Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Bij talentontwikkeling gaat het om kwaliteiten en mogelijkheden van jonge sporters, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven. Maar ook de omgeving waarin ze hun talenten tot ontwikkeling brengen, speelt een grote rol. Over die entourage gaat het in dit hoofdstuk.
Ruwe diamanten - Talentontwikkeling in de sport Trainer-coaches die louter voor de winst gaan en denken dat ze jonge sporters daarmee motiveren, zullen het niet redden. Ze miskennen dan in het algemeen dat talenten, net als doorsnee wedstrijdsporters, meer geïnteresseerd zijn in het verbeteren van eigen prestaties dan in podiumplaatsen en ranglijsten. Positief coachen brengt hen dichter bij het doel: het taakgericht sporten op hoog niveau. Dat zegt dr. Jacques van Rossum. Hij kreeg van NOC*NSF en vervolgens van het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) de gelegenheid om tussen 1995 en 2004 een groep van 352 jeugdige sporters volleyballers en atleten te volgen door hun zes maal een uitgebreide vragenlijst over hun sportcarrière en -beleving voor te leggen. De sporters waren in die periode gemiddeld tussen de 15 en 22 jaar oud. Steeds ging het om talenten en gewone wedstrijdspelers als controle- of vergelijkingsgroep. Bij de volleyballers waren het spelers die tot de Nederlandse Volleybal School (NVS) waren toegelaten en spelers die in de competitie speelden. Bij de atleten stelde Van Rossum via de technische staf van de Atletiekunie een groep talenten en een groep anderen samen. Zijn definitie van het begrip talent is de veel geciteerde omschrijving uit het klassieke talentontwikkelingsonderzoek van de Amerikaan Benjamin Bloom: iemand met een ongebruikelijk hoog niveau van kunde, prestatie of vaardigheid, die dat ook heeft gedemonstreerd. Iemand die heeft aangetoond iets veel beter te kunnen dan verwacht zou kunnen worden, bijvoorbeeld van iemand van die leeftijd, is een talent. In deze betekenis van talent gaat het bij een talent dus niet in de eerste plaats om (veronderstelde) toekomstige mogelijkheden, maar om aangetoonde kunde, om het bereikt hebben van uitmuntend niveau. In Van Rossums talentonderzoek bepaalde niet de onderzoeker, maar de betreffende sportbond wie in de groep van talenten, dat wil zeggen: in de groep van de uitblinkers, werd opgenomen. Progressie Het belangrijkste onderzoeksresultaat is dat de sporters niet in de eerste plaats uit zijn op het wedstrijdresultaat, maar op de eigen progressie, ofwel: beter worden in de sporttaak. Dat zegt hij zelf, nu hij ruim de gelegenheid heeft gehad terug te kijken op het onderzoek dat in 2005 werd afgesloten met een onderzoeksrapport, en in de afgelopen jaren nog een serie aanvullende analyses heeft kunnen uitvoeren. Dit bleek voor meisjes en jongens zowel te gelden voor de talentgroep als de vergelijkingsgroep en zowel voor de teamsport volleybal als de individuele sport atletiek. En het bleek ook gedurende de periode van het onderzoek (acht jaar) niet te veranderen: sporters richtten zich niet sterker op het wedstrijdresultaat ( winnen ) als ze ouder worden. Sporters richtten zich niet sterker op het wedstrijdresultaat ( winnen ) als ze ouder worden. Van Rossum verwijst naar internationale literatuur over dit thema, waar wordt gesproken van a healthy philosophy of winning, een gezonde instelling dus: winnen is belangrijk, dat is het uitgangspunt als je aan een wedstrijd begint. Maar de overwinning is slechts een 26
doel op de korte termijn en niet het belangrijkste in een langdurige sportcarrière. Hij wijst op het onderzoek van de Amerikaanse sportwetenschappers Frank Smoll en Ronald Smith die hun bevindingen samengevat hebben in een handleiding voor effectief begeleiden: Coaches who never lose: making sure athletes win, no matter what the score is. (Er is een Nederlandse vertaling die inmiddels door duizenden Nederlandse trainer-coaches aangeschaft is.) Nu zijn er uiteraard verschillen tussen spelers. De ene persoon is veel meer gericht op het verbeteren van de eigen vaardigheden en prestaties (ook wel taakgericht genoemd), voor de ander telt vooral het resultaat. Binnen een team kunnen conflicten ontstaan als sporters met een heel verschillende instelling moeten samenwerken, zeker in de training. Taakgerichte sporters kunnen goed uit de voeten in een team of vereniging waar het ontwikkelen van hun talenten prioriteit krijgt. Maar ze raken in verwarring als ze louter aangesproken worden op de resultaten. Voor spelers die louter voor de winst gaan, geldt het omgekeerde. Van Rossum: Dat betekent dus dat je als coach de sporters individueel moet benaderen en van ieder moet weten hoe je hem of haar het beste kunt motiveren. Van de ruim 350 deelnemers aan het eerste onderzoek, golden er 178 als talent. Acht jaar later blijken er 22 de top te hebben bereikt (plus nog een jongere die aanvankelijk als gewone wedstrijdsporter aan het onderzoek deelnam). Het blijkt moeilijk het uitgroeien 27 Ruwe_Diamant_binnenwerk(6)_.indd 27 12-09-11 15:49
Ruwe diamanten - Talentontwikkeling in de sport tot topper goed te voorspellen. Doorslaggevend voor een succesvolle sportcarrière is vooral de bereidheid heel veel te trainen, zo wijst het onderzoek uit. Zelf noemen de geslaagde toppers inzet en doorzettingsvermogen als belangrijke eigenschappen. Ze zijn bovendien emotioneel sterk verbonden met hun sport (ze tonen commitment ) èn blijken in staat echt te kiezen. Al is dat in sport minder duidelijk dan in bijvoorbeeld muziek en ballet, waarnaar ik ook onderzoek deed, zo ondervond Van Rossum. Daar zijn jongeren meer bereid om alles opzij te zetten voor hun carrière. Wie te veel op resultaat is gericht, kan ook niet omgaan met tegenvallers. Hoeveel ambitie je ook hebt, je moet in de tijd ruimte zoeken om te leren omgaan met winst èn verlies en om oplossingen te zoeken voor de dingen die niet lukken, zegt Van Rossum. Hij heeft de indruk dat enkele nieuwe coaches in de huidige Eredivisie betaald voetbal sterk taakgericht begeleiden. En als er dan ook nog goede resultaten behaald worden, met een herkenbare manier van verzorgd voetbal, dan kan zo n trainer-coach een belangrijke voorbeeldfunctie hebben. Ze zijn erop gericht dat hun spelers de taken goed uitvoeren en in de organisatie blijven spelen. Ze werken aan het zelfvertrouwen en leggen minder nadruk op het resultaat. Dat hoor je bijvoorbeeld aan de manier waarop ze commentaar geven na afloop van een gespeelde wedstrijd. Resultaat Wie te veel op resultaat is gericht, kan ook niet omgaan met tegenvallers. Dan hoor je van sporters opmerkingen als een finale moet je leren spelen. Wat een onzin! Hoeveel kansen krijg je op een olympische finale? Je moet je kansen optimaliseren en dat betekent dat je ook in zo n situatie in staat moet zijn taakgericht te blijven en je niet uit je ritme te laten halen. Was de olympische finale van de waterpolovrouwen in Peking ook niet voor de meesten een nieuwe ervaring? Nederland haalde bij het vrouwenvolleybal de Olympische Spelen in Peking niet. Hadden die vrouwen te weinig finale-wedstrijden gespeeld om in het olympische kwalificatietoernooi hun eigen niveau te halen? Mijn indruk is dat Nederland z n trainer-coaches nog niet zo goed opleidt, dat er nog belangrijke stappen te maken zijn in de psychologische begeleiding van talenten, zodat ze beter voorbereid zijn als volwassen sporter. Welke trainer-coaches zijn echt in staat om, in navolging van mijn onderzoeksresultaten, juist ook in het mentale aspect hun sporters beter te maken? En de trainer-coach die dat wel kan en doet, moet altijd rekening houden met ouders die agressief langs de lijn staan aan te moedigen en alleen maar kunnen denken aan de uitslag van de wedstrijd. Je houdt je spelers in de kleedkamer nog voor dat ze vooral taakgericht moeten zijn, maar als ze het veld opkomen horen ze alleen maar: En wel winnen hoor! Dan zie je de focus alweer verschuiven. Kortom: als je wilt winnen, moet je het vooral niet over winnen hebben. Er is dus voor een trainer-coach ook een taak weggelegd voor het 28
Sport en Kennis Deze preview is een gedeelte uit het boek: Ruwe diamanten Talentontwikkeling in de sport Meer informatie Voor meer artikelen en andere uitgaven kunt u terecht op www.sportenkennis.nl