Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven dat de prijs van arbeid (p l ), per eenheid bedraagt en dat de vaste, bedragen. a. Bereken de ontbrekende gegevens van de tabel. b. Teken in één grafiek: de gemiddelde variabele-curve, de gemiddelde-totalecurve en de totale-curve. N.B.: Bij de constructie van de marginale-curve moeten de waarden bij de juiste -waarden worden getekend. Bijvoorbeeld: MC = hoort bij = / =,. totale productie input vaste totale l VC = p. l l FC TC gem. VC - gem. tot TC /= /= marg. VC /= /=, Opgave Waarom komen in de tekening van opgave de curven van de gemiddelde totale en de gemiddelde variabele bij toenemende productie steeds dichter bij elkaar te liggen? Opgave Stel, een bedrijf kan de productie slechts op vijf verschillende schalen realiseren. De gemiddelde zijn voor elk van deze vijf mogelijkheden gegeven: Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /
Bedrijfsgrootte,,,,, Q Bedrijfsgrootte,,,,, Bedrijfsgrootte,,,,, Bedrijfsgrootte,,,,, Bedrijfsgrootte,,,,, a. Schets de vijf gemiddelde-curven in één grafiek en leid grafisch de planningcurve af. b. Welke bedrijfsgrootte zal het bedrijf op de lange termijn kiezen? Opgave In onderstaande figuur is de lijn b het langetermijnexpansiepad van een willekeurige producent. De symbolen hebben de gebruikelijke betekenis. Indien p k = p l =,, bereken dan de totale langetermijn en de gemiddelde langetermijn en teken de planningcurve. Opgave In de onderstaande figuur zijn twee verschillende productieprocessen grafisch weergegeven. a. Teken de totale-curve en de gemiddelde-totale-curve voor de lange termijn die horen bij deze productiecurven. Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /
b. Waarom passen de in onderdeel a getekende curven niet bij een productiefunctie uit de traditionele theorie? Opgave Door het ontstaan van één grote interne Europese markt in konden er tegelijkertijd verschillende soorten voordelen worden behaald. Maak met behulp van een figuur duidelijk wat het verschil is tussen voordelen die worden behaald door: a. schaalvergroting; b. het wegwerken van X-inefficiënties; en c. de reductie van een grote variëteit aan nationale productstandaarden. Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /
Uitwerkingen Opgave totale productie input vaste totale gem. l VC p l l VC b. - /= /=,,,,,,, gem. tot TC /= /=,,,,,,, marg. VC /= /=,,,,,,, Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /
Opgave Bij een kleine productieomvang is het aandeel van de vaste in de totale erg groot. Indien de productie toeneemt, worden de vaste over steeds meer productieeenheden uitgesmeerd. Dus dalen de vaste per eenheid product. Hierdoor wordt het verschil tussen de gemiddelde totale (GTC) en de gemiddelde variabele (GVC) steeds kleiner en dus komen de bijbehorende curven steeds dichter bij elkaar te liggen (zie de figuur bij opgave b). De gemiddelde vaste houden op te dalen als het noodzakelijk wordt om nieuwe machines aan te schaffen om verdere productiegroei mogelijk te maken. Dan gaan de gemiddelde vaste met een sprong omhoog en dalen daarna weer bij een grotere productieomvang. De gemiddelde-vaste-curve verloopt dan zoals in de bovenstaande figuur is aangegeven. Opgave a. Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /
b. Op de lange termijn zal men kiezen voor bedrijfsgrootte. Daar kan immers worden geproduceerd tegen de op lange termijn laagste gemiddelde. Opgave Lees uit de tekening af welke combinaties van arbeid en kapitaal worden gekocht in de optima. De totale voor de lange termijn vinden we door de hoeveelheden productiefactor te vermenigvuldigen met de prijzen. De gemiddelde vinden we door de totale te delen door de productieomvang. Deze berekeningen zijn weergegeven in de onderstaande tabel, gevolgd door de tekening van de planningcurve. k l TC lt,, GTC lt =TC lt /,, Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /
Opgave a. b. De hierboven getekende totale- en gemiddelde-totale-curven passen niet bij de traditionele theorie, omdat deze geen degressief afnemend en vervolgens geen progressief toenemend traject hebben en dus niet beantwoorden aan de wet van het toe- en afnemende grensproduct. De GTC lt -curven zijn echter niet van de TC-curven af te leiden, omdat op de lange termijn de productiecapaciteit variabel is, terwijl deze op de korte termijn constant is. De vorm van de GTC lt -curve wordt daarom niet door de wet van het toe- en afnemend grensproduct bepaald, maar hangt af van de aan- of afwezigheid van schaalvoordelen en/of schaalnadelen. Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /
Opgave a. b. In een grafiek worden voordelen door schaalvergroting weergegeven door een beweging langs de gemiddelde-totale-curve, ook wel planningcurve genoemd, tot het punt of traject met minimale bereikt is. Deze potentiële schaalvoordelen zijn echter alleen te behalen als er een minimale bedrijfsgrootte, die bekend staat als de minimale efficiënte bedrijfsgrootte (MES), is bereikt. Dat is dus de kleinste bedrijfsomvang waarbij op de lange termijn de totale per eenheid product het laagst zijn. Bovenstaand figuur (a) geeft de reductie weer als de bedrijfsgrootte toeneemt van ½ MES naar MES als we uitgaan van een U-vormig verloop van de planningcurve uit de traditionele theorie en figuur (b) en (c) voor respectievelijk een L-vormige en een asymptotische planningcurve uit de moderne theorie. Kostenvoordelen als gevolg van het wegwerken van X-inefficiëntie worden in een figuur voorgesteld als een beweging van de gemiddelde-totale-curve, zoals aangegeven in de figuur bij deze uitwerking. Er treedt een daling van de productie per eenheid product op bij elke bedrijfsgrootte. In de figuur wordt de daling bij een productieomvang voorgesteld door het lijnstuk XX' en bij een productie van door het lijnstuk ZZ'. Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /
c. Voorbeelden van veroorzaakt door het bestaan van verschillende nationale productstandaarden zijn die moeten worden gemaakt voor noodzakelijke aanpassingen van het productieproces teneinde te kunnen voldoen aan de standaard. Productie stijgen ook door een vermenigvuldiging van onderzoeks- en ontwikkelings, door de eis om testen op toelaatbaarheid van producten in individuele landen te herhalen, door de noodzaak van extra opslag en/of transport, enzovoort. Met andere woorden, een variëteit aan nationale productstandaarden leidt tot X-inefficiënties in de productie. Een ander nadeel is dat producenten soms gedwongen zijn om te produceren op een schaal die onder de minimale efficiënte schaal ligt. Dit zal vooral zo zijn als de nationale markt relatief klein is. Een relatief kleine markt kan tevens betekenen dat de concurrentiedruk laag is, waardoor de kans op X-inefficiënties verder toeneemt. Uit het voorgaande kunnen we concluderen dat het harmoniseren van standaarden kan leiden tot reductie door een combinatie van enerzijds de mogelijkheid tot schaalvergroting van de productie en anderzijds een toename van de interne efficiëntie. De weergave van dit proces bij een U-vormige planningcurve in de figuur bij deze uitwerking laat dus zowel een beweging langs als van de planningcurve zien. Het lijnstuk XX' geeft de daling door het wegwerken van X-inefficiënties weer en de beweging van X' naar X'' die tengevolge van schaalvergroting. Extra opgaven Toegepaste micro-economie, hoofdstuk blz. /