Coachingstraject Sint Josephscholen, Nijmegen: Groei is letterlijk zichtbaar Een coachingstraject kan helpen uitval bij startende leerkrachten te voorkomen. Stichting St. Josephscholen in Nijmegen heeft sinds juni 2015 twee coaches, beiden ervaren ib ers; Lia Peters en Ellen Muis-Klaassen. Zij beschrijven hoe het traject verlopen is. Tekst: Ellen Muis-Klaassen en Lia Peters Uit onderzoek van professor Van der Grift 1 van de Rijksuniversiteit Groningen is duidelijk geworden dat een begeleidingsprogramma voor startende leerkrachten veel effect heeft. Uitval bij startende leerkrachten neemt hierdoor af. De POraad 2 ondersteunt deze visie. In de cao is inmiddels opgenomen dat het aanbieden van een dergelijk traject verplicht is. Uit verschillende bronnen is gebleken dat veel besturen voor begeleiding zorgen van startende leerkrachten. Tien procent van de schoolbesturen doet dat volgens een zogenoemd inductieprogramma. Er zijn verschillende manieren waarop dit is vormgegeven. De manier waarop wij werken is een totaalprogramma. Problemen van startende leerkrachten Uit het onderzoek van Van der Grift blijkt dat startende leraren uit het vak stappen omdat zij veel stress ervaren. Dit is niet goed voor hun zelfvertrouwen. Startende leerkrachten hebben logischerwijs minder leerkrachtvaardigheden. Het gaat om de basisvaardigheden als goed klassenmanagement, instructievaardigheden en stimuleren van leerlingen. Ook een veilig en stimulerend onderwijsklimaat creëren is niet vanzelfsprekend, orde houden is moeilijk. Afstemmen op verschillen van leerlingen is iets wat je moet leren in de praktijk. Met deze ideeën in het achterhoofd heeft personeelsfunctionaris Ab Verheul van de Stichting Sint Josephscholen in juli 2015 een startnotitie geschreven. 1 De reductie van de voortijdige beroepsverlating in het VO, Prof. dr. W.J.C.M. van de Grift, Rijksuniversiteit Groningen 2 Handreiking van de PO-raad: Begeleiden van de startende leerkracht 1
In de startnotitie wordt een kader gegeven van de doelgroep, het doel van de coaching, de positie van de coach binnen de organisatie, wat we van de leerkracht verwachten, de afstemming met de scholen, het verschil tussen werkbegeleiding en coaching, de inhoud van het programma en de voeding van en voor gesprekkencyclus en bekwaamheidsdossier Bardo (Digitale leeromgeving onderwijsprofessionals). Inductieprogramma Aan de hand van deze startnotitie hebben wij een inductieprogramma ontworpen dat plaatsvindt in de eerste drie jaar van de schoolloopbaan van de startende leerkracht. Het programma ondersteunt starters in hun professionele en persoonlijke ontwikkeling. Er moet aan een aantal voorwaarden in de organisatie worden voldaan om het programma een succes te laten worden, waaronder begeleiding op de werkvloer en minder niet-lesgebonden taken voor de startende leerkracht. Werkdrukvermindering is een vereiste. Inductie wordt gezien als deskundigheidsbevordering, dus er moeten uren beschikbaar zijn. Conform de cao heeft een leerkracht met een fulltime benoeming per jaar 80 uren voor professionalisering. Een startende leerkracht heeft 40 uur extra voor coaching en begeleiding. Het takenpakket moet daarom afgestemd worden op de draagkracht van de startende leerkracht. De begeleiding door de coaches bestaat uit drie bijeenkomsten, twee intervisiemomenten en de coaching. De leervraag Wij vinden dat de leervraag c.q. leerbehoefte van de leerkracht uitgangspunt zou moeten zijn. In een intakegesprek hebben we deze SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, reëel en tijdgebonden) laten formuleren. Het resultaat is meetbaar door het stellen van schaalvragen (op een schaal van 0 tot 10: Waar sta je? en Waar wil je naartoe? ). Er wordt gebruikgemaakt van checklijsten. Het geleerde moet zinvol en bruikbaar zijn, het doel moet haalbaar zijn binnen een bepaalde tijd. De directeur van de betreffende leerkracht kon toevoegingen geven in het contractgesprek. Met de directeur werd afgesproken om aan het eind van het jaar een eindevaluatie te houden aan de hand van de volgende vragen: Wat heeft het coachingstraject opgeleverd? Zijn de doelen gehaald? Wat moet er het volgend schooljaar gebeuren? 2
Coachen gaat op basis van gelijkwaardigheid; vanuit wat goed gaat, niet vanuit beoordelen en veroordelen. Wij vinden coachen met de camera het beste middel. Beelden spreken immers voor zich: de groei is letterlijk zichtbaar. Verder is er synchrooncoachen ( coachen met het oortje ) ingezet. Dit zorgt voor een directe feedback. De thema s op de bijeenkomsten sloten aan bij leervragen uit de startbijeenkomst. De volgende thema s kwamen aan bod: Vriendelijke en non-verbale interactie 3 Uitleg over het bekwaamheidsdossier Een onderdeel van de digitale leeromgeving MijnBardo Effectief leren werken 4. Er zijn twee intervisiebijeenkomsten geweest volgens de incidentmethode. Evaluaties Elf van de dertien scholen van de Stichting Sint Josephscholen zijn betrokken geweest bij het programma. In totaal hebben er zestien leerkrachten aan meegedaan. Met iedere starter zijn twintig contactmomenten geweest, individueel en als groep. Daardoor leer je elkaar goed kennen. In de tussen- en eindevaluatie hebben we met behulp van de schaalvraag en gewenste/ideale situatie gekeken in hoeverre de gecoachte in staat is om doelen te bereiken. De digitale observatielijst Nulmeting startende leerkracht basisbekwaam is door de coach en de startende leraar ingevuld via MijnBardo. Deze observatielijst is door bureau Bardo ontwikkeld op basis van de inzichten van Van der Grift. Zo wordt direct duidelijk welke vaardigheden de starter al beheerst en welke aan het einde van de drie jaren coaching moeten worden beheerst. Reactie leerkrachten Ik vond het vooral erg spannend. In het begin van het traject zag ik het vooral als extra tijd die ik ook in mijn klas kon steken. Mijn coach heeft aangegeven dat tijd voor mezelf nemen erg belangrijk is. Als ik vertel over de coaching aan mijn collega s, zeggen zij: Dat zou ik ook wel willen Leerkracht en coach hebben samen van de besprekingen een verslag gemaakt. Het eindverslag is besproken met de directeur. Vanuit dit gesprek zijn er aanvullingen gekomen voor het volgende schooljaar. We vonden dat het programma niet alleen individueel iets op moest opleveren maar dat professionalisering ook moest gebeuren in groepsverband. De groep geeft je kracht! Onderlinge verbondenheid zet je op een hoger niveau. Werkt het? 3 Vriendelijke interactie, deel instructiefilm In ogenschouw door Gabby en Anky ter Beek 4 Workshop Effectief leren werken door Martin van Limbeek 3
De starters hebben aan het eind van het eerste jaar feedbackformulieren ingevuld. Zij meldden groei, gaven unaniem aan dat zij zonder het geboden programma nooit zover waren gekomen in één jaar. Ze voelen zich gesteund door hun coaches, maar ook door hun medestarters. Ze voelen zich welkom bij hun bestuur, gesteund door hun directeur en/of mentor op school. Ze spreken hun waardering uit naar het bestuur, die het inductieprogramma mogelijk heeft gemaakt. De coaches merkten dat alle leerkrachten groei doormaakten. De bereidheid te willen reflecteren was volop aanwezig. De leerkrachten staan met enthousiasme in hun vak. De intervisiemomenten worden hoog gewaardeerd, de leerkrachten leren veel van en met elkaar, staan er niet alleen voor. Intervisie mag wat hen betreft uitgebreid worden. Reacties leerkrachten Het was fijn al reflecterend te sparren met een coach die de gegeven les bijgewoond heeft, maar dingen wellicht op een andere manier heeft gezien en ervaren. De coach stelt de vragen zo, dat ik zelf na ga denken over een oplossing. Themabijeenkomsten Van de drie themabijeenkomsten heeft die met het thema Effectief werken hen het meeste gebracht. Voor deze bijeenkomst hebben we Martin van Limbeek van Het Effectieve Werken gevraagd om de workshop te verzorgen. De aangereikte hulpmiddelen, de werkwijze om moeilijke taken in te plannen bieden steun. We hebben ervaren dat een aangename setting bij bijeenkomsten erg belangrijk is. Dit draagt bij aan een open, veilige en vriendschappelijke sfeer. Leerkrachten delen veel. Ze voelen zich door elkaar gesteund. 4
In de scholen zelf is een positief effect merkbaar. Starters brengen het geleerde onder de aandacht van collega s. Min of meer vergeten onderwerpen krijgen opnieuw aandacht of onderwerpen die opgepakt moeten worden krijgen een impuls. De positieve feedback vanuit de startende leerkrachten en directeuren, heeft ervoor gezorgd dat het bestuur van de Stichting St. Josephscholen de volgende stap heeft gemaakt: De 16uur die al ingezet waren, heeft de stichting nu uitgebreid tot 24 uur. Er zijn jonge (meestal startende) invallers aangenomen en zij krijgen eveneens het inductieprogramma aangeboden. Conclusie We hebben gedaan wat we het liefste doen: coachen van startende leerkrachten. Als we terugkijken op afgelopen jaar dan blijkt onze aanpak te werken. Het geeft voldoening om onze rugzak vol kennis in te zetten in het begeleiden van jonge en enthousiaste collegae. Als dit bijdraagt aan een snellere professionalisering en behoud van jonge leerkrachten voor het onderwijs dan is onze missie geslaagd! Over de auteurs Ellen Muis-Klaassen is (bovenschools) coach bij de Stichting Sint Josephscholen en werkt als ib er bij BS Klein Heyendaal in Nijmegen. Zij heeft 40 jaar onderwijservaring als leerkracht in alle groepen, coördinator onderbouw, vakleerkracht handvaardigheid en remedial teacher. Ellen heeft zich de laatste jaren gespecialiseerd in coaching. Zij is sinds 2016 afgestuurd als coach vakbekwaam en in het coachen van groepen bij AVANS+ in Breda. Lia Peters is (bovenschools) coach bij de Stichting Sint Josephscholen en werkt als ib er bij BS Jenaplanschool De Sterredans in Nijmegen. Zij is gespecialiseerd in beeldcoaching. In 2004 is zij afgestuurd als SVIB er/beeldbegeleider bij Fontys Hogeschool Tilburg. 5