Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.
|
|
- Emiel van der Linden
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. De omzet is dus gelijk aan de kosten. Om het break-evenpunt te berekenen gaan we een onderscheidt maken in constante kosten en de variabele kosten. 1
2 De variabele kosten De variabele kosten zijn afhankelijk van hoeveel je verkoopt. Bijvoorbeeld: inkoopkosten, verpakkingskosten, verzendkosten, soms personeelskosten (oproepkrachten). Proportioneel variabele kosten De variabele kosten per eenheid zijn hetzelfde. Dus als de kosten per stuk 8 zijn, dan zijn de kosten voor 1 stuk 8 en voor stuks In de praktijk zal je korting krijgen als je er koopt! Degressief variabel: de kosten per eenheid worden minder. Progressief variabel: de kosten per eenheid worden meer. 2
3 Break-evenanalyse De constante kosten (ook wel vaste kosten genoemd) Constante kosten zijn vaste kosten die onafhankelijk zijn van hoeveel je verkoopt. Bijvoorbeeld: de kosten van de huur van een gebouw, de interest kosten en de vaste kosten van productiemiddelen, vaak de personeelskosten. 3
4 Break-evenanalyse De constante kosten (ook wel vaste kosten genoemd) De constante kosten zijn vast voor een gegeven capaciteit. Gaan we de capaciteit uitbreiden, dan nemen de constante kosten toe. kosten euro s aantallen Capaciteit (productie / verkoopomvang ) 4
5 Opgave 1 In les Afzet: artikelen Variabele kosten: Constante kosten: tot artikelen Bereken de totale kosten als er artikelen verkocht worden. Constante kosten: Variabele kosten: De variabele kosten per eenheid zijn: / = 1,50 De variabele kosten zijn dan: * 15 = De totale kosten zijn: =
6 Opgave 2 In les Capaciteit: artikelen Variabele kosten: Constante kosten: Bij een uitbreiding van nemen de constante kosten toe met Bereken de totale kosten als er artikelen verkocht worden. Constante kosten: Variabele kosten: De variabele kosten per eenheid zijn: / = 12 De variabele kosten zijn dan: * 12 = De totale kosten zijn: =
7 Opgave 3 huiswerk a) De variabele kosten zijn bij een productie en afzet van producten = De variabel kosten per eenheid zijn dan / = 4 b) De totale kosten bij producten zijn dan: * = c) De totale kosten bij producten zijn dan: * =
8 Opgave 4 In les Capaciteit: artikelen Totale kosten: Capaciteit: artikelen Totale kosten: Bereken de variabele kosten per product. Bereken de constante kosten. De constante kosten veranderen niet artikelen meer ( ) kosten ( ) De variabele kosten per eenheid zijn: / = 20 De variabele kosten zijn bij : * 20 = De constante kosten zijn: =
9 Opgave 5 A huiswerk Afzet: artikelen ; verkoopprijs: 30 ; inkoopprijs: 18,50 Constante kosten: Overige variabele kosten: Bereken de verwachte netto winst Omzet * 30 = Variabele kosten * 18, = Constante kosten Winst =
10 Opgave 5B huiswerk Afzet: artikelen ; verkoopprijs: 30 ; inkoopprijs: 18,50 Constante kosten: Overige variabele kosten: 5,50 per stuk Bereken de netto winst Omzet * 30 = Variabele kosten * 18, * 5,50 = Constante kosten Winst =
11 Opgave 5C+D huiswerk Bereken het verschil in de verwachte en de werkelijke winst = Splits de verschillen Brutowinst Verwacht: * 11,50 = Werkelijk: * 11,50 = Verschil: Inkoopprijs: geen verschil Variabele kosten Verwacht: Werkelijk: * 5,50 = Verschil: Constante kosten Verwacht: Werkelijk: Verschil:
12 Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. De omzet is dus gelijk aan de kosten. De omzet is: afzet * prijs De kosten zijn: constante kosten + variabele kosten De constante kosten zijn constant (vast) De variabele kosten: afzet * variabele kosten per eenheid Omzet = kosten X (afzet) * P (prijs) = C (constante kosten) + X (afzet) * V (variabele kosten) 12
13 Break-evenanalyse Break-evenanalyse, een voorbeeld De organisator heeft berekend dat de constante kosten voor het popconcert zullen bedragen. De variabele kosten schat hij op 11 per bezoeker. De bezoeker geeft ook gemiddeld 10 uit aan consumpties waarvan de inkoopprijs 4 is. De gemiddelde prijs van een kaartje is 65. Hoeveel bezoekers moeten er komen voor het break-evenpunt? 13
14 Break-evenanalyse Break-evenanalyse, een voorbeeld Q * 65 + Q * 10 = Q * 11 + Q * 4 75 * Q 15 * Q = * Q = Q =
15 Break-evenanalyse Per bezoeker zijn de inkomsten = 75 Per bezoeker zijn de variabele kosten = 15 Per bezoeker houden we = 60 over. Als er / 60 = bezoekers komen zijn de vaste kosten terugverdiend. De totale opbrengst is dan x ( ) = De kosten zijn dan * ( 11+ 4) = Dit is het break-evenpunt. Komen er meer bezoekers dan maken we winst. 15
16 Break-evenanalyse Wat hebben we nu gedaan? De vaste kosten gedeeld door de inkomsten per verkochte eenheid. Deze inkomsten per verkochte eenheid noemen we de contributiemarge of ook wel de dekkingsbijdrage. Dit is dus de omzet (prijs) - de variabele kosten. Het break-evenpunt is dus: vaste kosten (prijs - variabele kosten) 16
17 Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. Deze aanpak werkt alleen als we 1 product hebben. In de praktijk heeft een bedrijf meerdere producten. We gaan dan uit van de variabele kosten als percentage van de omzet. We berekenen de dekkingsbijdrage als percentage van de omzet. We berekenen dan de break-evenomzet i.p.v. de break-evenafzet. 17
18 Opgave 6 In les Constante kosten: ; Winst 25% van de omzet Variabele kosten: 7% van de omzet ; Verkoopprijs: 8 Bereken de break-evenomzet De contributiemarge is 18% van de omzet (25%- 7%) Bij het break-evenpunt zijn de vaste kosten ( ) gelijk aan de contributiemarge (18%) Het break-evenpunt is dus / 18 * 100 = Bereken de break-evenafzet / 8 = Men streeft naar een nettowinst van Welke omzet is dan nodig? De contributiemarge moet nu gelijk zijn aan de constante kosten + de gewenste nettowinst ( = ) De contributie marge is nog steeds 18% De benodigde omzet is: / 18 * 100 =
19 Opgave 7 huiswerk 19
20 Opgave 7 huiswerk 20
21 Opgave 8 In les 21
22 Opgave 9 In les e 22
23 Opgave 10 In les 23
24 Opgave 10 In les 24
25 Opgave 11 huiswerk 25
26 Opgave 12 Extra oefening 26
27 Opgave 13 In Extra les oefening 27
28 Opgave 14 In Extra les oefening 28
29 Opgave 15 huiswerk 29
30 Opgave 15 huiswerk 30
31 Opgave 15 huiswerk 31
32 Opgave 16 huiswerk 32
33 Opgave 17 huiswerk 33
34 Opgave 18 In les 34
35 Opgave 19 Extra oefening 35
36 Grafieken van de break-evenanalyse De constante kosten kosten euro s constante kosten aantallen Capaciteit (productie / verkoopomvang ) 36
37 Grafieken van de break-evenanalyse De variabele kosten kosten euro s variabele kosten aantallen Capaciteit (productie / verkoopomvang ) 37
38 Grafieken van de break-evenanalyse kosten Constante kosten + variabele kosten euro s aantallen Capaciteit (productie / verkoopomvang ) 38
39 Grafieken van de break-evenanalyse De omzet (opbrengsten) omzet kosten euro s aantallen Capaciteit (productie / verkoopomvang ) 39
40 Grafieken van de break-evenanalyse Bij het break-evenpunt is er geen winst of verlies omzet kosten Constante kosten + variabele kosten euro s aantallen Capaciteit (productie / verkoopomvang ) Break-evenpunt: Totale opbrengsten = totale kosten 40
41 Grafieken van de break-evenanalyse Bij het break-evenpunt zijn de constante kosten terugverdiend kosten euro s Contributiemarge/ dekkingsbijdrage aantallen Capaciteit (productie / verkoopomvang ) Break-evenpunt: constante kosten / dekkingsbijdrage 41
42 Break-evenanalyse Per bezoeker zijn de inkomsten = 75 Per bezoeker zijn de variabele kosten = 15 Per bezoeker houden we = 60 over. Als er / 60 = bezoekers komen zijn de vaste kosten terugverdiend. De totale opbrengst is dan x ( ) = De kosten zijn dan * ( 11+ 4) = Dit is het break-evenpunt. Komen er meer bezoekers dan maken we winst. 42
43 Grafieken van de break-evenanalyse Bij het break-evenpunt zijn de constante kosten terugverdiend kosten euro s Break-evenpunt: Contributiemarge 60 Constante kosten aantallen Capaciteit (productie / verkoopomvang ) Break-evenpunt: constante kosten / dekkingsbijdrage / 60 =
44 Opgave 20 In les Afzet: artikelen ; kosten: Afzet: artikelen ; kosten: Prijs: 8 Bereken het break-evenpunt Variabele kosten: De variabele kosten voor zijn Dus / = 5 per eenheid Constante kosten: De marge is 3 per eenheid Het break-evenpunt is dus: / 3 = De constante kosten worden Opbrengsten = kosten Opbrengsten blijven * 8 = * variabele kosten = Variabele kosten: 4,50 verlaging: 10% 44
45 Opgave 21 In les Afzet: artikelen ; kosten: Afzet: artikelen ; kosten: Prijs: 50 Bereken het break-evenpunt Variabele kosten: De variabele kosten voor zijn Dus / = 20 per eenheid Constante kosten: De marge is 30 per eenheid Het break-evenpunt is dus: / 30 =
46 Opgave 21 In les 46
47 Opgave 22 In les Totale kosten: Variabele kosten: Afzet: producten Prijs: 59,50 inclusief 19% BTW Bereken de verwachte netto winst. Prijs exclusief BTW: 59,50 / 1,19 = 50 Omzet: * 50 = Totale kosten: Winst: Bereken de break-evenafzet en omzet Marge: = 20 Break-evenafzet: / 20 = Break-evenomzet: * 50 =
48 Opgave 22 In les 48
49 Opgave 22 In les Verlies bij producten: Verlies bij 0 producten: Vaste kosten winst = Benodigde afzet: / marge ( 20) = producten 49
50 Opgave 23 In les Constante kosten: Overige variabele kosten: (is 1 per product) Afzet: producten Inkoopprijs: 6,50 Verkoopprijs: 25 Bereken de verwachte netto winst. Omzet: * 25 = Totale kosten: * 6, = Winst: Bereken de break-evenafzet en omzet Marge: 25-7,50 = 17,50 Break-evenafzet: / 17,50 = Break-evenomzet: * 25 =
51 Opgave 23 In les 51
52 Opgave 23 In les Netto winst: Constante kosten+nettowinst= = Marge: 17,50 Afzet: / 17,50 =
53 Opgave 23 Inkoopprijs: + 10% dus 1,1 * 6,50 = 7,15 Overige variabele kosten: ( , is 1,20 pp) Bereken de verwachte netto winst. Omzet: * 25 = Totale kosten: * 7, = Winst: Bereken de break-evenafzet Marge: 25-8,35 = 16,65 Break-evenafzet: / 16,65 = 6.306,3 Afronden naar boven! Dus Bereken de afzet voor dezelfde winst ( ) Vaste kosten + winst = = Afzet / 16,65 = (naar boven afgerond) 53
54 Opgave 24 Extra oefening 54
55 Opgave 24 Extra oefening Bereken de afzet voor een winst van Vaste kosten + winst = = Afzet / 2,30 =
56 Opgave 25 Bereken de verkoopprijs van een pizza. Bij een afzet van is de omzet (niet helemaal duidelijk vind ik) De pizza kost dus / = 10 Bepaal de constante kosten (grafiek) Bereken de variabele kosten per pizza / = 5 Bereken de break-evenomzet ( grafiek) Bereken de winst bij pizza s. Omzet * 10 = Variabele kosten: * 5 = Vaste kosten: Winst:
57 Opgave 25 Extra verkoop van voor 9 Extra opbrengst: * ( 9-5) = Niet verstandig om dit te laten lopen. Verlaging van de prijs naar 9 Nieuw break-evenpunt: / 4 = Dit is de maximale capaciteit! Het is dus niet verstandig. 57
58 Opgave 26 58
59 Opgave 26 59
60 Opgave 26 60
De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten
De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten 1 Break-evenanalyse Bij het break-evenpunt zijn de totale opbrengsten gelijk aan de totale kosten. Met andere woorden
Nadere informatieANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9
ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet?
Nadere informatieFabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs
www.jooplengkeek.nl Voorcalculatie Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs Verkoop kosten Reclamekosten
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet? Dit is de afzet waarbij
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.
Nadere informatieWelke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)
www.jooplengkeek.nl Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) Omzet belasting (BTW) Toegevoegde waarde: de waarde die het bedrijf toevoegt aan een al bestaande waarde. Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen
Nadere informatieDirect costing en break even analyse
6 hoofdstuk Direct costing en breakevenanalyse 6.1 D 6.2 B 6.3 A 6.4 D 6.5 D 6.6 C 6.7 B 6.8 A 6.9 C 6.10 B 6.11 B 1.440.000 / 4.800 = 300 6.12 A 4.800 700 1.440.000 1.000.000 = 920.000 6.13 C 1.000.000
Nadere informatieBreak-evenanalyse Creatieve bedrijfsuitjes
opgave 1 Creatieve bedrijfsuitjes Gegeven Budget 100 per persoon Materiaalkosten 500 Vervoerskosten 400 Personeelskosten 600 Variabele kosten 40 per persoon Verwachte aantal deelnemers 35 Wat is het minimale
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele kosten
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie H22, H23 & H24
Samenvatting Management & Organisatie H22, H23 & H24 Samenvatting door een scholier 683 woorden 18 juni 2012 6,7 1 keer beoordeeld Vak M&O Management en organisatie Pta 4 Hoofdstuk 22 22.1 De toegevoegde
Nadere informatieOpgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =
Opgave 9.1 Normale productie is: 70% 12.000 = 8.400 eenheden Overbezetting is: 10.800-8.400 = 2.400 eenheden Opgave 9.2 a. Onderbezetting bij productie: 20.000-18.000 = 2.000 eenheden b. Onderbezetting
Nadere informatieBIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.
BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.) Een handelaar wil de van het artikel Bomol berekenen. Hij
Nadere informatie2 Constante en variabele kosten
2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele
Nadere informatieDe kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten
De kostprijs en capaciteiten De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten 1 De kostprijs Kostprijs Constante of vaste kosten: Kosten die in een bepaalde periode
Nadere informatieDit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.
PDB KOSTENCALCULATIE 4 OEFENEXAMEN 3 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven
Nadere informatieDit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.
PDB kostencalculatie 4 Oefenexamen 2 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven
Nadere informatieHoofdstuk 1. Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124.
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124. Opgave 1.4 1. 25,24. 2. 1.486,35. 3. 28.459.000,-. 4. 4.659,-.
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Bereken de fabricagekostprijs van één product. Constante deel van het tarief: 500.000 2.500.000 = 0,20 Variabele deel van het tarief: 10 10 = 1 Totale fabricagekostprijs: 0,20 +
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2
Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door Antje 2821 woorden 17 januari 2015 6,7 17 keer beoordeeld Vak M&O M&O Eenmanszaak deel 2 1. De functionele kostenindeling 1.1.Inleiding
Nadere informatieFinancieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
Eamenlijn Diploma Module Niveau MBO 4 Positionering Versie 1.2 Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 13 juli 2011 Vastgesteld
Nadere informatieProefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63
Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN
HOOFDSTUK 10 Opgave 1 a. Bereken het begrote bedrijfsresultaat. Verwachte bedrijfsresultaat Omzet 170 12.000 2.040.000 Variabelekosten 75 12.000 900.000 Constante kosten 550.000 + 1.450.000 - Verwachte
Nadere informatied. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing
PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 7 Opgave 7.1 a. Voorraad tuinbeelden Cupido op 1 oktober: 20 + 225 -/- 160 = 85 stuks b. Proportioneel variabele inkoopkosten 135 Proportioneel variabele verkoopkosten
Nadere informatieBij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.
www.jooplengkeek.nl Nacalculatie bij homogene productie Berekening van het bedrijfsresultaat Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke
Nadere informatieBREAK EVEN ANALYSE. Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is.
BREAK EVEN ANALYSE Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is. 1. BREAK EVEN GRAFIEK GEGEVENS Ik verkoop bloemen aan 1,00 per stuk. Ik koop deze bloemen aan voor 0,50 per stuk. Mijn vaste
Nadere informatieUitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie
Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie Vraag 1 Machinekosten: Machine inclusief 21% omzetbelasting 96.800. Dat is exclusief omzetbelasting 96.800 1,21 = 80.000 Installatiekosten van 10.000 horen
Nadere informatieb Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico
Docentenhandleiding Hoofdstuk 20 1 a Kenmerkend voor een handelsonderneming is dat de goederen in (vrijwel) dezelfde staat (tegen een hogere prijs) worden verkocht als zij worden ingekocht. b Economische
Nadere informatieHet programma van vandaag
kostprijs Het programma van vandaag De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten De differentiële kostprijs De opslagmethode 1 De kostprijs Kostprijs Constante of vaste
Nadere informatieHoofdstuk 24. Nettowinstopslagmethode
www.jooplengkeek.nl Nettowinstopslagmethode Inkoopprijs + opslag voor inkoopkosten Vaste verrekenprijs + opslag voor overheadkosten Kostprijs + netto winstopslag Verkoopprijs (exclusief BTW) BTW Verkoopprijs
Nadere informatie2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9
Kostencalculatie niveau 4 Correctiemodel 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9 Vraag 1 Toetsterm 1.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat zijn de functies
Nadere informatieDeze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd
Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN 978-94-92705-01-3 VERSIE 2 dd 04-07-2018 1 Examentraining 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 De juiste
Nadere informatieAntwoorden hoofdstuk 14
Antwoorden hoofdstuk 14 Opgave 14.1 35.000 x 27 = 945.000 Variabele kosten: 35.000 x 12 = 420.000 Dekkingsbijdrage: 525.000 Constante kosten: 420.000 Winst: 105.000 Opgave 14.2 28.500 x 35 = 997.500 Variabele
Nadere informatieSamengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:
4.4 Bedrijfsresultaat Voor een retailer is het van belang wat het bedrijfsresultaat of nettowinst is van zijn onderneming. Het bedrijfsresultaat is namelijk dat wat van je omzet overblijft als je alle
Nadere informatiePROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie
PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen
Nadere informatie-> Bereken de brutowinst en de nettowinst van Jeroen.
BEHEERS JIJ DIT AL? Beheers jij dit al? Bewijs dit dan door op de knop hieronder te klikken en direct de lastigste opgaven te maken. Kun jij dit foutloos? Dan mag je dit onderdeel overslaan! UITLEG Het
Nadere informatieDit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.
Kostencalculatie niveau 4 Examenopgaven Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat
Nadere informatieSamenvatting M&O De eenmanszaak deel 2
Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2 Samenvatting door H. 663 woorden 19 maart 2016 3 7 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Categoriale Kostenindeling Functionele kostenindeling De functionele kostenindeling.
Nadere informatieOEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE
OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE 6 VWO Opgave 1. De onderneming Haakma BV heeft voor 2005 de volgende voorcalculatie met betrekking tot de toegestane kosten opgesteld. De constante fabricagekosten bestaan
Nadere informatieInkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de
Marge berekeningen Inkoopprijs + marge = verkoopprijs Een voorbeeld marge van de inkoopprijs Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% marge van de verkoopprijs Inkoopprijs 90% + marge 10% = verkoopprijs
Nadere informatieManagement & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.
Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,
Nadere informatiePDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie
PDB Financiële administratie & Kostprijscalculatie berekeningen PDB Financiële administratie & Kostprijscalculatie berekeningen drs. H.H. Hamers drs. W.J.M. de Reuver Dit antwoordenboek behoort bij het
Nadere informatieBREAK EVEN PUNT. Kostprijsberekening Hendrik Claessens
BREAK EVEN PUNT Vraag 1 Hoe groot zal het BEP zijn indien ik weet dat Vaste kost 25 522 de verkoopsprijs 10 variabele kost 8,5 resultaat naar boven af te ronden tot 0 cijfers na de komma Vraag 2 Hoe groot
Nadere informatieVoorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets.
1. Het berekenen van een percentage Voorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets. Bereken (in 1 decimaal nauwkeurig) hoeveel procent van de leerlingen
Nadere informatieBREAK EVEN PUNT. Oefeningen Kostprijsberekening: Het Break Even Punt
BREAK EVEN PUNT Vraag 1 Hoe groot zal het BEP zijn indien ik weet dat Vaste kost 25 522 de verkoopsprijs 10 variabele kost 8,5 resultaat naar boven af te ronden tot 0 cijfers na de komma Vraag 2 Hoe groot
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Berekeningen
Samenvatting Management & Organisatie Bereke Samenvatting door een scholier 834 woorden 7 november 2003 6,5 127 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoe uit te rekenen Lineaire lening: 1. Bereken
Nadere informatieHoofdstuk 25, 30 en 31
V5 M&O Samenvatting SE2 Hoofdstuk 25, 30 en 31 1 Hoofdstuk 25 Breakeven analyse Variabele kosten zijn afhankelijk van de productie/afzet. Proportioneel variabele kosten stijgen in dezelfde mate als de
Nadere informatiePRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009
PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009 FINANCIËLE ADMINISTRATIE COPERNICUS BV 1. 710 Inkopen 73.650,- 160 Te verrekenen omzetbelasting 13.993,50 Aan 130
Nadere informatieSamenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld
Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1
Nadere informatieHoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124. Opgave 1.4 1. 25,24. 2. 1.486,35. 3. 28.459.000,-. 4. 4.659,-.
Nadere informatieDE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO
De Eenmanszaak deel 2 VWO DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING Jannes Timmers Copyright Jannes Timmers 2015 Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op een
Nadere informatieEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)
EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie 26 januari 2013 Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient,
Nadere informatie1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie
1.9 Direct costing 1.9.1 Direct costing en variabele-kostencalaculatie Direct costing (D.C.) of wel variabele kostencalculatie is de methode van kostencalculatie waarbij alleen de variabele kosten als
Nadere informatie2 Constante en variabele kosten
2 Constante en variabele kosten Opgaven paragraaf 2.2 en 2.3 Opgave 1 Van een onderneming zijn de volgende gegevens bekend: constante kosten 600.000, normale productie 40.000 stuks werkelijke productie
Nadere informatieReader Bedrijfseconomische berekeningen
Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Peter H. C. Hintzen isbn 978 90 5752 290 1 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2
Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door een scholier 1707 woorden 15 januari 2013 5,2 12 keer beoordeeld Vak M&O M&O: Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1: Niet-productie onderneming:
Nadere informatieHet tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!
Toelichting Voor dit tentamen heb je ontvangen: 1. Een opgavenboekje 2. Uitwerkingenpapier. Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!! 1. Je start iedere opgave op
Nadere informatieMarketingmix. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Remco Burm 08 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/78987 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieb Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico
Hoofdstuk 20 1 a Kenmerkend voor een handelsonderneming is dat de goederen in (vrijwel) dezelfde staat (tegen een hogere prijs) worden verkocht als zij worden ingekocht. b Economische voorraad: de voorraad
Nadere informatieHoeveel moet u omzetten om quitte te spelen?
2.3.1. Hoeveel moet u omzetten om quitte te spelen? Als ondernemer wilt u graag weten welke afzet of omzet u moet realiseren om ten minste quitte te spelen. Iedere onderneming heeft vaste kosten (constante
Nadere informatieOpgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?
Opgaven paragraaf 1.9.1 en 1.9.2 a. Wat wordt verstaan onder direct costing? b. Hoe wordt direct costing ook wel genoemd? c. Wat is de essentie waarom een onderneming kiest voor direct costing? a. Met
Nadere informatie6, Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november keer beoordeeld. M&O eenmanszaak deel 2
Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november 2006 6,5 366 keer beoordeeld Vak M&O M&O eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1 : De functionele kostenindeling 1.2 Twee soorten kostenindelingen: Categoriale
Nadere informatieDit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat uit 3 opgaven met in totaal 18 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING DONDERDAG 15 DECEMBER 2016 9:00 11:00 UUR Belangrijke informatie Dit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat
Nadere informatieBasiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel
Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Basiskennis Calculatie (BKC ) 1 / 11 Vraag 1 Toetsterm 1.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 BV = beginvoorraad
Nadere informatie3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden
3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een
Nadere informatieCase study 1: Contributiemarge
Case study 1: Contributiemarge 1) Wat vind je van de manier van berekenen van de kostprijs per eenheid door de financiële directeur. Wat vind je goed, wat mindergoed? Hoe zou je het eventueel anders doen
Nadere informatie100% 100% = 30% 1.2. Winst, opbrengsten en kosten In de meest eenvoudige vorm kan de winst als volgt worden uitgerekend:
1. Drie bedrijfsdoelstellingen De kern van dit hoofdstuk is dat bedrijven drie bedrijfsdoelstellingen hebben. Met deze bedrijfsdoelstellingen kunnen er verschillende dingen worden berekend. Zoals de verwachte
Nadere informatieHoofdstuk 1. Oefenopgaven. Oefenopgave 1A. Bereken: 1. 178,37 25,79 + 1.267,66. 2. 2.442 : 8,25 12,5. 3. 460 + 3.690 2,45.
Hoofdstuk 1 Oefenopgaven Oefenopgave 1A Bereken: 1. 178,37 25,79 + 1.267,66. 2. 2.442 : 8,25 12,5. 3. 460 + 3.690 2,45. 4. 32,76 28 : 2,5 (of anders geschreven: 32,76 28/2,5). 5. 7 4 5,5. 6. 4.800 0,60
Nadere informatie2015 Nederlandse Associatie voor Examinering
Basiskennis Calculatie (BKC ) Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 26 vragen. Dit voorbeeldexamen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven correctiemodel
Nadere informatie2 Kostprijsberekening en opslagmethode
2 Kostprijsberekening en opslagmethode 2.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie hebben we al uitgebreid stilgestaan bij het bepalen van de kostprijs. We hebben kennisgemaakt met directe en indirecte
Nadere informatienetto winst
opgave 1 investering 400.000 restwaarde 100.000 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 netto winst 20.000 30.000 40.000 10.000 10.000 Gevraagd: Wat is het gemiddelde rendement? gemiddelde winst / gemiddeld
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatie6,4. Samenvatting door M woorden 23 januari keer beoordeeld. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben?
Samenvatting door M. 3073 woorden 23 januari 2014 6,4 8 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H20 1 Brutowinst/verkoopresultaat/transactieresultaat= het verschil tussen de verkoopprijs van de verkochte
Nadere informatie========================= OEF 1 =============================
========================= OEF 1 ============================= Mevrouw Janssen heeft een bedrijf en verkoopt koffietassen met opdruk via haar webwinkel. Haar constante kosten bedragen 25.000, haar variabele
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 6 OKTOBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 6 OKTOBER 2015 11.45-13.45 UUR Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel maar waarbij
Nadere informatie1. Bereken het bedrag aan Deense kronen dat Van den Berg ontvangt.
Hoofdstuk 1 Oefenopgaven Oefenopgave 1A 1. Bereken de verkoopprijs exclusief omzetbelasting. 2. Bereken de inkoopprijs. Oefenopgave 1B 1. Bereken de verwachte afzet van producten Egar in het komende jaar.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management Samenvatting door een scholier 459 woorden 23 juni 2013 5,6 7 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Omzet % Omzet incl. BTW 119,00% BTW
Nadere informatieb. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%
Opgave 8.1 a. Indirecte kosten afhankelijk van de materiaalkosten: 500.000 100% = 125% 400.000 Opslag indirecte kosten: 125% 4.000 5.000 + 15.100 Opgave 8.2 a. Indirecte kosten afhankelijk van de directe
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2 Opgave 1 Jansen heeft een lening van 25.000 genomen om zijn auto te financieren. Voor deze lening moet hij 5% rente per jaar betalen. a. Welk bedrag aan rente is Jansen in één jaar aan de bank
Nadere informatieBreak-Even Analyse. Vaste Kosten Variabele Kosten DE EXTRACOMPTABELE KOSTENCALCULATIE
Vaste Kosten Variabele Kosten f() = f() Directe kosten Indirecte kosten rechtstreeks toewijsbaar niet-rechtstreeks toewijsbaar DE EXTRACOMPTABELE KOSTENCALCULATIE Gedurende de boekingsperiode worden alle
Nadere informatieTOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)
TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) Het maximaal aantal te behalen punten voor deze toets is 90. Bij elke vraag of opdracht staat aangegeven hoeveel punten u daarvoor kunt halen. De beschikbare examentijd
Nadere informatieAntwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof
Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof 1 Antwoordenboek Inhoudsopgave Antwoorden opgaven hoofdstuk 1 t/m 4... 3 Antwoorden en normering proefexamen Associatie...
Nadere informatieExamen HAVO. Voorbeeldopgaven Hazo. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid
Examen HAVO 2017 Voorbeeldopgaven Hazo Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid Voorbeeldopgave nieuwe programma onderdelen bij Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid
Nadere informatieHoofdstuk 41. Regels voor de winst-en-verliesrekening. De interne en de externe verslaglegging
www.jooplengkeek.nl Regels voor de winst-en-verliesrekening De interne en de externe verslaglegging De interne verslaglegging is veel gedetailleerder. De functie is informatie verstrekken. De externe verslaglegging
Nadere informatieUitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie
Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie Vraag 1 Wat zijn de functies van kostprijsberekening? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a. het berekenen van de economische gebruiksduur van een
Nadere informatieopgave 1 Hoeveel bedraagt het opslagpercentage voor de indirecte kosten op de directe kosten die samenhangen met de reiskosten?
opgave 1 Hoeveel bedraagt het opslagpercentage voor de indirecte kosten op de directe kosten die samenhangen met de reiskosten? Opslagpercentage: indirecte kosten / directe kosten * 100% De indirecte kosten
Nadere informatieHoofdstuk 1. Opgave ,60 1,05 100/80 1,21 = 31,13, afgerond 32, /121 32,- = 5,55.
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. 19,60 1,05 100/80 1,21 = 31,13, afgerond 32,-. 2. 21/121 32,- = 5,55. 3. 20% van ( 32,- 5,55) = 5,29. Verkoopwinst is de standaardwinst, die hier berekend wordt vanuit het winstpercentage
Nadere informatieANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2
ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 Opgave 1 Jansen heeft een lening van 25.000 genomen om zijn auto te financieren. Voor deze lening moet hij 5% rente per jaar betalen. a. Welk bedrag aan rente is Jansen in
Nadere informatieEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden
EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden Kostprijscalculatie 9 november 2013 Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen
Nadere informatieCalculaties in de praktijk 1
Calculaties in de praktijk 1 Sheet 1 - Afdeling 1 Basisrekenen Afdeling 1 behandelt het basisrekenen. Dit betreft eenvoudige onderwerpen als optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen, afronden,
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10
UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000
Nadere informatieBedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1
Bedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1 Onderwerp Integrale kostprijsmethode variabele kostencalculatie BEP Literatuur Bestuderen 6.1 t/m 6.5 BEP bij 1 product Maken opg. 6.8 en 6.11 theorie verkooplenanalyse
Nadere informatieWorkshop 17 november 2012
Workshop 17 november 2012 1 Goed lezen: drie componenten Vraagstuk 1: gestileerd vraagstuk Vraagstuk 2: onbekend vraagstuk Vraagstuk 3a: Bedrijfseconomische aanpak Vraagstuk 3b: Algemeen economische aanpak
Nadere informatieANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10
ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000
Nadere informatiewww.jooplengkeek.nl Kostensoorten
www.jooplengkeek.nl Kostensoorten Grondstoffen Arbeid Overige variabele kosten Duurzame productiemiddelen Grond Diensten van derden Belastingen Financiering 1 Kostensoorten Financiering Financieringskosten
Nadere informatieHoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! www.jooplengkeek.
www.jooplengkeek.nl De voorraad Hoofdstuk 21 Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! 1 De voorraad Hoofdstuk 21 Waarom is het belangrijk wat de
Nadere informatie1 De bepaling van de optimale productiegrootte
1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem
Nadere informatieExamentermen Vakman-ondernemer / editie Titel: Financieel plan
Examentermen Vakman-ondernemer / editie 208 Titel: Financieel plan Theorie-examen: Financieel plan Vakman ondernemer: B-K: Start en/of innoveert een onderneming B-K2: Geeft leiding aan een onderneming
Nadere informatieM & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.
Antwoorden door een scholier 1631 woorden 8 april 2005 7,1 39 keer beoordeeld Vak M&O M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat. Resultatenbegroting
Nadere informatiebedrijfseconomie havo voorbeeldvraag
Voorbeeldopgave nieuwe programma onderdelen bij Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid titel opgave HAZO schooltype domein + globale eindterm havo F2: De kandidaat kan voor dienstverlenende
Nadere informatie