Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen
|
|
- Peter van der Velde
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Hoofdstuk Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Bedoeld om de werkelijkheid te verklaren Bedoeld om voorspellingen te doen over dezelfde werkelijkheid De klassieke theorie legt veel nadruk op de werking van het marktmechanisme waarbij via vraag en aanbod de prijs zich net zolang aanpast tot dat er evenwicht op de markt ontstaat. 1. De klassieke visie op de goederenmarkt Indien op de markt bij een bepaalde prijs de vraag naar goederen kleiner is dan het aanbod zal de prijs gaan dalen. Door de lagere prijs stijgt de vraag naar goederen en daalt het aanbod. De prijs daalt net zo lang tot vraag en aanbod weer gelijk aan elkaar zijn en de markt in evenwicht is. Een soortgelijke redenering valt te bedenken voor een vraagoverschot op de goederenmarkt. 2. De klassieke visie op de arbeidsmarkt Indien op de markt bij een bepaalde prijs de vraag naar arbeid kleiner is dan het aanbod (een situatie van werkloosheid) zullen de lonen gaan dalen. Dan kan het voor een werkgever eerder uit om een werknemer in dienst te nemen. / Dan kan de productiewaarde van de werknemer hoger worden dan zijn loonkosten. Waardoor de vraag naar arbeid stijgt. De lonen dalen net zo lang tot vraag en aanbod gelijk aan elkaar zijn en de arbeidsmarkt in evenwicht is. De werkloosheid is verdwenen. Een soortgelijke redenering valt te bedenken voor een vraagoverschot op de arbeidsmarkt. Volgens de klassieken zal werkloosheid dus vanzelf verdwijnen door de werking van het prijsmechanisme: Bij werkloosheid dalen de lonen waardoor de loonkosten per product zullen dalen. Indien de lagere productiekosten worden door berekend in een lagere verkoopprijzen, zal de consumptie stijgen. De toename in de afzet leidt tot hogere productie waarvoor extra werknemers nodig zijn. Dit proces gaat net zolang door tot dat alle werkloosheid is verdwenen. De kritiek van Keynes op de klassieke theorie (1 & 2) Lonen en prijzen zijn star naar beneden toe: ze zullen niet snel dalen. Echter, de reële lonen kunnen wel dalen: nl. als de lonen minder snel stijgen dan de prijzen. Dalende lonen leiden juist tot minder consumptie en dus lagere productie. De verwachting van verder dalende prijzen kunnen leiden tot uitstel van consumptie en dus (nog) lagere productie. De vraag naar werknemers (werkgelegenheid) is voornamelijk afhankelijk van de afzetverwachtingen van de ondernemers die op basis daarvan besluiten wel of niet hun productie uit te breiden. Aanpak van conjunctuurwerkloosheid volgens Keynes: Effectieve vraag is kleiner dan de nationale productiecapaciteit overheid moet de belastingtarieven verlagen waardoor de koopkracht van de burgers toeneemt waardoor de consumptie stijgt / overheid moet zelf haar bestedingen opvoeren effectieve vraag stijgt productie stijgt vraag naar werknemers stijgt conjunctuurwerkloosheid verdwijnt.
2 Hoofdstuk 3, 4 & 5 Je moet in het vervolg van deze lesbrief bij elk economisch model kunnen aangeven wanneer er sprake is van een definitievergelijking, een gedragsvergelijking, een evenwichtsvoorwaarde of een identiteit. De ceteris-paribusvoorwaarde houdt in dat alle overige omstandigheden buiten het economische model constant worden verondersteld. Autonome consumptie is onafhankelijk van het (nationale) inkomen. Geïnduceerde consumptie is afhankelijk van het (nationale) inkomen. De marginale consumptiequote (mcq) laat zien welk deel van het extra inkomen wordt geconsumeerd. Formule mcq: c = C De gemiddelde consumptiequote (gcq) laat zien welk deel van het totale inkomen wordt geconsumeerd. Formule gcq: C De marginale spaarquote (msq) laat zien welk deel van het extra inkomen wordt gespaard. Formule msq: s = S De gemiddelde spaarquote (gsq) laat zien welk deel van het totale inkomen wordt gespaard. Formule gsq: S Autonome investeringen zijn onafhankelijk van het (nationale) inkomen. Investeringen hebben een capaciteitseffect: bedrijven kopen kapitaalgoederen die geproduceerd zijn door andere bedrijven waardoor de nationale productiecapaciteit toeneemt. Investeringen hebben ook een bestedingseffect / inkomenseffect: bedrijven kopen kapitaalgoederen die geproduceerd zijn door andere bedrijven, deze laatstgenoemde bedrijven voeren hun productie op waardoor meer mensen een inkomen verdienen. Investeringen hebben ook een bestedingseffect: bedrijven kopen kapitaalgoederen die geproduceerd zijn door andere bedrijven en leggen daarmee beslag op de productiecapaciteit van de laatstgenoemde bedrijven. Exogene variabelen zijn van buiten het economische model gegeven en worden niet door het model verklaard. Endogene variabelen worden wel door het economische model verklaard. In een situatie van inkomensevenwicht zijn de bestedingen precies gelijk aan het (evenwichts-) inkomen. In een situatie van bestedingsevenwicht is de effectieve vraag niet alleen precies gelijk aan het (evenwichts-) inkomen maar ook precies gelijk aan de nationale productiecapaciteit. Bij bestedingsevenwicht is de werkgelegenheid / vraag naar arbeid Av maximaal: Formule: Av* = productiecapaciteit (*) gemiddelde arbeidsproductiviteit (apt) De werkgelegenheid / vraag naar arbeid kan ook lager zijn: Formule: Av = evenwichtsinkomen (e) gemiddelde arbeidsproductiviteit (apt)
3 De beroepsbevolking is het aanbod van arbeid (Aa). De werkgelegenheid is de vraag naar arbeid (Av). Dit kan berekend worden via (e / apt). De totale werkloosheid (U) is aanbod van arbeid minus vraag naar arbeid (U = Aa Av). De totale werkloosheid kan berekend worden via (U = Aa e / apt). Conjuncturele werkloosheid ontstaat als de effectieve vraag kleiner is dan de productiecapaciteit. Structurele werkloosheid blijft over ook al is de productiecapaciteit volledig bezet. De conjuncturele werkloosheid (Uc) kan berekend worden via (Uc = * / apt e / apt). De stucturele werkloosheid (Us) kan berekend worden via (Us = U Uc) of (Us = Aa * / apt). De multiplier is het getal waarmee de verandering in de autonome bestedingen moet worden vermenigvuldigd om de verandering in het evenwichtsinkomen te krijgen. Begrotingsbeleid in een eenvoudig Keynesiaans model Hieronder wordt een economisch model weergegeven met overheid zonder buitenland. = W (Identiteit) Het nationale inkomen wordt bepaald door de hoogte van de nationale productie W = EV (Evenwichtsvoorwaarde) De nationale productie wordt bepaald door de effectieve vraag = EV (Evenwichtsvergelijking) Bij welke hoogte van het nationale inkomen wordt dit inkomen precies besteed. EV = C + I + O (Definitievergelijking) De effectieve vraag bestaat uit de consumptie, de investeringen en de overheidsuitgaven. C = C + C0 I = I0 O = O0 Substitutie geeft: = C + C0 + I0 + O0 C = C0 + I0 + O0 (1 C) = C0 + I0 + O0 e = 1 (C0 + I0 + O0) waarbij e het evenwichtsinkomen voorstelt. 1 C 1 wordt ook wel de inkomensvermenigvuldiger / multiplier genoemd. 1 C Een toename of afname van de autonome bestedingen leiden tot een X-maal grotere toename of afname van het nationale inkomen. De werking van de multiplier valt als volgt samen te vatten: De overheid verhoogt de autonome uitgaven: O0 EV W C EV W C EV W enzovoort Kortom een bestedingsimpuls van de overheid leidt tot een sneeuwbaleffect waardoor de toename van het nationale inkomen een aantal malen groter is. Het multipliereffect werkt pas vanaf het vetgedrukte stuk! (Zie ook verder op.)
4 Een getallenvoorbeeld maakt alles een stuk duidelijker: C = 0, I0 = 10 O0 = 20 Alle bedragen luiden in miljarden geldeenheden. Berekening van het evenwichtsinkomen (e): = 0, ,25 = 70 e = 280 miljard geldeenheden Bij normale bezetting van de nationale productiecapaciteit wordt een productie met een waarde van 340 miljard geldeenheden gehaald. De arbeidsproductiviteit (de waarde van de productie per werknemer per jaar) bedraagt geldeenheden. De beroepsbevolking heeft een omvang van 7,6 miljoen arbeidsjaren. De totale werkloosheid bedraagt: (280 miljard / ) = 2 miljoen arbeidsjaren De conjuncturele werkloosheid bedraagt: Onderbesteding is ( =) 60 miljard geldeenheden. Werkloosheid als gevolg van onderbesteding: (60 miljard / =) arbeidsjaren Dus de structurele werkloosheid bedraagt (2 miljoen 1,2 miljoen =) arbeidsjaren Berekening van de multiplier van de autonome bestedingen: 1 = 4 (1 0,75) De overheid wil via begrotingspolitiek de conjuncturele werkloosheid bestrijden. Het nationale inkomen moet dan precies gelijk zijn aan de productiecapaciteit bij normale bezetting. moet dus gelijk zijn aan 340 miljard geldeenheden. moet dus met 60 miljard geldeenheden stijgen. Berekening van het bedrag waarmee O0 moet stijgen. Het teken geeft een verandering weer. = multiplier O0 60 miljard = 4 O0 O0 = 15 miljard geldeenheden. Andere mogelijkheid om het bedrag van O0 te berekenen: 340 = 0, O0 O0 = 340 0, = 35 miljard geldeenheden Dus een toename van (35 20 =) 15 miljard geldeenheden. Het multipliereffect door een verhoging van de autonome overheidsuitgaven in getallen: O0 15 miljard EV 15 miljard W 15 miljard 15 miljard C (0,75 15 =) 11,25 miljard EV 11,25 miljard W 11,25 miljard 11,25 miljard C (0,75 11,25 =) 8,4375 miljard enzovoort. zal uiteindelijk met ( ,25 + 8, =) 60 miljard geldeenheden gegroeid zijn.
5 De marginale belastingquote (mbq) laat zien welk deel van het extra inkomen wordt belast. Formule mbq: b = B De gemiddelde belastingquote (gbq) laat zien welk deel van het totale inkomen wordt belast. Formule gbq: B Het inverdieneffect werkt in theorie als volgt: Wanneer de overheid haar uitgaven (Oo) met X miljard verhoogt, stijgt het overheidstekort (O B) in eerste instantie met X miljard. Echter, door de hogere overheidsuitgaven stijgt de effectieve vraag, dus stijgt het nationaal product en dus stijgt het nationale inkomen, dus stijgen de belastingontvangsten (B) waardoor het overheidstekort (O B) uit eindelijk met een kleiner bedrag stijgt dan X miljard. Het inverdieneffect is dan het extra bedrag aan belasting dat wordt ontvangen door het gestegen nationale inkomen. Het uitverdieneffect werkt in theorie als volgt: Wanneer de overheid haar uitgaven (Oo) met X miljard verlaagt, daalt het overheidstekort (O B) in eerste instantie met X miljard. Echter, door de lagere overheidsuitgaven daalt de effectieve vraag, dus daalt het nationaal product en dus daalt het nationale inkomen, dus dalen de belastingontvangsten (B) waardoor het overheidstekort (O B) uit eindelijk met een kleiner bedrag daalt dan X miljard. Het uitverdieneffect is dan de daling van de belastingontvangsten die wordt veroorzaakt door het gedaalde nationale inkomen. De marginale importquote (mmq) laat zien welk deel van het extra inkomen wordt besteed aan import. Formule mmq: m = M De gemiddelde importquote (gmq) laat zien welk deel van het totale inkomen wordt besteed aan import. Formule gmq: M De bestedingsmultiplier wordt groter naarmate de marginale consumptiequote c groter is. Omdat van het extra nationaal inkomen dan een groter deel terugstroomt in de economische kringloop in de vorm van extra consumptie. De bestedingsmultiplier kan afhankelijk zijn van drie lekken in het kringloopmodel als er sprake is van een open economie met een collectieve sector: het spaarlek, het belastinglek en het importlek. Autonome bestedingen stijgen effectieve vraag stijgt nationale productie stijgt nationaal inkomen stijgt van het extra nationaal inkomen wordt een deel aan de economische kringloop onttrokken omdat het wordt gespaard (spaarlek) / omdat er belasting van wordt betaald (belastinglek) / omdat het aan buitenlandse goederen wordt besteed (importlek). Hierdoor stroomt een kleiner deel van het extra nationaal inkomen terug in de economische kringloop in de vorm van extra consumptie. De productie en het nationaal inkomen groeien dan minder snel.
Keynesiaanse modellen hebben betrekking op de korte termijn, klassieke modellen op de lange termijn.
Samenvatting door E. 2316 woorden 27 april 2013 9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 8: Een model van een economie 8.1 Verschillende modellen Macro-economische modellen kunnen
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieEconomie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 samengevat 3 h4 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6 & 7 Links 7 Test je
Nadere informatieModellen. Hoofdstuk 3
Modellen Hoofdstuk 3 Keynes in model Vereenvoudigde weergave van de economische werkelijkheid met geaggregeerde grootheden. Economische modellen worden gebruikt voor voorspellingen en daarop wordt overheidsbeleid
Nadere informatieEconomie Samenvatting H11
Paragraaf 1 Inkomens- en productiebegrippen Economie Samenvatting H11 Toegevoegde waarde = de waarde die tijdens het productieproces met behulp van productiefactoren aan gebruikte grond- en hulpstoffen
Nadere informatieProductie is het voortbrengen van goederen en diensten met als doel het verwerven van een inkomen door de verkoop van deze producten.
Lesbrief Modellen Productie is het voortbrengen van goederen en diensten met als doel het verwerven van een inkomen door de verkoop van deze producten. Productie = Toegevoegde Waarde = Omzet geldswaarde
Nadere informatieEconomische Modellen. Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur. Hoofdstuk 2: Klassieken en Keynes. Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017
Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economische Modellen Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur EV= C+I+O+E-M Bezettingsgraad = Productie/Productiecapaciteit
Nadere informatieModule 4. aanvulling theorie pag. 2. opgaven uit werkboek.. pag. 12 *** oefenopgaven. pag. 13 ***
Module 4 aanvulling theorie pag. 2 opgaven uit werkboek.. pag. 2 *** oefenopgaven. pag. 3 *** Aanvulling theorie European economies Vroom, sputter, sputter, bang Nov 2th 2004 Is the European recovery over
Nadere informatie1.6 Die aankopen kan je niet meten, een onderzoeker kan niet vaststellen wat consumenten bij andere consumenten kopen.
Hoofdstuk 1 Conjunctuur en structuur 1.1 Het tekortschieten van de effectieve vraag ten opzichte van de productiecapaciteit. Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland besteden minder dan de productiecapaciteit
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatieHoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid
Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht
Nadere informatieindexcijfers geven de verhouding weer tussen de omvang van een grootheid in een bepaalde periode en de op 100 gestelde omvang
Samenvatting door een scholier 1001 woorden 1 oktober 2003 3,9 15 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Module 4 Economie 1: Hoofdstuk 1: productiegroei => toeneming van het binnenlands product reële
Nadere informatieHOOFDSTUK 21: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 21: OEFENINGEN 1 In een gesloten economie zonder overheid, en waar de ondernemingen niet afschrijven noch winst reserveren, geldt : BNP = Y = consumptie + investeringen, BNP = Y = consumptie
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3 boek 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3 boek 2 Samenvatting door een scholier 2565 woorden 29 januari 2005 7,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 1 1.1 Macro-economie
Nadere informatieSamenvatting Economie Modellen
Samenvatting Economie Modellen Samenvatting door een scholier 1766 woorden 21 februari 2006 6,5 70 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO MODELLEN Hoofdstuk1 Crisis= een periode waarin de groei van
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieInleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat.
Bestedingsevenwicht - 1 van 15 MACRO-ECONOMISCH BESTEDINGSEVENWICHT Welke factoren bepalen de grootte van het nationaal inkomen? Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en
Nadere informatieProefexamen Inleiding tot de Algemene Economie. Prof. Dr. Jan Bouckaert december 2015
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert 11-14 december 2015 1. Wat wordt niet meegerekend in het netto nationaal inkomen (nni) van België? A. Lonen van Belgische grensarbeiders
Nadere informatieInleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1
Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse
Nadere informatieEindexamen vwo economie II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere
Nadere informatieIndexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100
Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2
Nadere informatie4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. dr. Jan Bouckaert Prof. dr. André Van Poeck 12-15 december 2014 1. Stel dat het bruto nationaal inkomen 200 miljard euro bedraagt. Hoeveel bedraagt
Nadere informatie1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.
1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van
Nadere informatieArbeid = arbeiders = mensen
Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieHOOFDSTUK 21: DE VRAAGZIJDE DE REELE SFEER
1 HOOFDSTUK 21: DE VRGZIJDE DE REELE SFEER Uitgangspunt: J. M. Keynes Bestaan van werkloosheid en niet benutte productiecapaciteit productie kan stijgen zonder dat de prijzen van de productiefactoren stijgen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1377 woorden 29 maart 2010 7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie samenvatting Hoofdstuk 4 Beroepsbevolking
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2002-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieSamenvatting Economie Modellen Hoofdstuk 1 tm 6
Samenvatting Economie Modellen Hoofdstuk 1 tm 6 Samenvatting door een scholier 2204 woorden 14 december 2012 6,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1crisis 1.2 wat is een crisis Crisis
Nadere informatie1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.
AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO 2007 1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart 2011 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie Hoofdstuk 4 4.1 Het aanbod van arbeid Het aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van
Nadere informatieProductie=toegevoegde waarde= omzet-geldswaarde ingekochte grond en hulpstoffen
Samenvatting door een scholier 2167 woorden 14 december 2012 0 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1crisis 1.2 wat is een crisis Crisis in economische zin: Een periode waarin de groei van de productie
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatieEen kennismaking met de modellen van Keynes
Een kennismaking met de modellen van Keynes Deze lesbrief gaat over de modellen van Keynes. Voor de duidelijkheid; Keynes is niet de directeur van een glamoureus modellenbureau en de modellen zijn niet
Nadere informatiePraktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90
Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische-opdracht door een scholier 3697 woorden 29 juni 2004 4,7 54 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Deze praktische
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat het tarief per keer legen de inwoners stimuleert om de containers minder vaak aan te bieden om daarmee lasten te besparen 1 het tarief per kilo
Nadere informatie5.1 Wie is er werkloos?
5.1 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatiePraktische-opdracht door een scholier 2097 woorden 16 maart keer beoordeeld. Inleiding
Praktische-opdracht door een scholier 2097 woorden 16 maart 2004 5 27 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding De huidige economie gebruikt veel modellen om de toekomst te voorspellen m.b.t. economie. In
Nadere informatie1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en (openstaande)vacatures. arbeidsmarkt? Werkenden 2)Noem een ander woord voor
1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wat houdt het arbeidsvolume in? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatieGeboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.
Boekverslag door Een scholier 1354 woorden 17 december 2002 7.6 26 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie PW Hoofdstuk 4 4.1 Beroepsbevolking: Het aantal mensen tussen 15 en 65 jaar, dat
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO
Economische wetenschappen 1 en recht Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 19 99 Tijdvak 1 Inzenden scores Uiterlijk 3 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten
Nadere informatieProefexamen Macro-economie: verbetering
Proefexamen Macro-economie: verbetering Deel 1: Drie open vragen op telkens 6 punten. 1. H9 a) Leid wiskundig de Philipscurve af uit de prijszettingsrelatie op de arbeidsmarkt. Verklaar de gebruikte symbolen.
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Een
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 2,6% 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-II
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieWerken of vrije tijd?
Samenvatting door Sophie 612 woorden 28 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 Werken of vrije tijd? Je moet keuzes maken tussen vrije tijd en werken/ geld verdienen. Veel mensen werken
Nadere informatie5.2 Wie is er werkloos?
5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatie7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 salaris: 122.000 175 = 86.437
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
Opgave 1 CAO-overleg: loon of werk? Bij de CAO-onderhandelingen voor een komend jaar in de industrie wordt uitgegaan van de volgende prognose: inflatie 2,3% stijging arbeidsproductiviteit in de industrie
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieUNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015 VAK : ECONOMIE 1 DATUM : DINSDAG 16 JUNI 2015 TIJD : 07.45-10.15 UUR Aantal opgaven bij dit vak : 3 Aantal pagina s : 5; Calculator
Nadere informatieEindexamen economie vwo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit het antwoord moet
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste
Nadere informatie5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december 2007 5,8 10 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuur Deze praktische opdracht gaat over conjunctuur. Ik beantwoord een aantal vragen in mijn
Nadere informatie6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt
Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari 2006 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Arbeidsmarkt 1: Het Aanbod van Arbeid Het aanbod bestaat uit alle mensen tussen de 15 en 64
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl
Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)
Economie 1 (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 01 Tijdvak 2 Inzenden scores Uiterlijk op 22 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2012
Correctievoorschrift VWO 2012 tijdvak 2 economie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 1 Regels
Nadere informatieLesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2008-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieExamen VWO. economie. tijdvak 1 vrijdag 16 mei 13.30-16.30 uur
Examen VWO 2014 tijdvak 1 vrijdag 16 mei 13.30-16.30 uur oud programma economie Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 59 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2002-II
4 Antwoordmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is: 1,5
Nadere informatieSamenvatting Economie Rekonomie
Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook
Nadere informatieVoor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
economie 1 Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 06 Tijdvak 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-II
Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo I
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie
Economie Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Dinsdag 22 juni 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 37 vragen.
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieBeroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.
Samenvatting door een scholier 1221 woorden 5 januari 2004 5,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 4: werk, werk, werk 4.1 Het aanbod van arbeid Beroepsbevolking: het aantal mensen
Nadere informatieLESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatie