Functiebouwhuis. I. Inleiding

Transcriptie

1 Functiebouwhuis I. Inleiding De bedoeling van dit beleidsstuk is helderheid te geven vanaf het schooljaar e.v. over de functies en taken binnen SOPOGO en het onderscheid daarin. Aan de orde komt ook of bepaalde taken, die toegevoegd zijn aan een OP functie, uit moeten (kunnen) groeien naar een eigenstandige functie. In de CAO is bepaald dat vóór 1 augustus 2008 na overleg met het onderwijsveld [directies, teams en MR s] in de GMR aangegeven moet worden of we binnen SOPOGO willen overgaan tot eventuele (her)waardering van één of meerdere [nieuwe] functie(s), opdat het bestuur dit kan vaststellen met instemming van de PGMR [de personele geleding van de GMR]. De CAO geeft drie keuzes (zie artikel 5.3 Functiebouwwerk): a. de huidige normfuncties en niet-normfuncties blijven gehandhaafd, of b. de huidige functies en niet-norm functies blijven gehandhaafd en nieuwe nietnormfuncties worden geïntroduceerd en worden volgens het functiewaarderingssysteem voor het primair onderwijs,fuwa PO, gewaardeerd of c. alle functies worden volgens FUWA PO gewaardeerd. Voor nieuwe niet-normfuncties geldt dus dat ze altijd volgens FUWA PO gewaardeerd en gecertificeerd moeten worden. Aan de orde komt dan ook de vraag of deze nieuw gewaardeerde niet-normfuncties voor iedereen gelden binnen die functiegroep dan wel uitsluitend voor diegene(n) die (grotendeels) aan de competenties betreffende de functiegroep voldoet(n) conform de wet BIO (Beroepen in het onderwijs). Daarnaast zal ook bekeken moeten worden of er sprake moet zijn van extra voorwaarden [bijvoorbeeld extra vrijgeroosterde tijd] en wat de consequenties hiervan zijn, omdat uiteindelijk alles uit dezelfde lumpsumgelden bekostigd zal moeten worden. II. Opzet De bedoeling is om vanuit de bestaande situatie, via ingebrachte wensen vanuit het veld [directies, teams en MR s] in de GMR, te komen tot een breed gedragen voorstel dat het bestuur definitief kan vaststellen en nader kan laten uitwerken met in achtneming van de nieuwe CAO en het reglement voor scholen vanuit de WMS met betrekking tot het instemmingsrecht. Van de scholen wordt gevraagd om bij elk voorstel tegelijkertijd zelf (zoveel mogelijk) aan te geven wat de (financiële) consequenties hiervan zijn voor zowel de begroting als de beschikbare formaties, aan de hand van een voorbeeld. III. Huidige situatie Uit de overzichten van de formatie per school zowel naar. fulltime equivalent (fte) als formatie plaatseenheid (fpe) voor het schooljaar , inclusief de inkomsten, blijkt dat de scholen meer uitgeven dan ontvangen. Dit extra wordt nu betaald uit o.a. de genormeerde 50% van de som van de schoolbudgetten [ PAB-gelden]. Het streven is om, ongeacht de keuzes die uit dit stuk voortvloeien, de uitgaven gelijk te maken aan de inkomsten. Wat betekent dat de uitgaven omlaag moeten wanneer de inkomsten niet gaan stijgen. Vastgesteld in de bestuursvergadering van 15 juli 2008 Pagina 1 van 7

2 IV. Eventueel gewenste niet-normfuncties Niet-normfuncties in een hogere schaal zouden kunnen voorkomen op verschillende niveaus: a. stafbureau b. bovenschools (gemeenschappelijke activiteiten, geldend voor alle scholen) c. meerschools (betreft een paar scholen) d. schoolniveau Dit kan gelden voor verschillende functies: 1. stafbureau algemeen directeur 1 e vervanger algemeen directeur / medewerker met plaatsvervangende taken verhoging salarisschaal administratief medewerker na 3 jaar restant fte administratief medewerker van Molenvliet naar stafbureau 2. bovenschools IB-er ICT-er schoolmaatschappelijk werkende orthopedagoog 3. meerschools IB-er ICT-er administratieve kracht vakleerkracht gymnastiek vakleerkracht muziek vakleerkracht culturele vorming conciërge directeur 4. schoolniveau IB-er ICT-er bouwcoördinator directeur logopedist schoolmaatschappelijk werkende V. Consequenties van diverse keuzemogelijkheden Hieronder worden de consequenties van de diverse keuzemogelijkheden nog eens op een rij gezet en aangegeven hoe dit gefinancierd kan worden: a. Wanneer (bijvoorbeeld) een nieuwe niet-normfunctie IB-er gecreëerd wordt, zal deze functie beschreven en door een erkend extern bureau gewaardeerd moeten worden. Wanneer deze waardering uit zou komen op een lb-functie en de keuze gemaakt wordt om op elke school een IB-er te benoemen, betekent dit per school 0,1 fpe meer dan nu het geval is (hetgeen staat voor gemiddeld een dagdeel lesgeven), terwijl het totale aantal fpe s per school niet mag toenemen. Het is hier- Vastgesteld in de bestuursvergadering van 15 juli 2008 Pagina 2 van 7

3 bij van belang te weten dat iemand maar in één functieschaal kan zijn aan- gesteld: m.a.w. wanneer hiervoor gekozen wordt krijgt deze IB-er dan schaal lb voor zijn/haar hele wtf, ook al is er sprake van slechts één dag IB, en daarnaast 4 dagen groepsleerkracht. Een variant op bovenstaande is een meerschoolse IB-er bijvoorbeeld 1 IB-er per 2 scholen, hetgeen de fpe toename beperkt tot 0,05. De school kan compensatie voor deze extra 0,1 fpe of 0,05 zoeken in: het gedurende een dagdeel (per week / per twee weken) samenvoegen van klassen of in: het inzetten van de directeur voor de klas, of andere vrijgeroosterde mensen, gedurende een dagdeel. b. Wanneer daarentegen een leerkracht IB-taken gaat of blijft doen en niet op grond van een nieuw gewaardeerde functie hoger wordt ingeschaald en dus dezelfde functie behoudt, maar met een andere taakverdeling [en derhalve dagdelen of de gehele week wordt vrijgeroosterd] betekent dit eveneens dat er groepen moeten worden samengevoegd of dat er vervangende formatie ingezet moet worden. c. Een schaal hoger plùs (meer) vrijroosteren kost derhalve het dubbele. VI. Voorwaarden Zoals al gezegd is een voorwaarde voor het instellen van (een) nieuwe niet-norm functie(s)dat er: a. een functiebeschrijving gemaakt wordt en de functie gewaardeerd wordt conform het FUWA PO systeem door een externe erkende organisatie, daarnaast dat er: b. een relatie is met de wet BIO (competenties, zie onder VIII) en c. een relatie is met de gesprekkencyclus (waaronder functionerings- en beoordelingsgesprekken). VII. Discussiepunten (kernvragen) 1. Willen we dat: a. de huidige normfuncties en niet-normfuncties gehandhaafd blijven, of b. de huidige functies en niet-normfuncties gehandhaafd blijven en nieuwe nietnormfuncties worden geïntroduceerd en volgens FUWA PO worden gewaardeerd of c. alle functies volgens FUWA PO worden gewaardeerd; d. voor een of meerdere taken (bijv. IB/ICT/bouwcoördinatie) een extra toelage kan worden toegekend; e. voor een of meerdere taken een vastgestelde hoeveelheid ambulante tijd toegekend wordt (bijvoorbeeld voor IB-taak één dagdeel per 50 leerlingen). 2. Nadat aan de voorwaarden, genoemd onder VI, voldaan is, zal een keuze gemaakt moeten worden of a. iedereen deze functie kan invullen die de betreffende taken uitvoert of b. dat ook nog aan (het grootste gedeelte van) de competenties voldaan moet zijn. Vastgesteld in de bestuursvergadering van 15 juli 2008 Pagina 3 van 7

4 3. Welke functies/taken kunnen op meerdere scholen (voor enkele scholen) dan wel bovenschools (voor alle 13 scholen) worden uitgeoefend? 4. Tot slot dus: a. wordt er in plaats van een keuze voor functie(her)waardering, conform FUWA PO gekozen voor taakuitbreiding b. of voor beide [voor sommige functies (her)waardering en voor andere taakuitbreiding]? VIII.Wet BIO In de Wet BIO (Beroepen in het onderwijs) wordt uitgebreid aandacht besteed aan de bekwaamheidseisen. Deze eisen worden getoetst aan de hand van zeven zogenoemde competenties (zie hieronder). Soms worden de termen bekwaam, bevoegd en benoembaar door elkaar gehaald. De Wet BIO onderscheidt: BEKWAAM Een leraar is bekwaam wanneer hij (of lees: zij) aan de geldende bekwaamheidseisen voldoet. Tijdens zijn loopbaan moet hij die bekwaamheid onderhouden. BEVOEGD Een leraar is bevoegd wanneer hij een HO-getuigschrift heeft dat is afgegeven vóórdat de bekwaamheidseisen zijn ingevoerd en waaraan onderwijsbevoegdheid is verbonden of wanneer hij een HO-getuigschrift heeft, waaruit blijkt dat hij aan de bekwaamheidseisen voldoet. Dat getuigschrift wordt afgegeven vanaf het moment dat de bekwaamheidseisen zijn ingevoerd. BENOEMBAAR Een leraar is benoembaar waneer hij bevoegd is en waneer hij een verklaring omtrent het gedrag (VOG) kan overleggen en de rechter hem niet heeft uitgesloten van het geven van onderwijs. Verder is iemand ook benoembaar, wanneer hij nog niet bevoegd is, maar wanneer - hij een leraar in opleiding is (LIO) of - hij een zij-instromer is of - hij volgens de wet onbevoegd mag werken Ook in dat geval gelden een VOG en geen uitsluiting door de rechter. Bekwaamheidseisen De zeven competenties voor leraren die de bekwaamheidseisen bepalen zijn weer afgeleid van vier beroepsrollen: de interpersoonlijke, de pedagogische, de vakinhoudelijke & didactische en de organisatorische. Vastgesteld in de bestuursvergadering van 15 juli 2008 Pagina 4 van 7

5 De zeven competenties worden als volgt schematisch weergegeven: Overzicht competenties Met leerlingen Met collega s Met omgeving Met zichzelf Interpersoonlijk 1 Pedagogisch 2 Vakinhoudelijk 3 & didactisch Organisatorisch Toelichting: 1 Interpersoonlijke competentie Leidinggeven en zorgen voor een goede sfeer van omgaan met en samenwerking tussen leerlingen. 2 Pedagogische competentie Zorgen voor een veilige leeromgeving en bevorderen van persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling, of: bevorderen van de ontwikkeling tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. 3 Vakinhoudelijke en didactische competentie Zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren. 4 Organisatorische competentie Zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving. 5 Competent in samenwerken in een team 6 Competent in samenwerken met de omgeving 7 Competent in reflectie en ontwikkeling Zorgen dat het werk afgestemd is op dat van collega s; bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. In het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met ouders, buurt, bedrijven en instellingen. Zorgen voor eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening. [bron: wet BIO] Competentieprofielen Om met de competenties te kunnen werken in functionerings- en beoordelingsgesprekken en in persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP s) is het noodzakelijk om SOPOGO breed competentieprofielen op te stellen. SOPOGO hanteert de in de wet BIO genoemde bekwaamheidseisen, zoals ontwikkeld door de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) voor (adjunct)directeuren en door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) voor leerkrachten: zie bijlagen: NSA Competentieprofiel directeuren PO en Competentieprofiel leerkrachten PO SBL. Vastgesteld in de bestuursvergadering van 15 juli 2008 Pagina 5 van 7

6 De functiebeschrijvingen voor niet-normfuncties worden uitgewerkt en volgens FUWA PO gewaardeerd en gecertificeerd. Zie bijlage Functiebeschrijvingen nietnormfuncties SOPOGO. IX Gevolgd tijdpad bespreking functiebouwhuis in schooljaar Conform het stappenplan zijn de volgende stappen uitgevoerd: Bestuursvergadering : akkoord om als concept te bespreken in het veld Directieoverleg : toelichting kaderstuk ter bespreking team/mr GMR vergadering : toelichting kaderstuk ter bespreking team/mr GMR vergadering : tussenbalans (met aanbod toelichting op school) Directieoverleg : tussenbalans (met aanbod toelichting op school) Onderwijsbureau feb/mrt 08: opstellen A4 tje met kernvragen en op verzoek toelichting per school voor team en/of MR Directieoverleg : m.b.v. A4 tje kernvragen inschatten MRbesluit GMR vergadering : m.b.v. A4 tje kernvragen instemmen kader Bestuursvergadering : vaststellen conform advies alg. directeur X Samenvatting bespreking functiebouwhuis in directieoverleg en GMR Onder verwijzing naar de kernvragen van paragraaf VII volgt hier een samenvatting van het overleg in de GMR en het directieoverleg in het voorjaar Voor het schooljaar zullen er geen nieuwe functies gecreëerd worden. De bestaande normfuncties en niet-normfuncties worden gehandhaafd. Voor de niet-normfuncties zal een functiebeschrijving worden gemaakt. Deze functies zullen door een externe instantie volgens FUWA PO worden gewaardeerd en gecertificeerd. Vanaf september 2009 de mogelijkheid openhouden om nieuwe niet-normfuncties te creëren. Door natuurlijk verloop, bijvoorbeeld pensionering, en leerlingengroei kan extra formatieve ruimte ontstaan om wensen t.a.v. functiebouwhuis te honoreren. Als SOPOGO een nietnormfunctie van bijvoorbeeld IB-er wil invoeren, dient een werkgroep samengesteld te worden om de functie te omschrijven. Zie paragraaf VI. In bijzondere situaties is er de mogelijkheid om incidenteel op voordracht van de directeur een toelage toe te kennen aan een leerkracht met een speciale taak. De algemeen directeur kan hierover een besluit nemen met instemming van de MR. De optie om ambulante tijd beschikbaar te stellen voor bepaalde specialistische taken vraagt om bovenschoolse richtlijnen. Voor de IB-taak wordt gedacht aan één dagdeel per 50 leerlingen. Bovenschoolse of meerschoolse taken/functies van IB-er, ICT-coördinator en directeur zijn interessant uit oogpunt van kwaliteit en kostenoverwegingen. Er is afgesproken om deze mogelijkheid voor de hiervoor genoemde taken/functie met ingang van schooljaar in te zetten wanneer er zich een situatie voordoet waarin dit wenselijk is. Vastgesteld in de bestuursvergadering van 15 juli 2008 Pagina 6 van 7

7 XI Besloten door bestuur in vergadering 15 juli 2008 In de bestuursvergadering van 20 november 2007 is een eerdere versie van de kadernota functiebouwhuis (paragrafen I t/m VIII) aan de orde geweest. Afspraken met betrekking tot het functiebouwhuis en eventuele waardering van niet-normfuncties worden door het bestuur vastgesteld conform het gestelde in de paragrafen I t/m X. Voorstellen voor nieuwe functies worden onderbouwd met argumenten en informatie vanuit het veld. Dergelijke nieuwe functiebeschrijvingen worden via het directieoverleg en na instemming van de personele geleding van de GMR door het bestuur aangeboden aan een onafhankelijke FUWA-commissie. Bij inschaling in een hogere schaal zullen de formatieve gevolgen voor de toekomst worden berekend. Eventuele toepassing kan pas plaatsvinden zodra dit volgens de formatieve procedures ingepast kan worden. Er dient rekening gehouden te worden met de gevolgen van Actieplan Leerkracht van Nederland. Met name de gevolgen van de functiemix dienen nog nader onderzocht te worden. Vanaf augustus 2008 kan onder leiding van de algemeen directeur de in deze nota genoemde afspraken ten uitvoer worden gebracht, aldus bevestigd door een e- mail van de voorzitter van het bestuur van woensdag 16 juli 2008 aan de algemeen directeur en de leden van het bestuur. Vastgesteld in de bestuursvergadering van 15 juli 2008 Pagina 7 van 7