Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeel September 2013 I PGMR 29-10-2013 4 november 2013 3.15 Inwerkbeleid medewerkers Personeel/Inwerkbeleid medewerkers
Inhoudsopgave 1. BELEIDSINHOUD 3 1.1 Het inwerken 3 1.2 Voorwaarden voor een geslaagde begeleiding 4 1.3 Vertrouwelijkheid. 5 2. BELEIDSUITWERKING 6 Personeel/Inwerkbeleid medewerkers 2
1. BELEIDSINHOUD Met dit beleidsstuk wil het College van Bestuur een structurele begeleiding in de vorm van het inwerken van medewerkers vastleggen. Het inwerken start bij een verandering van werkplek. Dat wil zeggen een andere werkplek, groep, school of werkgever. In dit beleidsstuk betreft het inwerktrajecten voor meerdere functies, waaronder: het inwerktraject voor conciërge het inwerktraject voor administratief en secretarieel medewerker het inwerktraject voor stafmedewerker financiën het inwerktraject voor medewerker HRM het inwerktraject voor adviseur identiteit en onderwijs het inwerktraject voor leerkracht het inwerktraject voor ib er het inwerktraject voor directeur het inwerktraject voor CvB er Het College van Bestuur heeft een aantal motieven voor het stimuleren van het inwerken van medewerkers, zoals: betere facilitering voor nieuwe medewerkers in de vorm van duidelijkheid over regels en afspraken, goede communicatie met zowel internen als externen. het gevoel serieus genomen te worden om vragen bespreekbaar te maken. het stimuleren en motiveren van de professionele en persoonlijke groei van medewerkers. het ondersteunen van instromers bij het zich eigen maken van de Stichtings- en/of schoolcultuur. het behouden van het enthousiasme en idealisme voor hun vak van nieuwe medewerkers. op adequate wijze grip krijgen op het primaire proces: voorbereiden en uitvoeren, interpreteren van resultaten en het onderhouden van contacten. het voorkomen van onnodig ziekteverzuim en het bewaken van de visie en missie. 1.1 Het inwerken Een goede inwerkperiode is waardevol voor het functioneren van alle medewerkers. Het voorziet in een behoefte van starters aan zekerheid, ondersteuning en aandacht. Het is bevorderlijk voor het tempo waarin medewerkers ingroeien in het beroep en de cultuur en het (onderwijs)systeem van de Stichting / school. Het draagt ook bij aan het bewustwordingsproces dat het ontwikkelen van professionele bekwaamheden een leerproces is en dat iemand die begint in een beroep dit niet meteen hoeft te beheersen. Voor het inwerktraject wordt de periode die aansluit bij de Personeel/Inwerkbeleid medewerkers 3
professionele behoefte van de medewerker en diens leidinggevende. Voorafgaande aan de periode van inwerken wordt door de ontvangende directie vastgesteld wie het inwerktraject als begeleider op zicht gaat nemen. Begeleiding bij het inwerken biedt tevens de mogelijkheid om aspecten van de beroepsuitoefening te leren of te veranderen die niet cursorisch te leren of te veranderen zijn. 1.2 Voorwaarden voor een geslaagde begeleiding Een cultuur gericht op professionele ontwikkeling. Beleid ten aanzien van begeleiding. Beschikbaarheid en professionaliteit van begeleiders. Visie op de relatie tussen beoordeling en begeleiding. Beschikbaarheid van faciliteiten, m.n. van tijd voor begeleiding. Organisatorische randvoorwaarden. Inwerkbeleid valt binnen de algehele kaders van personeelsbeleid om te voldoen aan de verplichting gesteld binnen de wet Bio (Beroepen in het Onderwijs). De werkgever beoogt met dit beleid de doelen van de Stichting en de scholen zo optimaal mogelijk te verwezenlijken en daartoe het functioneren van de medewerkers en het welbevinden in hun arbeidssituatie te bevorderen. Het mag duidelijk zijn dat het inwerken van medewerkers niet alleen geldt bij onervaren medewerkers. Het is ook bedoeld voor medewerkers met ervaring. Ook voor hen kan het moeilijk omschakelen zijn naar een andere werkwijze. In principe geldt dit inwerken ook voor medewerkers die voor kortere of langere tijd komen vervangen. (Zie ook het beleid voor assessments.) Dit is echter moeilijker te realiseren omdat het meestal van korte duur is en onmiddellijk in moet gaan. Het is voor Aves van belang om de juiste medewerker op het juiste moment op de juiste plaats te laten werken. Voor die medewerkers die voor langere tijd vervangen zal, afhankelijk van de duur, toch het begeleidingstraject gehanteerd moeten worden. In eerste instantie zal de invaller in grote lijnen wegwijs gemaakt moeten worden. Dit zou voor leerkrachten kunnen gebeuren aan de hand van een up-to-date groepsmap / klassenmap die in elke groep aanwezig is en waarin door de medewerker wordt bijgehouden waar de groep zich op dat moment bevindt. Daarnaast zal ook uitleg betreffende de organisatie moeten volgen. Binnen Aves wordt het assessment als instrument gebruikt om te bepalen of aspirantmedewerkers voldoen aan de minimumeisen zoals die in de vorm van competenties zijn vastgesteld voor Aves. Personeel/Inwerkbeleid medewerkers 4
1.3 Vertrouwelijkheid. Begeleidingsgesprekken zijn vertrouwelijk. Tijdens de begeleiding stelt de nieuwe medewerker zich open en leerbaar op. Dit impliceert dat de sterke en zwakke plekken in iemands functioneren op tafel komen. Hiervoor is een vertrouwensrelatie nodig. Om toch duidelijk te kunnen communiceren wordt de volgende procedureafspraak gehanteerd: Wat in een begeleidingsgesprek op tafel komt is vertrouwelijk. In een evaluatiegesprek wordt besproken welke begeleidingsinformatie wordt doorgeven. Personeel/Inwerkbeleid medewerkers 5
2. BELEIDSUITWERKING Zie de begeleidingstrajecten. Personeel/Inwerkbeleid medewerkers 6