Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Vergelijkbare documenten
Zwemwaterprofiel de Kibbelkoele

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Zwemwaterprofiel De Witte Berg

Zwemwaterprofiel de Haarrijnse plas

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Zwemwaterprofiel De Lijte

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016

Zwemwaterprofiel Kotermeerstal

Zwemwaterprofiel Plas Laagraven (Down under)

Zwemwaterprofiel Garnwerd

Zwemwaterprofiel plas Cattenbroek

Zwemwaterprofiel Strandheem

Zwemwaterprofiel De Rietplas

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

Zwemwaterprofiel Plas Strijkviertel

Zwemwaterprofiel Plas Wilhelminapark

ZWEMWATERPROFIEL BINNENBEDIJKTE MAAS MIJNSHEERENLAND

Zwemwaterprofiel Lettelberterplas

Zwemwaterprofiel Het Grasbroek

Zwemwaterprofiel Put te Werve

Actualisatie zwemwaterprofiel Haarlemmermeerse Bos 2016

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071)

ZWEMWATERPROFIEL KRAAIJENBERGSE PLAS 3

Zwemwaterprofiel Speelvijver Voorveldsepolder

Actualisatie zwemwaterprofiel Noord Aa 2016

Actualisatie Waterspeelplaats Cronesteijn

Zwemwaterprofiel Plas Madestein

ZWEMWATERPROFIEL. Brouwershaven

ZWEMWATERPROFIEL ABBERTSTRAND

Actualisatie zwemwaterprofiel Westbroekplas 2016

Zwemwaterprofiel Agnietenplas

ZWEMWATERPROFIEL RECREATIEGEBIED MOOKERPLAS

Zwemwaterprofiel Avonturenspeelplaats

ZWEMWATERPROFIEL NEELTJE JANS BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL Tweede Maasvlakte Badstrand

ZWEMWATERPROFIEL Dagstrand Fun Beach

ZWEMWATERPROFIEL ANDIJK ZWEMSTRAND

Zwemwaterprofiel Oostmahorn

Blauwalgenprotocol 2012 Aangepaste versie van blauwalgenprotocol 2011

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015

Zwemwaterprofiel Wollebrand

Zwemwaterprofiel de Lijte

Zwemwaterprofiel Engelermeer Oost en West te s-hertogenbosch

ZWEMWATERPROFIEL WEST NIEUWLAND

ZWEMWATERPROFIEL. Rhederlaag Bahrse Strand

Zwemwaterprofiel Ruskenveen

ZWEMWATERPROFIEL NIEUW HAAMSTEDE VUURTORENPAD BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL KRALINGSE ESCH (ZWEMBAD) Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL OOSTKAPELLE DUINWEG BADSTRAND

Zwemwaterprofiel Hoornseplas

Zwemwaterprofiel Kardingerplas

ZWEMWATERPROFIEL ROCKANJE 2 E SLAG

Zwemwaterprofiel Hemelrijk te Volkel

Zwemwaterprofiel Wijthmenerplas

ZWEMWATERPROFIEL RENNESSE LUIEWEG BADSTRAND

Zwemwaterprofiel Klinkenbergerplas

Zwemwaterprofiel Oosterduinsemeer

Zwemwaterprofiel Westbroekplas Villa Westend

Zwemwaterprofiel Oosterplas Noord en Zuid te s-hertogenbosch

ZWEMWATERPROFIEL VROUWENPOLDER BREEZAND BADSTRAND

Zwemwaterprofiel. De Vrolijk. Laren

Actualisatie zwemwaterprofiel Spijkerboor

ZWEMWATERPROFIEL DOMBURG BADSTRAND

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Europapark Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie

ZWEMWATERPROFIEL SPIJKVIJVER

Zwemwaterprofiel Dobbeplas

ZWEMWATERPROFIEL DOLFINARIUM

ZWEMWATERPROFIEL ZEVENHUIZERPLAS. Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL ZWEMWATER SMELIERSTER SÂN

Zwemwaterprofiel Berkendonk te Helmond

Blauwalgenprotocol. tweewekelijks monitoren* (celtellingen*) vanaf start badseizoen. Dagelijks beheer * afgesproken? Ja Nee.

ZWEMWATERPROFIEL PLAS ORANJEPOLDER

Zwemwaterprofiel Plas Prinsenbos

ZWEMWATERPROFIEL WOUDE

Zwemwaterprofiel Ursemmerplas

ZWEMWATERPROFIEL HET RUTBEEK

ZWEMWATERPROFIEL DE MOSTERDPOT. Actualisatie 2010

Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus

ZWEMWATERPROFIEL WYLERBERGMEER

Zwemwaterprofiel Suyderoogh

Zwemwaterprofiel recreatieplas Toolenburg

Actualisatie zwemwaterprofiel Veerplas

ZWEMWATERPROFIEL NAARDERBOS

Zwemwaterprofiel Milligerplas

ZWEMWATERPROFIELEN WAAL

De Krabbeplas, Aalkeetbuitenpolder

Zwemwaterprofiel Oosterbad Actualisatie 2010

Zwemwaterprofiel Grote Speelweide Amsterdamse Bos

ZWEMWATERPROFIEL PLAS MERWELANDEN

ZWEMWATERPROFIEL DE NOORDERPLASSEN

ZWEMWATERPROFIEL KRALINGSE PLAS. Actualisatie

Zwemwaterprofiel Peddelpoel Actualisatie 2010

Zwemwaterprofiel Waterspeeltuin Korftlaan

ZWEMWATERPROFIEL HET WEERWATER

Actualisatie zwemwaterprofiel Oosterbad 2014

Zwemwaterprofiel Naaktrecreatie Spaarnwoude

ZWEMWATERPROFIEL DEN HAAG ZWARTE PAD

Zwemwaterprofiel Zuidstrand en Spartelvijver in het Haarlemmermeerse Bos

ZWEMWATERPROFIEL DE NESWAARDEN

Transcriptie:

Zwemwaterprofiel Lauwersoog Actualisatie van zwemwaterprofiel 2008 19 december 2014 Rapport eindconcept

Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 9 1.1 Aanleiding... 9 1.2 Zwemwaterprofiel... 9 1.3 Leeswijzer... 9 2 Uitgevoerde werkzaamheden... 11 2.1 Algemene werkwijze... 11 2.2 Werkwijze beoordeling proliferatie blauwalgen... 12 3 Beschrijving van de zwemlocatie... 15 3.1 Gebiedsbeschrijving... 15 3.2 Hydromorfologie en ecologie... 20 3.3 Begrenzing van de zwemzone... 22 3.4 Gezondheidsrisico s... 24 4 Blauwalgen... 27 4.1 Analyse waterkwaliteitsgegevens... 27 4.2 Fysisch-chemische parameters... 29 4.3 Beoordeling kans op proliferatie van toxische blauwalgen... 32 4.4 Nadere beschrijving mogelijke oorzaken blauwalgen... 33 5 Analyse historische data bacteriologische waterkwaliteit... 39 5.1 Bacteriologische waterkwaliteit... 39 5.2 Bacteriologische data analyse in relatie met weersomstandigheden... 42 6 Bronnen van bacteriologische verontreiniging en gezondheidsrisico s... 43 6.1 Potentiële verontreinigingsbronnen... 43 6.2 Richtgetallen ZWEMPROF... 45 6.3 Conclusie ZWEMPROF... 46 7 Evaluatie en conclusies... 49 8 Maatregelen en aanbevelingen... 51 9 Geraadpleegde bronnen... 55 Bijlagen Bijlage 1 Verslag veldbezoek... 57 Bijlage 2 Resultaten ZWEMPROF... 65 Zwemwaterprofiel Lauwersoog 3

4 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Samenvatting Een verplichting voortkomend uit de huidige Europese zwemwaterrichtlijn is het opstellen van een zwemwaterprofiel voor zwemlocaties door de waterbeheerder. In een zwemwaterprofiel worden de bronnen, de verontreinigingsroutes en de locatiespecifieke eigenschappen in kaart gebracht en worden de benodigde maatregelen ter verbetering van de zwemwaterkwaliteit geïnventariseerd. Dit zwemwaterprofiel heeft betrekking op de zwemlocaties Lauwersoog. Dit zijn vijf stranden langst de oostelijke oever van het Nieuwe Robbengat (Lauwersmeer). De locatiebeheerder van de zwemlocaties is camping Lauwersoog. Aanleiding actualisatie Aanleiding voor de actualisatie van dit zwemwaterprofiel is de uitbreiding van de zwemlocatie met drie stranden. Deze drie stranden waren in 2008 al wel aanwezig, maar maakten destijds geen deel uit van deze zwemlocatie en hadden een andere locatiebeheerder. Zwemzones Alle zwemlocaties zijn afgezet met een drijflijn, ongeveer op 80 meter uit de oever. Als zwemzone wordt het gebied binnen de drijflijnen aangehouden. De zwemlocatie Brilduiker is met een strekdam grotendeels van het andere water afgescheiden en de drijflijn ligt vrij dicht bij het strand. Hier wordt de strekdam aangehouden als zwemzonebegrenzing. Bacteriologische kwaliteit De bacteriologische kwaliteit van het zwemwater op de zwemlocaties is volgens de huidige EUrichtlijn uitstekend. Dit betekent dat er geen noodzaak is tot treffen van maatregelen voor de bacteriologische kwaliteit. De potentiële bronnen (zwemmers, watervogels, recreatievaart, jachthavens en honden) hebben nagenoeg geen invloed op de zwemwaterkwaliteit. Alleen voor de twee hondenstranden Kleine Zwaan en Brilduiker, wordt in het model Zwemprof een geringe invloed berekend voor honden in de zwemzone. Honden zijn toegestaan op de zwemlocaties Kleine Zwaan en Brilduiker. Omdat de op deze locaties tot nu toe geen kwaliteitsmetingen zijn gedaan, is niet bekend of honden daadwerkelijk de zwemwaterkwaliteit negatief beïnvloeden. Maar hondenpoep kan ook tot onhygiënische situaties op de stranden en ligweides leiden. Een optie is om tijdens het zwemseizoen een opruimplicht voor hondenpoep te introduceren. Het is altijd belangrijk om de badgasten en overige recreanten (hondenuitlaters) duidelijk te informeren over het gebruik van de zwemzone en strand en te wijzen op het effect van hygiëne in de zwemzone. Door het goed informeren van bezoekers kan vervuiling van het strand en water worden voorkomen. Overige pathogene ziekteverwekkers Gezondheidsrisico s door andere ziekteverwekkers zijn voor de zwemlocaties Lauwersoog niet te verwachten. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 5

Blauwalgen De zwemlocaties bij Lauwersoog hebben in toenemende mate problemen met blauwalgen. Elk jaar worden bij de zwemlocaties blauwalgenbloeien geconstateerd, wat in de jaren 2010-2013 jaarlijks aanleiding was tot zwemwaarschuwingen. Dit wordt veroorzaakt door de blauwalgensoorten Planktothrix en Anabaena. Om de kans op toxische blauwalgenbloeien te verminderen heeft aanpak aan de bron (nutriëntenreductie) de voorkeur. Maar om effect te sorteren zal een verregaande verlaging van de nutriëntenconcentraties gerealiseerd moeten worden. Het is lastig de nutriënten in het Lauwersmeer te verminderen aangezien het aan het eind van de Friese en Gronings-Drentse boezem ligt. In het kader van het halen van de KRW- ecologische doelstellingen en de Natura 2000-doelen wordt ingezet om de ecologische toestand te verbeteren (KRW Achtergronddocument Lauwersmeer, september 2014). Indirect zullen deze maatregelen effect ook hebben op de blauwalgen(samenstelling). Voor de korte termijn zijn alleen curatieve maatregelen voorhanden. Voor ondiepe watersystemen zoals het Lauwersmeer is, als effectgerichte noodmaatregel, het plaatsen van een (mobiele) pomp nabij de zwemlocatie een optie zodat doorstroming en oppervlakkige menging wordt bewerkstelligd. Hiermee wordt niet de groei van blauwalgen verstoord, maar wordt wel bereikt dat de algen niet kunnen gaan drijven. Hiermee wordt ook het ophopen van toxinen tot gevaarlijke niveaus voorkomen Als er proliferatie van blauwalgen bij de zwemlocatie ontstaat, is het belangrijk om het publiek (zwemmers) tijdig en adequaat voor te lichten. Dit is een taak van de provincie. Het waterschap heeft hierbij een adviserende rol. Aanpassing meetnet De zwemwaterkwaliteit wordt momenteel op twee naast elkaar gelegen zwemlocaties (Meerkoet en Lepelaar) gemeten. De andere drie zwemlocaties zijn nooit bemeten. Gezien de huidige meetpunten dicht bij elkaar liggen, de factoren die de waterkwaliteit beïnvloeden gelijk zijn en de zwemwaterkwaliteit op beide locaties nagenoeg identiek is, is het raadzaam om één van de meetpunten naar een andere zwemlocatie te verplaatsen, bijvoorbeeld zwemlocatie Brilduiker. Dit is de meest kwetsbare zwemlocatie. Dit betekent dat in plaats van meetpunt 2002 (Lepelaar) op een nieuw zwemwatermeetpunt op locatie Brilduiker wordt gemeten. Voorts is te overwegen om (tijdelijk) de waterkwaliteit op zwemlocatie Zeearend te meten ter verificatie. Als na een of twee jaren blijkt dat de waterkwaliteit bij de stranden Zeearend en Meerkoet telkens nagenoeg gelijk is, kan overwogen worden om bij de Zeearend met de kwaliteitsmetingen te stoppen. Informatieborden en aanduiding stranden Op dit moment worden alle vijf zwemlocaties aangeduid met Lauwermeer Oost en West. Bij alle stranden staat hetzelfde informatiebord. Het verschil is de stip voor de plaatselijke locatieaanduiding (u bevindt zich hier). Met calamiteiten, bijvoorbeeld voor inschakelen van hulpdiensten, moet de locatieaanduiding duidelijk zijn. Elk strand krijgt daarom een eigen naam. Ook moet op het informatiebord duidelijk worden aangegeven of honden wel/niet zijn toegestaan. Met ingang van zwemseizoen 2015 worden alle informatieborden hierop aangepast. 6 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Resumerend overzicht aanbevelingen en maatregelen Onderwerp Aanbeveling (A) / maatregel (M) Wie / initiator Bacteriologische waterkwaliteit Opruimplicht hondenpoep tijdens zwemseizoen bij de zogenaamde hondenstranden (Kleine Zwaan en Brilduiker) (M) En informeren publiek (hondenuitlaters) over het gebruik van de zwemlocatie en strand en te wijzen op het effect van hygiëne in de zwemzone (A) Camping Lauwersoog Monitoring Aanpassing meetnet: In plaats van meetpunt 2002, waterkwaliteit meten op een nieuw zwemwatermeetpunt op zwemlocatie Brilduiker (A). Toevoegen: tijdelijk zwemwatermeetpunt op zwemlocatie Zeearend (A) Blauwalgen Adequate voorlichting aan het publiek bij algenbloei op/nabij de zwemlocatie(a) Informatieborden Wijzigen informatieborden met ingang zwemseizoen 2015 (M) Uitvoerder: Waterschap Noorderzijlvest Provincie Groningen en Camping Lauwersoog Provincie Groningen Actualisatie Van de zwemlocaties Meerkoet en Lepelaar is de zwemwaterkwaliteitsindeling uitstekend. Het zwemwaterprofiel van deze zwemlocaties hoeft alleen geactualiseerd te worden als de kwaliteit verslechtert. Bij gelijkblijvende kwaliteit is actualisatie alleen nodig als er belangrijke veranderingen optreden die de zwemwaterkwaliteit beïnvloeden. De zwemlocaties Zeearend, Kleine Zwaan en Brilduiker worden in 2015 voor het eerst bemonsterd. Uiterlijk eind 2018 kunnen deze locaties in een zwemklasse worden ingedeeld. De periode van actualisatie van het zwemwaterprofiel is daarna afhankelijk van de kwaliteitsindeling of als er veranderingen zijn bij de zwemlocatie die de waterkwaliteit kunnen beïnvloeden. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 7

8 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

1 Inleiding 1.1 Aanleiding De Europese Zwemwaterrichtlijn (2006/7/EC) is begin 2006 vastgesteld. Het doel van deze richtlijn is het beschermen van de gezondheid van zwemmers in oppervlaktewateren. In de richtlijn staat dat alle zwemwateren in 2015 ten minste een aanvaardbare zwemwaterkwaliteit moeten hebben. In de richtlijn staan bepalingen met betrekking tot de monitoring en de indeling van de zwemwaterkwaliteit in kwaliteitsklassen (uitstekend, goed, aanvaardbaar en slecht).tevens zijn bepalingen opgenomen over verstrekking van informatie over de waterkwaliteit aan het publiek en de Europese Commissie. Een proactief beheer van de zwemwaterkwaliteit wordt voorgeschreven. Dat betekent dat alle risico s voor zwemmers in kaart moeten worden gebracht in een zwemwaterprofiel en dat maatregelen moeten worden uitgevoerd om minimaal een aanvaardbare kwaliteit te kunnen bereiken en blootstelling van zwemmers aan verontreiniging te voorkomen. 1.2 Zwemwaterprofiel Van iedere zwemwaterlocatie dient een zwemwaterprofiel te worden opgesteld, waarin de risico s voor zwemmers worden bepaald. Een zwemwaterprofiel is in eerste instantie bedoeld om inzicht te krijgen in de fecale verontreinigingsbronnen en routes. Daarom richt de beoordeling zich vooral op de indicatoren voor fecale verontreinigingen: Escherichia coli (E. coli) en intestinale enterococcen. Daarnaast verschaft het zwemwaterprofiel inzicht in mogelijke problemen door cyanobacteriën (blauwalgen) en andere zaken die gezondheidsrisico s met zich meebrengen zoals ziekte van Weil, botulisme, zwemmersjeuk en veiligheidsrisico s. In het geval van waterkwaliteitsproblemen zullen mogelijke maatregelen aangeduid worden. Het opstellen van een zwemwaterprofiel is een verplichting volgens de Europese Zwemwaterrichtlijn. Op basis hiervan kan de beheerder maatregelen nemen om het risico op besmetting van de zwemmer (verder) te reduceren. Het zwemwaterprofiel maakt het mogelijk om eventuele beheersmaatregelen beter te onderbouwen. Financiële middelen worden hierdoor effectiever ingezet. Tevens kan het zwemwaterprofiel ingezet worden voor communicatie naar de maatschappij/burger over de kwaliteit van de zwemlocatie en de te nemen (beheer)maatregelen. Actualisatie zwemwaterprofiel Tauw heeft in 2008 een zwemwaterprofiel opgesteld voor de zwemlocaties Lauwersoog (Tauw, 2008). Voorliggend rapport is de actualisatie van dat profiel met recente meetgegevens van de zwemseizoenen 2010 tot en met 2013. Aanleiding voor de actualisatie van dit zwemwaterprofiel is de uitbreiding van de zwemlocatie met drie stranden. Deze drie stranden waren in 2008 al wel aanwezig, maar maakten destijds geen deel uit van deze zwemlocatie en hadden een andere locatiebeheerder. 1.3 Leeswijzer Na deze inleiding worden in hoofdstuk 2 de uitgevoerde werkzaamheden beschreven. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving van de zwemlocatie. Het blauwalgenprofiel is uitgewerkt in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 bevat een analyse van de bacteriologische waterkwaliteit. Op basis van deze analyse is de zwemwaterkwaliteit ingedeeld in kwaliteitsklassen volgens de Europese Zwemwaterprofiel Lauwersoog 9

Zwemwaterrichtlijn. Vervolgens zijn in hoofdstuk 6 de potentiële risicobronnen in kaart gebracht en geanalyseerd met het model Zwemprof. Hierna volgen in hoofdstuk 7 de evaluatie en conclusies. In hoofdstuk 8 staan de aanbevelingen voor het nemen van mogelijke maatregelen weergegeven. Tot slot staat in hoofdstuk 9 een overzicht van de geraadpleegde informatiebronnen. 10 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

2 Uitgevoerde werkzaamheden Het eerste zwemwaterprofiel van de stranden bij Lauwersoog is in 2008 opgesteld door Tauw bv. Het voorliggende zwemwaterprofiel, opgesteld door Alcedo Advies, betreft de actualisatie voor de jaren 2010 t/m 2013. Voor de actualisatie van het zwemwaterprofiel is, wanneer dit nog actueel bleek, is de informatie uit het vorige zwemwaterprofiel overgenomen. Verder zijn aan de hand van de Handreiking voor het opstellen van Zwemwaterprofiel alle stappen doorlopen. 2.1 Algemene werkwijze Voor het opstellen van zwemwaterprofielen zijn enkele handreikingen/rapporten opgesteld waarin een gestructureerde aanpak van diverse facetten wordt beschreven (RIZA/Grontmij, 2005), (DHV/RIZA, 2005), (DHV/RIZA, 2007). Voor zover mogelijk is voor het opstellen van dit zwemwaterprofiel bij deze handreikingen aangesloten. Figuur 2.1 Algemene routekaart voor het opstellen van een zwemwaterprofiel (RIZA/Grontmij, 2005). Stappenplan Voor het opstellen van het zwemwaterprofiel zijn, aan de hand van de Handreiking voor het opstellen van Zwemwaterprofiel (RIZA/Grontmij, 2005), alle stappen doorlopen. Hieronder is aangegeven in welke onderwerpen deze stappen terugkomen en waar in de rapportage deze zijn terug te vinden. Beschrijving van de zwemlocatie. De zwemlocatie wordt in detail beschreven op basis van de in de handreiking genoemde stappen en het veldbezoek. De volgende onderdelen komen aan de orde: Algemene gebiedsbeschrijving. Deze is opgesteld door gebruik te maken van relevante kaarten en luchtfoto s. De beschrijving van de zwemlocaties is gemaakt door het interviewen van de locatiebeheerder en de bevindingen van het veldbezoek Hydromorfologie en ecologie. De benodigde informatie over stromingen, peilen, flora en fauna is ontleend aan beschikbare kaarten en kennis bij het waterschap Zwemwaterprofiel Lauwersoog 11

Begrenzing van de zwemzone. Het protocol binnenwater uit het rapport KRW en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de Europese kaderrichtlijn Water (DHV, 2005) is gebruikt om de begrenzing van een zwemzone voor te stellen Gezondheidsrisico s. Er is nagegaan of er meldingen van gezondheidsklachten (zwemmersjeuk, botulisme, blauwalgen) zijn geweest op deze locaties. Relevante informatie van de provincie en het waterschap is gebruikt. Blauwalgenrapportage. De beschikbare informatie over de aanwezigheid van blauwalgen wordt op een rij gezet (zie paragraaf 2.2). Op grond van veldwaarnemingen en metingen wordt de kans op blauwalgenoverlast in de toekomst beoordeeld. Vervolgens wordt een nadere beschrijving van de zwemlocatie gegeven met als doel inzicht te geven in de mogelijke werking van het systeem met betrekking tot het ontstaan van blauwalgenbloeien. De achterliggende oorzaken/factoren worden beschreven die mogelijk leiden tot de bloei van toxische blauwalgen. Analyse data historische bacteriologische waterkwaliteit. De microbiologische data van de zwemwaterbemonsteringen van de laatste vier jaar vormen de basis voor de historische waterkwaliteit. In geval van hoge concentraties aan bacteriën wordt gekeken of er een trend zichtbaar is die wijst op invloed van weersomstandigheden, een relatie met bepaalde bronnen of een relatie met een bepaalde periode in het jaar waarop de verhogingen plaatsvinden. Potentiële bronnen van bacteriologische verontreiniging. Op basis van de hiervoor beschreven gegevens, het locatiebezoek en het gesprek met de locatiebeheerder, wordt een lijst van alle potentiële verontreinigingsbronnen en routes opgesteld. Beoordeling gesignaleerde verontreinigingsbronnen. Met behulp van een eenvoudig spreadsheetmodel (ZWEMPROF) wordt geschat in hoeverre een bepaalde bron of bronnen een bijdrage leveren aan fecale verontreiniging van het betreffende water. Evaluatie en conclusies. Alle gegevens uit de voorgaande stappen worden naast elkaar gelegd en bekeken. Hierbij is vooral onderzocht welke van de mogelijke bronnen daadwerkelijk relevant zijn voor de waterkwaliteit op de zwemlocatie. Vervolgens zijn de belangrijkste bevindingen en de (mogelijke) consequenties hiervan zijn op een rij gezet. Aanbevelingen en maatregelen. Als er geen problemen worden geconstateerd bestaat er weinig aanleiding om maatregelen te nemen. Als er wel duidelijke verontreinigingsbronnen zijn gevonden of als er onduidelijkheid is over de betrouwbaarheid van de resultaten, wordt een doorkijk gegeven naar mogelijke maatregelen 2.2 Werkwijze beoordeling proliferatie blauwalgen De Europese Zwemwaterrichtlijn vraagt behalve om aandacht voor de bacteriële verontreiniging ook nadrukkelijk aandacht voor de risico s van cyanobacteriën. Cyanobacteriën worden in de volksmond vaak blauwalgen genoemd. Voor de leesbaarheid hanteren wij ook de term blauwalgen. Blauwalgen komen algemeen voor in het oppervlaktewater in Nederland. De meeste blauwalgen leiden een onopvallend bestaan, maar enkele soorten kunnen zich tot schadelijke bloeien ontwikkelen. Daarbij kunnen afhankelijk van de soort verschillende toxines (gifstoffen) gevormd worden. De risico s schuilen hoofdzakelijk in de toxines die door de geslachten Anabaena, Aphanizomenon, Microcystus, Planktothrix, Woronichinia en Phormidium worden geproduceerd. Ter ondersteuning bij het opstellen van het blauwalgendeel van een Zwemwaterprofiel is de handreiking Blauwalgen in het Zwemwaterprofiel opgesteld (DHV, 2007). De hierin voorgeschreven aanpak vindt plaats op basis van het stappenplan zoals weergegeven in Figuur 12 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

2.2. Het aantal stappen is afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare informatie en het oordeel over de kans op toxische bloei. Voor locaties die nooit problemen kennen met blauwalgen is het profiel eenvoudig. Voor locaties waar een aanzienlijke kans bestaat op een toxische bloei, is het profiel uitgebreider. Figuur 2.2 Stappenplan uit de Handreiking Zwemwaterprofielen Blauwalgen (uit RIZA/DHV, 2007). Uit het stappenplan blijkt dat er voor elk zwemwater een basale beschrijving van het systeem gegeven wordt. Dit is de gebiedsbeschrijving en hydromorfologie en wordt in de paragrafen 3.1 en 3.2 beschreven. 1. Aanwezigheidscheck gegevens blauwalgen De uit eindelijke inschatting van de kans op overlast veroorzaakt door blauwalgen is voornamelijk gebaseerd op de aanwezigheid van toxische blauwalgen in het verleden. Ook gegevens over drijflagen, concentraties microcystine en gezondheidsklachten zijn van belang. 2. Analyse toestandsvariabelen Inschatting van aanwezigheid van blauwalgen op basis van de toestandsvariabelen: doorzicht > 1 meter chlorofyl < 50 µg/l ph < 9. Als wordt voldaan aan bovengenoemde eisen, is er geen kans op een blauwalgenplaag en is geen verdere actie nodig. Wanneer niet wordt voldaan aan één van deze eisen wordt verder gegaan met stap 3. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 13

3. Blauwalgen analyse Monitoringsgegevens van blauwalgen worden op een rij gezet en beoordeeld. Dit kunnen gegevens zijn van een blauwalgenmonitoring naar aanleiding van problemen in eerdere jaren of incidentele quick scans. De dichtheidbepalingen concentreren zich de geslachten Microcystis, Planktothrix, Anabaena, en Aphanizomenon en/of Woronichinia omdat dit in Nederland de belangrijkste potentieel toxische blauwalgensoorten zijn. 4. Inschatting kans op blauwalgen Met de informatie uit de voorgaande stappen wordt een inschatting gemaakt op de kans van een blauwalgenbloei. Deze kans wordt als aanzienlijk beschouwd als één van onderstaande zaken waar was in de afgelopen vijf jaar: Er was een drijflaag met detecteerbaar microcystine De microcystine-concentratie was groter dan 20 μg/l Er was ziekte/sterfte van dieren door blauwalg Er waren gezondheidsklachten van recreanten gerelateerd aan blauwalg De dichtheid Microcystis, Planktothrix, Anabaena, en Aphanizomenon en/of Woronichinia was op enig moment groter dan 100.000 cellen/ml. 5. Nadere beschrijving Als bij stap 4 is geconcludeerd dat er een aanzienlijke kans is op een toxische bloei van blauwalgen de komende vijf jaar, is een nadere beschrijving van het systeem noodzakelijk. Een nadere beschrijving van het systeem waarin de zwemlocatie zich bevindt, heeft tot doel inzicht te geven in d e mogelijke werking van het systeem met betrekking tot het ontstaan van toxische algenbloei. Dit betekent dat de achterliggende oorzaken/factoren worden beschreven die mogelijk leiden tot de bloei van toxische blauwalgen. De nadere beschrijving maakt het mogelijk een oordeel te vormen over de meest effectieve maatregelen om de kans op blauwalgenbloei te doen afnemen. 14 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

3 Beschrijving van de zwemlocaties De gebiedsbeschrijving is gebaseerd op het vorige zwemwaterprofiel (2008), aangeleverde gegevens door het waterschap en op het veldbezoek (24 april 2014). 3.1 Gebiedsbeschrijving De zwemlocaties Lauwersoog liggen in het noordoostelijke gebied van het Lauwersmeer, aan het Nieuwe Robbengat en nabij het dorp Lauwersoog. Rondom het Nieuwe Robbengat zijn in de jaren '70 van de vorige eeuw, direct na de afsluiting van de Waddenzee, veel recreatieve voorzieningen aangebracht. Aan het Nieuwe Robbengat liggen vijf zwemstranden. De zwemlocaties en ligweiden vormen een lint langs de oostkant van het Nieuwe Robbengat. Vanwege de gedateerde en versleten uitstraling liepen de bezoekersaantallen terug. Daarom hebben Staatsbosbeheer en gemeente De Marne het initiatief genomen om het gebied een facelift te geven. In het winterseizoen 2007/2008 is een complete herinrichting van de stranden uitgevoerd. Figuur 3.1 Regionale ligging van de stranden bij Lauwersoog (omcirkeld). Alle stranden zijn openbaar en vrij toegankelijk. De stranden Meerkoet en Lepelaar liggen bij de camping Lauwersoog en zijn te bereiken via het campingterrein, maar ook vanaf de noordwestkant waar een parkeerterrein aanwezig is. De meer oostelijk gelegen stranden Zeearend, Kleine Zwaan en Brilduiker zijn toegankelijk vanaf de Strandweg. Bij elk strand ligt een parkeerplaats. Tussen de stranden in, liggen extensief beheerde (lig)weides. Bij de toegangen naar de stranden staan informatieborden. Er vinden geen nevenactiviteiten op de stranden plaats. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 15

Figuur 3.2 Directe omgeving zwemlocaties Lauwersoog. 3.1.1 Gebruik en nevenfuncties van de plas De zwemlocaties vallen binnen de begrenzing van het Lauwersmeergebied zoals dat door waterschap Noorderzijlvest is gedefinieerd. Naast de functie zwemwater heeft het water de functie natuur en maken de zwemwaterlocaties deel uit van het reguliere waterbergingsgebied Lauwersmeer. De zwemlocaties liggen in het KRW waterlichaam Lauwersmeer. Het meer is op basis van de KRW-typologie toegekend aan het watertype Zwak brakke wateren (M30). Het Lauwersmeer is ook Natura 2000-gebied. Het gebied valt onder de Natura 2000-richtlijn vanwege het belang van het gebied voor bepaalde vogels en planten. Tevens is het Lauwersmeer een Nationaal Park en daarnaast is een groot gedeelte aangemerkt als NNN (Nationaal Natuur Netwerk, sinds 2013 nieuwe term voor Ecologische Hoofdstructuur). Het Nieuwe Robbengat is grotendeels verboden voor gemotoriseerde boten; in het hele gebied oostelijk van jachthaven Lauwersgat en een strook ter hoogte van camping Lauwersoog zijn alleen (zeil)boten tot 4,50 meter zonder motor toegestaan. Alle stranden liggen binnen deze zone. Ook wordt er veel gesurft. Surfers blijven buiten de badzones (drijflijn). Toekomstige plannen inrichting en waterbeheer Voor zover bekend zijn er geen specifieke (inrichtings)maatregelen gepland die relevant zijn voor de zwemlocaties. 16 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

3.1.2 Beheer en onderhoud Beheer van de zwemlocatie Eigenaar: Locatiebeheerder: Waterkwaliteitsbeheerder: Toezichthouder: Staatsbosbeheer (verpacht aan gemeente de Marne). Alle stranden worden door camping Lauwersoog beheerd. Sinds een jaar is dat ook voor de drie meest oostelijke stranden, die voorheen door Staatsbosbeheer en de gemeente Marne beheerd werden. Waterschap Noorderzijlvest Provincie Groningen is bevoegd gezag in het kader van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (WHVBZ) Gedurende het zwemseizoen (1 mei tot 1 oktober) worden de stranden dagelijks gecontroleerd op ongeregeldheden. De stranden worden minimaal een keer per 14 dagen geëgaliseerd en op mooie zomerdagen elke dag. De ligweiden worden regelmatig geschoond. Afval wordt dagelijks afgevoerd en op drukke dagen meerdere keren per dag. De ligweides worden in het seizoen regelmatig gemaaid. Het maaisel blijft liggen. De ligweides worden niet bemest, hoewel sommige delen erg schraal zijn. Andere delen hebben geen bemesting nodig, omdat die bij de herinrichting (ongeveer in 2007) zijn opgehoogd met slib en teelaarde. Figuur 3.3 Zwemlocaties Meerkoet (l) en Lepelaar (r). Figuur 3.4 Zwemlocatie Zeearend (l) en toegang Zeearend vanaf de parkeerplaats (r). Zwemwaterprofiel Lauwersoog 17

Figuur 3.5 Overzichtsfoto s stranden Kleine Zwaan (boven) en Brilduiker (onder). 3.1.3 Faciliteiten Bij elk strand staat een toiletgebouw en er zijn ruim voldoende afvalbakken aanwezig. Er zijn geen speeltoestellen en geen douches. In de directe omgeving van de stranden bevinden zich enkele horecagelegenheden. Bij zwemlocatie Kleine Zwaan staat een strandpaviljoen en op enige afstand van zwemlocatie Meerkoet (150 meter) bevindt zich een restaurant (het Boze Wijf). Daarnaast zijn in de vakantieperiode tussen de stranden bij Camping Lauwersoog (Meerkoet en Lepelaar) versnaperingen verkrijgbaar. Bij alle toegangen van de zwemlocaties staan informatieborden van de provincie Groningen. De borden bevatten informatie over de waterdiepte, EHBO, huisregels, et cetera. Op dit moment staat bij alle stranden hetzelfde informatiebord met de benaming Lauwersmeer Oost en West. Alleen de locatieaanduiding u bevindt zich hier verschilt per strand. Per 2015 wordt elk strand met een eigen naam aangeduid en wordt de bebording hierop aangepast. Veiligheid en toezicht Alle zwemzones worden begrensd door drijflijnen. Achter de drijflijnen staan tijdens het zwemseizoen extra borden die waarschuwen voor verdrinkingsgevaar. Er is geen speciaal toezicht op de veiligheid. 18 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Figuur 3.6 Universele bebording bij alle stranden (l) en toiletgebouw op de ligweide tussen de Meerkoet en Lepelaar (r). Figuur 3.7 Drijflijnen bij alle zwemlocaties Lauwersoog en extra borden verdrikningsgevaar voorbij de drijflijn. 3.1.4 Bezoekersaantallen De zwemlocaties zijn vrij toegankelijk. Het aantal bezoekers op de verschillende stranden kan niet worden aangegeven. Daarom wordt in dit zwemwaterprofiel uitgegaan van een schatting (zie paragraaf 6.2). 3.1.5 Waterkwaliteitsmonitoring De provincie Groningen is in het kader van de WHVBZ officieel toezichthouder op de waterkwaliteit van het oppervlaktewater op deze en officiële overige zwemplassen in Groningen. De site www.zwemwater.nl/ informeert over de hygiëne en veiligheid van buitenzwemplekken in Nederland. Ook staat op deze website wanneer het zwemwater niet goed is om in te zwemmen. Dezelfde informatie is ook te vinden op de website van de provincie Groningen (http://www.provinciegroningen.nl/nc/loket/kaarten/zwemplassen/). Actuele problemen met de zwemwaterkwaliteit worden daarnaast bekend gemaakt via teletekst pagina 725, publicatie in de krant en RTV-Noord. Tevens kunnen recreanten de zwemwatertelefoon (050-3164455) bellen voor informatie over de kwaliteitstoestand van zwemwateren. Het waterschap Noorderzijlvest is de waterkwaliteitsbeheerder. De twee stranden bij camping Lauwersoog worden in de voorzomer maandelijks op de waterkwaliteit bemonsterd en vanaf juli elke twee weken. Dit resulteert in minimaal 8 metingen per zwemseizoen. Bij aanwijzingen van Zwemwaterprofiel Lauwersoog 19

bacteriologische vervuiling of blauwalgen wordt vaker (wekelijks of zelfs dagelijks) de waterkwaliteit gemeten. In Figuur 3.9 zijn de monsternamepunten met een rondje aangeduid. Omschrijving Code X-coördinaat Y-coördinaat Zwemlocatie Meerkoet (voorheen Westelijk strand) 2001 209.746 602.049 Zwemlocatie Lepelaar (voorheen Oostelijk strand) 2002 209.900 601.925 3.2 Hydromorfologie en ecologie Hydro(morfo)logie Waterhuishouding Het Lauwersmeermeer bestaat uit open water met een systeem van geulen, slenken, prielen en zandplanten van de toenmalige Lauwerszee. Het gebied vormt een belangrijk onderdeel van de Gronings-Drentse en Friese boezem en speelt een cruciale rol in de regionale waterhuishouding; o.a. de Dokkumer Ee en het Reitdiep stromen af in het Lauwersmeer. Het Lauwersmeer heeft een belangrijke functie als waterberging. Het Lauwersmeer heeft een streefpeil van NAP -0,93 meter. Maar bij veel waterafvoer uit westelijk Groningen, noordwest Drenthe en Friesland kan de waterstand wel met 0,9 meter oplopen. Dit komt omdat de spuisluizen in de Lauwersdam (Cleveringsluizen) alleen tijdens laagwater onder vrij verval water op de Waddenzee kunnen lozen. De waterdiepte in het Nieuwe Robbengat (waar de zwemlocaties zijn gelegen) varieert van 2,1 meter in het westelijke deel tot minder dan 1 meter in het oostelijke deel. De maximale diepte is 3,3 meter. De stroomrichting in het Nieuwe Robbengat is van zuidoost naar noordwest. Deze stroming wordt veroorzaak door gemaal Nieuwe Robbengat en de spuisluis in het noorden in de Lauwersdam (zie Figuur 3.8). Het gemaal Nieuwe Robbengat slaat water uit van de Marnewaard (militair oefenterrein) en de Westpolder (agrarisch gebied). Zwemlocaties Gemaal Stroomrichting 500m Figuur 3.8 Het watersysteem rondom zwemlocaties Lauwersoog (Bron: aangepaste kaart zwemwaterprofiel 2008). 20 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Het Lauwersmeer is een zwak brak water. Een klein gedeelte van het meer is zoet. Rondom de zwemlocaties is in lichte mate sprake van kwel. Het water is nutriëntrijk door agrarische activiteiten in de polders rondom het Lauwersmeer. Alle vijf stranden worden aan een zijde, de kant van de heersende wind, afgeschermd door een strekdam of een palenrij. Afkalving van de stranden wordt hiermee grotendeels voorkomen. Uitgezonderd bij zwemlocatie Brilduiker, is er een goede wateruitwisseling tussen de zwemzones en het Nieuwe Robbengat. Zwemlocatie Brilduiker is door de strekdam grotendeels van het overige water afgesloten. Twee openingen ter weerszijden van de strekdam moeten voor voldoende verversing zorgen. Bodemopbouw Het Lauwersmeergebied kent een gevarieerde bodemopbouw, het zuidelijke deel is kleiig en het noorden is zandiger. Bij de zwemstranden bestaan de oevers en de waterbodem voornamelijk uit (kalkrijk) zand. Op de twee noordelijke stranden (Meerkoet en Lepelaar) liggen veel zeeschelpen. Ecologie Vegetatie De oorspronkelijke pioniervegetaties van de kwelders en platen, die na de afsluiting ontstonden, hebben eerst plaatsgemaakt voor ruigtekruiden en later bomen en struiken. Het van oorsprong open en weidse landschap veranderde. Bos en struikgewas bepalen steeds meer het aangezicht van het gebied. In het ondiepe water hebben zich uitgebreide onderwatervegetaties van schedefonteinkruid ontwikkeld. Dit is een fonteinkruidsoort die goed groeit in voedselrijk water. Schedefonteinkruid is een belangrijke voedselbron voor diverse watervogels, onder andere voor de wilde zwaan die de knolletjes eet. In de nabijheid van de zwemlocaties bestaat de vegetatie langs de oevers voornamelijk uit riet en algemene oeverplanten. De hoeveelheid waterplanten in de zwemzones is nihil. Alleen bij zwemlocatie Brilduiker is een hoekje waar de watervegetatie soms verwijderd wordt. Om afkalving van de oevers te voorkomen, zijn deze beschoeid of is steenstort aangebracht. Vissen In het voedselrijke en relatief troebele water van de Lauwersmeer komt een visfauna voor die behoort tot het brasem-snoekbaarstype. Dit geldt vooral voor het open water van het Lauwersmeer (Watervisie Lauwersmeer, fase 2). De ondiepe inhammen en kreken vertonen daarnaast kenmerken van het snoek-blankvoorn viswatertype. Door het bijzondere karakter van het gebied leven er zowel zoet- als zoutwatervissen in het Lauwersmeer. Een visstandonderzoek in de zomer 2000 wees uit dat vooral brasem en blankvoorn in het Lauwersmeer voorkomen, maar ook snoekbaars en baars. Brasem was qua gewicht het meest dominant, gevolgd door karper en snoekbaars. Qua aantallen waren de pos en de brasem sterk vertegenwoordigd. Daarnaast waren ook de blankvoorn, aal en spiering qua aantallen relatief sterk in de vangsten vertegenwoordigd. Over het algemeen was de groei en conditie goed tot zeer goed. De totale biomassa werd, op grond van de typering, draagkracht, groei en conditie, geschat op 400 tot 450 kg/ha (Sonaronderzoek naar de visdichtheid in het Lauwersmeer, OVB 2001) Door de geïsoleerde ligging van het Lauwersmeer is vismigratie slechts mogelijk via de scheepvaartsluizen bij Dokkumer Nieuwe Zijlen en bij Zoutkamp en via de spuisluizen bij Lauwersoog. Sinds enkele jaren is er een visvriendelijk beheer van de spuisluizen, door af en toe de sluisdeuren op een klein kiertje te zetten. Hierdoor is er migratie mogelijk vanaf de Waddenzee. Mede door deze maatregel worden tegenwoordig in het Lauwersmeer weer Zwemwaterprofiel Lauwersoog 21

regelmatig finten, harders, rivierprikken en zeeforellen aangetroffen. Deze maatregel is tevens opgenomen in de lijst van KRW-maatregelen om vismigratie te verbeteren: het aanleggen van vistrappen bij stuwen en afstemmen van gemaal en sluisbediening op vistrek verbeteren (KRW Achtergronddocument Lauwersmeer, september 2014). Vogels Het Nationaal Park Lauwersmeer heeft een grote betekenis voor vogels als broed-, rust- en voedselgebied. Het gebied kent circa 90 soorten broedvogels. Veel voorkomende watervogels in het winterseizoen zijn de brandgans, de wintertaling, de smient en de Kleine zwaan. In de zomerperiode zijn er vooral veel grauwe ganzen, knobbelzwanen, meerkoeten, futen, kuifeenden, slobeenden, krakeenden, kokmeeuwen en aalscholvers. Ook de zwemlocaties zelf vormen een geschikt gebied voor watervogels zo bleek uit het veldbezoek. Op de palenrijen en strekdammen bevonden zich tientallen ganzen, meeuwen en eenden (kuifeenden, bergeenden, slobeenden, wilde eenden). Ook in het open water van de zwemlocaties zijn deze watervogels aangetroffen. Op de stranden en ligweiden foerageerden talloze scholeksters. Op het strand zijn veel pootafdrukken gevonden van ganzen en meerkoeten. De ganzen laten grote hopen uitwerpselen achter. Ook op de ligweiden zijn uitwerpselen van watervogels aangetroffen. 3.3 Begrenzing van de zwemzone Voor het begrenzen van de zwemwaterzones is uitgegaan van het protocol zoals dat is beschreven in het rapport KRW en oppervlaktewater DHV juni 2005 (Verkennende studie naar de bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de KRW). In deze paragraaf wordt de begrenzing van de zwemzones beschreven. In het vorige zwemwaterprofiel waren de zwemzones voor de locaties Meerkoet en Lepelaar al bepaald. Dit is het gebied tot aan de drijflijnen. De diepte bij deze drijflijnen is onbekend. De zwemwatermeetpunten 2001 en 2002 liggen op een representatieve plek in de zwemzones. 22 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Figuur 3.9 Schematische aanduiding van de zwemzones. Voor de zwemlocaties Zeearend, Kleine Zwaan en Brilduiker waren de zwemzones nog niet bepaald. Bij de zwemlocaties zijn Zeearend en Kleine Zwaan ligt een drijflijn op circa 100 en 70 meter uit de oever (zie Figuur 3.10 en Figuur 3.11). De diepte bij deze drijflijnen is onbekend. Verwacht wordt dat het merendeel van de zwemmers binnen de drijflijnen blijft. Als zwemzone wordt daarom het gebied binnen de drijflijnen aangehouden. Figuur 3.10 Schematische aanduiding van de zwemzone Zeearend. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 23

Bij zwemlocatie Brilduiker ligt de drijflijn vrij dicht bij het strand (zie Figuur 3.11). Deze locatie is met een strekdam gescheiden van het andere water. Ter weerszijden van de strekdam zijn openingen voor wateruitwisseling (de openingen zijn overigens niet zichtbaar in bovengenoemde figuur vanwege de getekende markering). Omdat de drijflijn dicht bij het strand ligt en de strekdam een duidelijke afbakening is tot het overige water, wordt hier de strekdam als zwemzonebegrenzing aangehouden. Figuur 3.11 Schematische aanduiding van de zwemzones Kleine Zwaan en Brilduiker. De twee huidige zwemwatermeetpunten 2001 en 2002 liggen op naast de elkaar gelegen zwemlocaties Meerkoet en Lepelaar. Tot nu toe is nooit op de andere zwemlocaties gemeten. De zwemwaterkwaliteit is op de meetpunten nagenoeg identiek en beide locaties hebben eenzelfde inrichting en potentiële verontreinigingsbronnen (zie hoofdstuk 5.1). Een van zwemwatermeetpunten (mp. 2002) zou verplaatst kunnen worden naar zwemlocatie Brilduiker. Dit is de meest kwetsbare locatie, immers vanwege de afscherming met de strekdam is er maar weinig uitwisseling van water met het Nieuwe Robbengat. Gezien deze geïsoleerde ligging zijn de huidige meetpunten waarschijnlijk niet representatief voor deze locatie. Voorts is te overwegen om (tijdelijk) de waterkwaliteit op de tussengelegen zwemlocatie Zeearend te meten. Als blijkt dat de waterkwaliteit bij de stranden Zeearend en Meerkoet nagenoeg gelijk is, kan over een of twee jaren alsnog besloten worden om bij de Zeearend met de kwaliteitsmetingen te stoppen. 3.4 Gezondheidsrisico s Zwemwaarschuwingen, negatief zwemadvies en/of zwemverboden In de periode 2010-2013 zijn er bij de provincie Groningen geen meldingen binnen gekomen met betrekking tot gezondheidsklachten op de zwemlocaties Lauwersoog. Wel zijn er meerdere malen zwemwaarschuwingen door de Provincie ingesteld als gevolg van blauwalgen. Hieronder wordt een overzicht van de potentiële gezondheidsrisico s gegeven op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren. Doorzicht en ph De zuurgraad ligt tijdens het zwemseizoen veelal tussen ph 8,3 en ph 9, met een enkele keer een uitschieter naar boven tot maximaal ph 9,3. Het doorzicht op de beide zwemlocaties was in de periode 20010-2013 0,25 meter tot 0,5 meter. In de huidige zwemwaterrichtlijn zijn doorzicht en ph niet meer genormeerd. Het is wenselijk dat de ph tussen de 5 en 9 ligt. Bij te hoge of lage ph-waarden kunnen zwemmers huidklachten ondervinden. In verband met veiligheid is het wenselijk dat het doorzicht minimaal 1 meter is. 24 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Een te gering doorzicht kan gevaar opleveren voor zwemmers, omdat zij mogelijk gevaarlijke voorwerpen op de bodem niet kunnen zien of omdat zij in geval van nood niet snel teruggevonden kunnen worden. Er zijn nooit problemen geweest met: Zwemmersjeuk Botulisme Ziekte van Weil Zwerfvuil Overige zogenaamde zwemmersziekten Blauwalgen Op de zwemlocaties Lauwersoog worden regelmatig blauwalgen geconstateerd (zie hoofdstuk 4). Dit leidde in de jaren 2010, 2011 en 2013 gedurende korte en langere periodes tot zwemwaarschuwingen. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 25

26 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

4 Blauwalgen Om in te schatten of er in de nabije toekomst kans op bloei van blauwalgen bestaat, zijn de historische data geanalyseerd conform de Handreiking zwemwaterprofiel blauwalgen. Dit is een handreiking om het risico op proliferatie (snelle vermenigvuldiging) van toxische blauwalgen te beoordelen. 4.1 Analyse waterkwaliteitsgegevens In het Lauwersmeer is bijna ieder jaar wel sprake van een dominantie van blauwalgen. In de periode 2010-2013 heeft dat meerdere malen geresulteerd in een waarschuwing voor blauwalgen. In Tabel 4.1 worden de resultaten van verschillende metingen in relatie tot blauwalgenbloei weergegeven. Cyano-chlorofyl en biovolume Vanaf 2010 wordt tijdens de bemonstering door fluorescentiemeting het cyano-chlorofyl bepaald. Als bij deze veldmeting verhoogde waarden worden gemeten, wordt een monster genomen voor het bepalen van het biovolume van de potentieel giftige blauwalggeslachten. Het biovolume wordt bepaald volgens een methode waarbij er van enkele individuele cellen op grond van de afmetingen een volume wordt berekend, of door de celtellingen op geslachtniveau (van Microcystis, Anabaena, Aphanizomenon, Planktothrix en/of Woronichinia) met een standaard volume per cel te vermenigvuldigen. Voor het instellen van een risiconiveau is het bepalen van het biovolume leidend. Dit komt voort uit de grotere betrouwbaarheid in vergelijking met de fluorescentiemeting. De fluorescentiemeter bepaalt namelijk alle blauwalgen, ook de niet-toxische soorten. Tabel 4.1 geeft de gemeten waarden van het biovolume. Behalve in 2012, worden elk jaar gedurende een aantal weken en/of maanden biovolumewaarden gemeten die hoger zijn dan 2,5 mm 3 per liter. Dit betekent dat op de dagen waarop de meting is verricht, blauwalgen in het watersysteem groeien die leiden tot Risiconiveau 1. Op 11 juli 2011 was de meetwaarde zelfs hoger dan 15 mm 3 /l wat leidde tot Risiconiveau 2 bij zwemlocatie Lepelaar. Microcystine Voor de onderbouwing van de vaststelling van Risiconiveau 2 kan er optioneel gekozen worden voor een aanvullende microcystinemeting. Het gaat dan om de onderbouwing van één van de toxines die blauwalgen kunnen produceren. Opgemerkt wordt dat blauwalgen ook andere toxines kunnen produceren, die niet met microcystinemetingen aangetoond kunnen worden. Hierdoor kan de toxiciteit van de op die locatie aanwezige blauwalgen worden onderschat. Microcystine komt veel voor en is relatief eenvoudig te bepalen, maar een zwemadvies enkel op een microcystine bepaling wordt afgeraden. Microcystine concentraties van meer dan door de gezondheidsraad gestelde norm van 20 µg/l zijn aanleiding tot het nemen van maatregelen (negatief zwemadvies) en wordt overgegaan tot Risiconiveau 2. Wanneer de microcystineconcentratie lager dan 20 µg per liter is, kan worden overgegaan tot het instellen van Risiconiveau 1 (waarschuwing) in plaats van Risiconiveau 2. Bij de meeste bepalingen was microcystine niet aantoonbaar of slechts licht verhoogd zoals op 5 september 2011 bij zwemlocatie Meerkoet en 26 augustus 2013 bij zwemlocatie Lepelaar, respectievelijk 2,2 en 3,8 µg/l. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 27

Tabel 4.1 Cyano-chlorofyl, biovolume en microcystine op zwemwaterlocatie Lauwersoog 17-mei-10 14-jun-10 MP. 2001 MP. 2002 Jaar Datum Cyanochlorofyl Biovolume Microcystine Risiconiveau Cyanochlorofyl Biovolume Microcystine µg/l mm3/l µg/l µg/l mm3/l µg/l 2010 19-apr-10 Risiconiveau Actie naar publiek 12-jul-10 27-jul-10 17,6 3,2 1 20,6 4,67 1 Waarschuwen 09-aug-10 28 9,1 1 27 8,26 1 Waarschuwen 23-aug-10 30 13,0 1 32,3 13,1 1 Waarschuwen 06-sep-10 1,8 2011 18-apr-11 5,6 16-mei-11-14-jun-11 9,6 2,5-11-jul-11 103,7 28,6 < 2 2 Negatief zwemadvies 1) 25-jul-11 4,2 2,2 < 2 0 Ingetrokken 08-aug-11-22-aug-11 21,8 9,2 < 2 1 21,5 7,3 < 2 1 Waarschuwen 31-aug-11 30,2 1 29,3 1 Waarschuwen 05-sep-11 27,3 8,1 2,2 1 27,6 10,3 < 2 1 Waarschuwen 2012 16-apr-12 8,3 0 9 0-01-mei-12 3,8 0 4 0-30-mei-12 4,7 0 4,6 0-18-jun-12 5,3 0 4,8 0-16-jul-12 8 0 9 0-30-jul-12 18,9 1,8 < 2 0 17,6 2,1 < 2 0-14-aug-12 3,2 1,1 < 2 0 4,8 1,8 < 2 0-03-sep-12 2,4 0 3 0-2013 22-apr-13 14 0,0 < 2 0 15 < 0,05 < 2 0 21-mei-13 7,7 0 8,1 0-17-jun-13 4,6 0 6,7 0-15-jul-13 11 4,0 < 2 1 8,2 2,9 < 2 1 Waarschuwen 22-jul-13 5,9 0,8 < 2 8,9 0,1 < 2 Ingetrokken 30-jul-13 21 8,5 < 2 1 10 2,5 < 2 1 Waarschuwen 12-aug-13 21 1 15 2 3,8 1 Waarschuwen 26-aug-13 2,8 0,7 < 2 0 3 0-09-sep-13 5,1 0 6 0-1) Hoewel de microcystineconcentratie minder den 20 µg/l was, is hier Risiconiveau II aangehouden. Cyanochlorofyl Biovolume Drijflaag Microcystine Actie naar publiek µg/l mm/l µg/l Risiconiveau 0 < 12,5 < 2,5 Cat I - - Risiconiveau 1 12,5-75 2,5-15 Cat II (zonder/met dagelijkse inspectie) < 20 Waarschuwen Risiconiveau 2 >75 >15 Cat III > 20 Negatief zwemadvies Zwemwaarschuwingen en negatief zwemadvies Behalve in het jaar 2012, was tijdens de zomers van 2010 tot en met 2013 er elk jaar voor kortere en langere tijd sprake van waarschuwingen in verband met blauwalgen. Fytoplanktononderzoek Op basis van de biovolumebepalingen blijkt dat de blauwalgensamenstelling in het Lauwersmeer wordt gedomineerd door Planktothrix en Anabaena. 28 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

22-aug-11 05-sep-11 30-jul-12 14-aug-12 22-apr-13 15-jul-13 22-jul-13 30-jul-13 12-aug-13 26-aug-13 Biovolume mm3/l 11-jul-11 25-jul-11 22-aug-11 05-sep-11 30-jul-12 14-aug-12 22-apr-13 15-jul-13 22-jul-13 30-jul-13 12-aug-13 26-aug-13 Biovolume mm3/l Blauwalgen Lauwersmeer Lauwersoog mp 2001 30 25 20 15 10 5 0 Microcystis Woronichinia Anabaena Aphanizomenon Planktothrix 2011 2012 2013 Blauwalgen Lauwersmeer Lauwersoog mp 2002 30 25 20 15 10 5 0 Microcystis Woronichinia Anabaena Aphanizomenon Planktothrix 2010 2011 2012 2013 Interpretatie volgens het blauwalgenprotocol 2012: Gele lijn = biovolume > 2,5: risiconiveau 2 (gering gezondheidsrisico), actie: waarschuwen Rode lijn = biovolume > 15: risiconiveau 3 (gezondheidsrisico), actie: negatief zwemadvies Figuur 4.1 Blauwalgensamenstelling periode 2010 2013. 4.2 Fysisch-chemische parameters Toestandvariabelen Vanaf 2008 bepaalt waterschap Noorderzijlvest tijdens het zwemseizoen twee maal de fysischchemische parameters (in juni/juli en augustus). Zwemwaterprofiel Lauwersoog 29

Chlorofyl-a (ug/l) Watertemperatuur( gr. C) Chlorofyl De chlorofylconcentratie is een maat voor de algengroei. In het zomerhalfjaar fluctueert de concentratie tussen 40 en 100 µg/l, met een uitschieter naar boven van 255 µg/l in juli 2011. Vaak gaan hoge chlorofylconcentraties samen met temperatuurstijging van het water, maar dat is voor het meetpunt op deze zwemwaterlocatie niet consistent. Zo is in april 2013 al een hoge chlorofylconcentratie gemeten terwijl de watertemperatuur nog maar 13 C was, zie Figuur 4.2. Volgens de Handreiking Zwemwaterprofiel Blauwalgen mag de chlorofyl-a concentratie niet boven 50 µg/l uitkomen. Dit is de door de WHO genoemde kritische grens waarboven problemen met blauwalgen te verwachten zijn. Chlorofyl-a Temperatuur water 300 25 270 240 20 210 180 15 150 120 10 90 60 5 30 0 1-4-2009 1-4-2010 1-4-2011 1-4-2012 1-4-2013 0 Figuur 4.2 Samenhang tussen chlorofyl-a-concentratie en de watertemperatuur op zwemwatermeetpunt 2001 in het Lauwersmeer. Doorzicht Het doorzicht op de zwemlocaties is beperkt en fluctueert veelal tussen 0,25 en 0,5 meter, zie Figuur 4.3. Slechts één keer is zicht tot op de bodem gemeten (0,8 meter), dat was in 2009. Op de twee bemeten zwemstranden is het doorzicht nagenoeg gelijk. Het doorzicht voldoet niet aan de norm van 0,9 meter. Als norm wordt de klassegrens van goed voor waterlichamen van het type M30 (zwak brakke wateren) gehanteerd. In KRW-termen komt dit overeen met slecht en ontoereikend. Vaak wordt een sterke vermindering van het doorzicht veroorzaakt door algen (hoge chlorofylgehalten) en dat geldt deels ook voor deze locaties, zie Figuur 4.4. Het verminderde doorzicht wordt echter merendeels bepaald door met de wind opgewervelde slibdeeltjes en daarnaast mede door algenbloei. 30 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Doorzicht (m) Chlorofyl-a (ug/l) Doorzicht (m) 0,9 0,8 0,7 Lauwersmeer - mp. 2001 en 2002 doorzicht 2001 2002 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 1-4-2009 1-4-2010 1-4-2011 1-4-2012 1-4-2013 Figuur 4.3 Doorzicht op de zwemwatermeetpunten 2001 en 2002 in het Lauwersmeer. Doorzicht Chlorofyl-a 0,9 300 0,8 0,7 240 0,6 0,5 180 0,4 0,3 120 0,2 60 0,1 0 1-4-2009 1-4-2010 1-4-2011 1-4-2012 1-4-2013 0 Figuur 4.4 Samenhang doorzicht en chlorofyl-a op het zwemwatermeetpunt (2001) in het Lauwersmeer. Zuurgraad De zuurgraad is bij de twee zwemstranden nagenoeg gelijk. Figuur 4.5 toont de zuurgraad bij zwemlocatie Meerkoet. De zuurgraad is redelijk constant en ligt veelal tussen ph 8,3 en 9. Alleen in het voorjaar van 2009 zijn hogere waarden tot een maximum van ph 9,3 gemeten. De KRW-norm voor het Lauwersmeer is tussen ph 6,0 en 9,0. De ph voldoet daarmee aan de norm. Vaak gaat een toename van algengroei (hoge chlorofylgehalten) samen met hogere ph waarden. Het lijkt erop dat dit ook opgaat voor de zwemwateren in het Lauwersmeer, maar er zijn te weinig meetgegevens om dit goed te onderbouwen. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 31

ph Lauwersmeer - mp. 2001 zuurgraad (ph) 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 1-4-2009 1-4-2010 1-4-2011 1-4-2012 1-4-2013 Figuur 4.5 Zuurgraad (ph) op het zwemwatermeetpunt (2001) in het Lauwersmeer. Conclusie fysisch-chemische kwaliteit In geval van overmatige (blauw)algenbloei is het mogelijk dat er een verband is tussen doorzicht, zuurgraad en temperatuur. Afname van het doorzicht duidt op verhoogde dichtheden van algen. Dit kunnen zowel groenalgen als blauwalgen zijn. Bij hoge concentraties blauwalgen is de zuurgraad hoger. Blauwalgen hebben bij hogere temperaturen een voordeel ten opzichte van groenalgen. In hoeverre deze relaties opgaan voor de zwemwaterlocaties in het Lauwersmeer, wordt op basis van de beschikbare meetgegevens niet duidelijk. Het vaak beperkte doorzicht op de zwemwatermeetpunten wordt voor een groot deel bepaald door opgewervelde sedimentdeeltjes. 4.3 Beoordeling kans op proliferatie van toxische blauwalgen Het hierboven weergegeven overzicht van historische gegevens uit 2009 t/m 2013 voldoet voor het inschatten van de kans op proliferatie van blauwalgen aan de voorwaarden zoals deze gesteld zijn in de Handreiking Blauwalgen in het Zwemwaterprofiel (RWS Waterdienst, 2008). Geconcludeerd wordt dat op zwemlocaties Lauwersoog elk jaar een risico bestaat op een toxische bloei van blauwalgen. Deze beoordeling is gebaseerd op: Cyanochlorofyl concentraties en biovolume metingen die in 2010 t/m 2013 jaarlijks aanleiding waren tot een waarschuwing Op basis van de fysisch chemische parameters is een blauwalgenbloei te verwachten Blauwalgentellingen/biovolume jaren 2010 t/m 2013. De blauwalgensamenstelling werd vooral gedomineerd door Planktothrix en Anabaena In 2010, 2011 en 2013 (uitgezonderd 2012) is gedurende korte of langere periodes een waarschuwing in verband met blauwalgen van kracht geweest. Omdat er een aanzienlijke kans is op proliferatie van toxische blauwalgen in de komende vijf jaar, is een nadere beschrijving van het systeem noodzakelijk (conform de Handreiking Blauwalgen in het zwemwaterprofiel, RWS waterdienst, 2008). 32 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

P-totaal (mg/l) 4.4 Nadere beschrijving mogelijke oorzaken blauwalgen Uit de vorige paragraaf blijkt dat er op twee bemeten zwemwaterlocaties, Meerkoet en Lepelaar, een kans bestaat op het voorkomen van hoge dichtheden blauwalgen. Van de drie andere locaties zijn nooit gegevens geregistreerd. Om inzicht te krijgen in de oorzaken (bronnen) die dominantie van blauwalgen teweegbrengen en versterken worden hieronder de factoren genoemd die invloed hebben op de levenscyclus en groeikansen van blauwalgen op de zwemlocaties. Hydromorfologie In paragraaf 3.2 zijn de gegevens met betrekking tot de hydromorfologie gepresenteerd. Van belang voor het voorkomen van blauwalgen is de ligging van de zwemlocaties ten opzichte van het Lauwersmeer (c.q. Nieuwe Robbengat). De zwemlocaties zijn gelegen aan de noordoostoever. Bij (zuid)westenwind kunnen eventuele drijflagen zich op de stranden ophopen. De diepte van het Lauwersmeer (en Nieuwe Robbengat) bepaalt of er thermische stratificatie op kan treden. Indien dat gebeurt, zijn een aantal blauwalgengenera in het voordeel ten opzichte van ander fytoplanktongroepen. Het Lauwersmeer is niet diep genoeg voor stratificatie. Nutriënten In navolgende grafieken worden de meetresultaten gepresenteerd van een nabijgelegen meetpunt in Lauwersmeer (meetpunt 2229). Daar vinden maandelijkse metingen van de nutriëntenconcentraties plaats, in tegenstelling tot de zwemwatermeetpunten (2001 en 2002), waar nutriënten maar twee keer per jaar worden gemeten (alleen tijdens het zwemseizoen). De gemeten waarden van de meetpunten corresponderen met elkaar, zodat meetpunt 2229 representatief is voor de zwemlocatie. Nutriënten: fosfaat Het fosfaatgehalte schommelt over de jaren tussen 0,17 en 0,26 mg/l (dit zijn zomergemiddelde waarden). Op de KRW-maatlat voor M30 scoort het daarmee ontoereikend tot matig. 0,8 P-totaal op meetpunt 2229 in het Lauwersmeer 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0 1-jan 1-feb 1-mrt 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt 1-nov 1-dec 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 4.6 Totaal fosfaatconcentraties in de periode 2009 t/m 2013 in het Lauwersmeer. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 33

N-totaal (mg/l) Orthofosfaat (mg/l) 0,35 Orthofosfaat op meetpunt 2229 in het Lauwersmeer 0,3 0,25 0,2 0,15 0,1 0,05 0 1-jan 1-feb 1-mrt 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt 1-nov 1-dec 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 4.7 Orthofosfaatconcentraties in de periode 2009 t/m 2013 in het Lauwersmeer. De concentraties van orthofosfaat vertonen een vergelijkbaar beeld met de totaalconcentraties. Orthofosfaat is de beschikbare vorm van fosfaat. In het voorjaar is de orthofosfaatconcentratie het laagst om tijdens de zomermaanden weer toe te nemen. Er is altijd voldoende fosfaat aanwezig voor algengroei. Nutriënten: stikstof Van stikstof schommelt de zomergemiddelde waarde met 1,9 à 2,6 mg N/l rondom de voor het Lauwersmeer gestelde KRW-norm van 1,8 mg N/l. 7 N-totaal op meetpunt 2229 in het Lauwersmeer 6 5 4 3 2 1 0 1-jan 1-feb 1-mrt 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt 1-nov 1-dec 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 4.8 Totaal stikstofconcentratie in de periode 2009 t/m 2013 in het Lauwersmeer. 34 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Anorganisch N (mg/l) 3,5 N-anorganisch op meetpunt 2229 in het Lauwersmeer 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 1-jan 1-feb 1-mrt 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt 1-nov 1-dec 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 4.9 Anorganisch stikstofgehalte in de periode 2009 t/m 2013 in het Lauwersmeer. Figuur 4.9 geeft aan dat de concentratie van deze stoffen in het winterhalfjaar schommelt tussen 1,5 en 3,5 mg N/l, in het voorjaar daalt tot 0,1 à 0,4 mg/l en vervolgens verder afneemt tot maximaal 0,13 mg N/l in augustus. Bij deze concentratie zijn nitraat en ammonium lager dan de bepalingsgrens (< 0,1 mg N/l voor ammonium en < 0,03 mg N/l voor nitraat). Dit komt omdat de voedingsstoffen in de zomer gebruikt worden. Bij een anorganische stikstofconcentratie lager dan 0,08 mg N-anorg/l is dit element limiterend (Verspagen, 2006). Hoewel dit gezien de redelijk hoge bepalingsgrens van ammonium (0,1 mg/l) niet gecontroleerd kan worden, mag worden aangenomen dat dit in het Lauwersmeer maar een enkele maal (alleen in augustus) het geval is. Nutriënten: totale beschouwing De nutriëntenconcentraties in het Lauwersmeer liggen boven de norm. De groei van blauwalgen wordt niet gelimiteerd door stikstof en fosfaat. Blauwalgen hebben voldoende opneembaar stikstof en fosfaat tot hun beschikking hebben om tot bloei te kunnen komen. Omdat blauwalgen ten opzichte van ander fytoplankton een hogere affiniteit hebben voor nutriënten als fosfor en stikstof, kunnen ze bij lage extreme nutriëntenconcentraties beter nutriënten opnemen dan andere organismen en daardoor onder limiterende nutriëntenconcentraties ander fytoplankton efficiënt beconcurreren. Verder kunnen blauwalgen fosfor opslaan en zijn enkele soorten in staat tot stikstoffixatie. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 35

TN:TP ratio (mol:mol) 70 Verhouding TN:TP op meetpunt 2229 in het Lauwersmeer 60 50 40 30 20 10 0 1-jan 1-feb 1-mrt 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt 1-nov 1-dec 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 4.10. N:P-ratio N-totaal/P-totaal (mg/l) op het waterkwaliteitsmeetpunt 2229 in het Lauwersmeer. Verhoudingsgewijs is er tijdens het zomerhalfjaar weinig stikstof en veel fosfaat in het watersysteem. De TN:TP-ratio (g:g) fluctueert gedurende het zomerhalfjaar van 9 tot35. Een stelregel is dat vooral bij lagere N:P verhoudingen (lager dan 29) enkele blauwalgensoorten in het voordeel zijn omdat zij stikstof uit de atmosfeer kunnen binden (bijvoorbeeld Anabaena sp. en Aphanizomenon). In Lauwersmeer is dat soms het geval; Anabaena is vaak de dominerende blauwalg. Overige chemie Chloride De chloride-concentratie varieert gedurende het jaar van circa 160 mg/l in de winter tot 1400 mg/l in de zomer. Alleen in de zomerperiode voldoet dit aan de GEP-waarde voor chloride in M30 watertypen van 300-3000 mg/l. De blauwalgen Microcystis en Anabaena hebben in zoete wateren een voordeel ten opzichte van overig fytoplankton als de chlorideconcentratie verhoogd is. Microcystis en Anabaena tolereren namelijk licht brak water. In het Lauwersmeer komt Anabaena inderdaad voor, maar ook andere blauwalgen zoals Planktothrix. 36 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Chloride (mg/l) 1600 Chloride op meetpunt 2229 in het Lauwersmeer 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 1-jan 1-feb 1-mrt 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt 1-nov 1-dec 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 4.11. Chloride op het waterkwaliteitsmeetpunt 2229 in het Lauwersmeer. Vegetatie en visstand Uit paragraaf 3.3 blijkt onder andere dat in de ondiepe waterdelen uitgebreide onderwatervegetaties van schedefonteinkruid voorkomen. Dit is een fonteinkruidsoort die goed groeit in voedselrijk water. In het voedselrijke en relatief troebele water van de Lauwersmeer komt een visfauna voor die behoort tot het brasem-snoekbaarstype. Dit geldt vooral voor het open water van het Lauwersmeer (Watervisie Lauwersmeer, fase 2). Kenmerkend voor dit viswatertype is het vrijwel ontbreken van waterplanten, hoge voedselrijkdom, seizoensgebonden groen- en soms blauwalgenbloei en geringe zichtdiepte. De ondiepe inhammen en kreken vertonen daarnaast kenmerken van het snoek-blankvoorn viswatertype. Deze wateren zijn goed begroeid met waterplanten (zowel oever- als onderwatervegetatie) en een zichtdiepte van 40-70 cm. Geagendeerde maatregelen bestrijding blauwalgen Om de ecologische toestand van het oppervlaktewaterlichaam Lauwersmeer te verbeteren is een aantal maatregelen gepland. Samenhang van de KRW doelen met de Natura2000-doelen is hierbij nadrukkelijk in beeld (KRW Achtergronddocument Lauwersmeer, september 2014), onder andere: Onderzoek naar mogelijkheden vermindering overlast blauwalg Ten behoeve van een verbetering van de zwemwaterkwaliteit. Aanpak van de blauwalgoverlast vereist kennis van de blauwalg in relatie tot chemische samenstelling van de zwemplas. De aanpak is gericht op maatregelen ter voorkoming van blauwalgenbloei, alsmede om de (effecten van de) bloei zoveel mogelijk te beperken Vermindering emissie landbouw en natuur, onder andere nutriënten In dit project wordt onderzocht wat de bron is van de emissies van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten naar oppervlakte- en grondwater en met welke maatregelen deze emissie effectief kan worden verminderd Verbetering vismigratie zoet-zout overgang. De R.J. Cleveringsluizen bij Lauwersoog worden beter afgestemd worden op intrekkende vissen. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 37

Zoetwatersysteem met seizoensgebonden peilfluctuaties. Deze maatregel staat in het Concept Natura 2000 beheerplan, dat momenteel ter inzage ligt. Het is vooralsnog niet duidelijk of deze maatregel daadwerkelijk gaat worden uitgevoerd. De eerste twee genoemde maatregelen hebben een directe relatie met blauwalgen. De twee laatst genoemde maatregelen hebben vooral effect op de visstand en waterplanten. Zij leveren een bijdrage aan het totale ecosysteem en zijn daarmee indirect van invloed op het voorkomen blauwalgen. 38 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

5 Analyse historische data bacteriologische waterkwaliteit De analyse van de historische data is opgebouwd uit twee delen: 1. In het eerste deel is gekeken naar de normoverschrijdingen van de toetsparameters (E. coli en intestinale enterococcen) in jaren 2010 t/m 2013. Hierna is beoordeeld of het zinvol is om een nadere analyse van de historische data uit te voeren. Een nadere analyse is alleen nuttig wanneer er sprake is geweest van normoverschrijdingen en/of verhogingen van concentraties. Een verhoging is hier gedefinieerd als een concentratie die hoger is dan de helft van de norm van één van de parameters. Als norm is hier gekozen voor de grens voor goed uit de beoordeling volgens de Europese Zwemwaterrichtlijn. 2. In het tweede deel is (indien nodig) een data-analyse uitgevoerd met de bacteriologische data, in vergelijking met de klimatologische gegevens in de periode 2010-2013. In de Europese zwemwaterrichtlijn wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende kwaliteitsklassen. De indeling en de normen die hierbij horen staan weergegeven in Tabel 5.1. Tabel 5.1 Normen kwaliteitsklassen voor zoet binnenwater volgens de EU Zwemwaterrichtlijn. Parameter Huidige EU richtlijn Uitstekende kwaliteit Goede kwaliteit Kwaliteitsniveau Aanvaardbare kwaliteit Slechte kwaliteit Escherichia coli (kve/100 ml) 500 * 1.000 * 900 ** > 900 ** Intestinale enterococcen (kve/100 ml) 200 * 400 * 330 ** > 330 ** * Gebaseerd op een 95-percentiel ** Gebaseerd op een 90-percentiel Kve = kiemgetal/ kolonie vormende eenheden Hierna worden de meetgegevens van E. coli en Intestinale enterococcen voor de jaren 2010 t/m 2013 weergegeven. De normlijnen in de grafieken komen overeen met de grens voor goed en uitstekend uit de Europese Zwemwaterrichtlijn. 5.1 Bacteriologische waterkwaliteit Doorgaans zijn de concentraties op de twee zwemlocaties laag of niet aantoonbaar te meten. Alleen op meetpunt 2002 is eenmalig in augustus 2010 een overschrijding van de norm geweest voor E. coli. Tegelijk was er ook sprake van een normoverschrijding van intestinale enterococcen. Dit was de eerste keer voor deze locatie dat een herbemonstering moest worden uitgevoerd. Het betrof een kortdurende verontreiniging. Bij deze herbemonstering binnen twee dagen, was E. coli niet meer aantoonbaar te meten en was de concentratie intestinale enterococcen gedaald tot licht verhoogd. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 39

kve/100 ml kve/100 ml Jaartrend Escherichia coli Lauwersoog-west mp. 2001 2010 2011 2012 2013 Norm uitstekend Norm goed 2200 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt Figuur 5.1 E. coli in 2010 t/m 2013 meetpunt 2001, zwemlocatie Meerkoet. Jaartrend Intestinale enterococcen Lauwersoog-west mp. 2001 2010 2011 2012 2013 Norm uitstekend Norm goed 600 500 400 300 200 100 0 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt Figuur 5.2 Intestinale enterococcen in 2010 t/m 2013 meetpunt 2001, zwemlocatie Meerkoet. 40 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

kve/100 ml kve/100 ml Jaartrend Escherichia coli Lauwersoog oost mp. 2002 2010 2011 2012 2013 Norm uitstekend Norm goed 2200 3553 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt Figuur 5.3 E. coli in 2010 t/m 2013 meetpunt 2002, zwemlocatie Lepelaar. Jaartrend Intestinale enterococcen Lauwersoog oost mp. 2002 2010 2011 2012 2013 Norm uitstekend Norm goed 600 635 500 400 300 200 100 0 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt Figuur 5.4 Intestinale enterococcen in 2010 t/m 2013 meetpunt 2002, zwemlocatie Lepelaar. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 41

Indeling in kwaliteitsklasse volgens de Europese zwemwaterrichtlijn De zwemwaterindeling wordt jaarlijks op basis van de meetreeks van de afgelopen vier badseizoenen vastgesteld. Vanaf 2009 worden E. coli en Intestinale enterococcen gemeten. In Tabel 5.2 staat de klassenbeoordeling van de zwemwaterkwaliteit gepresenteerd. Ondanks de normoverschrijdende waarden die op meetpunt 2002 in 2010 zijn gemeten, valt het zwemwater in de hoogste kwaliteitsklasse. De zwemwaterkwaliteit op twee zwemlocaties in het Lauwersmeer valt in kwaliteitsklasse uitstekend voor E. coli en uitstekend voor Intestinale enterococcen. Tabel 5.2 Kwaliteitsklasse 2010-2013 zwemlocaties Lauwersmeer. Zwemwaterklasse op basis van logpercentielen Aantal waarnemingen Eindoordeel Voorgaand eindoordeel 2010 2011 2012 2013 2010-2013 2009-2012 Meetpunt 2001 E. coli 8 8 8 8 uitstekend uitstekend Intestinale enterococcen 8 8 8 8 uitstekend uitstekend Meetpunt 2002 E. coli 8 8 8 8 uitstekend uitstekend Intestinale enterococcen 8 8 8 8 uitstekend uitstekend 5.2 Bacteriologische data analyse in relatie met weersomstandigheden Om mogelijke verontreinigingsbronnen te ontdekken wordt vaak gezocht naar relaties met weersomstandigheden. Een relatie tussen fecale bacteriën en neerslag kan wijzen op overstorten in de buurt van de zwemlocatie of een verhoogde afspoeling van met fecaliën verontreinigd regenwater van aanliggende oevers of het strand. De analysewaarden voor de bacteriologische parameters waren de afgelopen jaren steeds zodanig laag, dat er geen aanleiding is om een relatie met weersomstandigheden uitgebreid uit te werken. 42 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

6 Bronnen van bacteriologische verontreiniging en gezondheidsrisico s In dit hoofdstuk worden alle bronnen genoemd die naar voren zijn gekomen op basis van historische data, de gebiedsbeschrijving, gegevens van de beheerder, een analyse van de plattegronden, internetbronnen en het veldbezoek. 6.1 Potentiële verontreinigingsbronnen In onderstaand overzicht wordt een beschrijving gegeven van alle mogelijke bronnen voor bacteriële verontreinigingen. Regenwaterlozingen/ overstorten Effluent RWZI Wegwater/afstromend hemelwater Ongerioleerde lozingen Wateraanvoer Mestwater omringend agrarisch gebied Recreatievaart Jachthavens Nee. In de directe omgeving bevinden zich geen regenwaterlozingen of overstorten Nee Nee. Nee. Nee (bacteriën) / ja (nutriënten). Het Lauwersmeer maakt deel uit van de waterhuishouding van Noord Nederland. Water vanuit de Electraboezem en de Friese boezem wordt via het Lauwersmeer afgevoerd naar de Waddenzee. De kwaliteit van het aangevoerde water wordt sterk beïnvloed door de landbouw. Nee. In de directe omgeving van de zwemlocaties is geen agrarisch gebied dat nabij de zwemlocaties afwatert. Er veel recreatievaart, echter het grootste deel van het Nieuwe Robbengat (ook de zones bij de zwemlocaties) is slechts toegestaan voor bootjes tot 4,5 meter en zonder motor. Alleen het westelijke deel van het Nieuwe Robbengat is toegankelijk voor alle recreatievaartuigen. In het verleden loosden kajuit(zeil)boten met boordtoilet het toiletwater direct in het oppervlaktewater. Beïnvloeding van de bacteriologische waterkwaliteit op de zwemlocatie was hierdoor mogelijk. Vanaf 2009 geldt een lozingsverbod van toiletwater voor alle recreatievaartuigen. Er moeten op de jachthavens dan wel ontvangstmogelijkheden voor vuilwater zijn, anders wordt de vuilwatertank of het chemisch toilet alsnog in het oppervlaktewater geleegd. In de directe omgeving beschikken jachthaven Noordergat en de Museumhaven over vuilwaterinnamestations. Nabij de zwemlocaties liggen drie jachthavens. Ten noorden van de zwemlocaties (stroomafwaarts) liggen de zogenoemde Museumhaven (afstand tot de zwemlocatie 450 meter) en jachthaven Noordergat (afstand 750 meter). De Museumhaven is een kleine haven waar vooral oude scheepstypen liggen. Jachthaven Noordergat is een grote jachthaven (400 ligplaatsen). Beide havens beschikken over alle voorzieningen zoals een vuilwaterinnamepunt. Naast de camping, tussen de zwemstranden Lepelaar en Zeearend ligt jachthaven Lauwersgat met circa 100 ligplaatsen voor kleinere vaartuigen (tot 8 meter). Voor de vuilwaterinzameling moet gebruik worden gemaakt van de eerst genoemde jachthavens. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 43

Beroepsvaart (Blauw)algen Planten Dieren Menselijke belasting Er is geen binnenvaart maar er varen wel charter- en partyschepen op het Lauwersmeer. Cijfers over aantallen en vaarroutes zijn niet bekend. Voor passagiersschepen die meer dan 50 personen aan boord kunnen nemen geldt vanaf 1-1-2012 een lozingsverbod voor huishoudelijk afvalwater. In het Lauwersmeer komen voornamelijk groenalgen voor. In eerdere jaren werden ook regelmatig blauwalgen aangetroffen, voornamelijk Planktothrix agardhii, zonder dat er sprake was van algenbloei. De laatste jaren is steeds vaker sprake van blauwalgenbloei wat geregeld leidt tot waarschuwingen voor zwemmers. Nee Ja. Tijdens het veldbezoek zijn verschillende watervogels gezien, er zijn vooral eenden, ganzen en meeuwen die graag vertoeven op de strekdammen en houten palenrijen die de zwemlocaties afschermen. Op de stranden zijn veel pootafdrukken van meerkoeten en ganzen aangetroffen. Op de stranden Kleine Zwaan en Brilduiker mogen honden loslopen en zwemmen. Dit is duidelijk met borden aangegeven. Ook op gedeelte tussen zwemstrand Lepelaar en jachthaven Lauwersgat zijn loslopende honden toegestaan. Nee. Gezien de aanwezigheid van sanitaire voorzieningen, wordt ervan uitgegaan dat er niet of nauwelijks sprake is van menselijke belasting. Hoewel dat met kleine kinderen nooit helemaal kan worden uitgesloten. Figuur 6.1 Vogels in de zwemzone (l) en op het strand (r). Conclusie potentiële bronnen De zwemlocatie maakte een goede indruk met betrekking tot de hygiëne. Zwerfvuil wordt elke dag opgeruimd, de stranden maakten een goed verzorgde indruk en het water was helder. Wel lag er vogelfeces op de vlonders en hier en daar ook op het strand. De potentiële risicobronnen zijn: Watervogels Zwemmers Recreatievaart Jachthaven Honden 44 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

6.2 Richtgetallen ZWEMPROF Met behulp van het spreadsheetmodel ZWEMPROF is een schatting gemaakt van de invloed die de verschillende bronnen kunnen hebben op de kwaliteit van het zwemwater. Indien uit deze eenvoudige berekeningen geen relevante beïnvloeding van een verontreinigingsbron of -route wordt gevonden kan hiermee worden volstaan. Opgemerkt wordt dat met dit spreadsheet alleen gezondheidsrisico s ten gevolge van fecale verontreinigingen (E. coli en intestinale enterococcen) bepaald wordt. Gezondheidsrisico s door blauwalgen en andere ziekteverwekkers zoals zwemmersjeuk, botulisme en chemische verontreinigingen, moeten afzonderlijk beoordeeld worden. Voor alle geïdentificeerde bronnen zijn de kentallen in het spreadsheet ingevuld, zie bijlage 2. De uitkomsten van de berekening zijn in dezelfde bijlage te vinden. De toelichting van de gebruikte randvoorwaarden wordt in deze alinea s beschreven. Omdat de 5 zwemlocaties ieder hun eigen karakteristieken hebben, is voor iedere locatie een apart ZWEMPROF ingevuld. Afmetingen zwemzone en waterdiepte. Voor het oppervlak van de zwemzones is uitgegaan van de begrenzing zoals aangegeven in paragraaf 3.3 en de gemiddelde waterdieptes in de zwemzones zijn op 0,75 meter gesteld. Voor het aangrenzende open water van het Nieuwe Robbengat is steeds uitgegaan van een representatief gedeelte waarmee wateruitwisseling plaatsvind. Zwemmers. Het aantal zwemmers is niet bekend. Daarom is een ruwe schatting gemaakt op basis van het oppervlak van de stranden en ligweiden. Het gezamenlijke oppervlak van het zwemstrand en ligweide bij zwemlocatie Meerkoet is circa 7.000 m 2 en bij locatie Lepelaar circa 8.900 m 2. Als wordt uitgegaan van een benodigd oppervlak van minimaal 6 m 2 per bezoeker, komt dat neer op circa 1.100 bezoekers/zwemmers op een topdag bij locatie Meerkoet en 1.500 bij locatie Lepelaar. Voor de locaties Zeearend (ruim opgezet en grote parkeerplaats) is uitgegaan van 1000 zwemmers op een topdag en voor de twee zogenaamde hondenstranden 500 bij locatie Kleine Zwaan en 100 bij locatie Brilduiker. Voor een normale zomerse dag zijn de aantallen op een topdag met een factor 3 à 4 gedeeld. In ZWEMPROF is gerekend met het aantal bezoekers als zwemmers. Uit ZWEMPROF komt naar voren dat zwemmers geen invloed op de waterkwaliteit hebben. Zwemmers op een kluitje komt op deze zwemlocaties niet voor. Jachthavens. De relevante jachthavens zijn de Museumhaven gelegen op 400 meter van zwemlocatie Meerkoet (tot locatie Lepelaar is de afstand 600 meter) en jachthaven Lauwersgat op een afstand van 530 meter tot zwemlocatie Zeearend. Uitgegaan is van een uitwisselingsdebiet met het overige water van 0,2 m 3 /sec (dit is tamelijk veel, dus een worst case scenario) en een fractie naar de zwemlocaties van 1. Uit ZWEMPROF volgt dat de jachthavens niet van invloed zijn op de zwemwaterkwaliteit. Recreatievaart. In het zomerseizoen is er veel recreatievaart op het Lauwersmeer. Echter het grootste deel van het Nieuwe Robbengat kent een zone waar slechts bootjes tot 4,5 meter zonder motor zijn toegestaan. In ZWEMPROF is voor de stranden Meerkoet, Lepelaar uitgegaan van 50 boten (met onderwatertoilet) per dag en 150 op een topdag, met een afstand tot de zwemlocaties van 100 meter. Voor locatie Zeearend is gerekend met respectievelijk 15 en 5 vaartuigen. Volgens ZWEMPROF heeft de recreatievaart geen invloed op de waterkwaliteit rondom de zwemlocaties Zwemwaterprofiel Lauwersoog 45

Beroepsvaart. Op het Lauwersmeer varen veel charterschepen en soms partyschepen. Volgens een eigen schatting wordt uitgegaan van 10 charter-/partyschepen per dag die de zwemlocaties Meerkoet en Lepelaar passeren. Omdat deze schepen meer mensen aan boord hebben dan vrachtschepen is aangenomen dat één charter-/partyschip gelijk is aan 10 vrachtschepen (totaal 100 beroepsvaart). Hiervan uitgaande is er volgens ZWEMPROF geen invloed op de zwemwaterkwaliteit. Watervogels. Tijdens het veldbezoek zijn op de stranden uitwerpselen en pootafdrukken van watervogels aangetroffen. Voor het invullen van ZWEMPROF is ervan uitgegaan dat er permanent 30 à 50 watervogels in de zwemzone aanwezig zijn en 100 à 150 watervogels buiten de zwemzone. Uit ZWEMPROF blijkt dat de watervogels geen invloed hebben op de zwemwaterkwaliteit. Honden. Honden zijn toegestaan op de meest oostelijke stranden: Kleine Zwaan en Brilduiker Het aantal honden in de zwemzone is op 50 gesteld en het aantal buiten de zwemzone op 100. Volgens ZWEMPROF heeft dit aantal honden een geringe invloed op de zwemwaterkwaliteit. 6.3 Conclusie ZWEMPROF Risico s door fecale verontreinigingsbronnen Een beknopt overzicht van de resultaten van ZWEMPROF staat in Tabel 4.1. Uit ZWEMPROF volgt dat de bacteriële verontreinigingsbronnen afzonderlijk nagenoeg geen effect op de zwemwaterkwaliteit hebben. Alleen op de twee hondenstranden Kleine Zwaan en Brilduiker wordt een geringe invloed berekend voor honden in de zwemzones. Wel wordt op een zeer drukke dag voor alle bronnen gezamenlijk een geringe invloed berekend zwemlocaties Meerkoet en Lepelaar. Dit komt vooral door het grote aantal zwemmers en in mindere mate ook door recreatievaart en watervogels in de zwemzone. Op de twee hondenstranden Kleine Zwaan en Brilduiker wordt voor alle bronnen tezamen een geringe invloed berekend. Zoals te verwachten hebben honden in de zwemzone hierin het grootste aandeel. Voor een topdag wordt op beide locaties voor E. coli een geringe en voor intestinale enterococcen een wezenlijke invloed berekend. Dit komt door het extra aantal zwemmers op een drukke dag. Tabel 6.1 Overzicht resultaten Zwemprof. Zwemlocatie Effect bronnen afzonderlijk Effect gezamenlijke bronnen Normale dag Topdag Meerkoet - geen gering (zwemmers, recreatievaart, watervogels) Lepelaar - geen gering (zwemmers, recreatievaart, watervogels) Zeearend - geen geen Kleine Zwaan gering (honden) gering (honden) wezenlijk (honden en zwemmers) Brilduiker gering (honden) gering (honden) wezenlijk (honden en zwemmers) Discussie Het is belangrijk te weten dat ZWEMPROF uitgaat van volledige menging van verontreinigingen in de zwemzone. Dit is bij verontreinigingen door watervogels in delen van de zwemzone niet altijd het geval. Plaatselijke (en kortstondige) bacteriologische verontreinigingen door watervogels zijn daarom altijd mogelijk. Ook als in ZWEMPROF geen invloed wordt berekend. 46 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Steeds meer recreatievaartuigen en partyschepen (ook de kleinere rondvaartschepen) beschikken tegenwoordig over een vuilwatertank. Omdat de jachthavens bij Lauwersoog allemaal een vuilwaterinnamepunt hebben, mag er vanuit worden gegaan dat in deze omgeving nog maar weinig afvalwater van vaartuigen in het oppervlaktewater terechtkomt. Omdat ZWEMPROF uitgaat van lozende vaartuigen, zijn de uitkomsten in ZWEMPROF een overschatting. Als het aantal vaartuigen in ZWEMPROF op nul wordt gezet, resteren er geen substantiële verontreinigingsbronnen. Daarmee zijn er voor de zwemlocaties Meerkoet, Lepelaar en Zeearend nagenoeg geen bronnen die invloed op de zwemwaterkwaliteit hebben. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 47

48 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

7 Evaluatie en conclusies Bacteriologische kwaliteit Op basis van de zwemwaterrichtlijn wordt de zwemwaterkwaliteit van de zwemlocaties Meerkoet en Lepelaar in de periode 2010-2013 beoordeeld als uitstekend voor zowel Escherichia coli als intestinale enterococcen. In het vorige zwemwaterprofiel was de beoordeling ook uitstekend. Er is dus sprake van een constant goede zwemwaterkwaliteit. Verontreinigingsbronnen De potentiële bronnen zijn zwemmers, watervogels, recreatievaart, jachthavens en honden. Volgens het spreadsheet ZWEMPROF hebben deze bronnen afzonderlijk nagenoeg geen invloed op de zwemwaterkwaliteit. Zwemlocatie Grootste bronnen Kleine bronnen Meerkoet - zwemmers, recreatievaart Lepelaar - zwemmers, recreatievaart Zeearend - - Kleine Zwaan honden, watervogels zwemmers Brilduiker honden, watervogels zwemmers Uit de analyse met het spreadsheet ZWEMPROF komt (langsvarende) recreatievaart als bron naar voren. Hierbij moet de kanttekening worden geplaatst dat in ZWEMPROF nog geen rekening is gehouden met het feit dat meer en meer recreatievaartuigen tegenwoordig over een vuilwatertank beschikken. Dit leidt tot een overschatting van recreatievaart als bron. Hetzelfde is van toepassing op passagiers- en partyschepen, die hier niet apart genoemd worden. Overige pathogene ziekteverwekkers Gezondheidsrisico s door andere ziekteverwekkers zijn voor de zwemlocaties Lauwersoog niet te verwachten. Risico s door blauwalgen Op basis van de beschikbare informatie en ervaringen uit voorgaande jaren, is de kans op een jaarlijkse toxische bloei van blauwalgen groot. Alle indicatoren wijzen op een gunstig milieu voor ontwikkeling van blauwalgen. Elk jaar worden bij de zwemlocaties blauwalgenbloeien geconstateerd, wat in de periode 2010-2013 jaarlijks aanleiding was tot zwemwaarschuwingen. De blauwalgensamenstelling wordt gedomineerd door Planktothrix en Anabaena. Het lijkt erop dat de blauwalgenproblematiek in het Lauwersmeer toeneemt. In het zwemwaterprofiel van 2008 waren blauwalgen nog geen bedreiging voor de zwemwaterkwaliteit. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 49

50 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

8 Maatregelen en aanbevelingen Op basis van de gegevens van de jaren 2010 tot en met 2013 is kwaliteitsklasse volgens de huidige EU-zwemwaterrichtlijn uitstekend en is er geen noodzaak tot het treffen van maatregelen voor de bacteriologische waterkwaliteit. Blauwalgen lijken in toenemende mate een probleem te vormen voor de zwemlocaties in het Lauwersmeer. Hieronder staan een aantal maatregelen om een goede bacteriële waterkwaliteit te behouden en de problemen met blauwalgen te verminderen. De genoemde maatregelen zijn grotendeels overgenomen uit het vorige zwemwaterprofiel (2008). Fecale verontreinigingen Om in de toekomst problemen te voorkomen en een goede waterkwaliteit te behouden bieden onderstaande aanbevelingen een aanknopingspunt. Honden Honden zijn toegestaan op de zwemlocaties Kleine Zwaan en Brilduiker. Omdat de op deze locaties tot nu toe geen kwaliteitsmetingen zijn gedaan, is niet bekend of honden daadwerkelijk de zwemwaterkwaliteit negatief beïnvloeden. Maar hondenpoep kan ook tot onhygiënische situaties op de ligweides en stranden leiden. Een optie is om tijdens het zwemseizoen een opruimplicht voor hondenpoep te introduceren. Informeren recreanten Het is altijd belangrijk om de badgasten en overige recreanten (hondenuitlaters) duidelijk te informeren over het gebruik van de zwemzone en strand en te wijzen op het effect van hygiëne in de zwemzone. Door het goed informeren van bezoekers kan vervuiling van het strand en water worden voorkomen. Monitoring, aanpassing meetnet De twee huidige zwemwatermeetpunten 2001 en 2002 liggen op naast de elkaar gelegen zwemlocaties Meerkoet en Lepelaar. De zwemwaterkwaliteit is op deze punten nagenoeg identiek en beide locaties hebben eenzelfde inrichting en potentiële verontreinigingsbronnen. Tot nu toe is nooit op de andere (honden)stranden gemeten. Het is maar de vraag in hoeverre de huidige zwemwatermeetpunten representatief zijn voor de andere drie zwemlocaties. Een van de zwemwatermeetpunten (2002) zou verplaatst kunnen worden naar zwemlocatie Brilduiker. Dit is de meest kwetsbare locatie, immers vanwege de afscherming met de strekdam is er maar weinig uitwisseling van water met het Nieuwe Robbengat. Dit betekent dat op meetpunt 2002 bij strand Lepelaar geen waterkwaliteitsmetingen meer worden gedaan en hiervoor in de plaats een nieuw zwemwatermeetpunt op locatie Brilduiker worden aangemaakt. Voorts is te overwegen om (tijdelijk) de waterkwaliteit op de tussengelegen zwemlocatie Zeearend te meten. Als blijkt dat de waterkwaliteit bij de stranden Zeearend en Meerkoet nagenoeg gelijk is, kan over een of twee jaren overwogen worden om bij de Zeearend met de kwaliteitsmetingen te stoppen. Blauwalgen Aanpak aan de bron (nutriëntenreductie) heeft de voorkeur maar om effect te sorteren zal een verregaande verlaging van de nutriëntenconcentraties gerealiseerd moeten worden. Het is lastig de nutriënten in het Lauwersmeer te verminderen aangezien het meer aan het eind van het watersysteem ligt. In het kader van het halen van de KRW- ecologische doelstellingen en de Natura 2000-doelen wordt ingezet om de ecologische toestand te verbeteren (KRW Achtergronddocument Lauwersmeer, september 2014). Indirect zullen deze maatregelen effect hebben op de blauwalgen(samenstelling). Zwemwaterprofiel Lauwersoog 51

Voor de korte termijn zijn alleen curatieve maatregelen voorhanden. Voor ondiepe watersystemen zoals het Lauwersmeer is, als effectgerichte noodmaatregel, het plaatsen van een (mobiele) pomp nabij de zwemlocatie een optie zodat doorstroming en oppervlakkige menging wordt bewerkstelligd. Hiermee wordt niet de groei van blauwalgen verstoord, maar wordt wel bereikt dat de algen niet kunnen gaan drijven. Hiermee wordt ook het ophopen van toxinen tot gevaarlijke niveaus voorkomen. Als er proliferatie van blauwalgen bij de zwemlocatie ontstaat, is het belangrijk om het publiek (zwemmers) tijdig en adequaat voor te lichten. Ten eerst op de zwemlocatie zelf, maar ook via internet, huis aan huisbladen of regionale radio/tv, et cetera. Het waterschap Noorderzijlvest heeft hierin een ondersteunende rol. Informatieborden en aanduiding stranden Op dit moment worden de zwemlocaties nog aangeduid met Lauwersoog Oost en Lauwersoog West. Dit zijn de twee stranden bij Camping Lauwersoog. De andere drie stranden hebben nog geen specifieke benaming. Op alle stranden staat hetzelfde informatiebord met alleen een stip voor de plaatselijke locatieaanduiding (u bevindt zich hier). Met calamiteiten, bijvoorbeeld voor inschakelen van hulpdiensten, moet de locatieaanduiding duidelijk zijn. Elk strand krijgt een eigen en duidelijk onderscheidende naam. Vooruitlopend op deze wijziging zijn de namen in dit zwemwaterprofiel al gebruikt. Ook moet op het informatiebord duidelijk worden aangegeven of honden wel/niet zijn toegestaan. Met ingang van zwemseizoen 2015 zijn alle informatieborden hierop aangepast. Daarnaast kunnen de andere hondenborden die nu op de stranden staan gewoon blijven staan. Deze borden geven duidelijk aan waar je met je hond mag wandelen. Resumerend overzicht aanbevelingen en maatregelen Onderwerp Aanbeveling (A) / maatregel (M) Wie / initiator Bacteriologische waterkwaliteit Monitoring Opruimplicht hondenpoep tijdens zwemseizoen bij de zogenaamde hondenstranden (Kleine Zwaan en Brilduiker) (M) En informeren publiek (hondenuitlaters) over het gebruik van de zwemlocatie en strand en te wijzen op het effect van hygiëne in de zwemzone (A) Aanpassing meetnet: In plaats van meetpunt 2002, waterkwaliteit meten op een nieuw zwemwatermeetpunt op zwemlocatie Brilduiker (A). Toevoegen: tijdelijk zwemwatermeetpunt op zwemlocatie Zeearend (A) Blauwalgen Adequate voorlichting aan het publiek bij algenbloei op/nabij de zwemlocatie(a) Informatieborden Wijzigen informatieborden met ingang zwemseizoen 2015 (M) Camping Lauwersoog Uitvoerder: Waterschap Noorderzijlvest Provincie Groningen en Camping Lauwersoog Provincie Groningen Actualisatie Afhankelijk van in welke klasse het zwemwater volgens de EU-zwemwaterrichtlijn wordt ingedeeld, moet het zwemwaterprofiel na een bepaalde periode geactualiseerd worden. 52 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Zwemwaterindeling Uitstekend Goed Aanvaardbaar Slecht Actualisatie zwemwaterprofiel vindt ten minste plaats om de Alleen als de indeling verandert in goed, aanvaardbaar of slecht Vier jaar Drie jaar Twee jaar Daarnaast moet het zwemwaterprofiel geactualiseerd worden als er belangrijke veranderingen zijn opgetreden die van invloed zijn op de kwaliteit van het zwemwater. De zwemwaterkwaliteit op de locaties Meerkoet en Lepelaar valt in kwaliteitsklasse uitstekend (periode 2010-2013). Dit betekent dat het zwemwaterprofiel alleen geactualiseerd hoeft te worden als de kwaliteit verslechtert. Bij gelijkblijvende kwaliteit is actualisatie alleen nodig als er belangrijke veranderingen optreden die de zwemwaterkwaliteit beïnvloeden. De zwemlocaties Zeearend, Kleine Zwaan en Brilduiker worden voor het eerst in 2015 bemeten. De zwemwaterindeling wordt jaarlijks op basis van de meetreeks van de afgelopen vier badseizoenen vastgesteld. Dus uiterlijk aan het eind van 2018 kunnen deze locaties in een zwemklasse worden ingedeeld. De periode van actualisatie van het zwemwaterprofiel is dan afhankelijk van de kwaliteitsindeling of als er veranderingen zijn bij de zwemlocatie die de waterkwaliteit kunnen beïnvloeden. Zwemwaterprofiel Lauwersoog 53

54 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

9 Geraadpleegde bronnen 1. Europese Unie 2006, Richtlijn 2006/7/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG 2. RIZA-Grontmij 2005. Handreiking voor het opstellen van een zwemwaterprofiel, In opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en Rijkswaterstaat 3. DHV 2005, KRW en oppervlaktewater, Bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de Europese Kaderrichtlijn Water, In opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, RIZA 4. DHV 2007. Handreiking Blauwalgen in het Zwemwaterprofiel. Hulpmiddel voor het opstellen van het voor blauwalgen relevante deel van zwemwaterprofielen. In opdracht van Rijkswaterstaat, RIZA 5. Waterschap Noorderzijlvest, ondermeer historische data waterkwaliteit 6. CIW blauwalgenprotocol, Veilig zwemmen: cyanobacteriën in oppervlaktewater, aangepast protocol 2002 7. Blauwalgenprotocol 2012, Aangepaste versie van blauwalgenprotocol 2011 (alleen redactionele wijzigingen) dat was vastgesteld door het NWO op 28 februari 8. Zwemwaterfolder, Zwemmen in open water in de provincie Groningen, 2014 9. Stuurgroep Water 2013, Beslisnotitie werkwijze individuele metingen en meetfrequentie microbiologische parameters zwemwaterrichtlijn. Zoals vastgesteld door de Stuurgroep water op 14 maart 2013. 10. OVB 2001, Sonaronderzoek naar de visdichtheid in het Lauwersmeer. 11. HKV/Arcadis 2006, Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer fase 2 natuur. 12. Waterschap Noorderzijlvest 2014, De Kaderrichtlijn Water bij Waterschap Noorderzijlvest (planperiode 2016-2021), Achtergronddocument waterlichaam Lauwersoog, september 2014. 13. STOWA 2014, Beating the blues, Ondersteunend beslisschema controlerende, curatieve maatregelen voor bestrijding blauwalgen (http://cyanobacterien.stowa.nl/zwemwater/beating_the_blues) www.noorderzijlvest.nl www.provinciegroningen.nl/beleid/water-milieu-en-veiligheid/zwemwater/ www.zwemwater.nl www.lauwersoog.nl Zwemwaterprofiel Lauwersoog 55

Colofon Titel: Zwemwaterprofiel Lauwersoog Actualisatie van zwemwaterprofiel 2008 Opdrachtgever: Waterschap Noorderzijlvest Contactpersonen opdrachtgever Projectnummer: 1026 John Laninga Kees van de Ven Auteur: Sigrid Haverkamp Datum: 19 december 2014 Status: Rapport eindconcept Alcedo Advies Esdoornlaan 44 7421 AX Deventer sigrid.haverkamp@alcedo-advies.nl Disclaimer Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Alcedo Advies. De in dit zwemwaterprofiel opgenomen informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, de volledigheid en actualiteit kan echter niet worden gegarandeerd. Let hiervoor ook op de datum van het opstellen of actualiseren van het zwemwaterprofiel. 56 Zwemwaterprofiel Lauwersoog

Bijlage 1 Verslag veldbezoek

Veldverslag zwemlocaties Lauwersoog Aanwezig: Frans Hegeman: Camping Lauwersoog John Laninga: Waterschap Noorderzijlvest Sigrid Haverkamp: Alcedo Advies Het veldbezoek vond plaats op 24 april 2014. Het weer: droog en zonnig, 18 C, oostenwind, kracht 3 bft. De zwemlocatie bestaat uit een lint van vijf stranden en ligweiden, gelegen aan de oostkant van het Nieuwe Robbengat (Lauwersmeer). Alle stranden worden door Camping Lauwersoog beheerd. Sinds een jaar is dat voor de drie meest oostelijke stranden die voorheen door Staatsbosbeheer en de gemeente Marne beheerd werden. Alle stranden zijn openbaar en vrij toegankelijk. De stranden Meerkoet en Lepelaar liggen bij de camping en zijn te bereiken via het campingterrein, maar ook vanaf de noordwestkant waar parkeerterrein aanwezig is. De meer oostelijk gelegen stranden, Zeearend, Kleine Zwaan en Brilduiker, zijn toegankelijk vanaf de Strandweg. Bij elk strand ligt een parkeerplaats. Tussen de stranden in liggen extensief beheerde (lig)weides. Bij de toegangen naar de stranden staan informatieborden. Er vinden geen nevenactiviteiten op de stranden plaats. Bij elk strand staat een toiletgebouw en er zijn ruim voldoende afvalbakken aanwezig. Er zijn geen speeltoestellen, geen douches en ook geen kiosk. De standen worden minimaal een keer per 14 dagen geëgaliseerd en op mooie zomerdagen elke dag. Afvalbakken worden dagelijks geleegd en op drukke dagen meerdere keren per dag. De ligweides worden in het seizoen regelmatig gemaaid. Het maaisel blijft liggen. De ligweides worden niet bemest, hoewel sommige delen erg schraal zijn. Andere delen hebben geen bemesting nodig omdat die bij de herinrichting (ongeveer in 2007) zijn opgehoogd met slib en teelaarde. De badzones van de stranden worden begrensd door komvormige dammen met aan het uiteinde een palenrij. De oeverbeschoeiing bestaat uit houten damwanden en stortsteen. De badzones van de stranden worden begrensd door een drijflijn. Voorts wordt met borden achter de drijflijn gewaarschuwd voor de waterdiepte. Op het moment van het veldbezoek moesten veel van deze borden opnieuw geplaatst worden omdat deze tijdens de winterstormen scheef zakken en onder water verdwijnen. Het Nieuwe Robbengat is verboden voor gemotoriseerde boten. Zeilboten zijn wel toegestaan. Ook wordt er veel gesurft. Surfers blijven buiten de badzone (drijflijn). In de omgeving van de stranden vinden geen lozingen plaats, ook geen drainage van bijvoorbeeld het campingterrein. Alle toiletgebouwen zijn op de riolering aangesloten. Wel zijn er twee jachthaventjes aanwezig; een jachthaven aan de oostzijde van de camping (tussen de stranden Lepelaar en Zeearend) en een zogenoemde Museumhaven, dit is de jachthaven aan de noordwestzijde van de camping (en strand Meerkoet). De laatste beschikt over een afzuiginstallatie voor vuilwater. Het water had een heldere bruinige kleur. De stranden bestaan uit heel fijn zand, met op de stranden Meerkoet en Lepelaar ook schelpen. De vegetatie langs de oevers bestaat voornamelijk uit riet en algemene oeverplanten. De hoeveelheid waterplanten in de zwemzone is nihil. Alleen bij zwemlocatie Brilduiker is een hoekje waar de watervegetatie soms moet worden verwijderd.

Stranden Meerkoet en Lepelaar A B C D E F Strand Zeearend G H

I1 I2 J K Strand Kleine Zwaan L1 L2 L3

M N O P Stand Brilduiker Q R S

T U V W X Y