1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.
|
|
- Lieven Beckers
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot meer werkgelegenheid. NB: Let hier op het woordje open. - door loonmatiging kan de concurrentiepositie t.o.v. het buitenland verbeteren, omdat onze producten relatief goedkoop zijn, vanwege lagere productiekosten - de export kan dus toenemen, dus ook de effectieve vraag - daarmee neemt dus de productie toe en dus kunnen er meer banen komen (conjunctureel). NB Vergeet je hier het woordje open, dan sla je de verkeerde weg in, want dan ga je b.v. binnenlands denken: De werkgelegenheid kan toenemen omdat arbeid als productiefactor t.o.v. machines relatief goedkoper wordt en ondernemers dus meer arbeiders inschakelen i.p.v. machines (structureel). 2. Beantwoord vragen over economische modellen (of: theorieën) altijd binnen de kaders van het geven model (of: theorie) en kijk niet meteen naar de economische praktijk; doe dit wederom in de drie bekende stappen. : Leg uit dat een toename van de particuliere investeringen in het Keynesiaanse model leidt tot een kleinere werkloosheid. Stappen: - investeringen = effectieve vraag (bij Keynes) - vraag = productie - productie = werkgelegenheid - In het Keynesiaanse model betekent meer investeren dat bedrijven meer bij elkaar kopen (b.v. machines, voorraden goederen) - dit betekent dat de productiecapaciteit van de bedrijven beter benut wordt, men gaat dus meer produceren (b.v. meer machines en goederen maken) - hierdoor worden extra arbeidsplaatsen geschapen en neemt de (conjuncturele) werkloosheid af. NB: In de theorie van Keynes betekent investeren dus extra machines kopen (en ook extra arbeiders) en niet arbeiders vervangen door machines (diepte-investeringen), waaraan je zou kunnen denken in de praktijk: dus denk binnen de kaders van het model of de theorie. 1
2 3. In, met name VWO Examens economie, wordt veel gewerkt met positieve en negatieve verbanden tussen grootheden: het gaat dan om evenredige verbanden (positief) of omgekeerd evenredige verbanden (negatief). Is het verband tussen het minimumloon en de kapitaal / arbeid verhouding positief of negatief? - als het minimumloon stijgt, wordt arbeid als productiefactor duurder t.o.v. kapitaal, een ondernemer zal dus eerder arbeid vervangen door machines (kapitaal) - de kapitaal / arbeid verhouding neemt dus toe - dus het verband tussen deze twee grootheden is positief, want: stijgt het minimumloon, dan stijgt ook de kapitaal/arbeid verhouding (en omgekeerd: daalt het minimumloon, dan daalt ook de kapitaal / arbeid verhouding, want arbeid wordt goedkoper als productiefactor en ondernemers substitueren kapitaal weer door arbeid, waardoor de verhouding K/A weer daalt). NB: de verbanden hebben dus niets te maken met positieve of negatieve ontwikkelingen in de praktijk (b.v. een loonstijging kan leiden tot structuurwerkloosheid, dat is een negatieve ontwikkeling in de praktijk, maar het verband tussen lonen en structuurwerkloosheid is dus positief, want een stijging van de lonen leidt tot een stijging van de structuurwerkloosheid). Het gaat over factoren die invloed op elkaar hebben. Om duidelijk te maken op welke wijze de ene factor de andere beïnvloedt, spreekt men van positieve of negatieve verbanden. Bij een positief verband: zal een stijging van de ene grootheid een stijging van de andere grootheid veroorzaken; of: een daling van de ene grootheid veroorzaakt een daling van de andere. Als de grondstofkosten stijgen, zullen de verkoopprijzen stijgen; of: wanneer de grondstofkosten dalen, zullen de verkoopprijzen dalen. (we gaan er nu even vanuit dat producenten veranderingen in de kosten automatisch doorberekenen in hun prijs). Bij een negatief verband: zal een stijging van de ene grootheid een daling van de andere grootheid veroorzaken, of: een daling van de ene grootheid veroorzaakt een stijging van de andere. Als de prijs van chips stijgt, zal de vraag naar chips dalen, of: wanneer de prijs van chips daalt, zal de vraag naar chips stijgen. 2
3 4. Vaak is het handig om bij erg moeilijke vragen een tekening of een schets van een grafiek te maken (zgn. visualisatie): Was bij een minder elastische vraag naar euro s de koersverandering, zoals deze optreedt als gevolg van de genoemde kapitaalstroom, groter of kleiner geweest? Licht het antwoord toe. Situatieschets: In de beginsituatie is de evenwichtskoers van euro s in dollars 0,92, d.w.z. 1 = $ 0,92. Hierna gingen Europeanen Amerikaanse bedrijven opkopen (vanwege sterk dalende aandelenkoersen op Wallstreet), dus de vraag naar dollars nam toe en dus het aanbod van euro s: leerlingen moesten bij de aanbodfunctie over de hele linie 3 mrd. euro s optellen, zo ontstond er een lagere koers, namelijk 0,88, d.w.z. 1,- = $ 0,88, een koersdaling van 4,35%. Als men dit zou tekenen, dan schetsen we eerst de uitgangssituatie (A en V), daarna de nieuwe aanbodlijn van euro s, die naar rechts verschoven is (A ) en vervolgens tekenen we er een minder elastische vraag (V inelast.) bij in; deze vraaglijn is steiler dan in de uitgangssituatie; merk op dat een volkomen inelastische vraaglijn zelfs geheel steil loopt, namelijk verticaal. Koers in $ V V inelast. A A 0,92 0,88 K A B C Uit de schets blijkt nu, dat bij een minder elastische vraag naar euro s de koersverandering groter zou zijn geweest, zie de daling van de koers van 0,92 naar de koers K: deze tekening kan ons nu helpen bij het zoeken naar het antwoord. Bij een minder elastische vraag leidt dezelfde aanbodtoename tot een minder sterke stijging van de marktafzet (zie van A naar B, in plaats van A naar C), want mensen reageren ongevoeliger qua afzet op zo n prijsverandering; dit leidt juist wel tot een scherpere daling van de evenwichtsprijs (koers), zie daling naar koers K toe, i.p.v. naar koers 0,88 bij een elastischer vraag (vanaf beginsituatie 0,92). 3
4 5. Let bij examens wel op de eenheden van de grootheden, waarmee je moet rekenen (economen noemen dit ook wel dimensies of dimensie-analyse). In het onderstaande model van een deel van de valutamarkt worden vraag en aanbod van euro s beschreven. Qv = - 50 P + 86 Qa = 25 P + 17 Qv = gevraagde hoeveelheid euro s in miljarden Qa = aangeboden hoeveelheid euro s in miljarden Qv = Qa P = koers van de euro ( ) in dollars ($). Bereken voor welk bedrag in dollars er euro s worden verhandeld op deze markt. - eerst moet de evenwichtskoers/prijs berekend worden, waarbij de eenheid is: euro s uitgedrukt in dollars - dan moet de hoeveelheid euro s in dit marktevenwicht gevonden worden: die luiden in miljarden euro s - tot slot moet het bedrag = koers (prijs) * hoeveelheid gevonden worden, die luidt in dollars: eerst: Qv = Qa, dus: - 50P + 86 = 25P + 17, dus: - 75P = - 69 en P is: 0,92, dat wil zeggen: 1,- = $ 0,92 ofwel men krijgt 0,92 dollar per euro. dan: Qv = - 50 * 0, = = 40, dat wil zeggen: 40 miljard euro s worden er op deze markt verhandeld. tot slot: het bedrag is: $ 0,92 per euro * 40 miljard euro s = 36,8 miljard dollars. Men ziet nu: vermenigvuldig je een bedrag in dollars per euro met een hoeveelheid euro s, dan valt de eenheid euro s weg en blijft de eenheid dollars over, hetgeen ook gevraagd werd. Zo zal men ook zien dat als men een bedrag in euro s per kilogram vermenigvuldigt met kilogrammen, de eenheid kilogrammen wegvalt en er een bedrag in euro s overblijft. Prijs wortels: 3,- per kg; Afzet: kg; Gevraagd: de omzet. - De omzet is prijs * afzet = 3,- per kg * kg = ,- - De eenheid kilogrammen (kg) valt dus weg en de eenheid euro s ( ) blijft dus over, wat logisch is, als het om omzet gaat. 4
5 6. In geval van veranderingen in verhoudingsgetallen kan men vaak indexcijfers gebruiken (of toch ook weer een zelf gekozen cijfervoorbeeld) Bereken met hoeveel procent (in twee decimalen) de werkgelegenheid toeneemt als de productie met 5% stijgt en de arbeidsproductiviteit met 3% stijgt. NB: de arbeidsproductiviteit is een verhoudingsgetal, namelijk de verhouding tussen de productie en het aantal arbeiders. - arbeidsproductiviteit (APT) = productie / aantal arbeiders (werkgelegenheid) - of: index APT = index productie / index werkgelegenheid * hier: 103 = 105 / index werkgelegenheid * dus er geldt: 103 / 100 = 105 / index werkgelegenheid - 1,03 = 105 / index werkgelegenheid - index werkgelegenheid = 105 / 1,03 = 101,94 - dus de werkgelegenheid stijgt met 1,94% Zo kun je van meerdere verhoudingsgetallen (b.v. arbeidskosten per product) indexcijfers maken en darmee gaan rekenen; ook kun je echter weer met een gekozen getallenvoorbeeld de veranderingen uitrekenen. Eigen gekozen getallenvoorbeeld Jaarproductie in stuks Aantal werknemers APT in stuks per werknemer per jaar Jaar Jaar (+5%)? 103 (+3%)? = stuks per jaar / 103 stuks per werknemer per jaar = 101,94 werknemers, dus 1,94% meer arbeiders nodig. NB: denk hier ook aan de eenheden! De eenheid per jaar valt eerst tegen elkaar weg; bij stuks delen door stuks per werknemer valt stuks tegen elkaar weg en als eenheid blijft werknemers over, want delen door per werknemer doet het woordje per vervallen; delen door een getal (hier per werknemer)is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde (hier: werknemer). arbeidskosten per product Met hoeveel procent (in twee decimalen) veranderen de arbeidskosten per product als de arbeidskosten met 5,0 % stijgen en de APT stijgt met 3,2 %? - arbeidskosten per product = arbeidskosten / productie (APT) 5
6 - dus: index arbeidskosten per product = index arbeidskosten / index APT * en: index arbeidskosten per product = 105 / 103,2 * 100 = 101,74 - de arbeidskosten per product stijgen dus met 1,74%. Verhoudingsgetallen zijn dus altijd in indexcijfers te herschrijven, maar denk dan wel aan de extra vermenigvuldiging met 100; dat hoort nu eenmaal bij indexcijfers. Het gaat hier te ver om dat helemaal uit te leggen (zgn. dimensie - analyse in de economie). 7. Vertaal antwoorden van modellen altijd naar de praktijk als daarom gevraagd wordt; werk dan vervolgens binnen het model wel weer met de eerdere uitkomst uit het model! Het koopgedrag van mensen met een oogafwijking kan worden weergegeven met behulp van de volgende vergelijking: Qv c = - 0,8 P c 0,1 P cv + 0,2 P b Waarbij geldt: Qv c = de vraag naar contactlenzen in duizenden paren P c = prijs van contactlenzen per paar in euro s P cv = prijs van contactvloeistof in euro s P b = prijs van brillen per paar in euro s. In de uitgangssituatie geldt het volgende: - De prijs van contactlenzen per paar is 400,- - de prijs van contactvloeistof is 30,- - de prijs van brillen per paar is 250,- Vragen: a. Bereken de gevraagde hoeveelheid lenzen in de uitgangssituatie. b. Bereken de prijselasticiteit van de vraag naar contactlenzen. a. Qvc = (- 0,8 * 400) (0,1 * 30) + (0,2 * 250) = = 727 dit betekent als men kijkt naar de gebruikte eenheden in de praktijk: 727 * duizend paar = paar = lenzen! b. Ep = delta Qvc / delta Pc * Pc/Qvc= -0,8 * (400 / 727) = - 0,44 dus een inelastisch punt. Men ziet: gebruik hier weer gewoon 727 uit het model en niets anders! 6
7 8. Let goed op, op welke markt je bezig bent, b.v. op de geldmarkt of op de valutamarkt of op de kapitaalmarkt. Situatieschets: de Centrale bank van een land (b.v. Polen) heeft de eigen valuta moeten steunen i.v.m. het stelsel van stabiele wisselkoersen t.o.v. de euro; zij heeft daarom de eigen valuta moeten aankopen op de valutamarkt (en zij heeft dus de euro moeten verkopen). Leg uit dat deze interventie door de Centrale Bank ervoor kan zorgen dat via de geldmarkt de bestedingsinflatie in dit land wordt afgeremd. - de geldmarkt is de markt waarop banken kredieten aanbieden en het publiek kredieten kunnen gaan vragen - de banken zijn echter ook onderdeel van de valutamarkt, dat is de markt waarop de ene valuta wordt omgewisseld in de andere valuta - de banken hebben dus hun eigen valuta opgekocht zien worden door de CB (bij de genoemde interventie) in ruil voor de euro (een voor hen vreemde valuta) - hun kasliquiditeit is dus minder geworden - ze kunnen nu op de binnenlandse geldmarkt minder kredieten aanbieden - de rente zal dus gaan oplopen en de vraag naar kredieten zal dus afnemen - de bestedingen zullen dan dalen en dus zal de overbesteding afnemen en dus zal de bestedingsinflatie afgeremd worden clou: denk er dus aan dat de geldmarkt heel wat anders is dan de valutamarkt, hoewel de banken partij zijn op alle financiële markten, zie de schets hieronder. Let er dus in de vraagstelling op, welke markt bedoeld wordt! Geldmarkt Kapitaalmarkt Valutamarkt Banken 7
Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Rekonomie
Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieDe mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p).
1. Prijselasticiteit van de vraag De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p). %-verandering gevraagde hoeveelheid (gevolg)
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieValutamarkt. fransetman.nl
euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-II
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan
Nadere informatieI. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.
1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de
Nadere informatieEen overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.
Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden
Nadere informatie3.2 De omvang van de werkgelegenheid
3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5
Nadere informatieInleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1
Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse
Nadere informatieEconomie 1,2 (nieuwe stijl) en economische wetenschappen I en recht (oude stijl)
Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economische wetenschappen I en recht (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen; het examen bestaat
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale handel
Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.
Nadere informatieExtra opgaven module 2 vwo 5
Opgave 1 vwo ec1 2002-1 Huizenprijs in Nederland torenhoog Tussen 1997 en 2000 zijn de prijzen van koopwoningen en de inflatie gestegen (figuur 1). Twee belangrijke oorzaken van de gestegen huizenprijzen
Nadere informatiewisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?
wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken
Nadere informatie1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.
1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieUIT grafische elasticiteiten
Elasticiteiten lezen uit grafieken. Een prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid beschrijft het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid van dat product. De betalingsbereidheid
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-II
Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 8 per kg 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
Nadere informatieGrootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Economie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.
Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Economie Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Economie Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op het
Nadere informatie1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en (openstaande)vacatures. arbeidsmarkt? Werkenden 2)Noem een ander woord voor
1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wat houdt het arbeidsvolume in? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-II
4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden
Nadere informatieEindexamen economie vwo 2010 - I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit
Nadere informatieAantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen
Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Hoofdstuk 1 + 2 Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Bedoeld om de werkelijkheid te verklaren Bedoeld om voorspellingen
Nadere informatieLesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl
Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit
Nadere informatieUIT groei en conjunctuur
Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen
Nadere informatieDomein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet
Nadere informatieHandel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8
betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste
Nadere informatieEconomie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 samengevat 3 h4 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6 & 7 Links 7 Test je
Nadere informatieDomein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2008-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2002-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2339 woorden 8 maart 2004 4,9 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie ViaDELTA Economie - Module 3 - Hoofdstuk 1: Markten Vraag
Nadere informatieLESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Nadere informatieEindexamen vwo economie II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0
Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) prijs-afzetlijn bij (2) onvolkomen bij (3) proportioneel indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0 2 maximumscore 1 TO (Q=90) = 90 30 = 2.700
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieToetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase
Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere
Nadere informatieOVER OMZET, KOSTEN EN WINST
OVER OMZET, KOSTEN EN WINST De Totale Winst (TW) van bedrijven vindt men door van de Totale Opbrengsten (TO), de Totale Kosten (TK) af te halen. Daarvoor moeten we eerst naar de opbrengstenkant van het
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de
Nadere informatie1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie
1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) volkomen concurrentie bij (2) niet bij (3)
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieUIT deel 2 elasticiteiten. H2 elasticiteiten. H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden)
H2 elasticiteiten H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden) Uitleg elasticiteiten. Elasticiteiten geven het verband weer tussen een prijsverandering van een goed of een dienst en de mate waarin
Nadere informatieIndexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100
Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2
Nadere informatieInleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1
Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1 Vraag 1 (H1-14) Een schoenmaker heeft een paar schoenen gerepareerd en de klant betaalt voor deze reparatie 16 euro. De schoenmaker
Nadere informatieUIT elasticiteiten
Wat is een elasticiteit. Een elasticiteit is niets anders dan een verband tussen twee variabelen (grootheden of factoren). Omdat economen erg geïnteresseerd zijn in het effect van de prijs op de hoogte
Nadere informatie1 De bepaling van de optimale productiegrootte
1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid
Nadere informatieKeynesiaanse modellen hebben betrekking op de korte termijn, klassieke modellen op de lange termijn.
Samenvatting door E. 2316 woorden 27 april 2013 9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 8: Een model van een economie 8.1 Verschillende modellen Macro-economische modellen kunnen
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is:
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieUIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatieSamenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieDe groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld
Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:
Nadere informatieKatern 2 Markten en welvaart
Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart 2011 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie Hoofdstuk 4 4.1 Het aanbod van arbeid Het aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-I
4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord
Nadere informatie6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod
6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod Opgave 1 a Noem vier factoren die bij een gegeven prijsniveau tot een verandering van de Effectieve Vraag kunnen leiden. b Met welke (macro-economische) instrumenten
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische
1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO en VHBO. Economie
Economie Correctievoorschrift HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 19 99 Inzenden scores Uiterlijk 27 mei de scores van de
Nadere informatie5.2 Wie is er werkloos?
5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER 2015 11.30-13.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 2015 Nederlandse Associatie voor voor Praktijkexamens
Nadere informatie