Werpen en vangen 1. Ballenrlg Duur: 10 tt 20 minuten Aantal: 4 tt 20 leerlingen Materiaal: Zveel mgelijk ballen Del: De minste ballen in het eigen veld hebben. Spelregels Bal werpen met één hand (ZIE NIVEAU) Ballen ver de lijn tellen. Leerlingen mgen elkaar hinderen. (ZIE NIVEAU) Beschrijving: Het speelveld wrdt in twee verdeeld waardr er k twee grepen ntstaan. Je kan hier twee banen nemen. Elke grep heeft één baan. De leerlingen meten prberen z weinig mgelijk ballen in hun baan te hebben. Ze meten dus de ballen uit hun veld werpen in het veld van de tegenstander. Op het signaal van de leerkracht is het spel gedaan en wrden de ballen geteld. De pleg met de minste ballen wint. Afhankelijk van niveau werpen met één hand Blkken met één hand Ballen verzamelen in plaats van vermijden.
2. Trefbal Duur: 15 tt 30 minuten Aantal: 8 tt 20 leerlingen Materiaal: Min. 1 bal Eventueel een kegel f 2 plankjes Del: Prbeer het andere team uit te schakelen dr hen aan te werpen. Spelregels Bal werpen met één hand. (ZIE NIVEAU) Bal vangen is niet aangegid. (ZIE NIVEAU) Bal kaatst af p het water en raakt iemand, is aan. Indien leerkracht werkt met kegel niet ver de helft. Bal enkel nemen als het p eigen terrein is. Beschrijving De leerlingen wrden in twee gelijke grepen verdeeld. Grep A gaat in vak A zwemmen en grep B in vak B. Dan wrdt de bal in het veld gegid. De grep die de bal kan pakken mag beginnen. De bedeling is zveel mgelijk leerlingen van de andere grep te raken met de bal. Die geraakt is met naar de verkant zwemmen. Hij/zij mag terugkeren wanneer hij/zij iemand anders terug aangit. Grep die alle tegenstanders kan aangien, wint. Kning Aan = Uit Baan 2 Baan 1 Mgelijkheid 1 Mgelijkheid 2 Werken in de lengte
3. Ballenmand Duur: 5 tt 10 minuten Aantal: 6 tt 20 leerlingen Materiaal: Zveel mgelijk ballen Del: Leerlingen in het midden meten ballen uit het midden huden, leerlingen erbuiten meten ballen in het midden prberen te gien. Spelregels Bal werpen met één hand. (ZIE NIVEAU) Verplicht met steekmethde. (ZIE NIVEAU) Bal mag geblkt wrden. Beschrijving In het midden is er een gebied waarin een aantal leerlingen zwemmen. Zij meten prberen z weinig mgelijk ballen in dat gebied te hebben. De leerlingen die buiten dat gebied zwemmen, meten prberen alle ballen in het middengebied te gien.. De grep die na het fluitsignaal de minste ballen in zijn gebied heeft, wint. Afhankelijk van niveau werpen met één hand. Gebied Baan 2 Baan 1
4. Jagerbal Duur: 5 tt 10 minuten Aantal: 6 tt 20 leerlingen Materiaal: 2 tt 3 ballen Del: Jager met iedereen aangien Spelregels Bal werpen met één hand. (ZIE NIVEAU) Verplicht met steekmethde. (ZIE NIVEAU) Bal vangen is niet aan. Kaatst de bal af p het water en raakt dan iemand is aan. Beschrijving De leerlingen zwemmen kriskras dr elkaar. Ze meten ervr zrgen dat de jager hen niet aangit met de bal. Wanneer ze tch zijn geraakt tuimelen ze één keer, daarna mgen ze terug meeden aan het spel. Bal vangen = nieuwe jager Aan = uit
5. 10 passenspel Duur: 5 tt 10 minuten Aantal: 8 tt 20 leerlingen Materiaal: 1 tt 4 ballen Del: Tien passen geven binnen het eigen team. Werpen met met één hand. (ZIE NIVEAU) Bal mag enkel nderschept wrden wanneer die in niemand zijn balbezit is. (Dus in de lucht f p het water.) Geen tt weinig lichaamscntact (ZIE NIVEAU) Bal mag niet nder gaan. (ZIE NIVEAU) Beschrijving Leerlingen meten prberen tien passen te geven binnen hun team. Wanneer er teveel leerlingen zijn, is het maken van vier grepen aangeraden. De pleg die als eerste tien passen heeft gegeven, wint.. Vijf passen in plaats van tien passen. Er mag cntact gemaakt wrden. Mgelijkheid 1 Mgelijkheid 2 4 grepen, werken p
6. Inhaalbal Duur: 5 tt 10 minuten Aantal: 8 tt 20 leerlingen Materiaal: 2 tt 4 ballen Del: Bal z snel mgelijk vijf maal laten rndgaan. Bal p het water, dr tellen. Gien met één hand. (ZIE NIVEAU) Vangen met twee handen. Min. ruimte van 1m Beschrijving: Twee grepen meten z snel mgelijk vijf maal rnd zijn gegaan met de bal. Dit den ze dr de bal met één hand te gien. Tussen elke speler is een minimum ruimte van 1m. Het spel start wanneer de leerkracht een fluitsignaal geeft. Bal p het water = pnieuw beginnen. Niveau hg geneg = vangen met één hand. Bal p het water = steekmethde en werpen. Ruimte tussen elkaar vergrten. Meerdere grepen maken Mgelijkheid 1 Mgelijkheid 2 4 grepen,2 grepen per
7. Tikbal Duur: 5 tt 10 minuten Aantal: 6 tt 12 leerlingen Materiaal: 1 tt 2 ballen Del: Tikker = andere prberen aan te tikken. Niet tikker = prberen niet getikt te wrden. Enkel tikken, als de persn geen bal heeft. Zwemmen met waterplcrawl, verzicht bewaren. (ZIE NIVEAU) Gien met één hand. (ZIE NIVEAU) Tikkers niet tegenhuden. Beschrijving: Er wrden in het begin twee f meer, hangt van de grep af, tikkers aangeduid. De rest verspreidt zich in het veld. Op het fluitsignaal van de leerkracht begint het spel. De tikkers meten prberen de anderen aan te tikken. Dit met echter gebeuren als ze geen bal hebben. De andere hebben één f twee ballen, zij kunnen dus rndpassen zdat de tikkers niet kunnen tikken. Lukt het m iemand te tikken, dan veranderen die van rl. Niet tikker wrdt tikker. Het spel stpt p het fluitsignaal van de leerkracht. Die wat dan tikkers zijn verliezen dit spel. Vangen met één hand, enkel als niveau dit telaat. Die met bal mgen getikt wrden in plaats van znder bal. Tikkers mgen bal afnemen. Veld verkleinen.
8. Watertransprt Duur: 10 tt 20 minuten Aantal: 6 tt 12 leerlingen Materiaal: 4 tt 6 plankjes 10 plasticbekers (ZELF MEENEMEN) 2 maatbekers f emmers (ZELF MEENEMEN) 4 ballen Del: Aan het einde van het spel zveel mgelijk water in de emmer hebben. Plankjes mgen niet wrden aangeraakt dr tegenstander. Bekers mgen enkel wrden mgegid met de bal. Met met één hand wrden gegid. (ZIE NIVEAU) Met met één hand wrden verdedigd. (ZIE NIVEAU) Zwemmen mag in slag naar keuze. (ZIE NIVEAU) Valt het bekertje = pech, terug naar het begin. Beschrijving: Elke pleg heeft 2 tt 3 plankjes ter beschikking. De plankjes hebben ze ndig m de bekers met water ver te brengen. In elke pleg zijn er drie rllen. Deze verdelen de leerlingen zelf nder elkaar. (Jagers, verdedigers en ververders). De heveelheid van alles hangt af van de grep. De jagers meten prberen de bekers m te gien. De rest van de pleg met het watertransprt beschermen dr de bal steeds te blkken. Eens aan de verkant mgen de bekers wrden mgegten in de emmer. De bekers die nderweg mvallen mgen niet terug gevuld wrden. Dit kan enkel in het begin. Na het fluitsignaal stpt het spel en wrdt er gekeken wie het meeste water in de emmer heeft. Zwemmen met waterplcrawl f enkel pedal. Een bepaalde rl verminderen. Legende: Ververder Verdedigers
9. Kningsbal Duur: 10 tt 20 minuten Aantal: 8 tt 20 leerlingen Materiaal: 1 tt 2 ballen Del: Zveel mgelijk punten scren. 1 pas = punt Pas naar kning = 2 punten Met met één hand wrden gegid. (ZIE NIVEAU) Bal mag gevangen wrden met twee handen. (ZIE NIVEAU) Er wrdt hardp geteld. Valt bal p het water telt het punt niet mee. Beschrijving: Er zijn twee plegen. Eén pleg, de aanvallende pleg, duidt een kning aan. De andere pleg is de verdedigende pleg en met de bal prberen te nderscheppen. Op het signaal van de leerkracht begint het spel. De leerlingen meten zveel mgelijk punten behalen dr passen te geven naar elkaar. Vangt een gewne speler de bal, dan wrdt er één punt geteld. Vangt de kning de bal, dan wrden er twee punten geteld. Het is aan de verdedigers m te achterhalen wie de kning is, m p die manier ervr te zrgen dat hij geen pas meer kan krijgen. Vangen de verdedigers de bal, geven ze die terug en gaat het tellen verder (= tijdverlies vr de aanvallende pleg). Na een bepaalde tijd fluit de leerkracht af en krijgt de andere grep de kans m zveel mgelijk passen te geven. De pleg met de meeste punten wint. Afhankelijk van de grep kunnen er meerdere grepen gemaakt wrden. Deze spelen dan p de andere helft van het zwembad. Meerdere ballen Meerdere kningen Helft van het Baan 2 Baan 1
Gal Gal 10. Waterplrugby (OPGELET FYSIEK ZWAAR) Duur: 10 tt 20 minuten Aantal: 8 tt 20 leerlingen Materiaal: 4 plankjes 1 tt 2 ballen Del: Zveel mgelijk gals maken, dit dr de bal tussen de plankjes te leggen. Bal mag nder water wrden gehuden. (ZIE NIVEAU) Er mag lichaamscntact gemaakt wrden. (ZIE NIVEAU) Bal mag met twee handen wrden vastgehuden en gegid. (ZIE NIVEAU) Punt = bal tikken tussen plankjes Beschrijving: Twee plegen spelen tegen elkaar. Met een grte grep kan er met twee ballen gespeeld wrden. De leerlingen kunnen scren dr samen te spelen en de bal tussen de plankjes te tikken. (Deze plankjes kunnen aan de rand van het zwembad geplakt f gelegd wrden.) Opgelet: dit is fysiek zwaar en wees cnsequent met de spelregels. Bal mag niet nder water wrden gehuden. Er mag geen lichaamscntact gemaakt wrden. Helft van het
11. Kegelmepping (OPGELET FYSIEK ZWAAR) Duur: 10 tt 20 minuten Aantal: 8 tt 20 leerlingen Materiaal: 12 plankjes f 6 kegels 1 tt 2 ballen Del: Zveel mgelijk kegels f plankjes mgien. Bal mag nder water wrden gehuden. (ZIE NIVEAU) Er mag lichaamscntact gemaakt wrden. (ZIE NIVEAU) Bal mag met twee handen wrden vastgehuden en gegid. (ZIE NIVEAU) Punt = kegel f plankje m Beschrijving Twee plegen spelen tegen elkaar. Met een grte grep kan er met twee ballen gespeeld wrden. De leerlingen kunnen scren dr samen te spelen en prberen de plankjes f kegels m te gien. (Deze plankjes kunnen aan de rand van het zwembad rechtgezet wrden. Dit dr de plankjes tegen elkaar te laten leunen.) Opgelet: dit is fysiek zwaar en wees cnsequent met de spelregels. Bal mag niet nder water wrden gehuden. Er mag geen lichaamscntact wrden gemaakt. Spel isleren naar enkel kegels mgien. Bv. Per grep m het snelste alle kegels mgien.