Financiële situatie OV-bureau

Vergelijkbare documenten
Jj,. provincie groningen

provincie groningen 1 A APR Aan Provinciale Staten

W) ^, Pi^ovincie L4f groningen

1 6 KAART /11, W

groningen ^Ml^yiÖA.H.W Krijgsheld B. (050) Aan Provinciale Staten

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS

Ontwikkelingen OV-bureau Groningen Drenthe (BUS)

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

Aan de leden van de Statencommissie Economie en Mobiliteit

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

22 april 2014 Corr.nr , VV Nummer 20/2014 Zaaknr

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AP II

3. Beoogd resultaat Vaststellen van de concept begrotingen 2018 van Wedeka bedrijven en de EMCO-groep.

OV-bureau: begroting 2019, dienstregeling 2019, motie waardering buschauffeurs en voorlopige gunning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OV-BUREAU BOVEN DE WET?

Raadsvoorstel agendapunt

provinsje fryslân provincie fryslân

Trendmonitor De Trendmonitor (GD-concessie) (HOV-concessie) (KLOV-concessie)

"^&& groningen 1/) CC UJ 2 5 MEI Aan Provinciale Staten. Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op

College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

Notitie financiële positie gemeente Pekela

1 7 MEI /20/A.14, W Graaf E. de (050)

1 5 NOV /46/A.9, W Molenaar-Mosterman C.M. (050)

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

Trendmonitor De Trendmonitor 2016 (GD-concessie) (HOV-concessie) (KLOV-concessie)

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw,

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Voorstel raad en raadsbesluit

llllllllllillllllllllllilllllllll f H 2018

Trendmonitor De Trendmonitor 2015

Trendmonitor De Trendmonitor (GD-concessie) (HOV-concessie (KLOV-concessie)

OV-bureau: ontwerpbegroting 2020 en ontwerp hoofdlijnen dienstregeling bus De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Ons kenmerk : Afdeling : Beleid Behandeld door : H.C.E.M. Sloots / (058) of H.C.E.M.Sloots@fryslan.nl Uw kenmerk : Bijlage(n) :

ntdekhet v.nl Vanaf 13 december vernieuwt het OV Onze stad Onze nieuwe bussen Gemeente Groningen

De Rotterdamse lijst van 10. Resultaten klanttevredenheidsonderzoek OV-chipkaart

PS-besluitenlijst nr. Groningen, 5 juli Besluiten Provinciale Staten 4 juli 2012

Raadsvoorstel. 2.Wat willen we bereiken?

1 9 JULI /29/A.19, W Lange W.J. de (050)

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de leden van de Statencommissie Wegen, Verkeer en Vervoer. Geachte leden,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Iepenbier ferfier yn Fryslân

Evaluatieonderzoek VOC-gemeenten Kosten, Opbrengsten en Kostendekkingsgraad

1. Huidige aandelenverhouding en verliesbijdrage

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Kaderbrief 2020 OV-bureau Groningen Drenthe

Cliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004

2 1 m /4/A.9, RS Bijl P.H.K. (050) P.

OV-bureau: o.a. begroting 2018, dienstregeling 2018 en trendmonitor De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel

1e Bestuursrapportage

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. G. Wenneker (D66) (d.d. 3 oktober 2007) Nummer Onderwerp Tarieven OV-chipkaart

Voorstel raad en raadsbesluit Programma

Kennisnemen van Het rapport Bussen in Brabant. Trends in het regionaal openbaar vervoer

1 7 JULI /29/A.10, W H. Sinnema (050) Klachtenmeldpunt Openbaar Vervoer

Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de verlenging busconcessie Groningen en Drenthe.

Bijlage: wijzigingen ten opzichte van oude uitgangspunten

Ter illustratie volgt hieronder de tabel uit het antwoord op die schriftelijke vraag.

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Reinigingsdienst De Liemers AGENDA. Dagelijks Bestuur. 17 april 11,00 uur in Zevenaar. 1. Opening. 2. Verslag 20 maart Jaarrekening RDL 2018

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Nieuw begrotingsresultaat

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Mailadres. Behandeld door: Klarinde Bosman Mailadres:

fjj; K provincie ^S& groningen

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Vervallen. Vervallen. Vervallen. Vervallen. Vervallen

a cc groningen - 5 JAN. 201 i IdU Aan Provinciale Staten

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

On-line versie IROKO Rekenmodel Participatiebudget: maak uw eigen Wat als analyses

Uitvoeringsprogramma 2008

Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 17 juli juli vertrouwelijke bijlages

Reizigersoverleg Brabant. 1) Klanttevredenheidsonderzoek april 2015 Aan het onderzoek hebben 440 panelleden deelgenomen.

Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de ontwerpbegroting 2020 van het OV-bureau Groningen Drenthe.

De herziene residuele grondwaarden zijn hieronder vetgedrukte aangegeven.

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost (Regiotaxi)

Gemeentebestuur Spui boulevard 300

15 maart Begrotingswijziging

Voorstel raad en raadsbesluit

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 11 september 2012

Aan de leden van Provinciale Staten

NOTITIE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Actualisatie LBI en LTI. Kostenaandelen op basis van 2012

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

B&W-Aanbiedingsformulier

Burgemeester en Wethouders 3 juli Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven Samenleving

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 8 december Agendapunt nr.: 16. Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder

Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

OV-chipkaartmonitoring in de duale fase

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp

Datum 31 maart 2016 contactpersoon. 13 apr 2016/0005

Transcriptie:

^A/^ groningen Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten Postbus 610 9700 AP Groningen 050 316 49 11 050 316 49 33 UJ I- (/) Datum 2 3 FEB. 2012 Briefnummer 2012-08653/8/A.23, W Zaaknummer 382305 Behandeld door Krijgsheld B. Telefoonnummer (050)316 4109 E-mail b.krijgsheld@provinciegroningen.nl Antwoord op Bijlage Onderwerp Geachte dames en heren. Financiële situatie OV-bureau Inleiding Met onze brief van 6 december 2011 met zaaknummer 367320 hebben wij u geïnformeerd over het tekort van het OV-bureau Groningen Drenthe over het jaar 2011. In deze brief hebben wij aangegeven dat het tekort van het OV-bureau over het jaar 2011 moet worden geschat op 8 miljoen. Aan dit tekort lagen verschillende oorzaken ten grondslag, die na accountantscontrole door Ernst & Young zijn bevestigd. In genoemde brief zijn de volgende oorzaken van het tekort vermeld: 1. Negatieve nacalculaties reizigersinkomsten 2010: 0,7 miljoen 2. Toenemende reizigersaantallen met als gevolg extra versterkingsinzet: 0,7 miljoen 3. Toenemend beroep op kleinschalig en vraagafhankelijk OV: 1,6 miljoen 4. Gestegen brandstofprijzen i.r.t. toe te passen OV-index: 2,0 miljoen 5. Tegenvallende reizigersinkomsten: 3,0 miljoen. Een verklaring voor het achterblijven van de reizigersinkomsten kon eind 2011 nog niet worden gegeven, hierop is inmiddels een antwoord gevonden. Het DB van het OV-bureau heeft verder een maatregelenpakket samengesteld, waarmee de geprognosticeerde tekorten over 2011 en 2012 worden afgedekt. De doorwerking van het tekort naar de toekomst is in beeld gebracht en wordt opgevangen door in 2013 door te voeren bezuinigingen. In de tabel in biilaqe 1 bij deze brief zijn de geprognosticeerde tekorten en de gekozen oplossingen schematisch weergegeven. 06-HB-SG-001 O Leeswijzer Met deze brief willen wij u nader informeren over de ontwikkelingen in de afgelopen maanden en de door het DB van het OV-bureau gekozen oplossingsrichting. Wij zullen daarbij achtereenvolgens ingaan op de volgende zaken: Analyse achterblijvende reizigersopbrengsten; Actualisatie van de prognose van het tekort 2011; 2011 en 2012 dekkingsopgave (prognose) en maatregelen; Structurele doorwerking 2013 en verder. De provincie Groningen werkt voïgens normen die zijn vastgelegd in een handvest voor dienstverlening. Dit handvest vindt u op onze website of kunt u opvragen bij de afdeiing Communicatie en Kabinet, Pubiietisvooriichting: 050 3164160

Analyse achterblijvende reizigersinkomsten In de brief van 6 december 2011 is vermeld dat de reizigersinkomsten voor 3,0 miljoen achterblijven bij de begroting 2011. Een sluitende verklaring hien/oor kon op dat moment nog niet worden gegeven. De reizigersinkomsten in het laatste kwartaal van 2011 zijn 0,2 miljoen hoger uitgevallen dan verwacht, waardoor het bedrag van 3 miljoen kan worden bijgesteld naar 2,8 miljoen tekort ten opzichte van de begroting 2011. Een nadere analyse van de reizigersinkomsten 2011 heeft uitgewezen dat voor het achterblijven van de reizigersinkomsten ten opzichte van de begroting 2011 de volgende verklaringen met onderstaande bedragen van toepassing zijn. 1. Meer structurele doorwerking van de resultaten 2010 dan voorzien 1,0 miljoen 2. OV-chipkaart-dip 1,5 miljoen Daarnaast is nog een bedrag van 0,15 tot 0,45 miljoen te verklaren door een optelling van kleinere bedragen, die voortvloeien uit het niet volledig correct functioneren van de OV-chipkaartapparatuur, zwart- en grijsrijden en door beperkte reizigersuitval. In de notitie "Analyse achterblijvende reizigersopbrengsten" is een uitgebreide toelichting gegeven op bovengenoemde verklaringen en bedragen. Zie bijlage 2 Actualisatie van de prognose van het tekort 2011 Eind november 2011 is het tekort over het jaar 2011 geprognosticeerd op 8,0 miljoen. Ten opzichte van deze prognose heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die leiden tot een bijstelling. Ten eerste is op het OV-bureau een verplichtingenstop ingesteld in de laatste maanden van 2011, als gevolg waarvan er voor 0,4 miljoen minder lasten zijn ontstaan, hoofdzakelijk op de post marketing en communicatie. Daarnaast leiden de decembercijfers van het CPB tot een bijgestelde raming van de nieuwe OVindex, waardoor de indexering 2011 0,3 miljoen minder negatief uitpakt. Tot slot zijn de geraamde reizigersinkomsten voor 2011, waarin ook de OVchipkaartinkomsten van eind 2011 zijn verwerkt, 0,2 miljoen hoger dan verwacht. Deze drie ontwikkelingen zorgen samen voor een positieve bijstelling van het geraamde tekort van 8,0 miljoen, waarmee het tekort over het jaar 2011 wordt bijgesteld naar 7,1 miljoen. Dekkingsopgave 2011 en 2012 Op basis van de doorrekening van de dienstregeling 2011 op kostenniveau 2012 en de geprognosticeerde reizigersinkomsten 2012, wordt de totale aanvullende dekkingsopgave voor 2012 op 4,5 miljoen geprognosticeerd. Het DB van het OVbureau heeft een pakket aan maatregelen en bezuinigingen samengesteld dat wordt uitgevoerd in 2012, waarin de ontstane tekorten ten opzicht van de begrotingen van 2011 en 2012 worden opgevangen. Daarnaast worden maatregelen getroffen om de kans op herhaling van de ontstane financiële situatie op het OV-bureau in de toekomst tot het minimum te beperken. Dekkinq2011 en 2012 2011: Het DB kiest ervoor om het tekort van 7,1 miljoen over 2011 geheel te dekken uit beschikbare reserves van het OV-bureau ( 4,5 miljoen weerstandsvermogen, 0,9 miljoen overschot post Reisinformatie en bij het OV-bureau nog beschikbare reserveringen van 2,6 miljoen).

2012: Voor 2012 is de aanvullende dekkingsopgave gesteld op 4,5 miljoen. Het DB kiest er voor om de resterende reserves van het OV-bureau ( 0,9 miljoen) in te zetten om het tekort van 2012 te verminderen. Verder kiest het DB ervoor om een pakket van 0,5 miljoen programmakosten bureau OV-bureau te bezuinigen en voor een bedrag van 1,5 miljoen aan bezuinigingen op de dienstregeling door te voeren in (mei) 2012. De Colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies Groningen en Drenthe en het College van B&W van de gemeente Groningen hebben daarop aanvullend besloten dat het overblijvende tekortbedrag ( 1,6 miljoen) eenmalig wordt aangevuld vanuit nog niet bestemde reserveringen van BDU-middelen van de partners (volgens de vigerende GR-sleutels: Provincie Groningen 44%, Provincie Drenthe 35%, Gemeente Groningen 21%). Structurele doorwerking 2013 en verder Voor de jaren 2013 en verder is door het Dagelijks Bestuur van het OV-bureau op basis van de geprognosticeerde tekorten een bandbreedte voor bezuinigingen aangegeven, die kunnen worden geëffectueerd per ingang van de dienstregeling 2013. Oplossing voor de structurele doorwerkinq Na de maatregelen zoals hierboven beschreven, bedraagt het structurele tekort voor de jaren 2013 en verder volgens de huidige prognose 4,5 miljoen. Het DB zal op basis van geactualiseerde prognoses in mei 2012 een aanvullend bezuinigingspakket samenstellen, bestaande uit een tarief pakket van O tot 2 miljoen euro en een dienstregelingpakket van 4 tot 6 miljoen. Dit nog te realiseren pakket dient het structurele tekort te dekken en kan tevens leiden tot een heropbouwvan het weerstandsvermogen bij het OV-bureau. Besluitvorming over de invulling van de aanvullende bezuinigen zal plaatsvinden voor de zomer van 2012. Hierbij zullen de Consumentenplatforms van Groningen en Drenthe worden betrokken, evenals de Raad en Staten van de stad Groningen, provincie Groningen en provincie Drenthe. Bij de invulling van de bezuinigingen zal het gegeven worden betrokken dat de dienstregeling van NS tussen Groningen en Zwolle vanaf 2013 wijzigt. De hogere frequentie van de trein (van 3 naar 4 keer per uur) schept mogelijkheden voor het busnetwerk, dat naar verwachting dan efficiënter kan worden ingericht. De te effectueren bezuinigingen kunnen derhalve onderdeel worden van de hervorming van het lijnennet in relatie tot de NS dienstregeling. Overige maatregelen: Het DB van het OV-bureau zal nadere afspraken maken met de provincie Groningen om het weerstandsvermogen vorm te geven binnen het kader van het vermogensbeheer dat door de Provincie Groningen voor het OV-bureau wordt verzorgd. Hierdoor kan in de toekomst gemakkelijker het hoofd worden geboden aan eventuele liquiditeitsvraagstukken. Er dient nader bepaald te worden welke voorwaarden hieraan verbonden worden en welke omvang het weerstandsvermogen van het OV-bureau in relatie hiermee zal krijgen. De begroting van het OV-bureau zal vanaf de begroting 2013 conservatiever worden opgesteld. Hierbij zullen onder meer de lastenindices en de verwachte opbrengstengroei respectievelijk ruimer en minder groot worden opgenomen.

Conclusie Als College ondersteunen wij de besluiten van het Dagelijks Bestuur van het OVbureau en vinden dat hiermee een oplossing is gevonden voor de ontstane problematiek. Tevens minimaliseren de gekozen oplossingsrichtingen de kans op herhaling. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zullen u van de voortgang van dit onderwerp op de hoogte houden. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:, voorzitter. secretaris. Bijlagen: Nr. Titel Bijgevoegd Ter inzage in de Staten kast 1 Tabel tekorten en oplossingen ja nee 2 Analyse achterblijvende reizigersopbrengsten ja nee

Bijlage 1: Actualisatie en oplossingen geprognosticeerde tekorten OV-bureau Groningen Drenthe Situatie november 2011 Tekort: 8 miljoen (prognose) Redenen (t.o.v. begroting) OV-index hoger: 2 miljoen Meer versterking en vraagafhankelijk vervoer : 3 miljoen Achterblijvende reizigersinkomsten: 3miljoen Situatie eind 2011 Tekort: 7,1 miljoen (prognose) Tekort valt minder groot uit door: Verplichtingenstop OVB: 0,4 miljoen Gunstige CPB-cijfers voor OV-index: 0,3 miljoen Reizigersinkomsten minder negatief: 0,2 miljoen 2011: Weerstandsvermogen: 4,5 miljoen Overschot Reisinformatie: 0,9 miljoen Beschikbare reserveringen: 2,6 miljoen Resteert 0,9 miljoen Dekkingsopgave (prognoses) 2011: 7,1 miljoen 2012: 4,5 miljoen 2012: Restant 2011: 0,9 miljoen Bezuiniging programmakosten OVB: 0,5 miljoen Aanpassing dienstregeling: 1,5 miljoen Bijdrage partners: 1,6 miljoen 2013: Tariefpakket: O tot 2 miljoen Aanpassing dienstregeling: 4 tot 6 miljoen Structurele dekkingsopgave (prognose) 2013 en verder: 4,5 miljoen

OV-bureau Groningen Drenthe Bijlage 2: Analyse achterblijvende reizigersinkomsten Inleiding In de brief van 6 december 2011 is vermeld dat de reizigersinkomsten voor 3,0 miljoen achterblijven bij de begroting 2011. Een sluitende verklaring hiervoor kon op dat moment nog niet worden gegeven. In de Statenvergadering van 8 december 2011 is uitdrukkelijk gevraagd naar een analyse van de achterblijvende reizigersinkomsten. In deze bijlage wordt de volledige analyse weergegeven. Allereerst dient te worden vermeld dat de reizigersinkomsten in het laatste kwartaal van 2011 volgens actuele prognoses 0,2 miljoen hoger zijn uitgevallen dan verwacht, waardoor het bedrag van 3 miljoen aan achterblijvende reizigersinkomsten kan worden bijgesteld naar 2,8 miljoen ten opzichte van de begroting 2011. Analyse achterblijvende reizigersinkomsten In november 2011 werd duidelijk dat het OV-bureau over het jaar 2011 mogelijk met een tekort van 8,0 miljoen zou afsluiten. In genoemde brief van 6 december 2011 is reeds opgenomen wat de oorzaken zijn van het tekort. 6. Negatieve nacalculaties reizigersinkomsten 2010 0,7 miljoen 7. Toenemende reizigersaantallen met als gevolg extra versterkingsinzet 0,7 miljoen 8. Toenemend beroep op kleinschalig en vraagafhankelijk OV 1,6 miljoen 9. Gestegen brandstofprijzen i.r.t. toe te passen OV-index 2,0 miljoen 10. Achterblijvende reizigersinkomsten Lo.v. de begroting 2011 3,0 miljoen Van dit geprognosticeerde tekort liet zich 5,0 miljoen (de punten 1 t/m 4) goed verklaren. Een verklaring voor de achterblijvende reizigersinkomsten t.o.v. de begroting 2011 kon niet direct worden gegeven, zeker niet als wordt bedacht dat het reizigersaantal in 2011 ongeveer 4% is gestegen ten opzichte van het niveau van 2010. De uitkomsten van de nadere analyse op het punt van de achterblijvende reizigersinkomsten worden hieronder aangegeven en toegelicht. 1. verklarende factoren Een nadere analyse wijst uit dat de verklarende factoren voor de achterblijvende reizigersinkomsten de volgende zijn: Prognose eind november 3,0 miljoen Te sombere prognose - 0,2 miljoen (werkt door in 2012) Rest 2,8 miljoen Te positieve doorwerking 201 O-resultaten 1,0 (werkt deels door in 2012) OV-chipkaart-dip 1,5 mio (werkt niet door in 2012) En daarnaast Systeemonvolkomenheden OV-chipkaart 0,05-0,15 miljoen (werkt door in 2012) Meer zwartrijden dan aangenomen 0,075-0,1 miljoen (werkt door in 2012) Uitval betalende reizigers 0,00-0,2 miljoen (werkt door in 2012) Op basis van het bovenstaande wordt ervan uit gegaan dat de structurele doorwerking van het over 2011 geprognosticeerde tekort aan reizigersinkomsten naar 2012 en verder geschat kan worden op maximaal 1,5 miljoen (van de 2,8 miljoen). 2. onderbouwinq verklarende factoren 2.1 Doorwerking van de resultaten uit 2010 In maart 2011 heeft een integrale update van de begroting 2011 plaats gevonden. Op dat moment werd nl. duidelijk dat de werkelijke reizigersinkomsten 2010 zouden achterblijven bij de begrote reizigersinkomsten 2010. De achterblijvende reizigersinkomsten 2010, ter grootte van 2,0 miljoen, werd toen deels ( 1,0 miljoen) gekenmerkt als incidenteel. Verder waren de - eveneens tegenvallende - nacalculaties van de landelijke verdeling van inkomsten van strippenkaarten en

abonnementen (de zgn. WROOV-verdeling) pas najaar 2011 bekend, waarmee het tekort aan reizigersinkomsten over 2010 opliep met nog eens 0,6 miljoen en daarmee uitkwam op een totaal van 2,6 miljoen. In 2010 heeft zich een aantal effecten voorgedaan waarvan in eerste instantie werd aangenomen dat ze een incidenteel karakter hadden. Het gaat dan om een fors aantal sneeuwdagen, ongunstige kalendereffecten, 'grijs'rijdende week/weekend-studenten door ontbrekende OV-chipkaartapparatuur en implementatieperikelen bij de nieuwe concessiehouders. In de jaarrekening 2010 is ook gemeld dat deze incidentele effecten verantwoordelijk waren voor een incidentele daling van de reizigersinkomsten van 1,0 miljoen. Inmiddels wordt er van uitgegaan dat de omvang van deze incidentele effecten toch minder zijn dan in eerste instantie aangenomen. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met het feit dat abonnementsvormen bij uitvaldagen wel inkomsten genereren. Omdat de inkomsten uit abonnementen iets meer dan 1/3 deel uitmaken van de totale reizigersinkomsten betekent dit dat 0,4 miljoen van de veronderstelde incidentele reizigersinkomsten van 1,0 miljoen als structureel moet worden gezien en daarmee ook doorwerkt in 2011. Verder kan de tegenvallende WROOV-nacalculatie 2010 van 0,6 miljoen als structureel worden beschouwd. Als reden kan worden aangevoerd dat in november 2009 het laatste WROOV-Light onderzoek is gehouden die uiteindelijk heeft geleid tot aangepaste verdeelsleutels voor de inkomsten uit strippenkaarten en abonnementen. Voor Groningen en Drenthe heeft dit onderzoek een negatief sleuteleffect opgeleverd waardoor het OV-bureau uiteindelijk een kleiner deel uit de totale landelijke inkomstenpot 2010 heeft gekregen. De negatieve nacalculatie is daarvan het gevolg. Conclusie: Waar in maart 2011 nog werd aangenomen dat de achtergebleven reizigersinkomsten 2010 voor de helft een incidenteel karakter zou hebben blijkt dat het structurele aandeel toch groter is. Van de achterblijvende reizigersinkomsten 2010 van 2,6 miljoen kan uiteindelijk 2 miljoen onderbouwd als structureel worden beschouwd en hebben een doorwerkend effect naar 2011 e.v. Aangezien in de begroting 2011 rekening is gehouden met 1,0 miljoen aan tegenvallende reizigersinkomsten 2010 met een structureel doorwerkend effect en dit effect eigenlijk 2,0 mil loen zou moeten zijn, is daarmee 1,0 miljoen van de achterblijvende reizigersinkomsten in 2011 verklaard. Tegenvallende reizigersinkomsten 2010 Maart 2011 Heden 2,6 miljoen 2,0 miljoen Incidenteel 0,6 miljoen Incidenteel 1,0 miljoen Incidenteel wordt structureel 0,4 miljoen Extra WROOV-tegenvaller 0,6 miljoen structureel Structureel 1,0 miljoen Structureel 1,0 miljoen 2.2 OV-chipkaart-dip Er is sinds het 'aanzetten' van de OV-chipkaart sprake geweest van een zogenoemde OV-chipkaartdip. Deze treedt op door de verschuiving van het meetelmoment voor opbrengsten van strippenkaarten (nl. bij levering aan de wederverkoper) naar opbrengsten van de OV-chipkaart (nl. bij

het maken van de reis door de consument). Dit verklaart 1,5 miljoen van de achterblijvende reizigersinkomsten 2011. Toelichting Van mei tot en met juni 2011 waren duidelijke signalen zichtbaar van de chipkaartdip, met een omvang van ruim 1,0 miljoen. Dit werd duidelijk omdat de opbrengsten uit de WROOV sterk daalden t.o.v. dezelfde periode in 2010 en ook niet gecompenseerd werden door een groei van de opbrengsten uit de OV-chipkaart of Eurokaartjes. Ook in september en oktober hebben vervolgens nog veel reizigers hun oude bewaarde strippenkaarten ingezet om OV-reizen te maken wat een (minder) zichtbaar effect voor deze periode laat zien van ongeveer 0,5 miljoen. Het laatste effect is lastiger zichtbaar te maken doordat enerzijds de eerste week van september dit jaar nog vakantieperiode was in het Noorden, en anderzijds in november 2010 door Qbuzz nogal wat eenmalige correcties zijn doorgevoerd (n.a.v. de auditresultaten van augustus/september 2010). Een goed vergelijk tussen de maanden september / oktober 2011 met dezelfde maanden in 2010 is derhalve lastig te maken. Meer theoretisch valt ook goed te onderbouwen dat de OV-chipkaartdip 1,5 miljoen heeft omvat: 1. De periode tussen de verkoop vanuit Vervoer Bewijzen Nederland (VBN) aan de wederverkoper en het gebruik door de klant van de strippenkaart ligt tussen de 1 tot 3 maanden, gemiddeld 2 maanden; 2. De omzet in strippenkaarten was in 2010 ongeveer 9 miljoen; 3. De eenmalige derving (chipkaartdip - of ook: omzetting naar koop eurokaartjes) ligt op (2* 9)/12 miljoen = 18/12e miljoen = 1,5 miljoen over de periode maart/oktober 2011. 2.3 Systeemwerking OV-chipkaart Het OV-chipkaartsysteem werkt weliswaar behoorlijk goed maar nog niet volledig perfect. Dit verklaart uiteindelijk 0,05-0,15 miljoen van het tekorl Toelichting Het nog niet volledig correct functioneren van het OV-chipkaartsysteem kan in verschillende onderdelen worden onderscheiden: 1. Uitval apparatuur: Van uitval van apparatuur wordt gesproken als er sprake is van geen enkel functionerend apparaat op de hele bus. Naar onze waarneming bedraagt de uitval van de apparatuur tussen 2 en 3% waar we in de prognoses op basis van inschattingen van de vervoerders zijn uitgegaan van 2%. Ten opzichte van de begroting wordt een opbrengstenderving geschat van 12.000,- per maand. Monitoring van uitval van OVchipkaartapparatuur zal continu plaatsvinden en met vervoerders zullen nadere afspraken worden gemaakt over verdere beheersing van de uitval. 2. Nog geen OV-chipkaartapparatuur op kleinschalig OV en ingehuurde versterkingsbussen: voor dit vervoer is uit kostenoverwegingen de door Qbuzz voorgestelde mobiele apparatuur besteld. De ontwikkeling van deze apparatuur bleek echter langer te duren dan verwacht. Daarbij kwam dat er erg veel discussie is geweest, en nog steeds is, tussen leverancier en TLS over de certificering van de apparatuur (zonder certificering mag de apparatuur nl. niet als betaalmiddel worden gebruikt). Dit leidt tot een onverkwikkelijke situatie voor het Dagelijks Bestuur van het OV-bureau omdat daardoor ook geen reële verwachting kan worden gegeven over de levering van de apparatuur. Reizigers die gebruik maken van het kleinschalig en vraagafhankelijk OV mogen tot het moment dat de apparatuur operationeel is, op vertoon van hun OV-chipkaart gratis reizen. Ondertussen worden alternatieven getoetst op haalbaarheid. De opbrengstenderving wordt geschat op ongeveer 30.000,- per maand vanaf 3 november 2011. Per 8/1/2012 zijn van deze kleine lijnen de (relatief) grotere scholierenlijnen in de spitstijden voorzien van voertuigen met vaste apparatuur. Voor versterkende bussen - voor zover die niet van Qbuzz of Arriva zelf zijn - geldt momenteel de regel dat deze alleen bedoeld zijn voor SOV-kaarthouders en abonnementhouders met zichtkaart. In de afgelopen periode en

ook in januari wordt op de goede uitvoering hiervan door de concessiehouders intensief toegezien en bij onjuiste uitvoering direct beboet. 3. Verkeerd toegeschreven opbrengsten: omdat Qbuzz ook bussen uit de concessie Zuidoost Fryslan inzet op de GD-concessie en andersom (m.n. corridor Drachten - Groningen) worden opbrengsten niet altijd goed toegewezen aan de juiste concessie. Vooralsnog levert dit slechts een derving op van ongeveer 10.000,- die met terugwerkende kracht zal worden verrekend. 2.4 Zwartrijden Het percentage zwartrijden is in 2011 gemeten volgens de landelijk hiertoe aanbevolen normen. Concreet: in het afgelopen jaar zijn door onze onafhankelijke BOA's / OV-stewards 35.000 reizigers gecontroleerd en 500 boetes voor zwartrijden opgelegd. Daarmee komt het zwartrijdpercentage uit op 1,3%. Overigens is de controle-boete-verhouding in de afgelopen maanden (tot januari 2012) niet toegenomen, waardoor het OV-bureau geen reden heeft om aan te nemen dat het uitzetten van de strippenkaart heeft geleid tot een serieuze toename van het zwartrijden. Tot op heden werd uitgegaan van een zwartrijdpercentage van 1,0%. Toelichting Voor het bepalen van een zwartrijdpercentage is een landelijke methodiek ontwikkeld in 2004. Deze methodiek is omschreven in het rapport "Nulmeting Monitor Zwartrijden Stads- en Streekvervoer 2004". Volgens deze methodiek dient een onafhankelijke partij (in Groningen en Drenthe wordt dit voor de busconcessies uitgevoerd door de OV-stewards) in een concessie van onze grootte minimaal 10.000 reizigers controleren. Dit is ook op deze wijze in het GD-bestek opgenomen:...de derde partij zal dit o.a. controleren per (minimaal 200 reizigers gecontroleerd), locatie of moment (minimaal 500 reizigers gecontroleerd) of concessie (minimaal 10.000 reizigers gecontroleerd)... Deze aanbeveling is eveneens onderdeel geworden van de systematiek van de GD-concessie: Zwarten grijsrijdcontroles worden door een derde partij uitgevoerd in opdracht van het OV-bureau. Het staat de concessiehouder vrij daarnaast eigen controles uit te voeren. En.' het zwartrijdpercentage wordt in de toekomst vastgesteld door de onafhankelijke BOA's. De concessiehouder kan chauffeurs instrueren over kaartgebruik en kaartcontrole (gesloten instapregime) en aangeven waar mogelijk zwart-grijsrijden en/of fraude plaatsvindt. Conclusie: Op basis van de uitgevoerde controles is er (nog) geen reden aan te nemen dat er massaal wordt zwart gereden. Wel is het percentage geconstateerd zwartrijden iets hoger dan aangenomen wat een negatief effect heeft op de gerealiseerde reizigersinkomsten t.o.v. de begrote reizigersinkomsten. Dit negatieve effect wordt ingeschat op 0,075-0,1 miljoen (0,3% van 25 miljoen zijnde de totale reizigersinkomsten minus de SOV-bijdrage). De uitkomsten van de in 2012 uit te voeren controles op zwart- en grijsrijden zullen nauw in de gaten worden gehouden en zo nodig worden geïntensiveerd mocht blijken dat het percentage zwartrijden toeneemt. In januari 2012 wordt verder onderzoek verricht naar het zwartrijden. 2.5 Uitval betalende reizigers Het is niet zeker dat een aantal reizigers die normaliter met de strippenkaart betalen, met het beëindigen van de strippenkaart het OV de rug heeft toegekeerd. Hierover ontstaat de komende maanden meer zekerheid. Echter, indien dit het geval zou zijn wordt hiermee maximaal 0,2 miljoen van het verschil verklaard. Toelichting Het OV-bureau acht het voor Groningen en Drenthe onwaarschijnlijk dat dit op grote schaal plaatsheeft In andere delen van Nederland (waaronder Brabant) schijnt dit fenomeen wel plaats te hebben, echter steeds in combinatie met het niet beschikbaar zijn of sterk duurder worden van gemakskaartjes op de bus. Dat is in dit gebied niet het geval: de eurokaartjes zijn hier al helemaal 'gewoon' en het afgelopen jaar niet in prijs gewijzigd. De cijfers van november en december 2011 tonen ook aan dat de opbrengsten uit Eurokaartjes zijn gestegen. Dit kan worden verklaard doordat (incidentele) reizigers nog niet voor de OV-chipkaart hebben gekozen maar (voorlopig?) kiezen voor de Eurokaartjes.

Wel ziet het OV-bureau dat het aantal reizigers in november 2011 even hoog is als het aantal reizigers november 2010, terwijl in oktober 2011 nog een stijging van 13% ten opzichte van 2010 waar te nemen was, en over het jaar heen pim. 4%. Dit zou er dus op kunnen wijzen dat bepaalde groepen reizigers vanaf november gekozen hebben voor alternatieve vervoermiddelen. Anderzijds kan de uitzonderlijke zachtheid van november 2011 ook een verklaring vormen voor de in tegenstelling tot het jaarbeeld 2011 niet gegroeide reizigersaantallen over november. De komende maanden zal meer duidelijk worden in welke mate dit effect is opgetreden. Algehele conclusie is dat de achterblijvende reizigersinkomsten 2011 vooral kunnen worden verklaard door de doorwerking van de resultaten 2010 en de OV-chipkaartdip. Zaken als zwartrijden, niet goed functioneren van OV-chipkaartapparatuur en uitval van reizigers lijken afzonderlijk een relatief beperkt effect op de reizigersinkomsten te hebben, maar vormen bij elkaar opgeteld toch een bedrag van ongeveer 0,5 miljoen. Er is derhalve continue aandacht nodig om deze weglekeffecten tot een minimum te beperken. Achterblijvende reizigersinkomsten 2011 2,8 miljoen 0,5 miljoei Uitval reizigers 0,2 miljoen Zwartrijden 0,075-0,1 miljoen Systeemwerking OV-chipkaart 0,15-0,45 OV-chipkaart-dip 1,5 miljoen resultaten 2010 1,0 miljoen Achterblijvende reizigersinkomsten vs. stijgende reizigersaantéllen In het bovenstaande is een analyse gegeven op de achterblijvende leizigersinkomsten in 2011 ten opzichte van de begrote reizigersopbrengsten. Tegelijkertijd echter is het aantal reizigers in 2011 met 3-4% gegroeid t.o.v. 2011. Dit heeft ook geleid tot de relatief grote versterkingsinzet in 2011. De achterliggende verklaring is dat de groei van het aantal reizigers vooral wordt veroorzaakt door de groei van het aantal studentenreiskilometers. Hier staan echter geen extra inkomsten tegenover. Toelichting Het OV-bureau ontvangt - via Qbuzz en Arriva Touring - een kilometeronafhankelijke SOV-bijdrage van de Vereniging Studentenreisrecht Streekvervoer (VSS die met twee andere verenigingen voor spoor en stedelijk vervoer samen een contract met OCW hebben: het SOV-contract). Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat: In Groningen het percentage studenten (WO, HBO) tussen 2000 en 2010 substantieel harder is gegroeid dan het Nederlandse gemiddelde. De trend van dit moment is bovendien dat veel studenten binnen een reisafstand van een uur van de universiteit thuis bij hun ouders blijven wonen. Voor het studiejaar 2011-2012 hebben zich 5% meer studenten aangemeld bij de RUG en Hanzehogeschool dan het vorige collegejaar. Met name de verbeterde OV-voorzieningen (Qliners) vanuit plaatsen als Drachten, Emmen, Roden, Leek en Stadskanaal naar Groningen de laatste jaren voor een veel groter deel dan voorheen gevuld zijn met SOV-kaarthouders (en derhalve veel versterking nodig is). 10

Mede in samenhang met voorgaande punten het OV-bureau erg veel extra versterking nodig heeft op de 'CS-Zernikebussen' (stadslijnen lijnen 11 en 15) die immers ook nog de doorvoer van studenten naar Zernike verzorgen vanuit de omliggende spoorplaatsen als Assen, Veendam, Delfzijl/Appingedam, Leeuwarden etc. Conclusie: Groei van het aantal studenten leidt in principe tot meerkosten voor het OV-bureau. Daarnaast lijkt de verdeelsystematiek van de SOV-gelden op het eerste gezicht in het nadeel van het OV-bureau te werken omdat groei niet of niet in zijn geheel doorwerkt in de verdeelsystematiek. Sinds enkele maanden is contact met VSS om de mogelijkheden van een verdeelsystematiek op basis de feitelijke reizen/reiskilometers te bespreken. Bovendien wordt draagvlak in IPO-verband gezocht om, zeker als opbrengstverantwoordelijke overheden, beter betrokken te worden systeemwijzigingen en bij (her)onderhandelingen met OC&W. 11