Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verzoek aanwijzing woningmarktregio Programma Wonen Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In het kader van de nieuwe Woningwet gaat de minister van Wonen en Rijksdienst woningmarktregio s aanwijzen. Het bestuurlijk overleg wonen in onze regio heeft daarbij een voorkeur uitgesproken voor de voormalige Stadsregio Arnhem Nijmegen, zonder Mook en Middelaar en aangevuld met Druten. Over deze voorkeur zijn de afgelopen periode zienswijzen gevraagd aan de woningcorporaties in deze regio en aan de gemeenten buiten de regio waar deze corporaties ook bezit hebben. De binnengekomen zienswijzen ondersteunen ons standpunt. Daarom richten we nu een verzoek aan de minister om de woningmarktregio Arnhem Nijmegen vast te stellen. Dit voorstel wordt tegelijkertijd in alle colleges van de regio geagendeerd. BW-nummer Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. RO10, Wim van der Velde, 3437 Datum ambtelijk voorstel 18 mei 2016 Registratienummer 16.0004927 Ter besluitvorming door het college 1. De zienswijzennota vast te stellen. 2. De brief aan de minister voor Wonen en Rijksdienst vast te stellen. Paraaf akkoord Datum Steller Wim van der Velde Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 31 mei 2016 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.9 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder cv verzoek woningmarktregio
Collegevoorstel 1 Probleemstelling De Woningwet heeft onder meer als doel dat de schaal van een woningcorporatie meer in overeenstemming wordt gebracht met de schaal van de woningmarktregio. Voor alle corporaties wordt daartoe een regio als hun kerngebied bepaald. In het bestuurlijk overleg in onze regio hebben de wethouders wonen in 2015 al een voorkeur bepaald voor het aanwijzen van de voormalige Stadsregio als woningmarktregio, zonder Mook en Middelaar en aangevuld met Druten. Gemeenten kunnen tot 1 juli 2016 in samenspraak met de woningcorporaties een verzoek bij de minister indienen voor een woningmarktregio. Om dit te doen is een complexe besluitvorming met veel afstemming nodig. Hierin is nu een volgende stap gezet. De termijn waarin zienswijzen op ons voornemen kunnen worden ingediend is afgelopen. Aan alle colleges in de regio wordt nu gevraagd akkoord te gaan met het verzoek aan de minister om de woningmarktregio Arnhem Nijmegen aan te wijzen. Na deze ronde wordt het verzoek aan de minister verzonden. 2 Juridische aspecten De minister stelt uiteindelijk de woningmarktregio s vast op basis van de Woningwet en het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV). 3 Doelstelling Om voor 1 juli 2016 een goed afgestemd verzoek aan de minister te richten om de woningmarktregio Arnhem Nijmegen vast te stellen, en zodoende de invulling van de volkshuisvestelijke opgaven door de corporaties ook in de komende jaren mogelijk te maken. 4 Argumenten Zienswijzen bieden ondersteuning De ingebrachte zienswijzen bieden een stevige ondersteuning voor het aanwijzen van de woningmarktregio Arnhem Nijmegen door de minister. Ondanks dat de respons niet hoog is (40% van de corporaties en 10% van de betrokken gemeenten buiten de regio), zijn de uitkomsten eensluidend: een duidelijke en logische regio waarin we al jaren samenwerken aan wonen en dit willen blijven doen. Zo is per 1 januari 2016 de uniforme wijze van woonruimteverdeling gecontinueerd, en vindt er afstemming en overleg plaats over de woningbouwprogrammering en de huisvesting van vergunninghouders en kwetsbare doelgroepen. Portaal en Mooiland met andere positie Deze twee corporaties hebben veel bezit buiten onze regio en krijgen waarschijnlijk een andere kernregio aangewezen door de minister. Portaal heeft in onze regio ook veel bezit én stevige opgaven in de toekomst, met name in de steden Arnhem en Nijmegen. Om hier onverminderd actief te zijn heeft Portaal een traject ingezet om voor deze gemeenten ontheffing te vragen bij de minister. Daarnaast heeft Mooiland een speciale positie. Deze corporatie heeft bezit verspreid over het hele land. Recent is een traject gestart naar focus op Noord Oost Brabant als kerngebied, in combinatie met de wens om verder te investeren in onze regio. Ook voor deze corporatie is dan een ontheffingsverzoek aan de orde om buiten hun kerngebied te mogen investeren in nieuwbouw op nieuwe locaties. 5 Klimaat Dit voorstel heeft geen relatie met het klimaatvraagstuk en onze doelstellingen op dat terrein.
Collegevoorstel Vervolgvel 2 6 Financiën De kosten van uitvoering worden gedekt binnen het programma wonen. 7 Participatie en Communicatie Aan woningcorporaties en betrokken gemeenten buiten de regio is een zienswijze gevraagd, zoals het Rijk heeft voorgeschreven. De binnengekomen reacties bevatten geen bezwaren tegen ons voornemen. De bijgevoegde zienswijzennota bevat een overzicht van de reacties. 8 Uitvoering en evaluatie Het verzoek aan de minister moet voor 1 juli worden gedaan. In de bijgevoegde concept brief is dit verzoek verwoord en beargumenteerd. De indieningsprocedure heeft het rijk gedigitaliseerd. Namens een regio is er één aanvrager. Dat is de gemeente Nijmegen. Alle gevraagde bestanden moeten word en ge-upload: collegebesluiten, verzoek, aanvraag zienswijzen en ontvangen zienswijzen. De minister neemt na 1 juli een besluit over de aan te wijzen woningmarktregio s. Daarna neemt het ministerie ontheffingsverzoeken in behandeling van corporaties om buiten hun kernregio s actief te zijn. 9 Risico Er is een mogelijkheid dat corporaties met een ander kerngebied, maar wel belangrijk voor invulling van de opgave in deze regio, geen ontheffing van de minister krijgen. Onze inzet is echter dat er voor deze corporaties wel een ontheffing komt. Bijlage(n): Zienswijzennota aanwijzing woningmarktregio Arnhem Nijmegen Brief aan de minister voor Wonen en Rijksdienst
Ruimtelijke Ontwikkeling De Minister voor Wonen en Rijksdienst de heer drs. S.A. Blok Postbus 20011 2500 EA Den Haag Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk RO10/16.0004928 Contactpersoon Wim van der Velde Onderwerp Verzoek aanwijzing woningmarktregio Datum uw brief - Doorkiesnummer (024) 3293437 Excellentie, De nieuwe Woningwet beoogt onder meer dat de schaal van een woningcorporatie meer in overeenstemming wordt gebracht met de schaal van de woningmarktregio. Gemeenten kunnen in samenspraak met corporaties een voorstel aan u doen voor een woningmarktregio. Van die gelegenheid maken wij nu gebruik. In dat verband hebben wij de afgelopen periode in een aantal overlegronden met bestuurders van gemeenten en woningcorporaties overeenstemming bereikt over de omvang van de woningmarktregio Arnhem Nijmegen. Deze regio wordt gevormd door de gemeenten Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. Wij verzoeken u om deze 18 gemeenten aan te wijzen als woningmarktregio zoals bedoeld in de Woningwet. De 18 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen (inclusief Druten maar exclusief Mook en Middelaar), hebben na opheffing van de Stadsregio Arnhem Nijmegen per 1 juli 2015, besloten om zaken in het dossier wonen op regionale schaal te blijven agenderen, bespreken en af te stemmen. Daartoe overleggen de wethouders wonen van de 18 gemeenten minimaal 2x per jaar. Ambtelijk vindt frequenter overleg en afstemming plaats. De wethouders wonen hebben al in 2015 een voorkeur uitgesproken voor een woningmarktregio op de schaal van de 18 gemeenten. In deze gemeenten is per 1 januari 2016 een uniforme wijze van woonruimteverdeling gecontinueerd met een onderling afgestemde huisvestingsverordening, geschraagd door een bestuursovereenkomst. Op deze schaal vindt ook afstemming plaats van andere zaken die in het dossier wonen spelen. Van de programmering van de woningbouw tot de huisvesting van vluchtelingen en vergunninghouders. De regio voldoet met ruim 350.000 huishoudens ruimschoots aan het criterium van 100.000 huishoudens dat u aan een te vormen regio stelt. Op basis van gerealiseerde verhuisbewegingen is de regio te kenschetsen als een woningmarkt met twee motoren: Arnhem en Nijmegen. De www.nijmegen.nl brief minister
Gemeente Nijmegen Ruimtelijke Ontwikkeling Vervolgvel 1 meeste verhuizingen vinden plaats in en rond deze twee steden, hoewel er ook een flinke verhuisbeweging is van Arnhem naar Nijmegen en vice versa. Daarnaast is er veel binnenregionale doorstroming. Vaak willen huishoudens die voor hun opleiding in de regio zijn komen wonen er graag blijven. De aantrekkelijke en gevarieerde regio, met grote diversiteit aan woonmilieus, en goede verbindingen naar alle kanten, speelt hierbij een belangrijke rol. In de regio zijn 27 woningcorporaties actief. Zij leveren gezamenlijk een grote en onmisbare bijdrage aan de opgaven in de regio. Daarbij gaat het om het bieden van betaalbare huisvesting, inclusief het invullen van de nieuwbouwopgave in de sociale sector, het verduurzamen van de woningvoorraad, het opknappen en herstructureren van oude wijken, bijdragen aan de opvang van vluchtelingen en vergunninghouders en het realiseren van meer zorgwoningen. Tussen de gemeenten en de corporaties bestaat over het algemeen een goede samenwerking. En op steeds grotere schaal in de regio gebeurt dat op basis van actuele woonvisies en prestatieafspraken over de uitvoering. 17 van de 27 corporaties zijn uitsluitend werkzaam in de voorgestelde woningmarktregio. Voor Woningbouwvereniging Gelderland geldt dat voor het overgrote deel (78%). Deze 18 corporaties zouden naar onze mening om die reden de woningmarktregio Arnhem Nijmegen als kerngebied moeten hebben. Het gaat om de volgende corporaties: Vivare, Stichting Talis, Stichting Volkshuisvesting Arnhem, Standvast Wonen, Stichting SSHN, Oosterpoort Wooncombinatie, Plavei, Stichting Waardwonen, Baston Wonen, Stichting Woonservice IJsselland, Woningbouwstichting de Gemeenschap, Stichting woningcorporatie WoonGenoot, Woonstichting Vryleve, Woonstichting Valburg, Woningstichting Heteren, Woonstichting Gendt, Woningbouwvereniging Gelderland, Bouwvereniging Huis en Hof. De overige 9 corporaties hebben een veel kleiner marktaandeel in onze regio, en vallen om deze reden logischerwijze in een andere kernregio. Twee daarvan, Portaal en Mooiland willen we daarin apart noemen. Ook zij kiezen, gezien hun totale woningportefeuille, voor een andere kernregio. Maar Portaal is in onze regio niettemin één van de grotere spelers met ruim 16.000 woningen. Dit bezit is geconcentreerd in de steden Arnhem en Nijmegen. Daarnaast heeft Portaal op beperktere schaal bezit in de gemeenten Rozendaal en Rheden. Portaal heeft als één van de grotere spelers in de steden nog flinke opgaven op het terrein van herstructurering, betaalbare nieuwbouw, wonen met zorg en het huisvesten van doelgroepen als vergunninghouders. Belangrijk is dat Portaal daarop ook aanspreekbaar is en ook wil investeren in deze opgaven. Zonder die investeringen zouden opgaven blijven liggen. Dat is ongewenst. Om die reden heeft Portaal ook een traject ingezet om een ontheffing te vragen voor de steden Arnhem en Nijmegen. Beide steden ondersteunen dit. Mooiland is actief in zeer veel gemeenten, maar verwacht dat vanwege hun totale woningportefeuille een andere kernregio wordt gekozen, waarschijnlijk Noord Oost Brabant. Mooiland sluit niet uit dat als gevolg van hun vastgoedstrategie een ontheffing wordt gevraagd om in de toekomst te kunnen investeren in onze woningmarktregio. De corporaties die resteren hebben naar onze mening een te gering marktaandeel c.q. aantal woningen in onze regio om deze regio voor hen tot kerngebied te benoemen. Dit zijn Stichting www.nijmegen.nl brief minister
Gemeente Nijmegen Ruimtelijke Ontwikkeling Vervolgvel 2 Vestia Groep, Omnia Wonen, Woonstichting de Kernen, Stichting Habion, Woningstichting de Woonplaats en Stichting Sprengenland Wonen. De gegevens uit de RegioTool, die ons verzoek ondersteunen, zijn als bijlage toegevoegd. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zien uw reactie op ons verzoek tegemoet, Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout www.nijmegen.nl brief minister
Zienswijzennota Verzoek aanwijzing woningmarktregio Arnhem Nijmegen In het kader van verzoek aan de minister van Wonen en Rijksdienst om de woningmarktregio Arnhem Nijmegen aan te wijzen, zijn zienswijzen gevraagd aan de in deze regio werkzame corporaties, en aan de gemeenten buiten de regio waar deze corporaties ook bezit hebben. Categorale instellingen zoals Woonzorg Nederland en Habion zijn hiervan door het rijk uitgezonderd. Woningcorporaties als Vestia die in een zeer groot aantal gemeenten bezit hebben volgen eveneens een apart traject. In overzicht 1 is aangegeven aan wie een zienswijze is gevraagd, en wie heeft gereageerd. Men kon reageren in de periode van 15 maart 2016 tot 26 april 2016 (6 weken). Van de 24 corporaties hebben er 10 gereageerd. Van de 11 gemeenten buiten de regio heeft er 1 gereageerd. Overzicht 1. Gevraagde en ontvangen zienswijzen Woningcorporatie Zienswijze 1 Baston wonen x 2 De Gemeenschap x 3 De Woonplaats 4 Huis en Hof 5 Plavei 6 Omnia wonen 7 Oosterpoort wooncombinatie x 8 Portaal x 9 Sprengenland wonen 10 SSHN 11 Standvast Wonen x 12 Stichting Mooiland x 13 Talis 14 Vivare x 15 Volkshuisvesting Arnhem 16 Vryleve x 17 Waardwonen x 18 Woningbouwvereniging Gelderland 19 Woongenoot 20 Woonservice IJsselland x 21 Woonstichting Heteren 22 Woonstichting de Kernen x 23 Woonstichting Gendt 24 Woonstichting Valburg 1
Vervolg overzicht 1 Gemeente Zienswijze 1 Alphen ad Rijn 2 Amersfoort x 3 Bunnik 4 Leiden 5 Lelystad 6 Nijkerk 7 Oegstgeest 8 Soest 9 Stichtse Vecht 10 Utrecht 11 Vianen Overzicht 2. Samenvatting zienswijzen en reactie. De volgende 8 woningcorporaties dienden een zienswijze in waarin zij zonder meer instemmen met ons voornemen: Baston Wonen, De Gemeenschap, Oosterpoort, Standvast Wonen, Vivare, Vryleve, Waardwonen, en Woonservice IJsselland. Reactie: Wij bedanken deze corporaties voor hun instemmende zienswijzen, en zien uit naar een continuering van de samenwerking. De volgende 3 woningcorporaties, alle met veel bezit buiten onze regio, dienden een uitgebreidere zienswijze in: Portaal, Mooiland en de Kernen. Zienswijze en reactie geven we hier kort weer. Portaal: kiest vanwege zijn totale woningportefeuille voor de regio Utrecht als kernregio. Maar ziet wel volkshuisvestelijke opgaven in Arnhem en Nijmegen. Om hier onverminderd actief te zijn heeft Portaal een traject ingezet om voor deze gemeenten ontheffing te vragen bij de minister. Voor Rozendaal en Rheden geeft Portaal aan hun bezit goed te zullen onderhouden, en dat dit kan zonder ontheffing. Reactie: Wij hebben begrip voor de opstelling van Portaal. De gemeenten Arnhem en Nijmegen hebben in een eerder stadium hun ontheffingsverzoek ondersteund. Ook hier zien wij uit naar een continuering van de samenwerking. Mooiland: heeft geen bezwaar tegen ons voornemen, maar verwacht dat vanwege hun totale woningportefeuille een andere kernregio wordt gekozen, waarschijnlijk Noord Oost Brabant. Mooiland sluit niet uit dat als gevolg van hun vastgoedstrategie een ontheffing wordt gevraagd om in de toekomst te kunnen investeren in de regio Nijmegen. Reactie: Wij hebben begrip voor de opstelling van Mooiland. Gezien hun verspreide woningbezit in combinatie met het voorgenomen verkoopbeleid in een groot deel van het land, ontstaat er een focus op Noord Oost Brabant als kerngebied. Ondersteuning van een eventueel besluit van Mooiland 2
tot het aanvragen van een ontheffing voor investeren in onze woningmarktregio zal te zijner tijd worden afgewogen. De Kernen: deze corporatie heeft een beperkt aantal woningen in de zuidwestflank van onze regio: Druten en Wijchen. De Kernen geeft aan dat ze hun volkhuisvestelijke taken in deze gemeenten zullen blijven uitvoeren. Daarover zijn prestatieafspraken met de gemeenten gemaakt. Reactie: De Kernen doet geen expliciete uitspraak in hun zienswijze over ons voornemen. Ze kiezen ook niet voor onze regio. Uit de opmerking dat ze hun volkshuisvestelijke taken voor hun beperkte bezit in Wijchen zullen blijven uitvoeren maken wij op dat ons voornemen dat niet in de weg staat. De enige gemeente buiten de regio die heeft gereageerd is de gemeente Amersfoort. De gemeente Amersfoort heeft geen enkel bezwaar tegen ons voornemen. Conclusie Het traject van aanwijzen van woningmarktregio s door de minister, inclusief het kenbaar maken van voornemens daartoe door gemeenten, en zienswijzen daarop van corporaties en andere gemeenten brengt erg veel correspondentie over een weer met zich mee. Dat is wellicht de reden dat veel gemeenten wel een verzoek aan de minister doen met een voorkeur voor een regio, maar het geven van een zienswijze over de vorming van andere regio s achterwege laten. Voor corporaties lijkt hetzelfde te gelden. Dat verklaart dat voor ons verzoek 40 % van de corporaties heeft gereageerd en slechts 10% van de gemeenten buiten de regio. Het wordt doorgaans gezien als vormvereiste zonder veel betekenis. Voor corporaties met een duidelijke en logische kernregio is dat ook het geval. Maar niet voor corporaties met een minder eenduidig kerngebied. In onze regio gaat het dan met name om Portaal die ook in onze regio veel bezit heeft én stevige opgaven voor de toekomst. Daarnaast heeft Mooiland een speciale positie vanwege een traject naar focus op Noord Oost Brabant als kerngebied, in combinatie met de wens om verder te investeren in de regio Nijmegen. Voor beide corporaties is dan een ontheffingsverzoek aan de orde om ook buiten hun kerngebied te mogen investeren. Samenvattend kunnen we concluderen dat de ingediende zienswijzen stevige ondersteuning bieden aan ons verzoek aan de minister om de woningmarktregio Arnhem Nijmegen aan te wijzen. 3