1 De bepaling van de optimale productiegrootte
|
|
- Diana Willems
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem op: Wat is de optimale productiegrootte? Winstmaximalisatie Wat is optimale productiegrootte? Bij welke productieomvang is de winst maximaal Geef de formule voor de totale winst te berekenen. TW (totale winst) = TO (totale opbrengst) TK (totale kost) Wat is de productiefunctie? Geeft het verband tussen enerzijds de omvang van de productie en anderzijds de hoeveelheid ingezette productiefactoren Wat is de productiviteit? Output producten/ input productiefactoren Welke productiefactoren moet men inzetten om tot de productie te komen? natuur, arbeid, kapitaal (ondernemingsschap) Wat is het verschil met productie op lange of korte termijn? Productie op lange termijn worden alle kosten variabel. Productie op korte termijn = productie bij constante hoeveelheid kapitaal goederen. Ga na in hoeverre in onderstaande voorbeelden sprake is van een beslissing op korte of lange termijn. a. In een vestiging van Delhaize is beslist naast de bestaande kassa s een self-kassa te openen. b. De regering beslist de oudste kerncentrales tien jaar langer open te houden. a & b lange termijn
2 De optimale productiegrootte is deze productieomvang waarbij: a. de omzet het hoogst is bij de gegeven totale kosten en opbrengsten; b. de totale opbrengsten min de totale kosten het grootst zijn bij de gegeven totale kosten en opbrengsten; c. de winst maximaal is. Antwoord. a & c = juist b = fout 2 De wet van de toe- en afnemende meeropbrengst. = 1 arbeider extra inzet hoeveel meer kan hij produceren. Wat is het verschil tussen een totale productie, een marginale productie en een gemiddelde productie. Totale productie(to)= opbrengst van de ingezette productiefactoren gedurende een bepaalde tijd. Marginale productie (MP)= meeropbrengst wanneer de hoeveelheid van de variabele productiefactor (arbeid) met één eenheid verhoogd wordt. De marginale arbeidsproductiviteit Gemiddelde productie(gp) = de gemiddelde opbrengst van 1 eenheid van de variabele productie-eenheid. gemiddelde arbeidsproductiviteit
3 Geef de formule om tot een Totale productie, een marginale productie en een gemiddelde productie te bekomen. Marginale arbeidsproductiviteit = TP/ A Gemiddelde arbeidsproductiviteit GP=MP Wat gebeurt er bij de wet van de toe- en afnemende meeropbrengst. Eerst weinig arbeid met constante productiefactor gecombineerd wordt inschakeling van extra eenheden doet de TP meer dan evenredig stijgen Verklaring: Stijgende productiviteit als gevolg van een efficiëntere organisatie en arbeidsverdeling.
4 De TP neemt verder toe maar minder dan evenredig omdat de productiviteit afneemt Verklaring: De productiefactor arbeid is variabel en de productiefactor kapitaal constant blijft. teveel arbeiders lopen elkaar in de weg Wat is het verzadigingspunt? Het inzetten van een extra- eenheid arbeid veroorzaakt geen toename meer van de TP Hoe wordt kan het verzadigingspunt negatief worden? Constante productiefactor achtereenvolgens toevoegen van eenheden van de variabele productiefactor TP eerst meer dan evenredig en dan minder dan evenredig toeneemt met de variabele productiefactor na het verzadigingspunt begint TP te dalen en wordt negatief Wanneer geldt de wet van toe- en afnemende meeropbrengst? Korte termijn : 1 constante PF + 1 variabele PF Niet op lange termijn Niet van toepassing als de grootte van het bedrijf verandert en er geen constante productiefactor is 3 Het kostenverloop Wat zijn productiekosten? Kosten die men maakt om een product te kunnen produceren. Hoe kan men deze kosten indelen? 1. Variabiliteit 2. De mate van afhankelijkheid van de bedrijfsdrukte Vaste en variabele kosten 3.1 De totale constante kosten (TCK) Wat zijn totale constante kosten? Een deel van de productiekosten blijft constant op korte termijn. bv: afschrijvingen, verzekeringen, prijzen kunnen schommelen
5 Hoe kunnen ze veranderen? Blijven per tijdsperiode onveranderlijk binnen de gegeven productiecapaciteit= KT Veranderen niet met de omvang van de productie Bij een tariefstijging 3.2 De Totale Variabele Kosten (TVK) Wat zijn de totale variabele kosten? Afhankelijk van productieomvang Variabele productiekosten op KT
6 3.3 De totale kosten (TK) Wat zijn de TK? TK = TCK + TVK Wanneer de productieomvang op korte termijn minder dan evenredig toeneemt, dan: a. verlopen de totale variabele kosten progressief stijgend; b. verloopt de marginale productie dalend; c. verlopen de totale variabele kosten degressief stijgend; d. verloopt de marginale productie stijgend Antwoord b Welke van de volgende kosten zijn variabel? a. De brandverzekering van een fabrieksgebouw.
7 b. De wedde van een bediende boekhouding. c. Ijzererts voor de hoogovens. d. De verwarming van een fabrieksgebouw e. De drijfkracht van de machines. Antwoord c & d 3.4 De gemiddelde en marginale kosten Wat zijn gemiddelde kosten? De kosten in verhouding per eenheid product Wat is zijn de gemiddelde constante kosten? GCK = zijn de totale constante kosten gedeeld door de productieomvang formule: TCK Q Wat zijn de gemiddelde variabele kosten? GVK = zijn de totale variabele kosten gedeeld door de productieomvang formule: TVK Q Wat zijn de gemiddelde totale kosten? GTK = zijn de totale kosten gedeeld door de productieomvang Wat zijn de marginale kosten? MK = zijn de extra kosten die ontstaan door de productie met één eenheid uit te breiden.
8 Formule: : Delta TVK / Delta Q of Delta TVK/ Delta Q bv: indien het bedrijf haar productie van 68 tot naar 90 ton opvoert: 725 EUR 625 EUR = +4,55 EUR/ton 90 ton 68 ton Het minimum van de GVK = de optimale bezetting Het minimum van de GTK = de technisch optimale punt Besluit: De GCK dalen voortdurend als de productieomvang stijgt. TCK op korte termijn blijft ongewijzigd elke productietoename liggen ze meer verspreid Verloop GTK
9 Verloop MK Geef aan hoe de totale variabele kosten verlopen indien de gemiddelde variabele kosten constant zijn. a. de TVK verlopen proportioneel stijgend b. de TVK verlopen dalend c. de TVK verlopen degressief stijgend d. de TVK verlopen progressief stijgend Antwoord D Welke bewering is correct: Stijgende gemiddeldekosten zullen de marginalekosten? a. stijgen; b. lager zijn dan de gemiddelde totale kosten; c. hoger zijn dan de gemiddelde totale kosten. Antwoord c 4 Het opbrengstverloop Naar wat streeft een producent? Naar winstmaximalisatie Formule: opbrengst kosten
10 Wat is het verschil tussen een prijszetter en een prijsnemer? Een prijszetter = Als de ondernemer tot op zekere hoogte invloed kan uitoefenen op de prijzen. Een prijsnemer = Is als de ondernemer geen invloed kan uitoefenen op de verkoopprijs Wanneer heeft men een volkomen concurrentie? veel vragers en aanbieders homogeen product transparante markt toegankelijke markt Wat is prijs? Is een gegeven of prijsafzetcurve is een Cte Het verloop van de totale opbrengst
11 Prijsafzetcurve onder volkomen concurrentie GO : TO = (P *Q) Q=P Q Verder is bij volkomen concurrentie MO=P Of bij volkomen concurrentie P =GO = MO Totale opbrengst : TO= P x Q= omzet Gemiddelde totale opbrengst: GO= TO/Q = P x Q/ Q= P Marginale opbrengst: MO= P= GO
12 5 De optimale productiegrootte bij volkomen concurrentie (= evenwicht van de producent) De producent streeft naar winsmaximalisatie of TO TK bereikt een maximum of zolang MO > MK of waar MO-curve de MKcurve snijdt. Figuur 1 Figuur2 Break even is omzet waarbij het resultaat = 0 Totale opbrengst= totale kosten
13 Hoe gebeurt de winstmaximalisatie? TK en TO vergelijken MO en MK vergelijken!opmerking Afzet is niet gelijk aan Afzet = Q Omzet = P. Q Vergelijking TK en TO Break even Vergelijking MO en MK
14 Waar is de totale maximale winst? Het is de marginale winst die aanduidt of de totale winst maximaal is of niet. Zolang de marginale opbrengst(= MO) van een extra-eenheid groter is dan de marginale kost(=mk) van die eenheid, realiseert de ondernemer op deze eenheid extra winst 6 De afleiding van de aanbodcurve 6.1 De individuele aanbodcurve Hoe reageert de producent bij verandering van de prijs? (ceteris paribus) bij volkomen concurrentie of P = MO = GO P= 6,00 EUR Indien de marktprijs 6,00 EUR bedraagt, zal het bedrijf 125 ton (punt A) produceren. Bij de aldus bekomen optimale productiegrootte geldt: P=GO=GVKmin
15 P = 6,98 EUR Indien de marktprijs stijgt naar 6,98 EUR is de optimale productiegrootte 131 ton(punt B). Nu geldt: P=GO=GTK: er is winst noch verlies P = 7,75 EUR Indien de marktprijs P= 7,75 EUR bedraagt, produceert het bedrijf 136 ton (punt C). Bij de aldus bekomen optimale productiegrootte geldt: P=GO>GTK: er is winst (gekleurde rechthoek)
16 P= 12,5 EUR Voor een P = 12,5 EUR geldt in het punt D eveneens MO = MK (148 ton) Uitleg bij de grafieken? Verbinden we de gevonden punten dan krijgen we een curve die het verband weergeeft tussen de aangeboden hoeveelheid van een goed en een reeks prijzen van dat goed Indien P = 5 dus een optimale productiegrootte zet men de productie stop. Men produceert niet minder dan 125 ton omdat op dat ogenblik de opbrengst zelfs de variabele kosten niet meer goedmaakt.--> Verlies neemt toe bij verdere productie Besluit: Aanbodcurve = MK-curve Beginpunt? Aanbodcurve = stijgend deel van MK-curve vanaf het GVKmin (snijpunt MK & GVK) P = GO < GVKmin productie stoppen A. P = GO = GVKmin verlies, maar verder produceren B. P = GO = GTK winst noch verlies C. P = GO > GTK winst
17 6.2 Een beweging langs de individuele aanbodcurve. Hoe komt deze beweging tot stand? Door een prijswijziging Verband tussen aangeboden hoeveelheid en de prijs Individuele aanbodcurve valt samen met de MK-curve (stijgende gedeelte vanaf het minimum van de GVK-curve) Bij P = GO<GVK (verliessituatie waarbij men de productie zal stopzetten) Uitleg: Er bestaat een positief verband tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid van een bepaald goed. Vandaar dat de aanbodcurve stijgend verloopt. 6.3 Verschuivingen van de individuele aanbodcurve Wanneer ontstaat er een verschuivingen van de individuele aanbodcurve? Bij constante prijzen Bij een wijziging in de kostensstructuur Bv. WG-bijdragen Dalen MK Dalen Aanbodcurve verschuift naar rechts
18 Bespreek olieprijsstijgingen? Olieprijsstijgingen bij gelijkblijvende prijs geven aanleiding tot een vermindering van de aangeboden hoeveelheid. De aanbodcurve verschuift daardoor naar links. 6.4 De collectieve of marktaanbodcurve Wat is de collectieve of marktaanbodcurve? Het is voldoende de som te maken van alle individuele aanbodcurven bij een gegeven prijs Lucas= 8 eenheden Willen= 4 eenheden. Min prijs van 0,50= 3 Max prijs = 1,25= 12 Waarom veranderen de MK? Verandering van de productiviteit van de productiemiddelen Productiviteit Stijgt MK Daalt Aanbodcurve nr rechts Verandering van de prijzen van de productie middelen Loonkosten Stijgen MK Stijgt Aanbodcurve nr links Verandering van het aantal aanbieders Aantal aanbieders Daalt Aanbodcurve nr links
19 7 De breakevenanalyse Wat is de breakevenomzet? =Is omzet (hoeveelheid) waarbij TO-TK = 0 = Minimumomzet is de omzet die moet gerealiseerd worden opdat alle kosten zouden gedekt zijn Wat is de formule? Afzet= Q Omzet = Q x P Veronderstellingen: Gelijkblijvende prijs per (eenheid) product Proportioneel stijgende variabele kosten Gelijkblijvende (vaste) constante kosten Homogene fabricage. bv: De bvba Loeki houdt zich bezig met de productie en verkoop van fitnesbroodjes. De kosten van de bvba Loeki bv. worden uitgesplitst in. - een (proportioneel) variabel deel): 0,80 EUR per finessbroodje - een constant deel: EUR per jaar. De marktprijs van het fitnessbroodje bedraagt 2,20 EUR.
20 Hoeveel fitnessbroodjes dienen we per jaar te verkopen om verlies noch winst te maken? Bij de breakevenafzet zijn de totale opbrengsten gelijk aan de totale kosten: TO = TK P*Q = TCK + TVK P* Q = TCK + (GVK*Q) (P*Q)- (GVK*Q) = TCK (P-GVK) *Q = TCK Q= TCK of OF Q= TCK (P-GVK) constributie per eenheid In het voorbeeld wordt dit: EUR = fitnessbroodjes. 2,20 EUR/Fitnessbroodje 0,80 EUR per fitnessbroodje Contributiemarge= 2,20-0,80= 1,40 EUR/FB Figuur breakeven:
21 Hoeveel broodjes moeten we verkopen als een winstmarge van 10 % willen hebben 8 De prijselasticiteit van het aanbod Wat is de prijselasticiteit van het aanbod? De mate waarin de aangeboden hoeveelheid van een bepaald goed gevoelig is voor een wijziging in de prijs van dit goed. Verband tussen prijs en de aangeboden hoeveelheid bv: Bij een prijs van 0,25 EUR per kg biedt men op de veiling 500 kg aardappelen aan. Bij een prijs van 0,30 EUR biedt men 600 kg aan. Bereken de elasticiteitscoëfficiënt van het aanbod en wat betekent deze getalwaarde?
22 Wat is de betekenis? Prijsverhoging van 20% leidt tot een stijging van de aangeboden hoeveelheid met 20% Voor de prijselasticiteit van het aanbod onderscheiden we de volgende situaties: Unitair prijselastisch aanbod Unitair Prijselastisch aanbod Ea= +1 Dit betekent dat een bepaalde prijsverandering (bv. +10%) leidt tot een evenredige verandering van de aangeboden hoeveelheid (dus +10%) Prijselastisch aanbod Prijselastisch aanbod Ea> +1 Dit betekent dat een bepaalde prijsverandering (bv. +10%) leidt tot een meer dan evenredige verandering van de aangeboden hoeveelheid (dus +20%) Prijsinelastisch aanbod Prijsinelastisch aanbod Ea< +1 Dit betekent dat een bepaalde prijsverandering (bv. +10%) leidt tot een minder dan evenredige verandering van de aangeboden hoeveelheid (dus +5%) Volkomen Prijselastisch aanbod Ea= + Er bestaat geen verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid. Dit betekent dat men bij een bepaalde prijs heel weinig of heel veel kan aanbieden. De aanbodcurve heeft een horizontaal verloop. Geen verband tussen P en Qa
23 Volkomen Prijsinelastisch aanbod Ea= 0 Een prijsverandering heeft geen verandering in de aangeboden hoeveelheid tot gevolg. Op zeer korte termijn kan men de productie van bv. bederfelijke goederen niet aanpassen. De aanbodcurve heeft een verticaal verloop. Veiling! Ea = altijd een positief getal Welke factoren beïnvloeden de prijselasticiteit van het aanbod? Aard van het product: Landbouwproducten zijn niet gelijk aan Industriële producten Landbouwproducten zijn inelastischer dan industriële producten De beschouwde tijdsperiode: Lange termijn is niet gelijk aankorte termijn Op lange termijn elastischer dan op korte termijn
Oefeningen Producentengedrag
Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De
Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn?
Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn? 1 Intro Een onderneming produceert 3 000 eenheden van haar product en maakt daarbij 27 500 euro kosten. De variabele kosten verlopen
OVER OMZET, KOSTEN EN WINST
OVER OMZET, KOSTEN EN WINST De Totale Winst (TW) van bedrijven vindt men door van de Totale Opbrengsten (TO), de Totale Kosten (TK) af te halen. Daarvoor moeten we eerst naar de opbrengstenkant van het
Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt?
Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt? 1 Intro Peter en Stefanie zijn door de microbe van Mijn restaurant gebeten en willen zelf een restaurant opstarten waar enkel gewerkt
1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:
Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt
Domein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden
3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een
Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische
1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als
1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie
1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering
Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.
1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe
1 Markt en marktvormen
1 Markt en marktvormen Wat is het verschil tussen een markt en een marktvorm? Markt= Concrete markt, plaats waar vragers en aanbieders van een bepaald goed elkaar ontmoeten en transacties afsluiten Marktvorm
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt
Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen
Extra opgaven hoofdstuk 12
Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.
LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:
Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:
Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3
Domein D: Concept markt Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Winst = omzet kosten TW = TO TK TO = 2000 TK = 1500 TW = 500 Omzet per product = gemiddelde omzet = prijs = GO TO = 2000 Als afzet is
Domein D: markt (module 3) vwo 4
1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over
Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.
Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Domein markt: volkomen concurrentie
Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW
Prijsvorming bij monopolie
Prijsvorming bij monopolie Wanneer we naar het evenwicht van de monopolist op zoek gaan, gaan we op zoek naar die afzet en die prijs waar de monopolist een maximale winst bereikt (of minimaal verlies).
Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet
Samenvatting Economie Module 2, 3, 4
Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk
Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn
Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19
Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting door een scholier 1806 woorden 8 april 2003 6,5 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie, Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19.
Samenvatting Economie. Hoofdstuk 00: inleiding.
Samenvatting Economie. Hoofdstuk 00: inleiding. Doel van de economische wetenschap. Studeren: overheid betaalt een groot deel van de studiekosten. Bijna alle menselijke handelingen hebben een economisch
7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet
Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte
Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting
Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten
Katern 2 Markten en welvaart
Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de
Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst
Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst Vakdidactiek Algemene Economie, Masters jaar 2 In opdracht van: dhr. Peter Voorend Instituut: Hogeschool van Amsterdam Gemaakt door: Natasha Pers Naam docent: Vak:
Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Samenvatting Economie Consument en Producent
Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel
Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Module 7 Antwoorden. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie
Module 7 Antwoorden Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Verantwoording 2010, Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO. Voor deze
Oefeningen op monopolie
Oefeningen op monopolie Oefening : De NV Imolex brengt als enige onderneming het product Mico op de markt. Met de op korte termijn gegeven productiecapaciteit kunnen maximaal 5.000 eenheden per maand worden
I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.
1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de
Samenvatting Economie Module 2
Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht
Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1
Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1 Vraag 1 (H1-14) Een schoenmaker heeft een paar schoenen gerepareerd en de klant betaalt voor deze reparatie 16 euro. De schoenmaker
HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht
Naam: Nummer: HT: Vraag en aanbod - marktevenwicht Klas: 5 ECMT Lkr.: R. De Wever 20 september 202 20 Vraag : (2 ptn) ACTUA: Apple. Wie is de huidige CEO? Tim Cook. 2. Waarom kwam Apple afgelopen week
Samenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
1 Het doel van de economische wetenschap
1 Het doel van de economische wetenschap Legt zich toe op het bestuderen van een keuzeprobleem. Vb. Wat ga je doen met je zakgeld? Het is belangrijk om inzicht te hebben in economische principes: Grafiek:
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert Prof. Dr. André Van Poeck 15-19 november 2012 1. Welke uitspraak is fout? A. De curve van productiemogelijkheden illustreert het begrip
Economie Module 2 & Module 3 H1
Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel
Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie
Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen
Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van
2 Constante en variabele kosten
2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet
Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.
Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus
SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag
Remediëringstaak: Vraag en aanbod
Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: a. Stijging olieprijs blijft beperkt. Je moet een grafiek tekenen waarin je je aanbod naar links laat verschuiven (aanbod daalt) (wegens pijpleidingen die
Dit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur.
Voorwoord Dit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur. Dit overzicht is geschreven naar eigen inzicht van
Kruislingse prijselasticiteit Complementair aanvullend (negatief) Substituut vervangend (positief)
Prijs Ev = %Δq / %Δ Ev = Geen reactie volkomen rijsinelastisch Ev tussen en -1 Een beetje inelastisch (rimaire, normale goederen) Ev onder de -1 Veel elastisch (luxe goed) Toeassing inelastisch P stijgt
Markt. Kenmerken van marktvormen:
1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van
Domein D markt. Zie steeds de eenvoud!! Grafieken en rekenen Uitwerkingen. Frans Etman
vwo 5 Frans Etman Domein D markt Zie steeds de eenvoud!! Grafieken en rekenen Uitwerkingen Opgave 1 1. Bereken het consumentensurplus en het producentensurplus. Consumentensurplus 3*3000*0,5= 4500 euro
Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten
Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid
Samenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 3664 woorden 3 november 2008 6,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Consument en Producent Samenvatting. Makkelijk: * Te doen: **
Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats.
Concrete markt: vragers, aanbieders, roduct o een beaalde laats. Abstracte markt: vraag en aanbod bealen de rijs (denkmodel) Volkomen concurrentie Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Transarante markt
Herhaling vwo 4. Module 1, 2 en 3. Herhaling vwo 4 module 1, 2, 3. Domeinen ruil, schaarste, markt.
Herhaling vwo 4 Module 1, 2 en 3 1 Problemen 1. Overzicht over de stof 2. Vergelijkingen oplossen 3. Oplosstappen TWmax 4. Tekenen van grafieken 5. Leerwerk verbeteren 6. Lezen van opgaven (m.i. grootste
Samenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2397 woorden 9 januari 2011 5,1 1 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat
EXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018
EXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018 (het examen bestaat uit 25 multiplechoice-vragen, u start op -5 en er is geen giscorrectie. De nadruk ligt op redeneren en economische mechanismes. ) 1) 1e wet
Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn
Op zoek naar een spijkerbroek
Hoofdstuk 2 Op zoek naar een spijkerbroek 2.23 2.24 2.25 2.26 2.27 2.28 2.29 2.30 2.31 2.32 D A A D B C D B C A 2.33 a. P = 6 Qv = -0,8 6 + 20 = 15,2 15.200 stuks. b. Omzet = P Qv = 6 15.200 = 91.200.
Grafieken Economie Hoofdstuk 7
Economie: Grafieken Hoofdstuk 7 1 Inhoud Grafieken Economie Hoofdstuk 7 door ieter Nobels ONDERNEMERSGEDRG BIJ OLKOMEN CONCURRENTIE... 3 GLOBL MRKTEENWICHT... 3 ERSCHUIINGEN N RG- EN NBODCURE (GLOBLE MRKT)...
A ; B ; C ; D Géén van de alternatieven A, B en C is CORRECT.
Vraag 1 De vraagcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q d = 200 P. De aanbodcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q s = 2*P 40. Stel dat de overheid de totale omzet
Samenvatting Economie Micro-economie
Samenvatting Economie Micro-economie Samenvatting door een scholier 3691 woorden 31 mei 2011 8,2 37 keer beoordeeld Vak Economie Micro-economie HOOFDSTUK 2 HET DICTAAT VAN DE MARKT (VOLKOMEN CONCURRENTIE)
Samenvatting Economie Vraag en Aanbod
Samenvatting Economie Vraag en Aanbod Samenvatting door Y. 1883 woorden 5 juli 2017 8,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Concrete markt-->vragers en aanbieders komen op bepaalde
De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p).
1. Prijselasticiteit van de vraag De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p). %-verandering gevraagde hoeveelheid (gevolg)
Vijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5
ijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5 Opgave 1 Gegevens: q a = 0,6p ; q a : aanbod tarwe van boeren in de EU q v = -0,1p + 40; q v : vraag naar tarwe binnen de EU (q: hoeveelheid
2 Katern Consumenten en producenten
Vwo-katern 2 Consumenten en producenten hoofdstuk 1 Consumenten en producenten 2 Katern Consumenten en producenten hoofdstuk 1 Het gedrag van de consument Opdracht 1 a Bijvoorbeeld via reclame of via prijsacties.
Hoofdstuk 7: Productie en Kosten
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 7: Productie en Kosten 1 Productie en Kosten Constructie van kostenfunctie Resultaat van optimale keuze van productiefactoren gegeven prijzen gegeven te produceren output
LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Evenwichtspri js MO WINST
Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders
Samenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2499 woorden 17 mei 2004 6,6 64 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT EN PRODUCENT Hoofdstuk 1 De klant Een marktaandeel geeft
UIT doelstellingen en grafieken
Vraaglijn is prijs-afzetlijn. De vraaglijn die we kennen van de perfect werkende markt, zien we terug bij de niet perfecte marktvormen. Het drukt nu de betalingsbereidheid van de klant voor het specifieke
Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie
3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent
Extra opgaven hoofdstuk 11
Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven
Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent
Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Pro Samenvatting door een scholier 2932 woorden 4 mei 2004 7,2 52 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 5 Hoofdstuk
UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.
Bestedingscategorieën: categorie waaraan geld bested kan worden, als alcohol, belastingen en vervoer.
Samenvatting door een scholier 1942 woorden 18 juli 2015 4,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Budget: bepaald bedrag Budgetonderzoeken: aan welk product geeft een
Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.
www.jooplengkeek.nl Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. De omzet is dus gelijk aan de kosten. Om het break-evenpunt te berekenen gaan
Samenvatting Economie Rekonomie
Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook
Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod
Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk
6,3. Samenvatting door een scholier 2646 woorden 23 juni keer beoordeeld. Economie Lesbrief Vervoer Hoofdstuk 1 t/m 5
Samenvatting door een scholier 2646 woorden 23 juni 2011 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie Lesbrief Vervoer Hoofdstuk 1 t/m 5 Hoofdstuk 2 Opbrengst, totale kosten en winst De opbrengst
Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)
Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Vrije toe- uittreding Transparante
1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.
Samenvatting door een scholier 1547 woorden 16 april 2007 5,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie Module 2. Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren
Samenvatting Economie Hoofdstuk: 6, 9, 10 en 12
Samenvatting Economie Hoofdstuk: 6, 9, 10 en 1 Samenvatting door M. 3141 woorden 7 maart 015 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 6. 6.1 besteedbaar inkomen = bruto arbeidsinkomen
Vraag 11. q 1 MK, MO MK ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 1 - WAAROVER EN HOE SPREKEN ECONOMEN? S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
Vraag 11 MK, MO MK MO Beschouw bovenstaande figuur. De onderneming produceert een hoeveelheid q 1. Beoordeel de volgende uitspraken: I. De onderneming zal haar winst zien toenemen indien ze meer zou produceren.
0. Inleiding Economeios Econo Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. huishouden Meios Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. leer van
0. Inleiding Economeios Econo Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. huishouden Meios Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. leer van Pas later werd het een financiële zaak 0.1 Doel van de economische wetenschap
ALGEMENE ECONOMIE /06
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Het begrip markt is niet eenduidig; er zijn verschillende markten, waaronder: F concrete markt F abstracte
Eindexamen economie 1-2 vwo I
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore
Extra opgaven hoofdstuk 13
Extra opgaven hoofdstuk 13 Opgave 1 Stel, dat een markt voor product X zich als volgt ontwikkelt. Aanvankelijk zijn er voor dit product veel aanbieders en veel vragers. Na verloop van tijd loopt de vraag
Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.
Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete
MARKT & OVERHEID. HAVO 4 Blok 4
MARKT & OVERHEID HAVO 4 Blok 4 INHOUD Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Hoofdstuk 7: De telefoniemarkt Van volledige mededinging naar monopolie Oligopolie en
De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn.
Examenvragen economie 12 juni 2002. De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn. --------------------------------------------------------------------------------- 1)
1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.
AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO 2007 1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot
Samenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 4563 woorden 25 juli 2008 6 2 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De Klant 1.1 Het marktaandeel het marktaandeel van een
Kaarten module 4 derde klas
1. Uit welke twee onderdelen bestaan de totale kosten? 2. Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 3. Geef 2 voorbeelden van vaste (of constante) kosten. 4. Waar is de totale winst gelijk aan? 5. Geef
DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO
De Eenmanszaak deel 2 VWO DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING Jannes Timmers Copyright Jannes Timmers 2015 Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op een
5,5. Samenvatting door een scholier 2992 woorden 20 oktober keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2992 woorden 20 oktober 2015 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Opbrengst, totale kosten en winst De opbrengst of omzet wordt uitgedrukt in geld (euro s) en