Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Vergelijkbare documenten
Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING

UIT inkomstenbelasting

Paper 4: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Algemene benodigdheden: Beamer/digibord, powerpoint(bijgeleverd), lijst met stellingen (bijgeleverd).

Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Ontwerponderzoek Paper 3: Onderzoeksplan

Docentenhandleiding, Leren Modelleren. Amsterdam, 27 maart Inleiding

Ontwerponderzoek: Paper 3

BIJLAGE 1.1 Lesplan les 1

Differentiëren naar leerlingniveau met behulp van ICT als oefenomgeving. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Video directe instructie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Differentiatie en motivatie in de rekenles

Les 1 Inkomstenbelasting

Datum: Les in reeks (nr1): Beginsituatie: wat is de aanpak van de kandidaten bij het beantwoorden van examenvragen

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

En, wat hebben we deze les geleerd?

Modelleren en visualiseren

Probleembeschrijving

Instapmodule Niveau A2

Wie ben jij? HANDLEIDING

Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

Voordoen (modelen, hardop denken)

Laan, van der E.J.C. (2012), Nominaal en reëel? Dat is al snel teveel., Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Lezen voor Beroep en Studie. 2 e trainingsavond, 13 oktober 2014

Paper 3: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

0. LESVOORBEREIDING. Bij kennis verwerven en integreren

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren

1 Onderzoeksinstrument A en B 2 A. Resultaten diagnostiche toets 3 B. Gesloten vragenlijst - uitkomsten 4 Leerling 5 Ik weet wat inkomstenbelasting

Doelgerichte leestrainingen voor beter tekstbegrip Onderwerp Leesvaardigheid Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. natuurkundeonderwijs, motivatie, differentiatie, flipping the classroom

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

Verwondering over de overeenkomsten tussen het gedrag van mensen en andere zoogdieren. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Gedreven Gangmaker. dynamisch optimistisch. overtuigend

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Zelfgestuurd leren met Acadin

HANDLEIDING TALENTENQUIZ

1. Denken-delen-uitwisselen

Ontwerp onderzoek. Probleem beschrijving. Probleemanalyse. Karen Werter, Lesonderwerp: Sparen en lenen

Genoeg ruimte? In de methodes

Hoe aardgasvrij woon jij?

KPB Observeren en differentiëren

Cultuureducatie met Kwaliteit

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X

Educatief arrangeren rond LOB

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

Paper 2: Ontwerp. Samenvatting paper 1: Ontwerphypothese:

Handleiding voorbereidende les bij Provinciespel. basisonderwijs. Versie 26 april 2018

Literatuurgeschiedenis, middeleeuwen, belevingswereld, expertmethode, thematische benadering, integrale benadering

Omschrijven, formules, natuurkunde, stappenplan, begripspracticum

Evelien Engele, Demy Olijhoek en Eelco Vijzelaar. Nederlands, Maatschappijleer en Scheikunde

Les Rekenen en BVO De pakjes van Sinterklaas

Belasting betalen en Hypotheekrente aftrek. Ontwerp power point; Henk Douna

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s)

Hieronder staat het MDA schema van de gegeven les op het ILO bij de medestudenten en de leerlingopdrachten.

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

LESBRIEF LES 2 DE THT-LES SAMENVATTING LES 2 BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN WERKVORMEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD VOORBEREIDING

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Schrijfvaardigheid in vwo+ Een ontwerp voor uitdagende en tot samenwerking motiverende lessen voor excellente leerlingen

Van Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten. Ontwerprapport Naam auteur(s) Karin Groen

DOEN! - Praktische opdracht beschrijvende statistiek in 4HAVO. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Docent: Eva Lems Datum: Tijd: 8.30 Klas: H3C Aantal lln: 26

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Instapmodule ter voorbereiding op het werken met Nieuwsrekenen

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

De onderwijsmethode Directe instructie

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Vocabulaireverwerving Frans: motivatie en leerstrategieën Onderwerp Vocabulaireverwerving in Havo 3

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Verantwoording van de te bezoeken les

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

SPELINSTRUCTIE - JE GAAT HET MAKEN EEN SPEL VAN BOUWEND NEDERLAND

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Transcriptie:

ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Doelgroep 3 e klas economie Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie Lelieveld, E (2015). De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel. Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen UvA. Studentnummer 10444181 Begeleider(s) Remco van Dijk, Erik Joling Beoordelaar(s) Remco van Dijk, Erik Joling indien bekend Datum Juni 2015

Het loon van Geer en Chantal Een lessenreeks over het boxenstelsel Paper 2 Elles Lelieveld 10444181 21-05-2015

Inhoudsopgave Samenvatting paper 1 3 De klas 3 De lessenreeks 3 Literatuur 6 Bijlage 1 De lesplannen 7 Bijlage 2 De begin en eindsituatie per les 11 Bijlage 3 De stappen van directe instructie 13 Bijlage 4 De Powerpoints 14 Bijlage 5 De docentinstructie 29 Bijlage 6 De lesopdrachten 32 2

Samenvatting paper 1 Uit de analyse van paper 1 is gebleken dat leerlingen de stappen voor het berekenen van het belastingbedrag niet goed uitvoeren. Als oplossing hiervoor heb ik een stappenplan geïntroduceerd welke ik door middel van directe instructie over zal brengen. Nadat ik de stappen voor heb gedaan, gaan de leerlingen zich deze stappen eigen maken en uiteindelijk moet het gebruik van het stappenplan een automatisme worden. Dit zijn de drie fasen voor het aanleren van procedurele kennis (Ebbens en Ettekoven, 2013). Het ontbreken van motivatie voor dit onderdeel omdat er geen link is tussen de theorie van het boxenstelsel en de belevingswereld van de leerlingen bleek een ander deel van het probleem te zijn. Als oplossing daarvoor heb ik een aantal voorbeelden en opdrachten ontwikkeld die aansluiten bij de interesses van de leerlingen. De hypothese en ontwerpregels staan hieronder beschreven. Hypothese Door het aanleren van vaardigheden om planmatig met een stappenplan te werken en het aansluiten van voorbeelden en opdrachten bij de belevingswereld van leerlingen zal een groter deel van de leerlingen de stappen voor het berekenen van het belastingbedrag juist uitvoeren. Ontwerpregels 1. De lessenreeks bestaat uit vier lessen van 45 minuten. 2. Het stappenplan zal worden overgebracht op de leerlingen doormiddel van directe instructie. 3. In de lessenreeks zijn herhaaldelijk momenten ingebouwd waarin leerling oefenen met het zich eigen maken van het stappenplan. 4. Het lesmateriaal bevat voorbeelden en opdrachten die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. De klas De klas waarbij ik deze lessenreeks ga uitvoeren is een van mijn 3H klassen. Deze klas heeft 15 jongens en 11 meisjes en hoewel de klas druk kan zijn, heb ik een goede band met het merendeel van de leerlingen. Mijn keuze voor de leeractiviteiten heb ik gebaseerd op de (verwachte) beginsituatie voor iedere les, naar het schema van Westhoff (1981). Uit de analyse van paper 1 is gebleken dat leerlingen weinig motivatie hebben voor het onderwerp van het boxenstelsel en moeite hebben met het correct uitvoeren van de benodigde stappen. Met mijn lessen hoop ik daarom zowel een affectieve verandering als een cognitieve verandering te bewerkstelligen in het leerproces van de leerlingen (Westhoff, 1981). In de onderstaande beschrijving van de lessen zal ik voor iedere les een overzicht geven van de beginsituatie en de beoogde eindsituatie welke uiteraard gerelateerd zijn aan de lesdoelen. De lesdoelen zijn onderdeel van de lesplannen van bijlage 1 en het overzicht van de begin en eindsituatie van iedere les staat in bijlage 2. De lessenreeks Deze lessenreeks bestaat uit vier lessen van 45 minuten, zoals aangegeven in de eerste ontwerpregel. De eerste en tweede les zullen in het teken staan van het voordoen en eigen 3

maken van het stappenplan door middel van directe instructie, omdat dit volgens Ebbens en Ettekoven een effectieve manier is voor het aanleren van basisvaardigheden zoals het werken met een stappenplan (Ebbens en Ettekoven, 2013). In mijn geval zal ik de stappen van directe instructie verspreiden over de eerste twee lessen. Een overzicht van de stappen van de directe instructie staan in bijlage 3. De laatste twee lessen zijn vooral bedoeld om de laatste fase van het aanleren van procedurele kennis te bereiken: het automatiseren van het gebruik van het stappenplan (Ebbens en Ettekoven, 2013). Om dit te bereiken zullen leerlingen herhaaldelijk oefenen met opgaven over het boxenstelsel, zoals voorgenomen in de derde ontwerpregel. Omdat het eigen maken en het automatiseren de fasen zijn die het meeste tijd kosten (Ebbens en Ettekoven, 2013: 42) wordt er dus slechts één van de vier lessen besteed aan de eerste fase: het voordoen van het stappenplan. In alle vier de lessen zal er aandacht zijn voor de vierde ontwerpregel: voorbeelden en opdrachten aan laten sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Hieronder zijn de lessen kort beschreven. De lesplannen, gebaseerd op het MDA (Westhoff, 1981), zijn opgenomen in bijlage 1. Les 1 Dit is de inleidende les waarin de theorie van het boxenstelsel wordt uitgelegd en de leerlingen kennismaken met het stappenplan. In de Powerpoint (zie bijlage 4) is te zien dat ik de les begin met de vraag: wat verdient Gerard Joling eigenlijk?. Een aandachtstrekker als deze aan het begin van de les vergroot de motivatie voor het onderwerp (Teitler, 2013: 94). In termen van de directe instructie van Ebbens en Ettekoven worden hier stap 1 en 2 doorlopen, namelijk de aandacht richten op het doel van de les, de presentatie en uitleg van de lesstof en het voordoen van een gestructureerde oefening. Aan het eind van deze eerste les leg ik kort uit dat we de komende lessen bezig gaan met het gebruik van het stappenplan zoals we dat vandaag gedaan hebben. Daarna kom ik nog kort terug op het doel van de les: wat verdient Gerard Joling nou eigenlijk? Les 2 De beginsituatie van les 2 uit de bijlage komt overeen met de eindsituatie van les 1. In de tweede les ga ik de directe instructie voltooien. Ik begin met het terugpakken van de vorige les waarmee ik naga of de vaardigheden van het stappenplan zijn overgekomen. Dit is de derde stap van directe instructie. Na het terugpakken van de les geef ik de instructie voor het maken van de opdracht, dit is stap 4 van directie instructie. Daarna gaan de leerlingen zelfstandig een oefening maken en uit de bespreking hiervan zal blijken of de theorie van het boxenstelsel en het stappenplan aangekomen zijn bij de leerlingen. Dit zijn de laatste twee stappen van directe instructie (Ebbens en Ettekoven, 2013). In deze les wordt hierdoor een begin gemaakt met de tweede fase van het aanleren van procedurele kennis: het inslijpen van een vaardigheid (Ebbens en Ettekoven, 2013). Een deel van de les bestaat uit de leeractiviteit samenwerkend leren, omdat dit een strategie is in het onderwijs die het leerrendement verhoogt (Hattie, 2009; Ebbens en Ettekoven, 2013). De samenwerkingsstructuur waar ik voor gekozen heb is ontwikkeld door Ebbens en Ettekoven en heet denken-delen-uitwisselen, ook wel de DDU methode (Ebbens en Ettekoven, 2013: 127). Het idee is dat de leerlingen eerst zelfstandig aan de slag gaan met een lastige opgave over het boxenstelsel waarin van ze verwacht wordt dat ze de stappen volgen van het stappenplan. Daarna gaan de leerlingen elkaars antwoorden vergelijken en elkaar zo nodig 4

verbeteren. Aan het begin van de opdracht geef ik bovendien aan dat ik naderhand iemand willekeurig de beurt ga geven om een antwoord te geven op de vraag. Deze vorm van individuele aanspreekbaarheid is een belangrijke voorwaarde voor het succesvol samenwerkend leren (Ebbens en Ettekoven, 2013). Uiteindelijk geef ik een leerling de beurt om het antwoord te geven en daarna zullen de leerlingen kort elkaars bevindingen uitwisselen. Les 3 In de derde les zal wederom het oefenen met het stappenplan in de vorm van samenwerkend leren centraal staan. De structuur is ook weer de DDU methode. Afhankelijk van het niveau van de leerling zitten ze nu in de tweede of derde fase van de drie fasen van Marzano voor het aanleren van procedurele kennis (Ebbens en Ettekoven, 2013). Dat betekent dat een deel van de leerlingen deze les zal gebruiken om zich het stappenplan verder eigen te maken en het andere deel om het gebruik te automatiseren. Les 4 De laatste les moet voor de leerlingen voelen als een ultieme test of zij een lastige opgave over het boxenstelsel correct kunnen beantwoorden. In deze les is er een sterke mate van positieve wederzijdse afhankelijkheid, wat een belangrijk onderdeel is van het samenwerkend leren (Ebbens en Ettekoven, 2013). De leerlingen moeten namelijk nadat ze eerst individueel een opgave gemaakt hebben, gaan onderhandelen over het goede antwoord. De ene leerling vertolkt de rol van een persoon die belasting moet betalen en de ander van een medewerker van de Belastingdienst. Samen moeten ze tot het juiste te betalen belastingbedrag komen en alleen dan verdienen ze beiden een traktatie. Deze werkvorm heet check-in-duo s en is een handige methode wanneer er sprake is van een eenduidig antwoord (Ebbens en Ettekoven, 2013: 142). Bij een incorrect antwoord, krijgt alleen de leerling die het meeste voordeel heeft bij het belastingbedrag (te weinig voor de persoon die belasting moet betalen of te veel voor de werknemer van de Belastingdienst) een traktatie. Ze hebben dus beiden voordeel als ze tot een goed antwoord komen. Een goed antwoord geeft de leerlingen een succesbeleving waardoor ze met een verhoogde motivatie (Ebbens en Ettekoven, 2013: 26) en hopelijk ook meer vertrouwen dit onderdeel van de toets tegemoet gaan. 5

Literatuur Ebbens, S. O. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren in de les: Basisvaardigheden voor docenten. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Hattie, J. (2009). Visible Learning: A Synthesis of over 800 Meta Analyses relating to Achievement. Londen: Routledge. Teitler, P. ( 2013). Lessen in orde. Handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Westhoff, G. J. (1981). Model Didactische Analyse. Utrecht: Universiteitscentrum de Uithof. 6

Bijlage 1 De lesplannen LES 1 Het doel van de les gepresenteerd aan de leerlingen Aan het eind van deze les kan je mij vertellen hoeveel Gerard Joling maandelijks op zijn rekening gestort krijgt. Lesdoelen 1. De leerling kan aan het einde van dit lesuur in algemene woorden uitleggen wat het boxenstelsel inhoudt. 2. De leerling kan aan het einde van dit lesuur aan een medeleerling de stappen uitleggen die tijdens het voorbeeld zijn behandeld. 3. De leerling kan aan het einde van dit lesuur zijn of haar mening over de hoogte van het belastingpercentage van Gerard Joling toelichten. Uur 1 Lesdoel Leeractiviteit Werkvorm Inhoud Hulpmiddelen en media Onderwijsactiviteit (docent) Tijd (min) 1 Begrijpen Voordracht Na het benoemen van het doel van de les geef ik uitleg over de theorie en het gebruik van het boxenstelsel. Powerpoint Informatie voordragen. 0 10 2 Begrijpen en toepassen Onderwijsleergesprek Ik presenteer een voorbeeld van een bekende Nederlander en geef de leerlingen de instructie om mee te schrijven met de stappen (van het stappenplan) die ik op het bord opschrijf. Powerpoint en voor de leerlingen de opgave op papier Informatie voordragen en begeleiden 10-40 2 + 3 Begrijpen Voordracht Ik benoem dat we de komende lessen de stappen die we vandaag hebben gedaan gaan herhalen, zodat ze hier automatisme in gaan krijgen. Daarna evalueer ik het doel van de les en ten slotte refereer ik naar stap 8 van het stappenplan en vraag ik wie het eens is met de stelling van de werkster van Geer op slide 14. Uitwerkingen van het bord Klassikaal evalueren 40-45 7

LES 2 Het doel van de les gepresenteerd aan de leerlingen Vandaag kunnen jullie mij met minimale hulp vertellen waarom Chantal Janzen nu eigenlijk in verhouding meer belasting betaalt dan ik Lesdoelen 1. De leerling kan aan het einde van dit lesuur aan een medeleerling uitleggen waarom het gebruik van het stappenplan effectief is. 2. De leerling kan aan het einde van dit lesuur met behulp van het lesboek en het uitgeschreven stappenplan tot een correct antwoord komen van een opgave over het boxenstelsel. 3. De leerling kan aan het einde van dit lesuur zijn buur verbeteren wanneer hij/zij een fout heeft gemaakt in de opgave. 4. De leerling kan aan het einde van dit lesuur beredeneren waadoor het komt dat mevrouw Lelieveld in verhouding minder belasting betaald dan Chantal Janzen. Uur 2 1 Evalueren Onderwijsleergesprek. Ik bespreek met de leerlingen wat we de vorige les gedaan hebben en wat het belang was van het gebruik van het stappenplan. Ik vertel wat het programma is voor vandaag en het doel van de les. Geen Klassikaal evalueren 0-10 2 Toepassen. Individueel Leerlingen gaan een opdracht maken die ik heb uitgedeeld, zie bijlage. Lesboek als hulpmiddel en opdracht op papier Leerlingen ondersteunen 10-25 3 Evalueren Samenwerken De leerlingen bespreken in duo s (de uitkomsten van) elkaars vragen. De opdrachten op papier Leerlingen ondersteunen 25-35 3 + 4 Toepassen Onderwijsleergesprek De laatste minuten worden gebruikt om terug te komen op het doel dat aan het begin van de les genoemd is. Ik wijs willekeurig een aantal leerlingen aan om een redenering te geven en laat leerlingen elkaar aanvullen. Uitwerkingen op het bord Klassikaal evalueren 35-45 8

LES 3 Het doel van de les gepresenteerd aan de leerlingen Aan het eind van deze les weet je hoeveel belasting je moet gaan betalen met je toekomstige baan. Lesdoel 1. De leerling kan binnen 30 minuten 2 opgaven correct maken over het boxenstelsel. 2. De leerling kan aan het einde van dit lesuur de procedurele fouten van zijn of haar buur herkennen en verbeteren. Uur 3 - Evalueren Voordracht Ik benoem kort het programma van vandaag en het doel van de les Powerpoint Informatie voordragen 0-5 1 Toepassen Individueel Leerlingen maken 2 vragen over het boxenstelsel. Voor de eerste opgave kiezen ze een beroep dat hen aanspreekt. Opdracht op papier en lesboek als hulpmiddel Leerlingen ondersteunen 5-35 2 Evalueren Samenwerken De leerlingen bespreken in duo s (de uitkomsten van) elkaars vragen en komen tot een gezamenlijk antwoord. Opdrachten van papier Leerlingen ondersteunen 35-45 9

LES 4 Het doel van de les gepresenteerd aan de leerlingen Aan het eind van deze les kan jij als vertolker van een medewerker van de Belastingdienst of een individu die belasting moet betalen het aan belasting te betalen bedrag uitrekenen. Lesdoel 1. De leerling kan binnen 15 minuten tot een correct antwoord komen zonder het gebruik van het lesboek. 2. De leerling kan aan het einde van dit lesuur zijn of haar buur overtuigen van het correcte antwoord door het stap voor stap te verklaren. 3. De leerling kan aan het einde van dit lesuur het stappenplan toepassen zonder dat deze bij een opgave is uitgeschreven. Uur 4 - Begrijpen Voordracht Het programma voor vandaag en het doel van de les wordt uitgelegd door mij. Powerpoint Informatie voordragen 0-5 1 Toepassen Individueel Leerlingen maken zelfstandig de opgave zonder het lesboek erbij te gebruiken. Opdracht op papier Leerlingen ondersteunen 5-20 2 Evalueren Samenwerken De leerlingen bespreken in duo s (de uitkomsten van) elkaars vragen. Ze gaan onderhandelen over het goede antwoord. Als een groepje klaar is kom ik langs om het antwoord te controleren. - Leerlingen ondersteunen 20-25 3 Toepassen Individueel Leerlingen gaan de opgaven uit het lesboek maken. De opgaven zijn tevens het huiswerk voor de volgende les. Lesboek Leerlingen ondersteunen 25-40 - Evalueren Klassegesprek Een korte evaluatie van de opdracht van vandaag en van de afgelopen 4 lessen: gaan de leerlingen de opgaven over het boxenstelsel met vertrouwen tegemoet? - Klassikaal evalueren 40-45 10

Bijlage 2 De begin en eindsituaties per les LES 1 Leerproces les 1 BEGINSITUATIE, de leerling. voelt geen herkenning bij het onderwerp vindt het onderwerp niet aansluiten bij zijn/haar belevingswereld wil een algemene uitleg weet nog niets over het onderwerp kan de nodige stappen nog niet uitvoeren EINDSITUATIE, de leerling. voelt herkenning bij de concepten en de stappen vindt het onderwerp interessant, maar complex wil de stappen zelf gaan herhalen weet hoe hij/zij de stappen moet uitvoeren kan de stappen en het concept van het boxenstelsel aan een medeleerling uitleggen LES 2 Leerproces les 2 BEGINSITUATIE, de leerling.. voelt herkenning bij de concepten en de stappen. vindt het onderwerp interessant, maar complex. wil de stappen zelf gaan herhalen. weet hoe hij/zij de stappen moet uitvoeren. kan de stappen en het concept van het boxenstelsel aan een medeleerling uitleggen EINDSITUATIE, de leerling.. voelt toegenomen zekerheid bij het uitvoeren van de stappen vindt het onderwerp minder complex door het gebruik van het stappenplan wil de stappen in gaan slijpen weet (gedeeltelijk) welke stappen wanneer uitgevoerd moeten worden kan tot een correct antwoord komen en medeleerlingen wijzen op fouten 11

LES 3 Leerproces les 3 BEGINSITUATIE, de leerling.. voelt toegenomen zekerheid bij het uitvoeren van de stappen vindt het onderwerp minder complex door het gebruik van het stappenplan wil de stappen in gaan slijpen weet (gedeeltelijk) welke stappen wanneer uitgevoerd moeten worden kan tot een correct antwoord komen en medeleerlingen wijzen op fouten EINDSITUATIE, de leerling.. voelt enig automatisme bij het uitvoeren van de stappen vindt het onderwerp steeds minder lastig worden wil een opgave proberen zonder dat de stappen zijn uitgeschreven. weet welke stappen wanneer uitgevoerd moeten worden kan in 30min 2 opgaven correct maken met behulp van het stappenplan LES 4 Leerproces les 4 BEGINSITUATIE, de leerling.. voelt enig automatisme bij het uitvoeren van de stappen vindt het onderwerp steeds minder lastig worden wil een opgave proberen zonder dat de stappen zijn uitgeschreven. weet welke stappen wanneer uitgevoerd moeten worden kan in 30min 2 opgaven correct maken met behulp van het stappenplan EINDSITUATIE, de leerling.. voelt dat de stappen automatisch gemaakt worden in het hoofd vindt het boxenstelsel een makkelijk onderwerp in vergelijking met andere onderwerpen wil het maximaal aantal punten halen voor dit onderdeel op de toets weet zonder er bewust bij na te denken wanneer welke stap is kan zonder dat de stappen zijn uitgeschreven de stappen maken en tot een correct belastingbedrag komen 12

Bijlage 3 De stappen van directe instructie 1. Aandacht richten op de doelen van de les en het aansluiten bij voorkennis. 2. Nieuwe informatie op effectieve wijze aanbieden of voordoen. 3. Nagaan of de belangrijkste begrippen of vaardigheden zijn overgekomen. 4. Instructie geven ten behoeve van zelfwerkzaamheid. 5. Geleide of zelfstandige oefening en het begeleiden van die zelfwerkzaamheid. 6. Afsluiten van de les op kernbegrippen en leerstrategie. (Ebbens en Ettekoven, 2013: 50) 13

Bijlage 4 De Powerpoints LES 1 Wat verdient Gerard Joling? Vandaag Wat verdient Gerard Joling? Wij zoeken het uit met behulp van 8 stappen!

Het doel van deze les: Aan het eind van deze les kan je mij vertellen hoeveel Gerard Joling maandelijks op zijn rekening gestort krijgt. Het brutoloon van Geer per jaar.. 1.219.512 Maar wat krijgt hij uiteindelijk per jaar op zijn rekening gestort? Dat hangt af van de belasting die hij moet betalen! En hoeveel belasting hij moet betalen hangt weer af van een aantal dingen waar we deze les naar gaan kijken... 15

Hoe wordt het belastingbedrag bepaald? Het brutoloon en vermogen van Geer moet als het ware door een stelsel van 3 boxen: het boxenstelsel In iedere box komt een bepaalde situatie van Geer aan de orde en op basis hiervan moet hij in iedere box een stuk van zijn inkomen afstaan aan de belastingdienst. Het boxenstelsel Uw vermogen zoals spaarrekeningen, aandelen en uw tweede huis levert volgens ons 't'l. rendement op. Naar de eerste 20.000 kijken we niet. Daarboven is 30'1. van het rendement voorde 16

2 belangrijke begrippen voor we beginnen.. Aftrekposten dit zijn bepaalde kostenposten (zoals reiskosten voor werk) die het inkomen verlagen waarover je belasting moet betalen. Heffingskortingen dit zijn 'kortingen' op de belasting die je moet betalen. Aan de hand van het voorbeeld van Gerard Joling zal duidelijk worden wat hiermee bedoeld wordt! De situatie van Geer Bruto inkomen: 1.219.512 Zijn hypotheekrenteaftrek (=aftrekpost) is 40.000. Hij heeft geen aandelen (= box 2). Hij moet 24.000 belasting betalen voor zijn 2e en 3e huis (=box 3). Hij heeft recht op een Algemene Heffingskorting van 1.342. Stap 1: Welke gegevens heb je? Schrijf deze op. 17

Stap 2: Neem het bruto-inkomen. Stap 3: Trek van het bruto-inkomen de aftrekposten af waar je recht op hebt. Stap 4: Reken uit hoeveel belasting je in box 1 moet betalen. Belastbaar inkomen = 1.179.512 Belastingschijven: Schijf Belastbaar inkomen Percentage 1 t/m 19.822 2 Vanaf 19.823 t/m 33.589 3 Vanaf 33.590 t/m 57.585 4 Vanaf 57.586 en hoger 42% 42% 52% 10 18

Stap 5: Reken uit hoeveel belasting je in box 2 en 3 moet betalen. Stap 6: Tel de drie belastingbedragen bij elkaar op. 11 Stap 7: Trek de heffingskortingen die voor jou van toepassing zijn af van de optelsom van belastingbedragen van stap 6. Stap 8: Controleer je antwoord met een berekening. 12 19

20

LES 2 En wat verdient Chantal Janzen? Vandaag Evaluatie van de vorige les Het doel van vandaag Opgave maken Opgave bespreken 21

Vorige les Wat hadden we ook alweer gedaan? Het stappenplan: -/STAP 1 Welke gegevens heb je? Schrijf deze op. -/STAP 2 Neem het bruto-inkomen. -/STAP 3 Trek van het bruto-inkomen de aftrekposten af waar je recht op hebt. -/STAP 4 Reken uit hoeveel belasting je in box 1moet betalen. -/STAP 5 Reken uit hoeveel belasting je in box 2 en 3 moet betalen. -/STAP 6 Tel de drie belastingbedragen bij elkaar op. -/STAP 7 Trek de heffingskortingen die voor jou van toepassing zijn af van de optelsom van belastingbedragen van stap 6. -/STAP 8 Controleer je antwoord met een berekenijlg. Het doel van vandaag Vandaag kunnen jullie mij vertellen of Chantal Janzen nu eigenlijk in verhouding meer belasting betaalt dan ik 4 22

Opgave maken Zie blad Vul alle stappen in Werk eerst zelfstandig Bespreek je antwoorden met buur Klassikale bespreking vd opgave 15 min 10 min 5 min Jullie docent, mevrouw Lelieveld, verdient per jaar 27.500. Zal zij in verhouding meer of minder belasting betalen (zie stap 8 van het stappenplan)? 23

LES 3 Vandaag Het doel van vandaag Opgaven maken Opgaven bespreken Het doel van vandaag Aan het eind van deze les weet je hoeveel belasting je gaat betalen met je toekomstige baan. 24

Opgave maken Zie de twee opgaven van je blad (kies voor de eerste opgave uit 1 van de 4 opties) Vul alle stappen in Werk eerst zelfstandig Bespreek je antwoorden met buur Klassikale bespreking vd opgave 30 min 5 min 5 min 25

LES 4 Tel uit je winst Vandaag Het doel van vandaag Opgave maken Onderhandelen over het juiste antwoord Opgaven (=HW) maken 26

Het doel van vandaag Aan het eind van deze les kan jij in de rol van een medewerker van de Belastingdienst of een persoon die belasting moet betalen het aan belasting te betalen bedrag uitrekenen. Opgave: één opgave, twee rollen.. Op jouw blaadje staat wie je bent: een medewerker van de belastingdienst of een persoon die belasting moet betalen. Maak de opgave {gebruik het stappenplan!i) in 15 minuten. Je buur en jij klaar? Ga onderhandelen over het goede antwoord! Het eens? Steek je vinger op dan kom ik langs (let op: jullie krijgen maar 1 kans voor het goede antwoord). 4 27

28

Bijlage 5 De docentinstructie LES 1 Gebruik voor deze les de Powerpoint van les 1. Voordat de leerlingen binnenkomen zorg je dat slide 1 aanstaat. Als het stil is leid je het onderwerp van vandaag in met slide 2, 3 en 4, namelijk: hoeveel belasting moet Gerard Joling betalen? In feite doorloop je in deze les het eerste deel van de directe instructie zoals benoemd in ontwerpregel 2. Je legt uit dat jullie dat deze les gaan uitrekenen met een uitgebreid stappenplan. Hierbij benoem je ook het doel van slide 3. Vervolgens introduceer je het boxenstelsel en leg je uit dat het afhankelijk is van je persoonlijke situatie hoeveel belasting je in iedere box, en dus ook in totaal, moet betalen (slide 5 en 6). Vervolgens benoem je de aftrekposten en heffingskortingen en wat deze inhouden (slide 7). Je geeft aan dat dit nu misschien nog moeilijk klinkt, maar dat het gedurende de les duidelijker zal worden. Nu de introductie is gedaan vertel je alle leerlingen dat zij de stappen die je op het bord schrijft over moeten nemen op hun eigen blad, daar is namelijk al ruimte voor gemaakt. Dit is belangrijk voor de haalbaarheid van lesdoel 2 van deze les. Geef aan dat het overnemen verplicht is. Bij stap 1 schrijf je alle belangrijke gegevens op, dus: -bruto-inkomen = 1.219.512 -aftrekposten: 40.000 -belasting box 1: geen -belasting box 2: 24.000 -heffingskorting: 1342 Vervolgens schrijf je ook stap 2 t/m 7 op het bord. Bij stap 8 geef je aan dat het belastingbedrag dat gevonden is in stap 7 gedeeld moet worden door het bruto-inkomen. Leg uit dat de uitkomst ergens tussen de 20% en 52% zou moeten liggen en dat anders een herberekening aan te raden is omdat er dan waarschijnlijk een fout gemaakt is. Maak vervolgens even een snel rondje door de klas om te controleren of alle stappen door iedereen zijn overgenomen en spreek leerlingen erop aan dat ze dit alsnog moeten doen als dat niet gebeurd is. Als afsluiter kom je nog even terug op wat Geer verdient. Het blijkt dat ongeveer de helft van zijn inkomen naar de belasting gaat. Vraag bij een leerlingen wat nu eigenlijk het idee van het boxenstelsel is en bij welke stap Geer het grootste deel van zijn inkomen heeft moeten afstaan. Daarna laat je de slide met de stelling van de werkster van Gerard Joling zien en vraag je aan de leerlingen wie het eens en oneens is met haar en waarom. Hierna leg je uit dat de leerlingen de komende 3 lessen met dit stappenplan zullen gaan werken. Wat je hier eigenlijk benoemt is dat ontwerpregel 3, namelijk leerlingen laten oefenen met het stappenplan, in de komende lessen centraal zal staan. LES 2 Slide 1 staat aan voordat de leerlingen binnenkomen. Als de leerlingen binnen zijn leg je uit dat de opgave van vandaag vergelijkbaar is met die van gister, alleen dat ze nu zelf de opgave gaan maken. Hiermee introduceer je ontwerpregel 3 in de lessenreeks. Laat een leerling de blaadjes met de opgave uitdelen. Daarna laat je slide 2 zien waarbij je concreet benoemt wat er vandaag op het programma staat. Vervolgens ga je de vorige les kort evalueren met behulp van slide 3. Je benoemt dat het belangrijk is om de stappen te volgen en vervolgens ga je naar slide 4 waarin je aangeeft wat het doel van vandaag is. Voor de instructie van het maken van de opgave laat je slide 5 zien, vertel er duidelijk 29

bij dat je na afloop willekeurig leerlingen de beurt geeft om het antwoord te geven. Je legt er de nadruk op dat er de eerste 15 minuten dus zelfstandig gewerkt moet worden. Geef aan dat leerlingen hun vinger op kunnen steken als ze vragen hebben. Na 15 minuten vraag je aan de klas of de leerlingen die klaar zijn hun vinger op kunnen steken. Als minder dan ¾ van de klas hun hand opsteekt geef je aan dat ze nog 5 minuten extra krijgen. Deze minuten gaan dan af van de bespreking met de buur. Geef na het zelfstandig werken aan dat de leerlingen nu hun antwoorden (en stappen!) met elkaar moeten gaan vergelijken en dat ze tot een gezamenlijk antwoord moeten komen. De laatste vijf minuten vraag je willekeurige leerlingen uit de klas om aan te geven wat zij voor antwoord hadden. Je laat leerlingen elkaar aanvullen en geeft vervolgens het goede antwoord. Aan het eind van de les ga je na of lesdoel 4 is overgekomen door de leerlingen Powerpointslide 5 te laten zien en aan te geven dat een leerling zijn of haar vinger op mag steken als hij of zij het antwoord denkt te weten. LES 3 Deze les staat in het teken van oefenen met het stappenplan, ofwel ontwerpregel 3. Doordat de leerlingen bij de eerste opgave mogen kiezen uit vier situaties met verschillende beroepen, voldoet deze les ook aan ontwerpregel 4. Bij binnenkomst staat slide 1 aan. Je geeft aan dat de leerlingen vandaag vooral zelfstandig gaan werken om te oefenen met de opgaven met behulp van het stappenplan. Hierna laat je het doel van vandaag zien van slide 2. Laat een leerling de blaadjes met de opgaven uitdelen. Ondertussen geef je uitleg bij slide 3, namelijk: de leerlingen gaan 30 minuten zelfstandig werken en het is belangrijk dat ze alle stappen invullen. Bij opgave 1 kunnen ze uit 1 van de 4 situaties kiezen. De uitkomsten van deze opgave bespreek je met de individuele leerlingen als je door de klas loopt. Aan het eind van de les kom je nog even klassikaal terug op deze opgave omdat je dan bespreekt bij welk beroep je in verhouding het meeste belasting betaalt. Vertel bij de instructie van opgave 2 duidelijk dat je na de 30 minuten willekeurig leerlingen de beurt geeft om het antwoord te geven op de opgave over Martin Garrix. Na die 30 minuten geef je aan dat de leerlingen 5 minuutjes hebben om hun antwoorden en stappen met elkaar te vergelijken en daarna wijs je willekeurig een aantal leerlingen aan en vraag je naar hun antwoorden. Als het antwoord niet klopt, bekijk je snel de stappen en geef je aan waar de leerling nog wat tijd aan moet besteden thuis. Aan het eind concludeer je samen met de leerlingen bij welke baan je in verhouding het meeste belasting moet betalen. LES 4 Slide 1 staat aan voordat de leerlingen binnenkomen. Als iedereen er is laat je slide 2 kort zien om aan te geven wat het programma voor vandaag is en daarna geef je een toelichting bij slide 3 en 4, namelijk: probeer samen tot een goed antwoord te komen! Leg uit hoe de beloning met snoepjes werkt: bij goede antwoord krijgen ze allebei een snoepje, zo niet dan krijgt alleen de leerling met het meeste voordeel een snoepje. Vertel dat de uitleg ook op de uitgave staat dus dat ze die ook nog door kunnen lezen. Geef aan dat de stappen vandaag niet op het blad staan weergegeven, maar dat je wel verwacht dat leerlingen met het stappenplan werken! De leerlingen gaan dus wederom oefenen; ontwerpregel 3. Deel daarna zelf de opgaven uit: ieder duo krijgt opgave A1 en A2 of B1 en B2, zie bijlage. Na het uitdelen geef je aan dat ze vanaf nu 15 minuten de tijd hebben om zelfstandig te werken en pas daarna gaan overleggen over het antwoord dat ze gaan geven. Leg voor de zekerheid nog even uit dat ze dus samen tot één antwoord moeten komen. Geef aan dat leerlingen hun vinger op kunnen steken als ze er niet uit komen en dat je dan langs komt. Als de leerlingen zijn begonnen zet je slide 5 aan, voor het geval een leerling klaar is (= slide met het HW). Als leerlingen samen tot een antwoord zijn gekomen loop je naar ze toe en controleer je het antwoord. Afhankelijk 30

van het antwoord krijgt één leerling een snoepje of beiden. Geef meteen aan deze leerlingen aan dat ze nu rustig aan de slag moeten gaan met opgave 6 uit het lesboek. In de laatste minuten van de les evalueer je even kort de opdracht: vonden jullie het leuk? Moeilijk? En wie heeft er allemaal een snoepje gewonnen? Je geeft daarna aan dat hiermee het onderwerp boxenstelsel is afgesloten maar dat leerlingen altijd nog naar je toe kunnen komen als ze er niet uit komen. Dit is de laatste van de vier lessen en daarmee is ook voldaan aan ontwerpregel 1. 31

Bijlage 6 LES 1 De lesopdrachten NAAM: Opgave3H Hoeveel belasting betaalt Geer? -Bruto inkomen: 1.219.512 -Zijn hypotheekrenteaftrek (=aftrekpost) is 40.000. -Hij heeft geen aandelen (= box 2). -Hij moet 24.000 belasting betalen voor zijn 2 e en 3 e huis (= box 3). -Hij heeft recht op een Algemene Heffingskorting van 1.342. STAP 1 Welke gegevens heb je? Schrijf deze op. STAP 2 Neem het bruto-inkomen. STAP 3 Trek van het bruto-inkomen de aftrekposten af waar je recht op hebt. STAP 4 Reken uit hoeveel belasting je in box 1 moet betalen. 32

STAP 5 Reken uit hoeveel belasting je in box 2 en 3 moet betalen. STAP 6 Tel de drie belastingbedragen bij elkaar op. STAP 7 Trek de heffingskortingen die voor jou van toepassing zijn af van de optelsom van belastingbedragen van stap 6. STAP 8 Controleer je antwoord met een berekening. 33

LES 2 Opgave les 2 Het loon van Chantal Janzen Chantal Janzen verdient per jaar 846.500. Ze heeft één aftrekpost: 29.000 aan betaalde hypotheekrente. Omdat Chantal jonge kinderen heeft, krijgt ze per jaar 1.664 ouderschapsverlofkorting. Verder heeft Chantal nog een tweede huis waarover ze 14.000 belasting moet betalen. De belastingschijven zijn: Belastingschijf Loon (jaarbasis) Loonbelasting schijf 1 0 t/m 19.822 36,50% schijf 2 19.822 t/m 33.589 schijf 3 33.589 t/m 57.585 42% 42% schijf 4 57.585 of meer 52,00% Wat is het bedrag dat Chantal Janzen aan de belastingdienst moet betalen? STAP 1 Welke gegevens heb je? Schrijf deze op. STAP 2 Neem het bruto-inkomen. STAP 3 Trek van het bruto-inkomen de aftrekposten af waar je recht op hebt. 34

STAP 4 Reken uit hoeveel belasting je in box 1 moet betalen. STAP 5 Reken uit hoeveel belasting je in box 2 en 3 moet betalen. STAP 6 Tel de drie belastingbedragen bij elkaar op. STAP 7 Trek de heffingskortingen die voor jou van toepassing zijn af van de optelsom van belastingbedragen van stap 6. STAP 8 Controleer je antwoord met een berekening. 35

LES 3 Opgaven les 3 Voor alle opgaven gebruik je het volgende schijventarief: Belastingschijf Loon (jaarbasis) Loonbelasting schijf 1 0 t/m 19.822 36,50% schijf 2 19.822 t/m 33.589 schijf 3 33.589 t/m 57.585 42% 42% schijf 4 57.585 of meer 52,00% Opgave 1 Kies voor opgave 1 uit één van de onderstaande opties: Optie 1: Je bent bankier en hebt een bruto-inkomen van 112.000. Je hebt een huis en over de hypotheek betaal je 2.260 rente. Verder heb je natuurlijk aandelen, hierover moet je 1.300 belasting betalen. Je hebt recht op een arbeidskorting van 1480. Optie 2: Je bent acteur/actrice en hebt een bruto-inkomen van 21.000. Je hebt net een lekker goedkoop huis gekocht, dus je betaalt per jaar maar 800 hypotheekrente. Je hebt wat spaargeld van je oma gekregen en hierover moet je 250 belasting betalen. Verder heb je recht op de algemene heffingskorting van 1342. Optie 3: Je bent voetballer/voetbalster en verdient daarmee een bruto-inkomen van 209.000. Je hebt voor 3000 kosten gemaakt door een blessure aan je knie, deze kosten mag je aftrekken van je belastbaar inkomen. Je hebt een tweede huis waarover je 3.400 belasting moet betalen en je hebt recht op een arbeidskorting van 1.480. Optie 4: Je bent huisarts/dierenarts en hebt een bruto-inkomen van 96.000. Je woont op een boerderij en de hypotheekrente die je daardoor moet betalen is 4.100. Je hebt spaargeld waarover je 2.900 belasting moet betalen en je hebt recht op de algemene heffingskorting van 1.340. STAP 1 Welke gegevens heb je? Schrijf deze op. 36

STAP 2 Neem het bruto-inkomen. STAP 3 Trek van het bruto-inkomen de aftrekposten af waar je recht op hebt. STAP 4 Reken uit hoeveel belasting je in box 1 moet betalen. STAP 5 Reken uit hoeveel belasting je in box 2 en 3 moet betalen. STAP 6 Tel de drie belastingbedragen bij elkaar op. STAP 7 Trek de heffingskortingen die voor jou van toepassing zijn af van de optelsom van belastingbedragen van stap 6. STAP 8 Controleer je antwoord met een berekening. Opgave 2 DJ Martin Garrix is pas 18 jaar oud, maar verdient al 2.680.000. Omdat hij nog bij zijn ouders woont heeft hij nog geen eigen huis en daardoor ook geen aftrekposten. Hij moet 15.000 belasting betalen over zijn aandelen en zijn algemene heffingskorting is 1.342. Hoeveel moet Martin Garrix aan de Belastingsdienst betalen? STAP 1 Welke gegevens heb je? Schrijf deze op. 37

STAP 2 Neem het bruto-inkomen. STAP 3 Trek van het bruto-inkomen de aftrekposten af waar je recht op hebt. STAP 4 Reken uit hoeveel belasting je in box 1 moet betalen. STAP 5 Reken uit hoeveel belasting je in box 2 en 3 moet betalen. STAP 6 Tel de drie belastingbedragen bij elkaar op. STAP 7 Trek de heffingskortingen die voor jou van toepassing zijn af van de optelsom van belastingbedragen van stap 6. STAP 8 Controleer je antwoord met een berekening. 38

LES 4 Opgave VERSIE A1 LET OP: in deze opgave speel jij de rol van medewerker van de belastingdienst. Het is jouw doel om samen met de persoon die belasting moet betalen tot het goede belastingbedrag te komen. Als jullie het goede bedrag vinden, krijgen jullie een snoepje per persoon. Als het bedrag fout is, maar wel hoger dan het juiste bedrag krijg alleen jij als medewerker van de belastingdienst een snoepje, want dan heb je toch wat extra geld binnen gehaald! De opgave Willy heeft een bruto-inkomen van 60.000. Willy betaalt jaarlijks 13.000 hypotheekrente en heeft in totaal recht op 902 alleenstaande-ouderkorting. Over de aandelen die Willy heeft moet 12.000 belasting betaald worden. De belastingschijven zijn: Belastingschijf Loon (jaarbasis) Loonbelasting schijf 1 0 t/m 19.822 36,50% schijf 2 19.822 t/m 33.589 42% schijf 3 33.589 t/m 57.585 42% schijf 4 57.585 of meer 52,00% Hoeveel belasting moet Willy betalen? 39

Opgave VERSIE A2 LET OP: in deze opgave speel jij de rol van een persoon die belasting moet betalen. Het is jouw doel om samen met de medewerker van de belastingdienst tot het goede belastingbedrag te komen. Als jullie het goede bedrag vinden, krijgen jullie een snoepje per persoon. Als het bedrag fout is, maar wel lager dan het juiste bedrag krijg alleen jij een snoepje, want dan heb je wel lekker minder belasting betaald dan eigenlijk had gemoeten. De opgave Willy heeft een bruto-inkomen van 60.000. Willy betaalt jaarlijks 13.000 hypotheekrente en heeft in totaal recht op 902 alleenstaande-ouderkorting. Over de aandelen die Willy heeft moet 12.000 belasting betaald worden. De belastingschijven zijn: Belastingschijf Loon (jaarbasis) Loonbelasting schijf 1 0 t/m 19.822 36,50% schijf 2 19.822 t/m 33.589 42% schijf 3 33.589 t/m 57.585 42% schijf 4 57.585 of meer 52,00% Hoeveel belasting moet Willy betalen? 40

Opgave VERSIE B1 LET OP: in deze opgave speel jij de rol van medewerker van de belastingdienst. Het is jouw doel om samen met de persoon die belasting moet betalen tot het goede belastingbedrag te komen. Als jullie het goede bedrag vinden, krijgen jullie een snoepje per persoon. Als het bedrag fout is, maar wel hoger dan het juiste bedrag krijg alleen jij als medewerker van de belastingdienst een snoepje, want dan heb je toch wat extra geld binnen gehaald! De opgave Willy heeft een bruto-inkomen van 58.000. Willy betaalt jaarlijks 10.000 hypotheekrente en heeft in totaal recht op 902 alleenstaande-ouderkorting. Over de aandelen die Willy heeft moet 11.000 belasting betaald worden. De belastingschijven zijn: Belastingschijf Loon (jaarbasis) Loonbelasting schijf 1 0 t/m 19.822 36,50% schijf 2 19.822 t/m 33.589 42% schijf 3 33.589 t/m 57.585 42% schijf 4 57.585 of meer 52,00% Hoeveel belasting moet Willy betalen? 41

Opgave VERSIE B2 LET OP: in deze opgave speel jij de rol van een persoon die belasting moet betalen. Het is jouw doel om samen met de medewerker van de belastingdienst tot het goede belastingbedrag te komen. Als jullie het goede bedrag vinden, krijgen jullie een snoepje per persoon. Als het bedrag fout is, maar wel lager dan het juiste bedrag krijg alleen jij een snoepje, want dan heb je wel lekker minder belasting betaald dan eigenlijk had gemoeten. De opgave Willy heeft een bruto-inkomen van 58.000. Willy betaalt jaarlijks 10.000 hypotheekrente en heeft in totaal recht op 902 alleenstaande-ouderkorting. Over de aandelen die Willy heeft moet 11.000 belasting betaald worden. De belastingschijven zijn: Belastingschijf Loon (jaarbasis) Loonbelasting schijf 1 0 t/m 19.822 36,50% schijf 2 19.822 t/m 33.589 42% schijf 3 33.589 t/m 57.585 42% schijf 4 57.585 of meer 52,00% Hoeveel belasting moet Willy betalen? 42