Cliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004

Transcriptie

1 Aan de leden van de Provinciale Staten Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004 Behandeld door : K.C. Sikkema Telefoonnummer : (050) Bijlagen : 3 Onderwerp : Derde Kwartaalrapportage 2004 Bureau Jeugdzorg, Base Groep en CWZW Noord; Geachte dames en heren, Hierbij ontvangt u een toelichting op de kwartaalrapportages over het 3 e kwartaal 2004 van het Bureau Jeugdzorg, de Base Groep en CWZW Noord. De rapportages worden als bijlage toegezonden aan de leden van de Commissie Welzijn, Cultuur en Sociaal Beleid. Voor de overige leden zijn exemplaren ter inzage neergelegd in de Statenkast. Algemeen De instellingen hebben volgens afspraak bovengenoemde rapportages ingediend per 1 december Het volgende en laatste rapport over 2004 dient per 1 maart 2005 te worden ingeleverd. Cliëntgegevens Bureau Jeugdzorg Groningen Algemeen Het Bureau Jeugdzorg, heeft haar kwartaalrapportage samengevoegd met de Beleidsinformatie die het Bureau Jeugdzorg op basis van de afspraken met het Rijk, IPO en de MOGroep per kwartaal dient te leveren. Cliëntstromen binnen het Bureau Jeugdzorg Hieronder geven wij een overzicht van de nieuwe cliëntaantallen per activiteit/taak in 2004 uitgedrukt in een percentage van hetzelfde kwartaal 2003 (2003 = 100): (Kleiner dan 100 betekent een daling t.o.v. 2003; groter 100 een stijging) (De aanduiding ( ) achter de activiteit/taak verwijst naar de desbetreffende tabel)

2 1 e kw 2 e kw 3 e kw t/m 3 e kw Aanmeldingen (1.1) AMK - adviezen (5.1) AMK - consulten (5.1) AMK - onderzoeken (5.1) Kindertelefoon (6) Advies en informatie (6) Opvoedtelefoon (6) Indicatiebesluiten (2.1) nb nb 1) Zorgaanspraken (2.2) Crisishulp (2.3) ) De gegevens over het 3 e kwartaal 2003 zijn opgenomen in een halfjaarrapport en zijn niet gesplitst per kwartaal. Hierdoor kan de ontwikkeling t.o.v niet worden weergegeven. Conclusies: In vergelijking met het totaal van 3 kwartalen 2003 is het aantal aanmeldingen bijna 5% lager. Het aantal adviezen AMK is 5% lager, consulten en onderzoeken zijn gestegen met respectievelijk 6 en 10% (zie kopje AMK hieronder). Het aantal telefoontjes voor de Kindertelefoon blijft zeer hoog (63% hoger). Het beroep op de functie Advies en informatie blijft hoog (13% hoger) terwijl het aantal telefoontjes Opvoedtelefoon iets daalt (van plus 11% tot plus 2%). Indicatiebesluiten: in absolute zin is er een dalende tendens in 2004 vast te stellen. Het aantal zorgaanspraken (incl. crisishulp) is ruim 17% lager. Vermoedelijke oorzaken/consequenties: Over de oorzaken/consequenties m.b.t. de Kindertelefoon, Advies en Informatie en Opvoedtelefoon is ten opzichte van wat hierover bij de 2 e kwartaalrapportage is opgemerkt geen aanvullende informatie te geven. Met betrekking tot het aantal indicatiebesluiten is de ontwikkeling t.o.v niet weer te geven, omdat het aantal Toewijzingsbesluiten over het derde kwartaal 2003 is begrepen in een halfjaarcijfer waardoor het kwartaalcijfer niet beschikbaar is. De absolute daling t.o.v. het 1 e en 2 e kwartaal wordt toegeschreven aan de vakantieperiode. Het totaal aantal zorgaanspraken vertoont dezelfde dalende lijn als het aantal Toewijzingsbesluiten in 2003 maar op een niveau dat gemiddeld 17% lager is. Aangezien de definities van beide begrippen niet volledig overeenkomen en de wijze van indiceren t.o.v is gewijzigd (sommige modules zijn samengevoegd) is het trekken van conclusies op dit moment niet verantwoord te doen. Wat betreft de mogelijke verschuiving van licht ambulant naar geïndiceerde ambulante hulp heeft het BJZ ons geïnformeerd dat zij deze verschuiving op dit moment niet hard kan maken. Haar uitgangspunt bij indicering is dat zij indiceert indien noodzakelijk en terugverwijst naar voorliggende voorzieningen indien mogelijk. Zij houdt hierbij rekening met het zo-zo-zo principe. Het is zeker niet de intentie om makkelijker tot geïndiceerde ambulante hulp te besluiten. Wachtlijsten /wachttijden De ontwikkeling van de wachtlijsten is als volgt: 30/9 1/1 31/3 30/6 1/10 Tabel Aantal wachtenden: Na aanmelding BJZ

3 Op onderzoek AMK Op aanvang geïndiceerde hulp: Ambulante hulp nb ) Daghulp ) Residentiele hulp ) Pleegzorg ) De wachttijd van cliënten voor wie zorg is aangevangen bedroeg: Ambulante hulp nb nb Daghulp nb nb Residentiele hulp nb nb Pleegzorg nb nb ) Betreft niet alle wachtenden, maar slechts die welke door het BJZ in 2004 (!) zijn geïndiceerd. Algemene conclusie: Het aantal wachtenden en de wachttijden laten een dalende tendens zien. Het aantal dagen dat het duurt dat een cliënt met een indicatiebesluit zorg ontvangt wisselt, gezien in de tijd sterk. Dat geldt ook voor de wachttijd van cliënten waarvan zorg is aangevangen. Exacte oorzaken zijn echter moeilijk aan te geven: incidentele en seizoensoorzaken spelen een rol. Doorlooptijden De doorlooptijden bij de toegangsfunctie bureau jeugdzorg ( 2.4) en bij het AMK (5.2). 1/7 1/1 31/3 30/6 1/10 Doorlooptijd Alle vrijwillige cliënten BJZ AMK: melding tot aanvang onderzoek AMK: melding tot beëindiging onderzoek AMK: Aantal cliënten met doorlooptijd > 13 weken nb nb Alle doorlooptijden, met uitzondering van de tijd tussen melding en aanvang onderzoek (AMK), zijn afgenomen en dat is goed nieuws. AMK Wij stellen met genoegen op grond van bovengenoemde gegevens vast dat bijna alle indicatoren bij het AMK een positief beeld laten zien. Hoewel dit op peildatum (1 oktober) nog niet het geval is, is de wachtlijst per 27 november, de datum van samenstelling van de Beleidsgegevens, voor het eerst gedaald, namelijk naar 207. De doelstelling per ultimo 2004, een wachtlijst van 170, blijft nog steeds overeind. Een goed uitgangspunt om vanaf 2005 deze lijn versterkt voort te zetten. Base Groep Cliëntaantallen/ indicatiebesluiten Vergelijking van de nieuwe cliënten over de drie kwartalen 2004 en 2003 laat het volgende zien: 3 kw 3 kw Instroom nieuwe cliënten index bezetting Intensief ambulante hulp nvt nvt Flexbudget + Educatie nvt nvt Pleegzorg ,7% 97,0% Daghulp ,1% 93,5% 24-uurshulp ,0% 78,8% 3

4 Totaal instroom cliënten Indicatiebesluiten Indicatiebesluiten (excl. crisis) 825 nb nvt Besluiten crisisplaatsing 200 nb nvt Totaal indicatiebesluiten Het totaal aantal nieuwe cliënten en indicatiebesluiten is ongeveer gelijk aan die van dezelfde periode Alleen de instroom van nieuwe cliënten flexbudge/educatie en 24-uurshulp is lager. De bezetting is wat dalende, behalve voor de 24-uurshulp. In alle gevallen lijkt een bezetting van 90%, zoals bij de beschikking is afgesproken, haalbaar. Pleegzorg De wachtlijst van cliënten met een indicatie voor pleegzorg die langer dan 45 dagen op zorg wachten blijft nagenoeg constant (20 a 21). De totale wachtlijst bedraagt 30 wachtenden. Vanaf 1 juli is de capaciteit uitgebreid. De Base Groep heeft een plan van aanpak ingediend waarover op dit moment het overleg nog niet is afgerond. Wij verwachten dat met de inzet van de extra middelen vanaf 2004 de daling van het aantal wachtenden zal kunnen worden gerealiseerd. CWZW Noord Als gevolg van een andere gegevensaanlevering presenteren we de cliëntgegevens van CWZW Noord als volgt: 3 kw Duur Bez % 3 kw Duur Bez % Residentieel (excl. crisis) 26 8,1 m 93,0 35 8,7 m 93,5 Residentieel (crisis) 17 nb nb 20 nb nb Gezinsopvang 16 9,2 m 102,4 12 nb 86,4 Op basis van de verwachtingen (45 cliënten residentieel en 20 cliënten gezinsopvang) zit CWZW Noord op schema, evenals wat betreft de bezetting. Tevens is de duur van de behandeling korter geworden. De doelstelling bij residentieel (9 maand) is reeds gehaald en bij gezinsopvang is de duur gedaald van 10,8 maand naar 9,2 maand (doelstelling 9 maand). Resultaten Bureau Jeugdzorg Het Bureau jeugdzorg presenteert over de eerste drie kwartalen een positief resultaat van ,- (inclusief Jeugdbescherming) en van ,- exclusief Jeugdbescherming. De in de begroting opgenomen dekking uit het eigen vermogen van ,- is tot dusver nog niet ingezet. Het Bureau Jeugdzorg verwacht per saldo het jaar licht positief te kunnen afsluiten. De solvabiliteit (de mate waarin op langere termijn aan financiële verplichtingen kan worden voldaan) is verder versterkt. De zorg die tijdens de bespreking van de 2 e kwartaalrapportage werd uitgesproken met betrekking tot de liquiditeit van het BJZ kan worden weggenomen. Hoewel de liquide middelen in hoeveelheid zijn afgenomen is deze ontwikkeling conform de prognose. Daarbij komt dat de verhouding kortlopende vorderingen en kortlopende schulden licht is verbeterd en nu 1,4 bedraagt. Deze verhouding kan in termen van de professionalisering subsidierelaties als goed worden gekenschetst. De inzet van het aantal fte's is t.o.v. de begroting 11,4 fte hoger. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door extra personeel bij de Jeugdbescherming en het AMK. 4

5 Het ziekteverzuim (excl. zwangerschap- en bevallingsverlof) is in vergelijking met het vorige kwartaal gedaald met bijna 19%, namelijk van 4,8% naar nu 3,9%. Base Groep Het exploitatieresultaat over de eerste drie kwartalen van 2004 is positief bijna ,-, een stijging van bijna ,- t.o.v. het 1 e halfjaar. De afdelingen residentieel, pleegzorg en het project educatie hebben een negatief exploitatieresultaat. Het geheel blijft echter binnen de prognose en dat blijft ook de verwachting voor het gehele jaar Het aantal fte s is, hoewel licht hoger dan begroot, als gevolg van de doelstelling het aantal fte s te verminderen t.o.v. het 2 e kwartaal licht gedaald. Het ziekteverzuim (incl. zwangerschap- en bevallingsverlof) is ook in het 3 e kwartaal 2004 gedaald en bedraagt nu 4,1%. CWZW Noord Met betrekking tot de onderdelen die voor 100% betrekking hebben op de jeugdhulpverlening (Jeugdhuizen en Gezinsopvang) meldt CWZW Noord een positief resultaat van bijna ,-, een verbetering t.o.v. het 2 e kwartaal van ruim ,-. Ten opzichte van de begroting is dit resultaat echter bijna ,- lager. Het resultaat van 10 voor Toekomst is negatief voor een bedrag van ruim ,- (begroot 900,- negatief). In dit geval zal de moedermaatschappij dit resultaat echter voor haar rekening nemen. CWZW Noord heeft op ons verzoek een Plan van aanpak gezonden waarin zij aangeeft hoe zij gedurende de komende jaren de ontstane situatie (van een negatieve risicoreserve) denkt te kunnen oplossen. Tevens zijn wij met CWZW Noord in overleg om te bereiken dat zij met ingang van het 1 e kwartaal 2005 een verbeterd kwartaalrapport in zullen leveren. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde staten der provincie Groningen:, voorzitter., secretaris. 5