Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf
|
|
- Andrea van Beek
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 M21221 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot Verklaring van verschillen tussen MKB en groot en ontwikkelingen Anne Bruins Ton Kwaak Zoetermeer, november 212
2 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot De in het MKB is laag in vergelijking met grote bedrijven. Econometrische analyse wijst uit dat kleine, middelgrote en grote bedrijven een verschillende afweging moeten maken tussen gebruik van arbeid en van kapitaal. In deze afweging blijken kleine bedrijven de keuze te maken voor een lage kapitaal/arbeid-verhouding. Dat verklaart het grootste deel van de verschillen tussen MKB en groot. In de periode is de ontwikkeling van de in het MKB achtergebleven bij die in het groot. Deels is dat toe te schrijven aan incidentele factoren; structureel is wel sprake van een achterblijvende sgroei in het klein. Dat blijkt vooral het gevolg te zijn van een daling van de gemiddelde ondernemingsgrootte in het klein. Hierdoor neemt het aandeel van vaste arbeid - arbeid die niet direct aan de productie bijdraagt - in de totale werkgelegenheid toe, wat een negatief effect heeft op de. Aan de andere kant is de invloed van technische vooruitgang in het MKB veelal relatief hoog. 1 Inleiding De - de toegevoegde waarde die door een arbeidsjaar wordt geproduceerd - verschilt aanzienlijk tussen MKB en groot: in het particulier sleven bedroeg de in per arbeidsjaar, in het groot was dat 97. per arbeidsjaar, terwijl het klein en het midden met 41. respectievelijk 65. per arbeidsjaar juist onder het gemiddelde scoren 1. Dit is niet het gevolg van een sterkere oriëntatie van het MKB op stakken met een geringere zoals handel, horeca en bouw; ook binnen afzonderlijke stakken is de van het MKB lager dan die van het groot (zie tabel 1). Het achterblijven van het MKB ten opzichte van het groot geldt voor het niveau van de, maar ook voor de ontwikkeling: de gemiddelde groei tussen 1993 en 29 bedroeg 3,2% in het groot tegen minder dan 1% in het MKB. In sommige stakken, zoals de bouw, is de in het MKB zelfs afgenomen. 1 Het klein wordt gevormd door bedrijven t/m 9 werkzame personen, het midden door bedrijven met 1 t/m 99 werkzame personen en het groot door bedrijven met 1 of meer werkzame personen. 2
3 tabel 1 Arbeidsproductiviteit in het particulier sleven naar stak en grootteklasse klein midden groot particulier sleven niveau in /arbeidsjaar industrie bouw handel tertiaire dienstverlening totaal ontwikkeling gemiddelde jaarlijkse mutatie in % industrie -1,3 2,8 3,8 3, bouw -1,9-1,9 7,8,5 handel 2,2 2,6 3,7 3, tertiaire dienstverlening 1, -,4 2,3 1,3 totaal,8 1, 3,2 2, Bron: Panteia/EIM. Het belang van voor de concurrentiepositie maakt een nadere analyse van deze verschillen gewenst. In het kader van het Programmaonderzoek Ondernemerschap en MKB is een model ontwikkeld om de verschillen in niveau en ontwikkeling van de te verklaren. Het huidige rapport vat de resultaten van dat onderzoek 1 samen. 2 Verklaring van de sverschillen tussen MKB en groot In 29 bedroeg de in het MKB 53. per arbeidsjaar; dat komt overeen met 72% van de gemiddelde in het particulier sleven. De in het groot lag 38% boven het gemiddelde van 73, per arbeidsjaar. Ter verklaring van de sverschillen tussen MKB en groot is een model ontwikkeld en geschat. Dit model is gebaseerd op basisbegrippen uit de microeconomie. Kernelementen van het model zijn: 1 Ton Kwaak, Niek Timmermans, The Production Structure of Small, Medium-sized and Large enterprises in Dutch Private Enterprise - Analysis by economic sector, Panteia/EIM, 212.
4 de productiefunctie. Deze beschrijft hoe bedrijven arbeid en kapitaal kunnen combineren om output (bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten) te produceren. winstmaximalisatie door bedrijven. Hieruit valt - gegeven de productiefunctie - af te leiden welke inzet van arbeid en kapitaal optimaal is. volledige concurrentie op markten. Dit betekent dat de prijzen van productiefactoren voor ondernemers gegeven zijn, en de outputprijs op lange termijn de kosten van arbeid en kapitaal plus een opslag voor 'normale' winst weerspiegelen. De productiefunctie heeft twee belangrijke kenmerken. In de eerste plaats zijn er vaste kosten, die, zo wordt aangenomen, louter uit arbeidskosten bestaan. Deze vaste kosten zijn in kleine bedrijven geringer dan in grote, maar ten opzichte van de totale arbeidsinzet, het hoogst in het klein. Er zijn wat dit betreft dus schaalvoordelen. Ten tweede is er technische vooruitgang. Deze is arbeidsbesparend. Het model is geschat op basis van tijdreeksen per stak en grootteklasse voor de periode Op basis het geschetste model zijn er twee factoren die de sverschillen tussen grootteklassen verklaren: de aanwezigheid van vaste arbeid, dat wil zeggen arbeid die niet rechtstreeks bijdraagt aan de productie maar gericht is op het bestaan van de onderneming zelf. In alle grootteklassen is sprake van vaste arbeid. Deze is in het groot omvangrijker dan in het klein: circa 2,7 arbeidsjaar per onderneming tegen 1,6 arbeidsjaar. Van belang is echter dan het aandeel van vaste arbeid in de totale werkgelegenheid in het MKB veel groter is dan in het groot. Deze percentages bedragen 6% in het klein, 8% in het midden, en 1% in het groot. Gemiddeld is het aandeel vaste arbeid in de totale werkgelegenheid 2%. de bijdrage van kapitaalgoederen aan de productie. Het blijkt dat de productiefactor kapitaal naar verhouding sterker bijdraagt aan de productie van het MKB dan aan die van het groot. Hieruit blijkt dat bedrijven in klein-, midden- en groot onder sterk verschillende omstandigheden opereren. De vorm van de productiefunctie Aangenomen is dat bedrijven kapitaal en arbeid zo inzetten dat hun winst maximaal is, ofwel dat hun kosten minimaal zijn. Kleine, middelgrote en grote bedrijven - zelfs bij gelijke kapitaal- en arbeidskosten - zullen hierin een verschillende afweging maken. Dit heeft gevolgen voor de in klein-, midden- en groot. Door de verschillende vorm van de productiefunctie verschilt de verhouding tussen kapitaal en arbeid tussen MKB en groot. Dit vertekent de gemeten sverschillen tussen MKB en groot. Daarom is een berekening gemaakt waarin is aangenomen dat de kapitaal/arbeid-verhouding hetzelfde is in klein-, midden- en groot, namelijk gelijk aan het gemiddelde voor alle bedrijven in een stak. De resultaten van deze berekening staan uitgespitst naar stak in figuur 1 naast de werkelijke. Duidelijk blijkt dat de sverschillen tussen MKB en groot omkeren als gecorrigeerd wordt voor verschillen in kapitaalinzet. 4
5 figuur 1 Werkelijke en onder alternatieve veronderstelling over de kapitaal/arbeid-verhouding per stak en grootteklasse, 29 werkelijke en alternatieve, industrie (in 1. /arbeidsjaar) werkelijke en alternatieve, bouw (in 1. /arbeidsjaar) klein midden groot klein midden groot werkelijk alternatief werkelijk alternatief werkelijke en alternatieve, handel (in 1. /arbeidsjaar) werkelijke en alternatieve, tertiaire dienstverlening (in 1. /arbeidsjaar) klein midden groot klein midden groot werkelijk alternatief werkelijk alternatief Opmerking: Bij de alternatieve kapitaal/arbeidverhouding wordt aangenomen dat deze in alle Bron: Panteia/EIM. grootteklassen gelijk is aan het gemiddelde van de stak. De conclusie is dat de lage van MKB-bedrijven in werkelijkheid gevolg is van een keuze van ondernemingen: gegeven hun productiefunctie (waarin kapitaal sterk bijdraagt aan de productie) kiezen ze de inzet van arbeid en van kapitaal op zo'n manier dat hun kosten - bij gegeven kapitaal- en arbeidskosten - zo laag mogelijk zijn. Voor het MKB werkt dat uit in een lage en een lage kapitaalintensiteit, grote bedrijven kiezen juist voor een hoge en een hoge kapitaalintensiteit. Een lage (hoge) kapitaalintensiteit gaat gepaard met een hoge (lage) productiviteit van kapitaal. Arbeidsproductiviteit en kapitaalintensiteit Figuur 2 laat de verschillen in en kapitaalintensiteit van de productie tussen klein-, midden- en groot zien. Voor het totale particulier sleven hangen sverschillen tussen grootteklassen samen met verschillen in kapitaalintensiteit. Deze samenhang wordt teruggevonden in zowel de bouw als in de tertiaire dienstverlening. In het groot in de handel gaat een hoge echter samen met een lage kapitaalintensiteit, terwijl voor het klein juist het omgekeerde geldt. Kennelijk hebben kleine bedrijven hier een intrinsiek nadeel wat betreft de totale factorproductiviteit. In de industrie gaat de relatie tussen en kapitaalintensiteit alleen op voor het midden en voor het groot. Het klein wordt gekenmerkt door een lage en door een hoge kapitaalintensiteit (en dus een lage kapitaalproductiviteit).
6 figuur 2 Arbeidsproductiviteit en kapitaalintensiteit per stak en grootteklasse, 29 industrie bouw (1. /arbeidsjaar) (1. /arbeidsjaar) klein midden groot klein midden groot (llinker as) (llinker as) handel tertiaire dienstverlening (1. /arbeidsjaar) (1. /arbeidsjaar) klein midden groot klein midden groot (llinker as) (llinker as) particulier sleven (1. /arbeidsjaar) klein midden groot (llinker as) Bron: Panteia/EIM. 3 Ontwikkelingen in de periode Voor een analyse van de ontwikkeling van de zijn drie elementen van de productiefunctie van belang: de mate van arbeidsbesparende technische vooruitgang. Deze is in het MKB sterker dan in het groot. Dat geldt in het bijzonder als de vaste arbeid buiten beschouwing wordt gelaten. het gemak waarmee arbeid en kapitaal voor elkaar gesubstitueerd kan worden. Dit is van belang voor de mate waarin bedrijven zich aanpassen aan veranderingen in de verhouding tussen arbeidskosten en kapitaalkosten. Dit wordt gemeten met behulp van de substitutie-elasticiteit. Deze is in het groot lager dan in het MKB. veranderingen in de hoeveelheid vaste arbeid per onderneming. Deze blijkt namelijk gerelateerd aan de sgrootte (gemeten in werkgelegenheid): als bedrijven (gemiddeld) groter worden neemt de hoeveelheid vaste arbeid toe, maar minder dan de totale sgrootte. Met andere woorden, het aandeel van vaste arbeid in de totale werkgelegenheid neemt af (toe) als bedrijven in omvang groeien (krimpen). Dit zijn structurele effecten. Verder speelt een rol dat bedrijven niet voortdurend in een evenwicht zitten: bedrijven kunnen moeite hebben hun personeelsbestand en kapitaalgoederenvoorraad aan de gewenste omvang aan te passen. Dat kan ook tot bezettingsgraadproblemen leiden. Dit zijn korte termijn effecten; op wat langere termijn passen vraag en aanbod zich immers aan elkaar aan. 6
7 In tabel 2 staat aangegeven hoe de onderscheiden factoren het beeld van de abreidsproductiviteitsontwikkeling per stak hebben beïnvloed. tabel 2 Arbeidsproductiviteitsgroei onderscheiden naar structurele factoren en korte termijn effecten naar stak en grootteklasse in de periode industrie bouw klein- midden- groot- klein- midden- groot- mutaties per jaar in % structurele factoren -,4 5,7 2,1 1, 3,9 2,9 waarvan - technische vooruitgang 1,2 3,,3,2,3 4,3 - kapitaal/arbeid substitutie,4 3, 2,5 1,5 2,9,6 - gemiddelde ondernemingsgrootte -1,9 -,3 -,6 -,8,7-2, korte termijn effecten -1, -2,7 1,7-2,9-5,6 4,8 total -1,3 2,8 3,8-1,9-1,9 7,8 handel tertiaire dienstverlening klein- midden- groot- klein- midden- groot- mutaties per jaar in % structurele factoren 1,7 1,6 2,8 1,5 1,9 3,1 waarvan - technische vooruitgang 1,1 1,3 2,2 1,4,5 1,1 - kapitaal/arbeid substitutie 1,4 1,4 2,3 1,7 1,5 2,5 - gemiddelde ondernemingsgrootte -,8-1, -1,6-1,6 -, -,5 korte termijn effecten,5,9,9 -,5-2,3 -,8 total 2,2 2,6 3,7 1, -,4 2,3
8 particulier sleven klein midden groot mutaties per jaar in % structurele factoren 1,9 3,9 3,3 waarvan - technische vooruitgang 1,7 1,6 1,5 - kapitaal/arbeid substitutie 2,1 2,6 2,8 - gemiddelde ondernemingsgrootte -1,9 -,3 -,9 korte termijn effecten -,7-2,7,6 total 1,1 1,1 3,9 Bron: Panteia/EIM. Industrie Gemiddeld genomen heeft in de industrie het groot de sterkste sgroei doorgemaakt. Dit is echter in grote mate gevolg van tijdelijke factoren (in het bijzonder dat het groot in de industrie in 1993 een zeer lage bezettingsgraad kende, lager nog dan in 29). Tijdelijke factoren hebben de sgroei in het MKB echter juist negatief beïnvloed. Als alleen structurele factoren in ogenschouw worden genomen, dan ontstaat een ander beeld. Technische vooruitgang heeft vooral in het MKB bijgedragen aan de arbeidproductiviteitsgroei 1, en slechts in beperkte mate in het groot. In alle grootteklassen is arbeid door kapitaal vervangen, maar dit heeft vooral in het midden en in het groot een positieve invloed op de gehad. Dat het klein hier achterblijft bij het midden komt vooral door het grote aandeel vaste arbeid; substitutie van arbeid door kapitaal heeft namelijk alleen betrekking op variabele arbeid. De gemiddelde sgrootte is in iedere grootteklasse afgenomen. Het aandeel van vaste arbeid in de totale werkgelegenheid is daarom in iedere grootteklasse toegenomen. Omdat het aandeel vaste arbeid in het klein aanvankelijk al hoog was, heeft dat vooral in het klein een negatieve invloed op de. De conclusie is dat structureel gezien het midden de gunstigste ontwikkeling laat zien wat betreft de sgroei tussen 1993 en 29; het groot komt op de tweede plaats. Het klein blijft duidelijk achter, vooral vanwege het grote gewicht van vaste arbeid in het klein. Bouw De sgroei in de bouw is tussen 1993 en 29 het sterkst geweest in het groot; in het MKB is de in de periode gedaald. Deze uitkomst wordt echter voor een deel bepaald door het feit dat 1 Het klein heeft de sterkste arbeidsbesparende technische vooruitgang maar dit voordeel wordt teniet gedaan door een groot aandeel vaste arbeid. 8
9 noch 1993 noch 29 neutrale jaren waren waardoor incidentele factoren het beeld in belangrijke mate mede bepaald hebben. De structurele factoren laten een heel ander beeld zien. Technische vooruitgang heeft een grotere bijdrage geleverd aan de structurele sgroei in het groot dan in het MKB. Niettemin is de sgroei in het groot structureel achtergebleven bij het MKB, omdat kapitaal/arbeid-substitutie in het MKB veel krachtiger is geweest - een direct gevolg van de naar verhouding hoge substitutie-elasticiteit van klein- en midden. Daarnaast heeft schaalverkleining in het groot een negatieve bijdrage geleverd aan de sgroei in het groot door de toename van het aandeel vaste arbeid dat daarmee gepaard gaat. Handel De structurele sgroei in de handel is het sterkst geweest in het groot. Dit patroon is vooral bepaald door een sterkere technische vooruitgang in het groot. Afnemende gemiddelde sgrootte heeft in elke grootteklasse een negatieve bijdrage geleverd aan de sgroei maar dat effect is het sterkst geweest in het groot. Tertiaire diensten In de tertiaire dienstverlening is de structurele sgroei het sterkst geweest in het groot. Technische vooruitgang heeft in het midden relatief weinig bijgedragen aan de. Substitutie van arbeid door kapitaal heeft vooral in het groot gunstig aan de sgroei bijgedragen. Vooral in het klein heeft de afname van de gemiddelde ondernemingsgrootte een ongunstige uitwerking gehad. Particulier sleven Voor het totale particulier sleven komt, gezien het voorgaande, het volgende beeld van de sgroei tussen 1993 en 29 naar voren. Korte termijn effecten hebben ongunstig uitgewerkt voor het klein- en vooral voor het midden. Dat heeft onder andere te maken met de conjunctuur, die in 29 natuurlijk voor alle bedrijven ongunstig was, maar voor MKB en groot niet parallel loopt. Daarbij komt dat het groot in 1993 kampte met een ruime overbezetting die het in de loop van de jaren '9 heeft weggewerkt. Wanneer alleen structurele factoren worden bezien, is het midden de kooploper van sgroei geweest, gevolgd door het groot; het klein is achter gebleven. Wat betreft de invloed van technische vooruitgang ontlopen klein-, midden- en groot elkaar weinig. De invloed van kapitaal/arbeid-substitutie is in het midden en in het groot ruwweg even groot. Dit effect is in het klein duidelijk kleiner geweest. In elk van de drie grootteklassen is de gemiddelde ondernemingsgrootte structureel afgenomen. Hierdoor is het aandeel vaste arbeid geleidelijk toegenomen. Dit heeft een ongunstige invloed op de, die bovendien in het klein veel duidelijker is geweest dan in het midden en in het groot.
Arbeidsproductiviteitstrends in klein-,
Arbeidsproductiviteitstrends in klein-, midden- en grootbedrijf 1995-2015 Een meso-economische benadering Ton Kwaak Zoetermeer, augustus 2011 ISBN: 978-90-371-1029-6 Bestelnummer: A201109 Prijs: 40,- Dit
Nadere informatieVergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk
M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 10
Extra opgaven hoofdstuk 10 Opgave 1 Stel, dat de prijs van kapitaal gelijk is aan 2 euro per eenheid en dat de vergoeding voor arbeid 1 euro per eenheid bedraagt. De betreffende onderneming heeft de beschikking
Nadere informatieEconomische effecten van een verlaging van de administratieve lasten
CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het
Nadere informatieResultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015
Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel
Nadere informatieStemming onder ondernemers in het MKB
Stemming onder ondernemers in het MKB Vertrouwen van ondernemers in de economie weer toegenomen In het voorjaar van 2010 is het vertrouwen in de Nederlandse economie onder MKB-ondernemers flink toegenomen.
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%
Nadere informatieAfname arbeidsproductiviteit in Curaçao zet voort in de periode 2009 tot en met 2011
Afname arbeidsproductiviteit in Curaçao zet voort in de periode 2009 tot en met 2011 Modus Inleiding Dainadira Eustatius De Internationale Arbeidsorganisatie (International Labour Organization, ILO) heeft
Nadere informatieResultaten Conjuntuurenquete 2018
Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere
Nadere informatieWerkgelegenheidsonderzoek 2011
Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof
Nadere informatieBedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek
Nadere informatieResultaten Conjuntuurenquête jaar 2015
Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding
Nadere informatieGezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland
Hoofdstuk 2 Basisinzichten Opgave 1 NBP fk 990 S = 120 Gezinnen Bg = 50 C = 820 Overheid NBPov = 90 Indir. Bel. = 70 Cov = 50 Iov = 10 NBPb = 900 Bedrijven I = 110 X = 910 M = 930 Buitenland B NBPfk Bg
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014
Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze
Nadere informatieRegionale economische prognoses 2016
Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral
Nadere informatieCategoriale inkomensverdeling
Categoriale inkomensverdeling - 1 van 5 Categoriale inkomensverdeling 1. Verdeling Het nationaal inkomen dat ontstaat wordt verdeeld over de productiefactoren arbeid, kapitaal en ondernemingsinitiatief.
Nadere informatieWillemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016
Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...
Nadere informatieMiddellangetermijn ontwikkeling MKB
M201108 Middellangetermijn ontwikkeling MKB Het MKB in de marktsector in de periode 2011-2015 drs. K. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, april 2011 Middellangetermijn ontwikkeling MKB In de
Nadere informatieM200412 Opleidingsniveau in MKB stijgt
M200412 Opleidingsniveau in MKB stijgt A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Meer hoger opgeleiden in het MKB Het aandeel hoger opgeleiden in het MKB is de laatste jaren gestegen. Met name in de
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 11
Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven
Nadere informatieWerkgelegenheidsonderzoek 2010
2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek
Nadere informatieM Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel
M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg
Nadere informatieM201012. Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2010 en 2011
M201012 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2010 en 2011 drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, juli 2010 Economisch herstel MKB blijft achter bij grootbedrijf Ondanks het toegenomen optimisme
Nadere informatieRESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018
RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquête jaar 2017
Willemstad, april 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen... 3 Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat... 6 Conjunctuurindex... 7
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1377 woorden 29 maart 2010 7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie samenvatting Hoofdstuk 4 Beroepsbevolking
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieKeynesiaanse modellen hebben betrekking op de korte termijn, klassieke modellen op de lange termijn.
Samenvatting door E. 2316 woorden 27 april 2013 9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 8: Een model van een economie 8.1 Verschillende modellen Macro-economische modellen kunnen
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 2014
Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieKwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2
Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename
Nadere informatieVakantiewerk in het mkb 2004
Vakantiewerk in het mkb 2004 Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Delft, 3 augustus 2004 Contactpersoon: dhr. drs. A. van Delft : 015 21 91 255, e-mail: delft@mkb.nl Copyright Koninklijke Vereniging MKB-Nederland,
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 1
Extra opgaven hoofdstuk 1 Opgave 1 Er zijn economische problemen, omdat: a. de middelen en de behoeften beide onbeperkt zijn; b. de behoeften beperkt zijn in relatie tot de middelen; c. de middelen beperkt
Nadere informatieM Starters en samenwerking
M200617 Starters en samenwerking drs. D. Snel drs. A. Bruins Zoetermeer, december 2006 2 Starters en samenwerking Samenwerking tussen (jonge) bedrijven heeft een positief effect op de resultaten van het
Nadere informatieHet rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015
Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam Augustus 2015 Inleiding De Nederlandse samenleving kent nog steeds een aanzienlijk aantal laaggeletterde mensen. Taaltrajecten blijken nodig te
Nadere informatieBedrijvendynamiek en werkgelegenheid
M201207 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1987-2010 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid In de periode 1987-2010 is het aantal bedrijven per saldo
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 17
Extra opgaven hoofdstuk 17 Opgave 1 De input-outputrelaties van een willekeurige ondernemer worden beschreven door de productietabel uit opgave 2 van hoofdstuk 9. We veronderstellen dat de onderneming
Nadere informatieM200704. Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer
M200704 Markt- en klantgerichtheid in het MKB drs. S.C. Oudmaijer Zoetermeer, februari 2007 Markt- en klantgerichtheid in het MKB In de rapportage beschrijft EIM drie indicatoren om de klant- en marktgerichtheid
Nadere informatieDordrecht in de Atlas 2013
in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is
Nadere informatieOntwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Bedrijfseconomische Statistieken Statistische analyse Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Gert Buiten, Andries
Nadere informatieDe productiviteitsparadox in Nederland in de jaren negentig
In: Economisch Statistische Berichten, 1 december, p. 974-976 De productiviteitsparadox in Nederland in de jaren negentig De vertraging van de Nederlandse productiviteitsgroei in de jaren negentig kan
Nadere informatieM Waar blijft die wortel? om maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB los te trekken? dr. R. Hoevenagel
M200706 Waar blijft die wortel? om maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB los te trekken? dr. R. Hoevenagel Zoetermeer, mei 2007 Waar is die wortel? De nieuwe staatssecretaris van Economische
Nadere informatie61e Ondernemerspanel. MKB-Nederland TNS NIPO
61e Ondernemerspanel MKB-Nederland TNS NIPO 61e Ondernemerspanel MKB-Nederland TNS NIPO Samenvatting van de resultaten van het 61 e panelonderzoek onder ondernemers in het midden- en kleinbedrijf door
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieProduceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven
Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 april 2004 7,4 17 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieHoofdstuk 7: Productie en Kosten
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 7: Productie en Kosten 1 Productie en Kosten Constructie van kostenfunctie Resultaat van optimale keuze van productiefactoren gegeven prijzen gegeven te produceren output
Nadere informatieEindexamen vwo economie II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere
Nadere informatie1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie
Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo I
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore
Nadere informatieBehoefte aan financiering in het MKB
M200909 Behoefte aan financiering in het MKB Ontwikkelingen van december 2008 tot april 2009 Lia Smit Joris Meijaard Zoetermeer, 20 mei 2009 MKB iets minder pessimistisch over financiering Het algemene
Nadere informatieBarometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011
Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 In deze rapportage van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen
Nadere informatieOktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011
Economische verwachting tot 2011 Oktober 2009 CONCLUSIES Zakelijke diensten, zorg en logistiek hebben een belangrijk aandeel in de Rotterdamse werkgelegenheid. Verwachte daling van werkgelegenheid in Rotterdam
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Aanleiding Elke vier jaar moet de vraag worden beantwoord of er omstandigheden
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2005-II
Opgave 1 Quartaire sector onder vuur In de periode 1998-2001 steeg de arbeidsproductiviteit in de Nederlandse economie. Die productiviteitsstijging was niet in iedere sector even groot, zoals blijkt uit
Nadere informatieFeitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005
Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 005 Begin 008 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 005 van het CBS beschikbaar
Nadere informatieJuni Economische Barometer Bollenstreek. Verwachting voor 2011 en 2012
Verwachting voor 2011 en 2012 Juni 2011 CONCLUSIES Geleidelijk herstel van Nederlandse economie in 2011 en 2012. Regionale groei van werkgelegenheid in zakelijke dienstverlening was in 2010 sterker dan
Nadere informatieEindexamen economie pilot vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor
Nadere informatieStarters zien door de wolken toch de zon
M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische
Nadere informatieEconomische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >
Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal Kernuitkomsten vergeleken, februari 2018 > www.ioresearch.nl Een barometer is gericht op het volgen en (door middel van cijfers) in beeld brengen
Nadere informatieM Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis
M200814 Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat A. Ruis Zoetermeer, december 2008 Prognoses vanuit het MKB Ondernemers in het MKB zijn over het algemeen goed in staat
Nadere informatieWerken in startende bedrijven
M201211 Werken in startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, september 2012 Werken in startende bedrijven De meeste startende ondernemers hebben geen personeel. Dat is zo bij de start met het bedrijf,
Nadere informatieSAFFIER II. 1 model voor Nederland. 2 hoedanigheden kwartalen en jaren. 3 toepassingen CEP/MEV, mlt en lang(er)
SAFFIER II 1 model voor Nederland 2 hoedanigheden kwartalen en jaren 3 toepassingen CEP/MEV, mlt en lang(er) Inhoud model in vogelvlucht historie + structuur toelichting per blok toepassing korte termijn
Nadere informatieBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieDerde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland
Derde kwartaal 212 Conjunctuurenquête Nederland Conjunctuurenquête Nederland I rapport derde kwartaal 212 Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen
Nadere informatieErnst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006.
Ernst & Young ICT Leadership Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing Jaargang 6 17 mei 2006 ICTbarometer Inhoud ICT-conjunctuur ICT-bestedingen Offshore ICT outsourcing
Nadere informatieFinanciering in het MKB
M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt
Nadere informatieM200719. Een 'directe buitenlandse investering' is méér dan investeren alleen. Buitenlandse investeringen door MKB-bedrijven
M200719 Een 'directe buitenlandse investering' is méér dan investeren alleen Buitenlandse investeringen door MKB-bedrijven drs. R.M. Braaksma dr. J. Meijaard Zoetermeer, november 2007 Een 'directe buitenlandse
Nadere informatieCoen in het kort. Inhoud rapportage. Toelichting. Provincie Limburg. Negatief beeld bij alle indicatoren
Conjunctuurenquête Nederland I rapport eerste kwartaal 212 Inhoud rapportage COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting Hoe staat het Nederlandse
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is:
Nadere informatieMonitor Krachtwijken 2010 Amsterdam
Monitor Krachtwijken 2010 maart 2011 Inhoud Inhoud: pagina Programma wijkeconomie 3 Inleiding 4 Stand van zaken 2010 5 Vestigingen 5 Starters 6 Opheffingen 7 Sectorverdeling 8 Gemiddelde leeftijd ondernemingen
Nadere informatieBouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar
Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Het CPB heeft haar vooruitzichten voor de Nederlandse economie sterk neerwaarts aangepast. Het bbp daalt volgens het CPB dit jaar met 3,5 procent en
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieONDERNEMERSVERTROUWEN MINDER HOOG. Conjunctuurenquête Nederland Eerste kwartaal 2019
ONDERNEMERSVERTROUWEN MINDER HOOG Conjunctuurenquête Nederland Eerste kwartaal 19 Voorwoord Dit rapport bevat de belangrijkste uitkomsten van de Conjunctuurenquête Nederland van het eerste kwartaal 19.
Nadere informatieEen halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen
Een halve eeuw arbeidsmarkt 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen Een veranderende arbeidsmarkt sluiten instituties nog wel aan? 2 Mogelijke hervorming: basisinkomen Gegarandeerd onvoorwaardelijk
Nadere informatieFlashraming CBS: export zorgt voor economische groei
Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3059 Vragen van het lid
Nadere informatieDrie vormen van werkloosheidsbestrijding opeenvolgend beschouwd
Drie vormen van werkloosheidsbestrijding opeenvolgend beschouwd DR. A.B.T.M. VAN SCHAIK * ESB 1982, blz. 648-650 In de discussie over de bestrijding van de werkloosheid wordt de combinatie van loonmatiging
Nadere informatieM MKB heeft internationale handelsgeest
M201019 MKB heeft internationale handelsgeest Arjan Ruis Petra Gibcus Zoetermeer, november 2010 MKB heeft internationale handelsgeest Ruim één op de drie MKB-bedrijven is op enige wijze actief op de internationale
Nadere informatieVergelijking tussen sectoren (In (Aandeel procenten) arbeidsplaatsen in procenten)
Staat van 2014 Sectorstructuur In welke sectoren is sterker vertegenwoordigd dan het s gemiddelde? Zakelijke diensten (16,5%), Informatie en Communicatie (6,5%), Financiële instellingen (4,5%) Vergelijking
Nadere informatiePersbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen
Nadere informatieA ; B ; C ; D Géén van de alternatieven A, B en C is CORRECT.
Vraag 1 De vraagcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q d = 200 P. De aanbodcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q s = 2*P 40. Stel dat de overheid de totale omzet
Nadere informatieCPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003
CPB Notitie Datum : 3 juli 2003 Bijstelling meerjarencijfers 2004-2007 1 Inleiding De analyse van het Hoofdlijnenakkoord in mei 2003 in CPB Notitie 2003/49 is gebaseerd op het voorzichtige scenario van
Nadere informatieGeboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.
Boekverslag door Een scholier 1354 woorden 17 december 2002 7.6 26 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie PW Hoofdstuk 4 4.1 Beroepsbevolking: Het aantal mensen tussen 15 en 65 jaar, dat
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid
Nadere informatieTrends in energetische maatregelen
Trends in energetische maatregelen Analyse van 2.000 EPC-berekeningen van aanvragen omgevingsvergunning vanaf 2012 tot en met 2015 Geschreven door Edward Prendergast, mobius consult edward@mobiusconsult.nl
Nadere informatieAantal medewerkers Zuidoost-Brabant
Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 8 per kg 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO. Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economie (oude stijl)
Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economie (oude stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 01 Tijdvak 2 Inzenden scores Uiterlijk op 22 juni de scores van de alfabetisch eerste
Nadere informatieFeitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006
Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Begin 2009 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2006 van het CBS beschikbaar
Nadere informatieConjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België
Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Oktober 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer
Nadere informatieSamenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5
Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5 Samenvatting door een scholier 2679 woorden 14 juni 2011 7,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 3. De producent: prijzen, kosten en aanbod
Nadere informatie