H20 COÖRDINATEN de Wageningse Methode 1

Vergelijkbare documenten
de Wageningse Methode Antwoorden H20 COÖRDINATEN VWO 1

5 abd. 6 a A(-3,5) ; B(2,4) ; C(-2,2) ; D(5,0) ; E(0,-3) ; F(-6,-4) ; G(6,-4) b

j (11,51) k (11,-41) l (11,-1011)

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE VWO 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C:

de Wageningse Methode Antwoorden H17 PYTHAGORAS VWO 1

4 ab. 5 a lijnstuk b lijnstuk c halve lijn d lijnstuk. 6 a. 7 a. 8 ac. b 20 mm. 9 a. de Wageningse Methode Antwoorden H10 AFSTANDEN 1

1 Cartesische coördinaten

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur

1 Coördinaten in het vlak

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Noordhoff Uitgevers bv

16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1

7 Totaalbeeld. Samenvatten. Achtergronden. Testen

6 Ligging. Verkennen. Uitleg

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

H24 GONIOMETRIE VWO. Dus PQ = 24.0 INTRO. 1 a 6 km : = 12 cm b. 5 a 24.1 HOOGTE EN AFSTAND BEPALEN. 2 a factor = 3

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

9 6,5 + 4 is ongeveer 11, dus 7 Vlamingen en 4 Walen. 11 abcde

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21.

Noordhoff Uitgevers bv

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

de Wageningse Methode Antwoorden H15 GELIJKVORMIGHEID HAVO 1

Hoofdstuk 5 : De driehoek

16.2 TREK AF VAN. Hoofdstuk 16 HAAKJES VWO. 8 a 16.0 INTRO. 1 b De uitkomsten zijn allemaal 3. c (n + 1)(n 1) (n + 2)(n 2) = 3

16.2 TREK AF VAN. Hoofdstuk 16 HAAKJES VWO. 8 a 16.0 INTRO. 1 b De uitkomsten zijn allemaal 3. c (n + 1)(n 1) (n + 2)(n 2) = 3

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg

Spelen met passer en liniaal - werkboek

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

Rekenen met letters- Uitwerkingen

6.1 Rechthoekige driehoeken [1]

de Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d.

H15 GELIJKVORMIGHEID VWO

5 ab. 6 a. 22,9 25,95 cm

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

5.1 Punten, lijnen en vlakken [1]

2008-I Achtkromme de vragen 9 12

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

Blok 6B - Vaardigheden

OEFENTOETS VWO B DEEL 3

Voorbereiding : examen meetkunde juni - 1 -

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

Rekenen met letters deel 2

7 cilinder. bol. torus. 8 a

Pienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7

Bewijzen onder leiding van Ludolph van Ceulen

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

Tweepuntsperspectief I

7 a. 8 a. de Wageningse Methode Antwoorden H24 GONIOMETRIE HAVO 1

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

9 a met: 100 (a+b) ; zonder: 100 a b b 100 (a+b) = 100 a b. 10 a met: 24 (a b) ; zonder: 24 a + b b 24 (a b) = 24 a + b. 11 a 90 a b 90 + a

Voorbereiding : examen meetkunde juni - oplossingen Naam:. Klas:...

Vlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig

6.1 Kijkhoeken[1] Willem-Jan van der Zanden

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Willem-Jan van der Zanden

4.1 Rekenen met wortels [1]

7 a. 8 a. de Wageningse Methode Antwoorden H24 GONIOMETRIE HAVO 1

2 Inproduct. Verkennen. Uitleg

de Wageningse Methode Antwoorden H24 GONIOMETRIE VWO 1

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel.

H28 VIERKANTSVERGELIJKINGEN

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2007-I

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus

Stelling 1.5 Geven isometrieën J 1 en J 2 hetzelfde beeld in drie punten die niet op één lijn liggen, dan zijn ze identiek. Bewijs. De isometrie J 1 2

EXAMENVRAGEN RUIMTEMEETKUNDE I (niet-analytische meetkunde)

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

44 De stelling van Pythagoras

Noordhoff Uitgevers bv

7.1 Grafieken en vergelijkingen [1]

Pascal en de negenpuntskegelsnede

IMO-selectietoets I woensdag 5 juni 2013

5 a 90. b 30 c 10 d. 6 ab. 10 a hoek A = 360 : 3 = 120 hoek B = 360 : 5 = 72 b hoek C = ( ) : 2 = 135

1. INLEIDING: DE KOERS VAN EEN BOOT

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de tweede graad. R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's

Noordhoff Uitgevers bv

Dag van de wiskunde. Ideeën voor de klaspraktijk. Kortrijk 26 november Spreker: E. Jennekens

1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder?

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Een bekende eigenschap van de middens van de zijden van een driehoek is de volgende.

Hoofdstuk 2 : Som Hoekgrootten van een veelhoek (boek pag 34)

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Transcriptie:

H0 COÖRDINATEN abd 0.0 INTRO c 3 OL, 0 NB 0. HET PLATTE VLAK 6 a A(-3,) ; B(,4) ; C(-,) ; D(,0) ; E(0,-3) ; F(-6,-4) ; G(6,-4) b 0. DE WERELD IN KAART cd 3 B 4 abc d 90 NB H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode

e abcd 7 ab c (,-4); (,); (3,); (3,-4) d (,-) 8 De eerste coördinaat ligt tussen -6 en. De tweede coördinaat ligt tussen -6 en -3. 9 b Een ruit. c Als je stappen naar beneden gaat vanuit het punt (-,), kom je in het punt (-,-3). Het punt B krijg je dus door stap naar beneden te gaan vanuit het punt (-,). Dus punt B heeft coördinaten (-,- ). Met eenzelfde redenering vind je C(,-3) en D(,- ). d M(,- ) 0 Vanuit punt A(-4,) kom je in punt B(3,-) door 7 stappen naar rechts en 6 stappen naar beneden te gaan. Punt D krijg je door vanuit punt A(-4,) 3 7 = 4 3 stap naar rechts en 3 6 = 4 stappen naar beneden te gaan. Dus punt D heeft eerste coördinaat -4 + 4 3 = en tweede coördinaat 3 4 = -3, kortweg D( 3,-3). e Een vlieger. Een vierkant. f Vanuit punt A(0,3) kom je in punt B(-,0) door stappen naar links en 3 stappen naar beneden te gaan. Punt P krijg je door vanuit het punt A(0,3) = stap naar links en 3 = stap naar beneden te gaan. Dus punt P heeft coördinaten - en, kortweg P(-, ). Evenzo bereken je de coördinaten van de punten Q, R en S. Je vindt Q(-,-3 ), R(,-3 ) en S(, ). Vanuit punt (-,) kom je in punt (,-4) door 3 stappen naar rechts en 6 stappen naar beneden te gaan. Punt A krijg je door vanuit het punt (-,) 3 3 = stap naar rechts en 3 6 = stappen naar beneden te gaan. Dus punt A heeft coördinaten - en 0, kortweg A(-,0). 3 abe Evenzo bereken je de coördinaten van de punten B, C, D, E en F. Je vindt B(0,-), C(3,- 3 ), D(, 3 ), E(4,3 3 ) en F(, 3 ). H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode

c Een parallelogram. d (,4); (-4,); (-,-); (4,-) 7 abcde 0.3 RECHTE LIJNEN 4 abcdefg f (0,0) 8 abcd h (-, -) a De eerste coördinaat is -3. b Lijn : de tweede coördinaat is 0. Lijn 3: de tweede coördinaat is -3. 6 abdefh e Ze hebben dezelfde richting. f (4,); (-4,-) g (-00,-0); (-00,-98); (-00,-0) 0.4 AFSTANDEN 9 a b 0 c Bijvoorbeeld (,6 ) en (-,8 ). g De richting is bij alle drie hetzelfde. i (, ) j (,-4 ) k (,-0 ) 0 a 3 + 4 = afstand = = b afstand = 4 7 c afstand = 4 4 39 H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode 3

b 7 b c AB = + 6 = 40, dus AB = 40. BC = + 3 = 0, dus BC = 0. AC = 7 + = 0, dus AC = 0. d AB + BC = 40 + 0 = 0; AC = 0. Dus AB + BC = AC. Dus ABC is recht. 0. TRANSFORMATIES a nummer vierkant 3 4 coördinaten midden (,) (3,) (4,8) (,) (6,4) b (0,99) c (,-); (-,-); (-,) d (00,-00); (-00,-00); (-00,00) e (b,-a); (-a,-b); (-b,a) 0.6 DE RUIMTE IN 8 (,3,4); (3,3,4); (,,4); (,4,4); (,3,3) en (,3,) 9 3 b De beeldpunten van A, B en C zijn (,-), (,-) en (7,-). c De beeldpunten van A, B en C zijn (-,), (-,) en (-7,). d (00,-00); (-00,00); (-00,-00) e (a,-b); (-a,b) 4 a punt (0,4) (8,3) (,-) (-,) beeldpunt (0,4) (,3) (9,-) (,) b (-90,00); (40,-0) 30 ab a De beeldpunten van A, B en C zijn (,), (4,0) en (-,7). b (00,-94); (-30,6) 6 a De beeldpunten van A, B en C zijn (-,0), (-,-) en (0,-). b Een puntspiegeling. c (,-) d De beeldpunten van P, Q, R en S zijn (3,-4) (8,-4), (8,-) en (3,-). e (-a,-b) H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode 4

3 ab 33 ab 3 ab c Vanuit punt B(4,4,0) kom je in punt G(0,4,4) door 4 stappen naar achteren en 4 stappen naar boven te gaan. Punt Q krijg je dus door vanuit punt B(4,4,0) stappen naar achteren en stappen naar boven te gaan. Dus punt Q heeft coördinaten (,4,). Als je stappen naar rechts gaat vanuit P(,,), kom je in Q(,4,). Het punt R krijg je dus door stap naar rechts te gaan vanuit P(,,). Dus punt R heeft coördinaten (,3,). c (,,0) d Vanuit punt B(4,4,0) kom je in punt T(,,3) door stappen naar achteren, stappen naar links en 3 stappen naar boven te gaan. Punt P krijg je dus door vanuit punt A(4,4,0) 3 = 3 stap naar achteren, 3 = 3 stap naar links en 3 = stap naar boven te 3 gaan. Dus punt P heeft als coördinaten (3 3,3 3,). Evenzo bereken je de coördinaten van punt Q. Je vindt Q( 3, 3,). 34 a c Vanuit punt A(3,-3,0) kom je in punt T(0,0,6) door 3 stappen naar achteren, 3 stappen naar rechts en 6 stappen naar boven te gaan. Punt P krijg je dus door vanuit punt A(3,-3,0) stap naar achteren, stap naar rechts en 3 stappen naar boven te gaan. Dus punt P heeft coördinaten (,-,3). b 4 c 3 bij 4 bij d AG = 3 + 4 + = 9, dus AG = 9. 3 a bij 8 bij 3 b AB = + 8 + 3 = 98, dus AB = 98. c afstand = 4 4 7 36 abceg Evenzo bereken je de coördinaten van de punten Q, R en S. Je vindt Q(,,3), R(-,,3) en S(-,-,3). H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode

d M(,0,3) f Vanuit punt A(4,0,0) kom je in punt F(4,3,3) door 3 stappen naar rechts en 3 stappen naar boven te gaan. Punt P krijg je dus door vanuit punt A(4,0,0) 3 3 = stappen naar rechts en 3 3 = stappen naar boven te gaan. Dus punt P heeft als coördinaten (4,,). h CP = 4 + + =, dus CP =. CM = 3 3. i MP = 9 3. 7 b c A(,-3), B(3,-3), C(3,) en D(,). d (,-6), (6,-6), (6,4) en (,4). e (x,-3x), (3x,-3x), (3x,x) en (x,x). a linksboven (a,d); rechtsonder (c,b) b E( a+ c, b); F(c, b+ d); G( a+ c, d); H(a, b+ d) c M( a+ c, b+ d) j OKER Nee a De zuidpool. b 80 OL, 0 NB c 7 a (,) b (-00,03); (-00,-0) c a + b = 3 d c = d (of d = c) (a + 30,b + 0) 3 a B(a,-b) b C(-a,-b) c D(-a,b) d Punt A. a A(a,0) en C(0,b) b P(0,0), Q(0 a, 0), R(0 a, b) en S(0,b). c T(0,6), U(a,6), V(a,6 b) en W(0,6 b). d 6 a (-a,-b) b (b,-a) c P(4, 6 b), Q(4 a, 6 b), R(4 a, 6) en S(4,6). 7 (x 3, y ) 36 b c 4 = 6 hoekpunten en + 8 = 3 ribben. H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode 6

d ja, bijvoorbeeld (0,0,0,0) (0,0,0,) (0,0,,) (,0,,) (,0,0,) (,,0,) (,,,) (0,,,) (0,,0,) (0,,0,0) (0,,,0) (0,0,,0) (,0,,0) (,,,0) (,,0,0) (,0,0,0) (0,0,0,0) EXTRA OPGAVEN 4 a (0,) b (70,0) ; (-70,-0) c (70,40) d (-70,0) e (-0,-70) a b A(,-3) ce d Vanuit punt A(,-3) kom je in punt B(-3,) door stappen naar links en stappen naar boven te zetten. Dus de eerste coördinaten van het gevraagde punt is = - en de tweede coördinaat is -3 + = -. abc b Vanuit punt (-,3,-) kom je in punt (4,,) door stappen naar voren, stap naar links en 3 stappen naar boven te gaan. Je komt dus midden tussen deze twee punten door vanuit punt (-,3,-) = stap naar voren, = stap naar links en 3 = stap naar boven te gaan. Dus het gevraagde punt heeft als coördinaten (,,- ). c 3 3 6 abg d (-6,3) e (-0,47); (-0,) 3 ab c AB = 4 + 3 =, dus AB = BC = 4 + = 0, dus BC = 0 AC = c AB = 3 + = 0, dus AB = 0 BC = + 6 = 40, dus BC = 40 AC = + 7 = 0, dus AC = 0 d AB + BC = 0 + 40 = 0 Dus AB + BC = AC Dus ABC is recht. e Een rechthoek. H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode 7

f Het snijpunt van AC met BD ligt op de helft van lijnstuk AC. Dus de eerste coördinaat van het snijpunt is - + = -. De tweede coördinaat van het snijpunt is - + 7 = -. Dus het snijpunt heeft coördinaten (-,- ). h Punt E ligt midden tussen A en B. Om van punt A naar E te komen, moet je 3 = stap naar rechts en = stap naar boven. Dus punt E heeft als coördinaten (,-4 ). 8 abcd i Evenzo bereken je F(,-,), G(-, ) en H(-,-). Een ruit. 7 a Vanuit punt A(3,-3,0) kom je in punt T(0,0,6) door 3 stappen naar achteren, 3 stappen naar rechts en 6 stappen naar boven te gaan. Het onderste verdeelpunt krijg je door vanuit punt A 3 = stap naar achteren, 3 3 3 = stap naar rechts en 3 6 = stappen naar boven te gaan. Dus dit verdeelpunt heeft coördinaten (,-,). Evenzo bereken je de coördinaten van het tweede verdeelpunt: (,-,4). b Vanuit punt A(3,-3,0) kom je in punt B(3,3,0) door 6 stappen naar rechts te gaan. Het linker verdeelpunt krijg je door vanuit punt A 6 6 stap naar rechts te gaan. Dus dit verdeelpunt heeft coördinaten (3,-4,0). Evenzo bereken je de coördinaten van de andere verdeelpunten: (3,- 3,0), (3, 3,0) en (3,,0). 4 c AC = 6 + 6 = 7, dus AC = 7 d AT = 3 + 3 + 6 = 4, dus AT = 4 e Het verschil van de twee coördinaten is kleiner dan. f (00,99), (00,00) en (00,0) 9 a (-,3) b (-0,-39) c (-76,70) 0 abc de H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode 8

f PQ = 4 + = 7 PQ = 7 3 4 g (4,4, ) 3 ab a b r + b = 6 c c Een verschuiving van 6 eenheden naar rechts. d Opnieuw een verschuiving van 6 eenheden naar rechts. e Je krijgt dan een verschuiving van 6 eenheden naar links. f Een verschuiving van 4 eenheden naar rechts. g (a + 4, b) h (a 4, b) a d r + b + g = 6 b (a, b) H0 COÖRDINATEN de Wageningse Methode 9