening moet gehouden worden met thermische effecten

Onveilige bedrijven betalen méér

we willen graag zelf klussen in onze nieuwe woning.

P r o v i n c i e N o o r d - H o l l a n d. Convenant Samenwerken Waterketen Noord-Holland

Het effectief tarief van de transactiekosten op de aankoop van de eigen zelfbewoonde woning

3,2 2,8 1,8 1,6 -0,33 1,4

Stand van zaken, april bibliotheekvernieuwing in Noord-Holland

ZUIVEREN EN HERGEBRUIK. Het water dat we in onze productievestigingen gebruiken, wordt gezuiverd voordat we het teruggeven aan de natuur.

Praktische opdracht: Complexe getallen en de Julia-verzameling

Aanvraag voor een woning in de gemeente(n) Personalia aanvrager huurwoning

Beleidsplan Stichting Soweto Care System Nederland

Overlijden: uw rechten in Duitsland en Nederland

imtech Arbodienst (versie 2.0)

DEN HOLLANDER ADVOCATEN anno 1934

Eindrapport Leerlingtevredenheidsonderzoek Floracollege Eindexamenklassen 2013

Wiskundige toepassingen bij Thermodynamica - 1 WISKUNDE. toegepast bij THERMODYNAMICA

Pedicure bij Rameau. Verzorgde voeten lopen het prettigst. Om in aanmerking te komen voor vergoeding zijn gemachtigd voor te schrijven:

Transcriptie:

Commissie Bechmarkig Vlaadere Commissie Bechmarkig Vlaadere Jaarverslag 2011 Goedgekeurd door de Commissie Bechmarkig op 06/11/2012 Roderveldlaa 5/1, B-2600 Berchem Tel. 03 286 74 30 Fax. 03 286 74 39 ifo@bechmarkig.be www.bechmarkig.be

Ihoudstafel VOORWOORD... 3 SAMENVATTING EN BESLUIT... 4 1 SAMENVATTING... 4 2 BESLUIT... 7 JAARVERSLAG 2011... 8 3 HET BENCHMARKINGCONVENANT... 8 3.1 ROCEDURE EN STRUCTUUR... 8 3.2 RESULTAATSVERLICHTINGEN VAN DE ONDERNEMINGEN... 8 3.3 RESULTAATSVERLICHTINGEN VAN HET VLAAMSE GEWEST... 9 4 HET JAARVERSLAG... 10 5 DE GRAFIEKEN ENERGIEVERBRUIKEN/ENERGIELAN/MONITORING... 11 5.1 INLEIDING... 11 5.2 HET ENERGIEVERBRUIK... 13 5.2.1 Alle bedrijve... 13 5.2.2 Chemie... 18 5.2.3 Raffiaderije e Staal... 20 5.2.4 apier... 22 5.2.5 Voedig... 24 5.2.6 No-ferro e Metaalverwerkig... 26 5.2.7 Textiel... 28 5.2.8 Keramische sector... 30 5.2.9 Hout (spaaplaatbedrijve... 32 5.2.10 Glas, zadgroeve, diverse... 34 5.3 DE CO 2 -EMISSIE... 36 5.4 DE AFREKENING VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT... 40 6 INSANNINGEN VAN DE OVERHEID... 41 6.1 ARTIKEL 12 LID 1... 41 6.2 ARTIKEL 12 LID 2... 41 6.3 ARTIKEL 12 LID 4... 42 6.4 ARTIKEL 12 LID 5... 43 6.5 ARTIKEL 12 LID 6... 43 7 BIJLAGEN... 44 7.1 BIJLAGE 1 : SAMENSTELLING COMMISSIE BENCHMARKING 2011... 44 7.2 BIJLAGE 2 : CONVENANTBEDRIJVEN 2011... 45 7.3 BIJLAGE 3 : TOELICHTING EN GRAFIEKEN... 49 2/58

VOORWOORD Eid 2002 keurde het Vlaamse Gewest ee eergiebeleidsovereekomst goed voor de idustrie: het bechmarkigcoveat. Doel is de eergie-efficiëtie va de bedrijve te verbetere zoder adelige impact op de cocurretiepositie. Same met de verbeterig va de eergie-efficiëtie wordt ook gerapporteerd over het verlage va de CO 2 -uitstoot. De Commissie Bechmarkig - bestaade uit vertegewoordigers va alle deelemede partije - begeleidt de uitvoerig va het coveat. arallel daarmee werd het Verificatiebureau Bechmarkig Vlaadere opgezet dat ee belagrijke rol speelt bij de cotrole va de uitvoerig va het coveat. De aa het bechmarkigcoveat deelemede bedrijve zij goed voor meer da 80% va het totale Vlaamse idustriële eidgebruik aa eergie. I overeestemmig met artikel 8 deel 3 moet de commissie elk jaar uiterlijk op 1 juli verslag uitbrege over de voortgag va het coveat bij de partije. Op dat momet is echter het volledig overzicht va de vooruitgag over het voorbije jaar og iet beschikbaar. Om ee volledig jaaroverzicht te hebbe maakt de commissie bechmarkig daarom het jaarverslag pas i het ajaar. Het oderhavige jaarverslag 2011 va de Commissie Bechmarkig is gebaseerd op de actuele stad va zake i verbad met de eergiepla- e moitorigdata. Names de Commissie Bechmarkig, Marc Va de Bosch Waaremed Voorzitter 3/58

SAMENVATTING EN BESLUIT 1 SAMENVATTING De deelame aa het bechmarkigcoveat Eid 2002 keurde het Vlaamse Gewest ee eergiebeleidsovereekomst goed voor de idustrie: het bechmarkigcoveat. De eergie-itesieve idustrie gaat daarmee het egagemet aa dat de deelemede Vlaamse vestigige uiterlijk i 2012 tot de wereldtop zulle behore op het gebied va eergie-efficiëtie. I ruil daarvoor zal de Vlaamse overheid de oderemige oder adere gee extra maatregele oplegge gericht op eergiebesparig of CO 2 -reductie. Het aatal bedrijve opgeome i het jaarverslag evolueert va jaar tot jaar. Dit zowel als gevolg va ieuwe toetreders, sluitige, fusies e splitse va oderemige. Het voorligged jaarverslag is gebaseerd op de resultate va 175 deelemede bedrijve. Sids het vorig jaarverslag zij er vier uittredige gemeld waaroder drie bedrijve weges stopzettig va de activiteite (twee uit de keramische sector e éé uit de o-ferrosector e éé chemiebedrijf dat iet lager aa de verplichtige va het coveat voldeed e op eige iitiatief uittrad. Dit bregt het totaal aatal sluitige va vestigige sids de start va het coveat op 17 coveatvestigige. Er zij verder gee ieuwkomers meer toegetrede. De bij het bechmarkigcoveat aageslote vestigige vertegewoordige meer da 80% va het idustriële eergieverbruik 1 i Vlaadere. Resultate va de moitorig De aa het bechmarkigcoveat deelemede bedrijve prestere over 2011 globaal geome iets mider goed da geplad maar wel beter da de wereldtop. De bedrijve hadde i 2007 og ee lichte voorsprog te opzichte va de plaig (0,5% vooroplope maar dit werd teiet gedaa door de impact va de ecoomische crisis die de eergie-efficiëtie sterk egatief beïvloed heeft i 2008 e vooral 2009. Deze situatie heeft zich sedert 2010 grotedeels hersteld. We merke op dat ook i 2011 de bedrijve weer beter presteerde da de wereldtop (de wereldtop werd i 2008 bepaald, met cijfers va 2006. De geplade efficiëtieverbeterige worde i 2011 bija gehaald - globaal geome og steeds beter da wereldtop I 2002 ware de deelemede Vlaamse vestigige globaal geome reeds meer da 10 J beter da de wereldtop. De ecoomische crisis had ee egatieve ivloed op de eergieefficiëtie. Dit had als gevolg dat i 2009 alle deelemede bedrijve same 6 J mider goed da de wereldtop ware. Deze achterstad was i 2010 terug omgezet i ee voorsprog va 7,6 J te overstaa va de wereldtop. I 2011 is door het verder uitvoere va eergie-efficiëte maatregele deze voorsprog aagegroeid tot 13,8 J te overstaa va de wereldtop die odertusse 41 J lager ligt da i 2002. 1 Iclusief de raffiaderije, cokesproductie alsook het aar primaire eergie omgerekede elektriciteitsverbruik. 4/58

580 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 560 J p 540 520 500 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 564,0 561,9 558,9 556,4 552,2 549,3 535,4 531,5 525,4 523,0 520,8 Bedrijve volges la 554,0 551,4 548,8 538,1 533,7 528,8 525,4 515,9 512,9 507,0 503,3 Bedrijve volg. itorig 554,0 551,4 546,6 537,2 532,8 524,4 533,1 537,6 517,9 509,2 Figuur 1: Evolutie primaire eergieverbruik va alle bedrijve bij costate gerealiseerde productie 2011 Absoluut eergieverbruik eemt terug af i 2011 I absolute cijfers daalde het primair eergieverbruik i 2011 te opzichte va 2010 va 528,7 J aar 509,2 J. Ee dalig va 19,5 J (of 3,7% tegeover 2010, eerzijds weges ee afame va het globale productievolume e aderzijds door het uitvoere va eergiebeparede maatregele. Het absoluut eergieverbruik ligt hiermee 26,3 J of 5% oder het verbruik i het startjaar 2002. Hoeveelheid vermede CO 2 hoger da i 2009 Naast de eergie-efficiëtieverbeterig is ook de CO 2 -uitstoot belagrijk. Voor de Commissie Bechmarkig zij de vermede CO 2 -emissies ee belagrijke idicator 2. Vaaf 2008 werd voor alle jare gereked met ee emissiefactor voor elektriciteit va 400 kg CO 2 /MWh tegeover 760 kg CO 2 /MWh i de jaarverslage va vòòr 2008. De hoeveelheid vermede CO 2 bedroege i 2011 3,54 Mto tegeover 2,99 Mto i 2010. 2 [(specifieke emissie i 2002 (gemoitorde specifieke emissie va het betreffede jaar] x de gemoitorde productie va het betreffede jaar 5/58

4,50 gerealiseerd geplad 4,00 3,50 1 eergiepla 2 eergiepla 3,00 i Mto CO 2 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 CO2 vermiderig elektriciteit 0,00 0,02 0,07 0,08 0,21 0,24 0,08 0,21 0,65 0,78 1,14 CO2 vermiderig bradstoffe 0,00 0,20 0,34 1,25 1,57 1,97 1,53 0,93 2,35 2,77 3,07 CO2 vermiderig totaal 0,00 0,22 0,41 1,33 1,78 2,21 1,61 1,14 2,99 3,54 4,21 Figuur 2: vermede CO 2 -emissie Dalig va de totale CO 2 -uitstoot va de bedrijve De totale CO 2 -emissies va de coveatbedrijve bedroege 31,45MTo i 2011 tegeover 32,57Mto i 2010. Dit is ee dalig va ogeveer 1Mto. 40 gerealiseerd geplad 30 Mto CO 2 20 10 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Totaal 33,28 32,83 34,53 33,77 34,38 33,51 32,59 28,30 32,57 31,45 36,94 Bradstoffe 26,36 25,90 27,37 26,61 27,08 26,04 25,40 22,47 25,91 25,03 29,57 Elektriciteit 6,92 6,93 7,16 7,16 7,30 7,46 7,19 5,83 6,67 6,42 7,37 Figuur 2b : evolutie CO 2 emissies 6/58

2 BESLUIT De geplade eergie-efficiëtie verbeterige i 2011 werde - odaks ee lichte dalig va het globale productieiveau - bija gehaald. De coveatbedrijve score i vergelijkig met het jaar 2010 op vlak va eergie-efficiëtie globaal geome terug beter da de wereldtop. De grafieke globaal e per sector geve gee volledig izicht i de realisatie va de idividuele egagemete va de oderemige. Idividuele afwijkige kue voortkome uit gewijzigde producties, het feit dat de gerealiseerde besparige va ee deel va de uitgevoerde maatregele lager zij da geraamd of maatregele later uitgevoerd werde te gevolge va de ecoomische crisis (cfr. Jaarverslag Commissie Bechmarkig 2009. I absolute cijfers daalde het eergieverbruik va de coveatbedrijve met 19,5J p of 3,7% tegeover 2010. Deze dalig is eerzijds het gevolg va ee (lichte afame va het globale productievolume e aderzijds het resultaat va het verder uitvoere va eergiebesparede maatregele. 7/58

JAARVERSLAG 2011 3 HET BENCHMARKINGCONVENANT De eergie-itesieve vestigige met ee jaarlijks verbruik va te miste 0,5 J e de irichtige die oder de Europese richtlij verhadelbare emissierechte valle, kue deeleme aa het bechmarkigcoveat. Dit houdt i dat zij hu eige prestaties op het vlak va eergie-efficiëtie late toetse aa die va adere goedpresterede vestigige op wereldschaal, of met adere woorde late bechmarke. Op basis hierva worde voor de oderemig eergie-efficiëtiedoelstellige vastgelegd. De bedoelig is te kome tot ee maximale bijdrage va de bedrijve aa ratioeel eergieverbruik e aa de doelstellige voor vermiderig va de uitstoot va broeikasgasse oder het rotocol va Kyoto zoder de ecoomische slagkracht va de Vlaamse oderemige i het gedrag te brege. 3.1 rocedure e structuur De Vlaamse Regerig keurde op 29 ovember 2002 het bechmarkigcoveat over eergie-efficiëtie i de idustrie e de bijhorede toelichtigota goed. De Vlaamse Regerig keurde op 14 februari 2003 ee bijkomede verduidelijkig goed. Het Verificatiebureau Bechmarkig Vlaadere werd aageduid als oafhakelijke orgaisatie die waakt over de correcte uitvoerig va het bechmarkigsysteem door de bedrijve e alle daarbij horede berekeige, hierover advies verleet e verslag uitbregt. De Commissie Bechmarkig is het bestuursorgaa va het bechmarkigcoveat e is veratwoordelijk voor de volledige uitvoerig erva. Alle odertekeede partije zij er i vertegewoordigd, meer bepaald de betrokke sectore e de overheid. 3.2 Resultaatsverplichtige va de oderemige De deelemede vestigige diee zo sel mogelijk, maar uiterlijk i 2012, tot de wereldtop te behore op het gebied va eergie-efficiëtie. Na vaststellig va de wereldtop bij de aavag va het coveat, becijferde ee eergiepla ook og twee tussetijdse resultaatsverplichtige izake eergie-efficiëtie, te behale tege respectievelijk eid 2005 e 2007. Dit gebeurde op basis va ee studie, uitgevoerd door ee iet aa de oderemig verbode cosultat, met volgede uitgagspute: Alle maatregele met ee "Iteral Rate of Retur" (IRR a belastige va te miste 15% moeste zo sel mogelijk, maar uiterlijk eid 2005 zij geome. Idie deze maatregele ovoldoede ware om de wereldtop te bereike, da moeste de mider redabele maatregele zo sel mogelijk, maar uiterlijk eid 2007 worde gerealiseerd. Hieroder worde maatregele verstaa met ee IRR a belastige tusse 15 e 6%. Uiterlijk i 2012 moet de wereldtop worde bereikt. 8/58

De wereldtop e het eergie-efficiëtiepla worde om de vier jaar herzie. Dit beteket dat de bedrijve die va i de begifase aa het coveat deeleme i 2008 ee ieuwe eergiestudie hebbe late opmake e bijhored eergiepla hebbe igedied. Als met de beschreve redabele e mider redabele maatregele de wereldtop iet ka worde bereikt tusse eid 2007 e eid 2012, zal de oderemig ee adere aavaardbare beaderig moete realisere met ee gelijkwaardig resultaat op het gebied va eergie-efficiëtie. De coveat tekst stelt: Hierbij ka bijvoorbeeld gedacht worde aa de verhadelbare emissierechte e flexibele mechaisme, voor zover de Vlaamse Regerig hierva de toepassigsmodaliteite heeft vastgelegd. Dit werd door de commissie i 2008 i ee toelichtig verder uitgewerkt zodat deze beaderig u praktisch toepasbaar wordt. Twee soorte va adere aavaardbare beaderige werde itusse opgeome i betreffede toelichtig. Eerzijds betreft het de primaire eergiebesparig va ee WKK die iet geïtegreerd werd i de bechmark e aderzijds het ilevere va emissierechte bij de overheid meer bepaald Certified Emissio Reductios (CER s 3 ; Emissio Reductio Uits (ERU s 4 e EU allowaces (EUA s 5. De juiste modaliteite zij omschreve i toelichtig 17, te raadplege via de website va het bechmarkigcoveat. 3.3 Resultaatsverplichtige va het Vlaamse Gewest De Vlaamse Regerig egageert er zich toe om aa deze oderemige, voor wat betreft de betrokke vestigige, gee rechtstreekse bijkomede Vlaamse maatregele izake eergiebesparig of CO 2 -reductie e gee specifieke Vlaamse eergie- of CO 2 -taks op te legge. De Vlaamse Regerig egageert er zich toe alles i het werk te stelle voor vrijstellig va aaloge Belgische of Europese maatregele. De Vlaamse Regerig egageert er zich toe aa ee bedrijf, dat ka aatoe dat het werkt coform de criteria gesteld i het bechmarkigcoveat eergie-efficiëtie, de odige emissierechte toe te kee zodat het voldoet aa de Europese richtlij izake emissiehadel. De Vlaamse Regerig egageert er zich toe om aavullede Vlaamse steu tot de bevorderig va eergie-efficiëtie, i eerste istatie te richte op de oderemige die zij toegetrede tot het bechmarkigcoveat. I de overheidscommuicatie zal aadacht worde besteed aa de positieve medewerkig va de coveatoderemige. 3 Koolstofkrediete verkrege op basis va projecte gerealiseerd i lade zoder broeikasgasreductieverplichtig (dit betreft veelal otwikkeligslade. 4 Koolstofkrediete verkrege op basis va projecte gerealiseerd i lade met broeikasgasreductieverplichtig (adere aex 1 lade uit Kyoto protocol. 5 Emissierechte toegeweze door de EU-lidstate aa bedrijve die oder toepassigsgebied va de EU-richtlij emissiehadel valle 9/58

4 HET JAARVERSLAG Volges het coveat, artikel 7, lid 1, brege de toegetrede Oderemige jaarlijks, uiterlijk op 1 april, aa het Verificatiebureau verslag uit over het i het voorafgaade kalederjaar bereikte specifiek eergieverbruik i de betrokke vestigige, alsmede de hiermee samehagede vermede CO 2 -emissies. Daarbij wordt teves aagegeve i hoeverre die verlagige i overeestemmig zij met het eergiepla. Volges artikel 8, lid 2, rapporteert het Verificatiebureau jaarlijks aa de Commissie Bechmarkig i geaggregeerde vorm over de uitvoerig va de eergieplae e over de gerealiseerde verlagig va het specifiek eergieverbruik va de betrokke vestigige per sector da wel per type istallatie, alsmede de hiermee samehagede vermede CO 2 -emissie. De Commissie Bechmarkig otvig de defiitieve cijfers over het jaar 2011 va het Verificatiebureau op 6 ovember 2012. Artikel 8 lid 3 va het bechmarkigcoveat stelt dat de Commissie Bechmarkig jaarlijks, uiterlijk op 1 juli, over het voorafgaade jaar verslag diet uit te brege aa de partije e dat de miisters het Vlaams arlemet daarover zulle iformere. Artikel 14 bepaalt teves dat dit verslag opebaar is. De Commissie Bechmarkig heeft op 2 jui 2009 aa de bevoegde Miisters meegedeeld dat de verslaggevig wordt verschove aar het ajaar. Zoals hierbove geïllustreerd, is het volledig overzicht va de vooruitgag over het voorbije jaar pas beschikbaar i het ajaar zodat de Commissie Bechmarkig de datum va publicatie va haar jaarverslag hierop west af te stemme. Artikel 8 va het bechmarkigcoveat stelt teves dat er gee tot ee oderemig herleidbare gegeves i het rapport moge staa of daaruit kue worde afgeleid. I de verslaggevig worde volgede elemete behadeld: ee vergelijkig va: eerzijds de cocrete resultate die het Verificatiebureau i geaggregeerde vorm heeft gerapporteerd aa de Commissie Bechmarkig, meer bepaald izake de gerealiseerde verlagig va het specifiek eergieverbruik va de betrokke vestigige per sector; aderzijds de vooruitzichte die het Verificatiebureau aa de Commissie Bechmarkig heeft gerapporteerd izake de verwachte verlagig va het specifiek eergieverbruik; de daarmee samehagede vermede CO 2 -emissies; zoals bepaald i artikel 9, ee overzicht va de ispaige va de overheid zoals bedoeld i artikel 12 va het bechmarkigcoveat. 10/58

5 DE GRAFIEKEN ENERGIEVERBRUIKEN/ENERGIELAN/MONITORING 5.1 Ileidig Het huidige verslag is gebaseerd op de stad va zake va 30 oktober 2012 : - aatal bedrijve toegetrede tot het coveat (1 : 175 - aatal bedrijve iet opgeome i dit verslag (2 : -0 - aatal bedrijve opgeome i dit verslag : 175 (1 De toegetrede bedrijve die odertusse geslote zij, werde i deze verslaggevig uit de statistieke verwijderd. Het totaal absolute eergieverbruik i de voorbije jare zal hierdoor lichtjes wijzige. Deze bedrijve vertegewoordigde i 2002 ogeveer 14 J. Sedert het vorig jaarverslag zij er vier uittredige gemeld waaroder drie bedrijve weges stopzettig va de activiteite (twee bedrijve uit de keramische sector e éé bedrijf uit de o-ferrosector e éé chemiebedrijf dat iet lager aa de verplichtige va het coveat voldeed e op eige iitiatief uittrad. Dit bregt het totaal op 17 sluitige va vestigige sids het begi va het coveat. Er zij verder gee ieuwkomers meer toegetrede. (2 - SAMENVATTING VAN DE CIJFERRESULTATEN ENERGIEVERBRUIK Het reële primaire eergieverbruik va de coveatbedrijve is i 2011 terug afgeome met 19,5 J p of 3,7% te overstaa va 2010 (va 528,7 J p aar 509,2 J p. De vooraamste oorzaak va deze dalig is eerzijds ee lichte afame va de productievolumes e aderzijds ee verdere verbeterig va de eergie-efficiëtie. 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la 99,05 97,11 96,33 95,45 94,83 93,12 92,58 91,50 itorig 98,65 96,96 96,17 94,66 96,21 97,04 93,48 91,90 Tabel 1 : Evolutie 2002-2011 De globale Eergie Efficiëtie Idex, dit is de maatstaf voor de globale performatie va de coveatbedrijve op vlak va eergie-efficiëtie, is terug verbeterd va 93,48 i 2010 aar 91,90 i 2011. De bedrijve blijve ook i 2011 beter prestere da de vastgelegde wereldtop. De gustige afstad tot deze wereldtop is i 2011 zelfs toegeome te overstaa va 2010. 11/58

Ter volledigheid e vergelijkig met vorig verslag wordt hier teves de samevattede tabel va geplade vs gerealiseerde verbruike voor 2011 weergegeve. Eergieverbruik 2011 (i J p Bij gerealiseerde productie i 2011 Bij geplade productie i 2011 Eergieverbruik volges pla Eergieverbruik volges moitorig Geplad eergieverbruik 1. Chemie 233.4 235,3 262,4 2. Raffiaderije, Staal 171,3 172,5 210,1 3. apier 17,40 17,30 19,67 4. Voedig 24,80 24,70 26,12 5. No-ferro & Metaalverwerkig 31,59 30,61 37,33 6. Textiel 6,95 7,07 8,29 7. Keramisch 7,29 7,28 10,93 8. Hout 5,16 5,16 5,99 9. Glas, Zad, Diverse 9,13 9,26 11,61 TOTAAL : Alle vestigige 507,0 509,2 592,4 Tabel 2 : overzicht eergieverbruike 2011 12/58

5.2 HET ENERGIEVERBRUIK 5.2.1 Alle bedrijve De evolutie va het eergieverbruik wordt op 3 maiere voorgesteld: Tabel 1: De evolutie va de of de Eergie Efficiëtie Idex. De wordt bepaald als de verhoudig tusse het eergieverbruik va het beschouwde jaar e het eergieverbruik om de productie va het betreffede jaar te make met het specifiek eergieverbruik va het start- of referetiejaar, dus 2002. De verschillede specifieke verbruiksgegeves (bvb GJ/to, GJ/m³, GJ/m², GJ/hl, moete hiervoor per proces (jaar 2002 met ee productiehoeveelheid va het beschouwde jaar (bv 2008 vermeigvuldigd worde. Figuur 3: De evolutie va het primair eergiegebruik bij costat gerealiseerde productie va het moitorigjaar (2011 wordt weergegeve als de verhoudig va de s voor elk va de beschouwde jare met de voor het moitorigjaar 2011 vermeigvuldigd met het eergiegebruik i het moitorigjaar 2011. Dit zowel voor de pla als de gemete resultate. Voor de wereldtop werd de voorstellig op basis va de specifieke verbruike zoals voorgaade jare behoude. Figuur 4: De evolutie va het absoluut primair eergieverbruik, (reëel verbruik tot het huidig moitorigjaar e geplad verbruik i de komede jare e teves de geplade vs reële afstad tot de wereldtop; dit laatste geeft aa i welke mate de coveatbedrijve op plaig zitte om hu egagemet om uiterlijk tege 2012 de wereldtop te bereike a te kome. I de grafieke werd ee oderscheid gemaakt tusse het eerste e het tweede eergiepla. De ieuwe eergieplae werde i 2008 opgesteld. De resultate werde tot e met 2007 voorgesteld op basis va het eerste eergiepla. Vaaf 2008 gebeurt de vergelijkig voor zowel de gemoitorde cijfers als de pla cijfers te opzichte va de wereldtop zoals bepaald i de ieuwe eergieplae. De wereldtoplij vertoot ee duidelijke kik i 2008. Wat beteket dat de wereldtop sterk verbeterd is op vlak va eergie-efficiëtie. Hierbij moet ee kattekeig gemaakt worde. De wereldtop is bepaald op basis va eergieefficiëtie cijfers va 2006 ee jaar met ee gustige bezettig hierdoor is de wereldtop vermoedelijk og sterker verlaagd da verwacht. De gemete cijfers va de coveatbedrijve voor 2011 weerspiegele de eergie-efficiëtie i 2011. a. De Dè maatstaf voor het uitdrukke va de performatie va de coveatbedrijve op het vlak va eergie-efficiëtie is de Eergie Efficiëtie Idex kortweg. De voor jaar 20jj (met jj = 02 t.e.m. 12 wordt gedefiieerd als de verhoudig tusse : het eergieverbruik va het betreffede jaar 20jj & het eergieverbruik om de productie va het betreffede jaar 20jj te make met het specifiek eergieverbruik va het start- of referetiejaar, dus 2002. I formulevorm geeft dit : 13/58

x 20jj x i,20jj i,2002 i,20jj i,20jj E x 20jj i,2002 i,20jj waarbij : x 20jj SV x i,20jj i,20jj - idex va jaar 20jj met x specifiek verbruik proces productievolume proces i i la of x i jaar 20jj (waarbij itorig x (d.i. reëel la of itorig i jaar 20jj (steeds uit de itorig aatalprocesse per bedrijf,per sector of voor alle bedrijve (afh.va deaggregatie 20jj jaar va moitorig(met jj 02 t.e.m.12 E x 20jj eergieverbruik i jaar 20jj (afh va x is dit het geplade of het reële eergieverbruik opm. :" geplade"slaat hier iet opgeplade productiemaar ekel opgeplade specifiekeverbruike Deze wordt voor elk moitorigjaar twee maal bereked : - ee 1 ste maal voor het la, d.i. aa de had va het geplade specifieke verbruik voor elk va de productieprocesse, zoals opgeome i de eergieplae. - ee 2 de maal voor de itorig, d.i. aa de had va het reële specifieke verbruik voor elk va diezelfde productieprocesse, zoals gerapporteerd tijdes de moitorig. I Bijlage 3 va dit verslag wordt bovestaade formule gedetailleerder weergegeve per jaar. De va elk jaar wordt per defiitie vastgeklikt e diet dus iet telkes herreked te worde. De is, eveees per defiitie, gelijk aa i het referetiejaar 2002. I volgede tabel 3 wordt de evolutie va 2002 tot 2011 va deze weergegeve (waarbij per defiitie de = i het referetiejaar 2002 : 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la 99,05 97,11 96,33 95,45 94,83 93,12 92,58 91,50 itorig 98,65 96,96 96,17 94,66 96,21 97,04 93,48 91,90 Tabel 3 : Evolutie 2002-2011 We stelle hierbij vast dat i 2011 de Eergie Efficiëtie Idex va de moitorig terug gedaald is. b. Evolutie va het primaire eergieverbruik bij costat gerealiseerde productie 2010 Om de vergelijkig met de verslaggevig va de vorige jare mogelijk te make toe we i volgede grafiek dezelfde evolutie uitgedrukt i primaire eergieverbruik (J p bij gerealiseerde productie 2011. 14/58

580 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 560 J p 540 520 500 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 564,0 561,9 558,9 556,4 552,2 549,3 535,4 531,5 525,4 523,0 520,8 Bedrijve volges la 554,0 551,4 548,8 538,1 533,7 528,8 525,4 515,9 512,9 507,0 503,3 Bedrijve volg. itorig 554,0 551,4 546,6 537,2 532,8 524,4 533,1 537,6 517,9 509,2 Figuur 3 : Evolutie primaire eergieverbruik va alle bedrijve bij costate gerealiseerde productie 2011 Hiera wordt voor figuur 3 kort de betekeis va elk va de weergegeve curves gegeve. De gedetailleerde uitwerkig hierva met behulp va de gebruikte formules wordt eveees i Bijlage 3 toegevoegd. Alle curves werde bereked bij costat gerealiseerde productie va 2011. - De groee lij geeft het primaire eergieverbruik weer dat overeestemt met de idex va itorig (zie tabel 3 itorig voor elk va de reeds gemoitorde jare 2002 t.e.m. 2011. Voor 2011 is dit het reële eergieverbruik 509,2 J p. - De roze lij geeft het eergieverbruik weer dat overeestemt met de volges de eergieplae (zie tabel 3 la e dit voor elk va de voorgaade jare 2002 t.e.m. 2011. Voor 2011 is dit verbruik gelijk aa het geplade eergieverbruik 507,0 Jp e stemt dit overee met de -idex va 91,50. Voor het komede jaar 2012 ka de og iet bereked worde (vermits de gemoitorde productie og iet geked is e werd dit geplade eergieverbruik bijgevolg bereked met behulp va de geplade specifieke verbruike uit de eergieplae. - De blauwe lij teslotte geeft het eergieverbruik va de wereldtop weer voor elk va de coveatjare 2002 t.e.m. 2012. Deze wereldtoplij werd bereked met behulp va de specifieke verbruike va de WT (wereldtop uit de eergieplae. Uit bovestaade figuur 3 blijkt dat, aar aalogie met de evolutie va de s, i 2011 de moitoriglij (groe verder gedaald is oder de wereldtoplij. I 2011 verbruikte de coveatbedrijve 13,8 J p mider da de vastgelegde wereldtop uit de eergieplae va de tweede rode va het coveat. 15/58

c. Evolutie va het primaire eergieverbruik bij reële/geplade productie e va de Afstad tot de Wereldtop De volgede grafiek 4 toot de evolutie va het primaire eergieverbruik bij reële of gerealiseerde productie tot het huidig moitorigjaar e bij geplade productie voor de komede jare voor alle bedrijve e voor de wereldtop. Verder wordt ook de geplade e de reële afstad tot de wereldtop weergegeve; dit laatste geeft aa i welke mate de coveatbedrijve i hu geheel op plaig zitte om uiterlijk tege 2012 de wereldtop te bereike. Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 700 Gerealiseerde productie Geplade productie 600 25,0 500 15,0 Eergieverbruik J p 400 300 200 5,0-5,0 ATW J p -15,0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk -11,3-11,9-13,9-16,8-18,5-21,5-2,1 6,2-8,2-13,8 ATW pla -11,3-11,9-12,0-17,0-17,3-18,3-8,4-12,0-12,5-16,0 Wereldtop 546,8 543,2 561,7 556,8 567,8 562,4 532,0 457,4 536,9 523,0 610,6 Bedrijve 535,5 531,3 547,9 540,1 549,4 541,0 529,9 463,6 528,7 509,2 591,4-25,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 4 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va alle bedrijve Naar aalogie met vorige grafiek wordt ook hier kort de betekeis va elk va de weergegeve curves gegeve. De gedetailleerde uitwerkig hierva met behulp va de gebruikte formules wordt eveees i Bijlage 3 toegevoegd. - De blauwe lij geeft het reële eergieverbruik va de reeds gemoitorde jare 2002 t.e.m. 2011 weer. Voor 2012 is dit het geplade eergieverbruik volges de eergieplae va de tweede rode. - De rode lij geeft tot 2011 het eergieverbruik va de wereldtop weer bij reële productie. Voor 2012 is de rode stip het eergieverbruik va de wereldtop bij geplade productie volges de eergieplae va de tweede rode. Voor deze blauwe e rode lij is de likerschaal va toepassig (eergieverbruik i J p. Vervolges toot deze grafiek ook de evolutie va de Afstad Tot de Wereldtop (ATW die de bedrijve hadde (ATW > 0 is slechter da WT; ATW < 0 is beter da WT, telkes bij reële productie va de voorgaade jare. - De groee balk is de werkelijke ATW; dit is het verschil tusse de blauwe e de rode lij i deze grafiek (tot e met het laatste moitorigjaar. 16/58

- De rode balk teslotte is de geplade ATW, dit is het verschil tusse het geplade eergieverbruik e de wereldtop (telkes bij reële productie. Voor deze groee e rode balk is de rechterschaal (afstad tot de wereldtop i J p va toepassig. I het moitorigjaar 2011 stelle we ee dalig va het totale primaire eergieverbruik va 19,5 J p (of ogeveer 3,7% vast te overstaa va 2010 (zie blauwe lij; dit wijst, gezie de verbeterig va de met ogeveer 1,5% op ee lichte afame va het globale productievolume (ogeveer 2%. We stelle verder vast dat i 2011 de reële ATW egatief blijft (dus beter da WT. De gustige tred sedert 2010 (a de crisis va 2008-2009 zet zich verder door. I de volgede paragrafe 5.2.2 t.e.m. 5.2.10 wordt per sector elk va de bovestaade tabelle e figure weergegeve, aagevuld met ee verklarig voor de vastgestelde evolutie va de cijfers e grafieke. d. Eergiebesparig door uitvoerig va maatregele I het jaarlijks itorigverslag rapportere de bedrijve teves de voortgag va de realisatie va de geplade maatregele uit hu eergiepla. I tabel 4 vidt U het overzicht (vaaf 2008 va de primaire eergiebesparig die de gerealiseerde maatregele oplevere per jaar met de bijhorede productie opgesplitst i elektrische besparige e besparige op bradstoffe. Voor de jare 2008 t.e.m. 2011 zij dit gegeves op basis va de geverifieerde moitorigrapporte; voor 2012 zij dit de geplade besparige uit de eergieplae. rimaire eergiebesparig (i Jp Jaar Elektrisch Bradstoffe Totaal 2008 1,02 2,50 3,52 2009 1,10 1,38 2,47 2010 1,65 5,81 7,46 2011 0,44 5,61 6,05 2012 (pla 0,54 4,70 5,24 Tabel 4 : rimaire eergiebesparig door uitvoerig va maatregele 17/58

5.2.2 Chemie 280 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 270 260 J p 250 240 230 220 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 259,9 258,4 256,8 255,2 253,0 250,7 245,7 243,5 241,2 239,3 238,0 Bedrijve volges la 256,3 254,2 252,2 247,5 244,4 241,5 242,4 239,0 236,5 233,4 231,1 Bedrijve volg. itorig 256,3 254,2 251,2 249,4 247,6 241,5 247,7 250,1 238,5 235,3 Figuur 5 : Evolutie primaire eergieverbruik va de chemiebedrijve bij costate gerealiseerde productie 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la 98,43 96,58 95,39 94,24 94,59 93,25 92,28 91,07 itorig 98,03 97,32 96,62 94,24 96,67 97,59 93,08 91,83 Tabel 5 : Evolutie -idex 2002-2011 I de chemische sector heeft de groei va 2010 zich i 2011 iet verdergezet. Er was zelfs ee afame va het globale productievolume merkbaar. Desodaks is de eergie-efficiëtie bie deze sector toch verder verbeterd. De -idex is met ogeveer 1,25 pute verbeterd te overstaa va 2010. De bedrijve uit de chemische sector presteerde og steeds beter da de vastgelegde wereldtop. De gustige ATW i 2011 bedraagt 4 J p. 18/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 300 Gerealiseerde productie Geplade productie 250 12,0 Eergieverbruik J p 200 150 7,0 2,0 ATW J p 50-3,0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk -5,2-3,6-3,5-4,5-3,9-5,5 3,6 6,6-2,4-4,0 ATW pla -5,2-3,6-5,0-6,8-7,0-7,3-0,6-3,2-4,5-5,9 Wereldtop 244,9 244,0 238,6 246,5 242,9 246,8 235,7 214,7 247,8 239,3 272,7 Bedrijve 239,7 240,3 235,1 242,0 238,9 241,3 239,3 221,3 245,4 235,3 265,4-8,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 6 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de chemiebedrijve 19/58

5.2.3 Raffiaderije e Staal 210 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 200 190 J p 180 170 160 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 191,2 190,5 190,0 189,4 188,9 188,3 186,5 185,9 180,5 180,3 179,4 Bedrijve volges la 184,0 183,9 183,8 180,3 180,7 179,8 176,9 173,8 173,0 171,3 170,6 Bedrijve volg. itorig 184,0 183,9 182,8 179,1 177,7 177,3 179,3 182,0 174,0 172,5 Figuur 7 : Evolutie primaire eergieverbruik va de raffiaderije e staalbedrijve bij costate gerealiseerde productie 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la 99,89 97,99 98,23 97,75 96,18 94,49 94,06 93,10 itorig 99,35 97,38 96,60 96,40 97,49 98,95 94,57 93,79 Tabel 6 : Evolutie -idex 2002-2011 De raffiaderije e staalbedrijve vertoe ee gelijkaardig beeld als de chemiesector. I absolute terme eemt het eergieverbruik meer da 4% af. Dit geeft ook i deze sectore echter gee aaleidig tot ee verslechterig va de eergie-efficiëtie; de -idex verbetert immers verder va 94,47 i 2010 aar 93,79 i 2011. De bedrijve uit deze sector vergrote hu voorsprog te overstaa va de wereldtop va 6,5 J p i 2010 aar 7,8 J p i 2011. 20/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 250 Gerealiseerde productie Geplade productie 21,0 200 16,0 11,0 Eergieverbruik J p 150 6,0 1,0-4,0 ATW J p 50-9,0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk -6,7-9,0-8,6-10,2-11,3-11,6-7,7-2,2-6,5-7,8 ATW pla -6,7-9,0-7,5-9,0-8,0-8,9-10,2-9,2-7,3-9,0 Wereldtop 193,3 189,6 209,7 199,5 209,7 200,7 192,4 155,0 187,1 180,3 215,1 Bedrijve 186,6 180,6 201,2 189,3 198,4 189,1 184,7 152,8 180,7 172,5 205,6-14,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 8 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de raffiaderije e staalbedrijve 21/58

5.2.4 apier 24 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 22 20 J p 18 16 14 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 20,77 20,78 20,71 20,64 20,58 20,56 17,27 17,19 17,63 17,48 17,42 Bedrijve volges la 19,27 19,15 19,03 18,64 18,31 18,31 17,54 17,23 17,48 17,40 17,39 Bedrijve volg. itorig 19,27 19,15 18,68 18,26 17,95 17,98 17,99 18,03 18,07 17,30 Figuur 9 : Evolutie primaire eergieverbruik va de papierbedrijve bij costate gerealiseerde productie i 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la 98,72 96,73 94,99 94,98 91,02 89,42 90,72 90,27 itorig 96,95 94,75 93,16 93,28 93,37 93,55 93,74 89,76 Tabel 7 : Evolutie -idex 2002-2011 Na ee aatal jare status quo maakt de papiersector i 2011 ee mooie sprog voorwaarts. Het totale eergieverbruik komt voor het eerst i de tweede faze va het coveat (sedert 2008 oder de wereldtop- e plawaarde te ligge. De -idex verbetert va 93,74 i 2010 aar 89,76 i 2011. De afstad tot de wereldtop is i 2011 overbrugd. 22/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 25 Gerealiseerde productie Geplade productie 4,0 20 3,0 2,0 Eergieverbruik J p 15 10 1,0 0,0-1,0 ATW J p 5-2,0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk -1,2-1,1-1,8-1,7-2,5-2,7 0,6 0,6 0,4-0,2 ATW pla -1,2-1,1-1,4-1,8-2,2-2,3 0,3 0,0-0,1-0,1 Wereldtop 18,7 19,1 19,9 18,3 19,8 19,8 16,9 15,3 17,4 17,5 19,7 Bedrijve 17,6 17,9 18,0 16,6 17,3 17,1 17,5 15,9 17,8 17,3 19,7-3,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 10 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de papierbedrijve 23/58

5.2.5 Voedig 32 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 30 28 J p 26 24 22 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 27,25 27,09 27,00 26,89 26,46 26,02 25,18 25,44 25,24 25,22 25,21 Bedrijve volges la 29,40 29,18 28,96 27,29 26,81 26,26 25,98 25,32 25,09 24,80 24,64 Bedrijve volg. itorig 29,40 29,18 28,54 28,02 27,41 26,06 25,66 25,44 25,02 24,70 Figuur 11 : Evolutie primaire eergieverbruik va de voedigsbedrijve bij costate gerealiseerde productie 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la 98,52 92,81 91,19 89,33 88,36 86,11 85,35 84,37 itorig 97,09 95,30 93,23 88,64 87,27 86,54 85,09 84,12 Tabel 8 : Evolutie -idex 2002 2011 De bedrijve uit de voedigssector blijve ook i 2011 beter da de wereldtop, et zoals i 2010, e prestere terug beter da geplad. De dalede tred va de i 2011 tot 84,12 zet zich door het verder uitvoere va de geplade maatregele og steeds door e zorgt ervoor dat deze sector i 2011 og ee gustigere afstad tot de wereldtop realiseert. De voedigssector is éé va de twee sectore waari het totale eergieverbruik stijgt. Gezie de verhoogde eergie-efficiëtie ka dit ekel wijze op ee toeame va het productievolume i deze sectore. 24/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 30 Gerealiseerde productie Geplade productie 2,5 25 2,0 20 1,5 Eergieverbruik J p 15 10 1,0 0,5 ATW J p 5 0,0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk 1,2 1,3 0,9 0,6 1,0 0,2 0,5 0,1-0,2-0,5 ATW pla 1,2 1,3 1,1 0,2 0,7 0,9 0,9 0,2-0,3-0,4 Wereldtop 23,8 23,9 24,3 24,5 24,7 25,2 24,2 24,0 24,8 25,2 27,3 Bedrijve 25,0 25,3 25,2 25,2 25,6 25,4 24,7 24,1 24,5 24,7 26,7-0,5 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 12 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de voedigsbedrijve 25/58

5.2.6 No-ferro e Metaalverwerkig 36 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 35 34 33 J p 32 31 30 29 28 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 33,21 33,36 32,80 32,74 32,63 32,52 31,67 30,33 31,69 31,62 31,69 Bedrijve volges la 33,89 34,05 34,20 33,44 32,54 32,37 32,86 31,59 31,97 31,59 31,53 Bedrijve volg. itorig 33,89 34,05 33,72 32,86 32,70 31,97 32,50 33,15 32,89 30,61 Figuur 13 : Evolutie primaire eergieverbruik va de metaalbedrijve bij costate gerealiseerde productie 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la,91 98,66 96,00 95,49 96,96 93,19 94,34 93,19 itorig 99,48 96,96 96,47 94,34 95,87 97,79 97,04 90,31 Tabel 9 : Evolutie -idex 2002-2011 I de o-ferro e metaalbedrijve stelle we i 2011 ee zeer gustige evolutie vast die zich uitdrukt i ee verbeterig va de -idex va 97,04 i 2010 aar 90,31 i 2011. Daar waar de eerwaartse tred de voorbije jare vooramelijk het gevolg was va ee igrijpede evolutie bie éé grote oderemig is de sterke vooruitgag i 2011 het gevolg va gustige resultate i de meeste va de oderemige uit deze sector. De o-ferro sector presteert daarmee i 2011 ogeveer 1 J p beter da de wereldtop. 26/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 45 40 Gerealiseerde productie Geplade productie 8,0 7,0 35 6,0 30 5,0 Eergieverbruik J p 25 20 15 10 4,0 3,0 2,0 1,0 ATW J p 5 0,0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk 0,7 1,3 0,4 0,1-0,1-0,7 0,0 1,3 0,4-1,0 ATW pla 0,7 1,3 1,3 0,8-0,2-0,1 0,7 0,4 0,1 0,0 Wereldtop 33,1 33,4 34,7 33,1 34,4 34,8 32,6 19,9 30,7 31,6 37,6 Bedrijve 33,9 34,7 35,1 33,3 34,3 34,0 32,6 21,2 31,1 30,6 37,4-1,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 14 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de metaalbedrijve 27/58

5.2.7 Textiel 9,0 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 8,5 8,0 J p 7,5 7,0 6,5 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 7,75 7,73 7,68 7,54 7,49 7,44 6,93 6,93 6,92 6,92 6,92 Bedrijve volges la 8,24 8,15 8,06 7,95 7,80 7,67 7,31 7,26 7,06 6,95 6,91 Bedrijve volg. itorig 8,24 8,15 7,70 7,67 7,62 7,50 7,35 7,41 7,25 7,07 Figuur 15 : Evolutie primaire eergieverbruik va de textielbedrijve bij costate gerealiseerde productie 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la 97,83 96,48 94,65 93,10 88,81 88,17 85,71 84,40 itorig 93,44 93,14 92,50 91,06 89,27 89,93 87,99 85,82 Tabel 10 : Evolutie -idex 2002-2011 De bedrijve uit de textielsector kome de ecoomische crisis va 2008-2009 maar moeilijk te bove. De productievolumes bie deze sector zij i 2011 terug afgeome. Desodaks blijve zowel de -idex als de afstad tot de wereldtop gustig evoluere. Er rest og ee kleie afstad tot de wereldtop te overbrugge. 28/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 12 Gerealiseerde productie Geplade productie 1,0 10 0,8 8 0,6 Eergieverbruik J p 6 4 0,4 0,2 ATW J p 2 0,0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk 0,3 0,3 0,1 0,1 0,0-0,1 0,4 0,4 0,2 0,1 ATW pla 0,3 0,3 0,4 0,3 0,2 0,2 0,4 0,2 0,1 0,0 Wereldtop 8,7 8,6 8,9 8,5 8,7 8,8 7,6 6,9 7,3 6,9 8,3 Bedrijve 9,0 8,9 9,0 8,6 8,7 8,7 8,1 7,2 7,5 7,1 8,3-0,2 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 16 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de textielbedrijve 29/58

5.2.8 Keramische sector 8,5 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 8,0 J p 7,5 7,0 6,5 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 7,62 7,67 7,72 7,75 7,79 7,77 7,26 7,26 7,26 7,26 7,26 Bedrijve volges la 7,77 7,78 7,79 7,76 7,73 7,72 7,21 7,21 7,27 7,29 7,26 Bedrijve volg. itorig 7,77 7,78 7,46 7,65 7,49 7,22 7,18 7,04 7,37 7,21 Figuur 17 : Evolutie primaire eergieverbruik va de keramische sector bij costate gerealiseerde productie 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la,31 99,95 99,55 99,45 92,85 92,83 93,62 93,82 itorig 96,01 98,51 96,44 92,95 92,44 90,67 94,91 92,78 Tabel 11 : Evolutie -idex 2002-2011 Ook de keramische sector vertoot i 2011 ee positieve tred qua eergie-efficiëtie. Va ee globaal herstel aar de situatie va vóór de laatste crisis is echter og gee sprake. De -idex verbetert va 94,91 i 2010 aar 92,78 i 2011 e zorgt ervoor dat het eergieverbruik bie deze sector terug oder de wereldtop- e plawaarde komt te ligge. 30/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 12 10 Gerealiseerde productie Geplade productie 1,2 1,0 0,8 8 0,6 Eergieverbruik J p 6 4 2 0,4 0,2 0,0-0,2-0,4 ATW J p 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk 0,2-0,2-0,2 0,0-0,2-0,5 0,1 0,0 0,1-0,1 ATW pla 0,2-0,2 0,1 0,2 0,1-0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 Wereldtop 7,8 8,2 8,7 9,0 9,6 9,5 8,1 6,7 6,9 7,3 10,9 Bedrijve 7,9 8,0 8,5 9,0 9,4 9,0 8,2 6,7 7,0 7,2 10,9-0,6 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 18 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de keramische sector 31/58

5.2.9 Hout (spaaplaatbedrijve 6,5 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 6,0 J p 5,5 5,0 4,5 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 5,85 5,83 5,81 5,80 5,78 5,76 5,14 5,14 5,14 5,14 5,13 Bedrijve volges la 5,46 5,47 5,47 5,38 5,31 5,32 5,62 5,35 5,26 5,16 4,97 Bedrijve volg. itorig 5,46 5,47 5,35 5,24 5,22 5,34 5,82 5,54 5,40 5,16 Figuur 19 : Evolutie primaire eergieverbruik va de houtspaabedrijve bij costate gerealiseerde productie 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la,25 98,61 97,34 97,54 102,92 98,04 96,36 94,45 itorig 98,06 95,95 95,67 97,82 106,62 101,41 98,86 94,44 Tabel 12 : Evolutie -idex 2002-2011 Ook de bedrijve uit de houtsector zette de positieve tred va de laatste jare door e bereike i 2011 door opieuw ee sterke verbeterig va de -idex zelfs het wereldtop- e plaiveau. De houtsector zit daarmee a 2011 op schema bie het coveat. De afstad tot de wereldtop is immers overbrugd. 32/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 9 8 7 Gerealiseerde productie Geplade productie 2,0 1,5 6 1,0 Eergieverbruik J p 5 4 3 2 1 0,5 0,0-0,5 ATW J p 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk -0,6-0,5-0,6-0,5-0,5-0,2 0,5 0,3 0,2 0,0 ATW pla -0,6-0,5-0,6-0,6-0,4-0,4 0,3 0,1 0,1 0,0 Wereldtop 7,2 7,1 7,5 7,5 7,6 7,4 5,5 4,6 5,1 5,1 6,3 Bedrijve 6,6 6,6 7,0 7,1 7,1 7,3 6,0 4,9 5,4 5,2 6,1-1,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 20 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de houtspaabedrijve 33/58

5.2.10 Glas, zadgroeve, diverse 12,0 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 11,0 J p 10,0 9,0 8,0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Wereldtop 10,49 10,46 10,42 10,39 10,25 10,24 9,83 9,81 9,76 9,76 9,74 Bedrijve volges la 9,80 9,65 9,50 9,40 9,31 9,29 9,17 9,25 9,20 9,13 8,94 Bedrijve volg. itorig 9,80 9,65 9,21 8,79 9,04 9,23 9,17 9,21 9,38 9,26 Figuur 21 : Evolutie primaire eergieverbruik va de glasbedrijve, zadgroeve e diverse bij costate gerealiseerde productie 2011 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 la 96,96 95,91 95,00 94,79 93,55 94,37 93,81 93,18 itorig 93,98 89,67 92,24 94,12 93,55 93,98 95,73 94,49 Tabel 13 : Evolutie -idex 2002-2011 Deze sector blijft et als de voorgaade jare oder het wereldtopiveau. Door de verbeterig va de globale eergie-efficëtie is i 2011 de afstad tot de plawaarde terug wat afgeome. De idex verbetert va 95,73 i 2010 aar 94,49 i 2011; de afstad tot de wereldtop blijft met ogeveer 0,5 J p status quo te overstaa va 2010. 34/58

Eergieverbruik e ATW bij reële / geplade productie 14 Gerealiseerde productie Geplade productie 12 1,0 10 Eergieverbruik J p 8 6 4 0,5 0,0 ATW J p -0,5 2 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 ATW werkelijk -0,1-0,4-0,6-0,7-0,9-0,4-0,2-0,8-0,5-0,5 ATW pla -0,1-0,4-0,3-0,3-0,6-0,3-0,2-0,7-0,7-0,6 Wereldtop 9,3 9,3 9,5 9,8 10,6 9,5 9,1 10,4 9,9 9,8 12,7 Bedrijve 9,2 8,9 8,9 9,0 9,6 9,1 8,9 9,6 9,4 9,3 11,3-1,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 22 : Eergieverbruik bij gerealiseerde/geplade productie e ATW va de glasbedrijve, zadgroeve e diverse 35/58

5.3 DE CO 2 -EMISSIE Eé va de doelstellige va het coveat is ee bijdrage te levere aa de Vlaamse CO 2 - doelstellig e verslaggevig hierover is voorgeschreve. Die gebeurt voor alle bedrijve same, met ee opsplitsig aar vermede emissie door elektriciteitbesparig e door bradstofbesparig. Voor de idirecte CO 2 -emissie va elektriciteit wordt, vaaf de itorig 2008, i het coveat gereked met ee emissiefactor va 400 kg CO 2 /MWh el 6 De idirecte emissies voor de jare 2002 tot 2007 werde met deze aagepaste emissiefactor herreked. a. Vermede CO 2 -emissie Figuur 23 geeft weer hoe de vermede CO 2 -emissie evolueert volges de moitorig (bij reële productie va 2002 t.e.m. 2011 e volges de eergieplae (bij geplade productie voor 2012. 4,50 gerealiseerd geplad 4,00 3,50 3,00 1 eergiepla 2 eergiepla i Mto CO 2 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 CO2 vermiderig elektriciteit 0,00 0,02 0,07 0,08 0,21 0,24 0,08 0,21 0,65 0,78 1,14 CO2 vermiderig bradstoffe 0,00 0,20 0,34 1,25 1,57 1,97 1,53 0,93 2,35 2,77 3,07 CO2 vermiderig totaal 0,00 0,22 0,41 1,33 1,78 2,21 1,61 1,14 2,99 3,54 4,21 Figuur 23 : Vermede CO 2 -emissie De vermede CO 2 -emissie wordt hierbij als volgt bereked : 1 Voor het gedeelte itorig (= deel gerealiseerd i grafiek is dit : (SE i,2002 SE i, 20yy i,20yy 6 Zie Toelichtig 17 Gebruik va alteratieve maatregele goedgekeurd door de Commissie Bechmarkig op 01-07-2008. 36/58

SE i,20yy i,20yy specifieke emissie proces i i jaar 20yy (uit de itorig productievolume proces i i jaar 20yy (uit de itorig aatalprocesse voor alle bedrijve 20yy jaar va moitorigmet yy 02 t.e.m.11 waarbij voor de voorgaade jare (2002 t.e.m. 2011 gemoitorde gegeves gebruikt worde om de bovestaade grafiek te bekome. 2 Voor het gedeelte la (= geplad i grafiek is dit : (SE SE la i,20zz la i,20zz la la i,2002 SE i, 20zz i,20zz specifieke emissie proces i i jaar 20zz (uit de eergieplae geplad productievolume proces i i jaar 20zz (uit de eergieplae aatalprocesse voor alle bedrijve 20zz jaar va moitorigmet zz 12 waarbij voor het komede jaar (2012 geplade gegeves gebruikt worde om de bovestaade grafiek te bekome. De gerealiseerde vermede emissie bedraagt 3,54 Mto, wat hoger is da i 2010 toe deze 2,99 Mto bedroeg. De gerealiseerde vermede emissie stijgt hiermee verder aar het hoogste iveau sids de aavag va het coveat. De gerealiseerde vermede emissies zij zowel te vide bij de idirecte emissies (door besparige op elektriciteit als bij de directe emissies (izet va bradstoffe. Deze laatste worde gerealiseerd door zowel efficiëtieverbeterige als door omschakele op bradstoffe met ee lagere CO 2 -ihoud (bv. herieuwbare, aardgas,. De izet va herieuwbare bradstoffe heeft gee ivloed op de eergie-efficiëtieverbeterige zoals beschreve i hoofdstuk 3 va dit jaarverslag maar uiteraard wel i de vermede hoeveelheid CO 2. b. Evolutie absolute CO 2 -emissie I volgede grafiek wordt teslotte de evolutie va de absolute CO 2 -emissies va de coveatbedrijve weergegeve eveees bij reële productie va 2002 t.e.m. 2011 e bij geplade productie voor 2012. 37/58

40 gerealiseerd geplad 30 Mto CO 2 20 10 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Totaal 33,28 32,83 34,53 33,77 34,38 33,51 32,59 28,30 32,57 31,45 36,94 Bradstoffe 26,36 25,90 27,37 26,61 27,08 26,04 25,40 22,47 25,91 25,03 29,57 Elektriciteit 6,92 6,93 7,16 7,16 7,30 7,46 7,19 5,83 6,67 6,42 7,37 Figuur 24 : evolutie CO 2 emissies Bij deze verslaggevig moet ee aatal radvoorwaarde duidelijk gesteld worde wat de resultate zij verschilled met die va het systeem va verhadelbare emissierechte (VER: er is ee verschil i deelame e toepassigsgebied tusse coveat e VER; bij het coveat worde ook de idirecte CO 2 -emissies meegereked aa ee vastgestelde emissiefactor; voor elektriciteit is dat 400 g/kwh; de procesemissies otstaa door verbradig va grodstoffe (deze zij beperkt worde i het coveat slechts meegeteld als ze bijdrage aa de eergiebalas, de belagrijke emissies va verbradig va als grodstof gebruikte bradstoffe worde meegeteld (cokes e kole i de staalidustrie, sythesegas voor ammoiakproductie, itere bradstoffe bij krakers, ; bij VER worde alle procesemissies va de sectore zoals aageduid i Aex 1 va de Europese richtlij vaaf 2005 meegeteld; de emissies va itere krakerbradstoffe vaaf 2008; sythesegas voor ammoiakproductie is mometeel iet opgeome. I 2011 bedroeg de totale CO 2 - uitstoot 31,45Mto of meer da 1Mto lager da i 2010. Deze evolutie ligt i lij met het totaal eergiegebruik waar ook ee dalig vastgesteld wordt (3,7%. c. CO 2- besparig door uitvoerig va maatregele Oderstaade tabel geeft het overzicht va de geraamde CO 2 -besparige door de realisatie va maatregele uit de diverse eergieplae. Naar aalogie met de primaire eergiebesparige werd ook hier ee oderscheid gemaakt tusse vermede emissies door besparige op elektriciteit e door besparige op bradstoffe. Voor de jare 2008 t.e.m. 2011 zij dit gegeves op basis va de betreffede moitorigrapporte; voor het komede jaar 2012 zij dit de geplade CO 2 -besparige uit de eergieplae. 38/58

CO2-besparig (i kto Jaar Elektrisch Bradstoffe Totaal 2008 45 150 195 2009 49 83 131 2010 73 326 399 2011 19 315 334 2012 (pla 24 282 306 Tabel 14 : CO 2 -besparig door uitvoerig va maatregele 39/58

5.4 DE AFREKENING VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT I 2011 werde de regels met betrekkig tot de afrekeig va het Bechmarkigcoveat a 2012 cocreter uitgewerkt i de herziee versie va Toelichtig 17. Hieri wordt toegelicht op welke wijze de bedrijve die de geplade doelstellige va hu eergiepla iet behale zulle afgereked worde, of meer specifiek, hoe wordt hu Resterede Afstad Tot de Wereldtop (RATW bepaald. Teeide de Commissie Bechmarkig toe te late om tijdig ee zicht te krijge op de omvag e de impact va mogelijke probleemdossiers werd via Toelichtig 17 aa alle bedrijve hiervoor ee bijkomede rapporterig gevraagd. Daari werd i hoofdzaak gepeild aar de voorziee uitvoerigsstatus eid 2012 va de zekere e de potetieel redabele maatregele uit hu eergiepla. Uit de resultate va deze aavullede rapporterig, die door het Verificatiebureau same met de moitorigverslage over 2011 geverifieerd werd, blijkt dat ee 25-tal bedrijve mogelijks alteratieve maatregele zulle moete toepasse. I volged jaarverslag i 2013 over de itorig va 2012 zal hierover verder gerapporteerd worde. 40/58

6 INSANNINGEN VAN DE OVERHEID 6.1 Artikel 12 Lid 1 Artikel 12, lid 1 va het bechmarkigcoveat stelt dat het Vlaams Gewest gee bijkomede maatregele zal oplegge gericht op verdere eergiebesparig of CO2-reductie. De Vlaamse overheid egageert zich verder ook dat de toegetrede vestigige die oder het toepassigsgebied va emissiehadel valle gee emissierechte moete aakope. Idustriële istallaties va toegetrede vestigige krijge emissierechte op basis va ee bechmarkig va de eergie-efficiëtie va de betrokke istallatie e vestigig. Adere vestigige (die iet toegetrede zij tot het bechmarkigcoveat krijge ee bepaald percetage va de emissies uit ee referetieperiode (85% aagevuld met de autoome otwikkelig. Het globaal pakket aa emissierechte voor de toegetrede oderemige voor de periode 2005-2007 werd goedgekeurd door de Europese Commissie op 20 oktober 2004. De effectieve toekeig voor deze periode per betrokke istallatie werd goedgekeurd door de Vlaamse Regerig op 18 februari 2005. Op 30 oktober 2008 werd het Vlaams Toewijzigspla CO2-emissierechte 2008-2012 i het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Hierdoor trad het Vlaamse pla, a ee uitgebreide voorbereidig, i werkig. Daaraast werde op 30 oktober 2008 ook de miisteriële besluite betreffede de idividuele toewijzig va emissierechte oderteked, e werd de opdracht gegeve aa de registeradmiistrateur om over te gaa tot toewijzig va emissierechte. Daaraast zij er i de hadelsperiode 2008-2012 ook emissierechte voorzie i de Vlaamse Toewijzigsreserve voor ieuwkomers (uitbreidige va bestaade vestigige die aa de defiitie va ee ieuwkomer volges de EU richtlij over emissiehadel voldoe, of volledig ieuwe vestigige oder het toepassigsgebied va emissiehadel. I de loop va 2011 werde voor 7 ieuwkomers i het Vlaamse Gewest, via miisteriële besluite, emissierechte toegeweze voor de hadelsperiode 2008-2012. Verder diet ook te worde vermeld dat de Vlaamse Regerig op 22 jui 2007 beslist heeft om bij het Grodwettelijk Hof beroep i te stelle tot verietigig va de artikele 361, 362 e 363 va de rogrammawet I va 27 december 2006. I deze artikele heeft de federale overheid ee heffig, retributie geoemd, igevoerd va 0,1 euro per gratis toegeweze broeikasgasemissierecht. Deze retributie werd bij wet va 9 september 2008 (BS 27/10/2008 afgeschaft. 6.2 Artikel 12 Lid 2 Artikel 12, lid 2 va het bechmarkigcoveat, stelt dat de verplichtige va het Vlaamse Gewest gee betrekkig hebbe op de izet va duurzame eergie, bradstofizet e activiteite die iet zij gericht op de eergie-efficiëtie va procesistallaties. Wel zal de regerig bij de toepassig va dergelijke istrumete altijd rekeig houde met de gevolge voor de vestigige die zij toegetrede tot het bechmarkigcoveat. I het kader va de groeestroomdoelstellige voor de elektriciteitsleveraciers werd i de loop va 2004 ee wijzigig aa het Elektriciteitsdecreet doorgevoerd. Vaaf 2003 worde de elektriciteitsleveraciers die levere aa alle eidafemers met ee jaarlijkse afame va meer da 20.000 MWh (0,072 J voor ee bepaald deel vrijgesteld va de certificateverplichtig. 41/58