RIBW K/AM. Doorlopend SOCIAAL PLAN. 1 april maart 2020

Vergelijkbare documenten
Addendum GGZ WNB. Looptijd: datum ondertekening tot en met 1 januari 2020 DE ONDERGETEKENDE: Werkgever: GGZ WNB, gevestigd te Halsteren.

Addendum. Algemeen Sociaal Plan

Sociaal Plan Ziekenhuis Gelderse Vallei

SOCIAAL PLAN Zorgcentrum Horizon

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks

CONCEPT. Sociaal Plan Overdracht Algemeen Maatschappelijk Werk Zuidwest-Drenthe

Sociaal plan Stichting Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW) Kennemerland / Amstelland en de Meerlanden. Haarlem, december 2011

Magentazorg. Addendum. Doorlopend Sociaal Plan tot 1 juli 2015

1.5 Er is afgesproken om dit addendum van toepassing te laten zijn van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2013.

1.1 Doel Het doel van dit sociaal plan is om de nadelige sociale gevolgen van reorganisaties voor

SOCIAAL PLAN 24 februari september 2014

Addendum behorende bij het Sociaal Plan ten behoeve van de fusie en reorganisatie van de stichting Libertas Leiden en betrekking hebbend op de

HOOFDSTUK 10d VAN WERK NAAR WERK-AANPAK EN VOORZIENINGEN BIJ WERKLOOSHEID

1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap

Sociaal Plan Organisatieontwikkeling. 1 juli juli 2018

Overeenkomst. Algemene bepalingen

Stichting Ouderenzorg Kapelle. Sociaal Plan

DOORLOPEND SOCIAAL PLAN. ten behoeve van reorganisaties binnen Accolade Zorggroep

MOBILITEIT BEVORDERENDE MAATREGELEN; VRIJWILLIG Bijlage 3

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is

Sociaal Overgangsprotocol. Triversum GGZ NHN

Overeenkomst. zowel gezamenlijk als afzonderlijk vormende partij enerzijds, verder te noemen de werkgever en. Algemene bepalingen

SOCIAAL PLAN REINIER DE GRAAF GROEP JUNI 2010 JUNI 2013

Onderhandelaarsakkoord 4 september2015 Sociaal Overdrachtsprotocol voor werknemers van MGG die overgaan naar MSNW

/RvB. Sociaal Plan UMCG DE ONDERGETEKENDEN

H o o f d k a n t o o r

Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid

Slotervaartziekenhuis. Addendum. Doorlopend Sociaal Plan

PRINCIPE AKKOORD RODE KRUIS ZIEKENHUIS SOCIAAL PLAN. voor: boventallige werknemers werknemers die plaatsmaken voor boventalligen

Sociaal Plan Stichting Baanderij en Werkstad B.V. en Wedeka Bedrijven. Sociaal Plan. Ten behoeve van

Justitiële Jeugdinrichting Het Poortje. Sociaal Plan

CONCEPT SOCIAAL PLAN - Stichting Boog

Principe-akkoord. ADDENDUM behorend bij Sociaal Plan Parnassia Groep. Betreft : versie Sociaal Plan januari Toepassing van dit addendum

CONCE. Sociaal Plan. Inhoud

l Frim11,. REGIE IN EIGEN HAND Sociaal plan Frion 2014

Sociale regeling in het kader van de Reorganisatie van Schouwburg Almere. December Sociale regeling. Versie 3 d.d. december 2011 Pagina 1 van 8

Veelgestelde vragen over de reorganisatie PostNL, branche Post en Pakketten.

Samenvatting Sociaal Plan : Belangen in balans. Maak nu werk van je werk

Sociaal Plan Stichting Amerpoort

CONCEPT SOCIAAL PLAN ASZ 2009

Sociaal Convenant 28 juni 2018

Sociaal Plan DELTA Biovalue Nederland BV Augustus 2010

Sociaal Plan Hersenen/Psychiatrie

FNV Bouw, gevestigd te Woerden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C. van der Veer;

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

Addendum Calibris. bij Sociaal Plan WKBB

Concept -3- Doorlopend sociaal Plan Organisatieontwikkeling RIBW Midden-Brabant

Sociaal Plan RELX Groep

CONCEPT 01 juni 2017 Generieke LVO-regeling. 1. Inleiding. 2. Begripsbepalingen

3F UITTREKSEL. Samen Sterker Verder

CONCEPT SOCIAAL PLAN (onderhandelaar akkoord )

SOCIAAL KADER

Sociaal Plan Organisatie in beweging

SOCIAAL PLAN Stichting Surplus Zorg. concept

SOCIAAL PLAN STEDELIJK JONGERENWERK UTRECHT (onderhandelaarakkoord)

DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING. Stichting Zorggroep Groningen

Overdrachtsprotocol. MC IJsselmeerziekenhuizen BV Cardiologie Kliniek Nederland BV

Sociaal plan DSM NL Services B.V. 1 april 2018 tot en met 31 maart 2023

DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING. Stichting Zonnehuisgroep Noord juni Doorlopend Sociaal Plan Pagina 1

SOCIAAL PLAN DE WEVER OKTOBER OKTOBER 2020

Sociaal Plan. GGZ Drenthe

Cao Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen per 1 januari 2017

De Stichting [naam], gevestigd te [adres] (hierna aangeduid als XXXXX ), in dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam], [functie];

Sociaal plan Trias Jeugdhulp (definitief, 1 mei 2007) Preambule

ABVAKABO FNV. Algemeen directeur XXXX

Sociaal plan Stichting Wonen en Psychiatrie Zeeuwse Gronden

Sociaal Overdrachts Protocol. Overeenkomst tussen

Sociaal plan. ten behoeve van organisatieveranderingen binnen Ipse de Bruggen. Datum : 16 mei 2014 : principe akkoord

FAQ P&O. Geordend naar: - Boventalligheid - Interne herplaatsing - Mobiliteitstraject - Doorlopend Sociaal Plan en Addendum

Definitief akkoord. Addendum bij het Doorlopend Sociaal Plan Zuyderland (voorheen Atrium-Orbis) Bereikt tussen partijen op 17 juli 2017

TRANSITIEVERGOEDING & SOCIAAL PLAN. Dr. mr. Steven Jellinghaus & mr. Karen Maessen De Voort Advocaten I Mediators

3. - De ABVAKABO FNV gevestigd te Zoetermeer - De CNV Publieke Zaak gevestigd te s Gravenhage

DOORLOPEND SOCIAAL PLAN CENTRUM MALIEBAAN 1 juli juli 2014

Medewerkers op afdelingen en/of functies waarin wordt verwacht dat (veel) boventalligheid zal ontstaan.

Sociaal plan Emergis. bedrijfsvoering. centrum voor geestelijke gezondheidszorg. personeel en organisatie Postbus AR Goes

Sociaal Plan. In het kader van het. Herontwerp Zorgpalet

VERTROUWELIJK. Sociaal Plan. Reorganisatie Bureau Jeugdzorg Drenthe

Sociaal Plan Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren

Sociaal Plan Stichting Amerpoort

Twee jaar Wet Werk en Zekerheid

MOBILITEIT BEVORDERENDE MAATREGELEN

Concept Sociaal plan privatisering Zwembad t Baafje

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling generatiepact gemeente Veere 2019

In de Stichting blijft minimaal tot 1 januari 2007 ruimte voor 0,86 fte in de functiegroep Informatiespecialist.

Doorlopend sociaal plan GGZ NHN. Sociaal Plan. 15 oktober 2018 pagina 1 van 20 GGZ NHN

SOCIAAL PLAN. enerzijds en. namens. de Vereniging ABVAKABO / FNV, de heer P. Weijland. CNV Publieke Zaak, de heer F. Doedens.

HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN. 1. Werkingssfeer en doel. voortvloeiende reorganisatie.

Addendum Doorlopend Sociaal Plan. Stichting Eleos

Handleiding Afspiegelingsbeginsel gemeente Amsterdam

Sociaal Plan - Air Products Nederland BV. Januari 2015.

Thuiszorg Rotterdam / Reorganisatie Concept d.d. 2 mei 2013 Versie 2

CONCE. Ten behoeve van de personele gevolgen binnen Protestantse Zorggroep Crabbehoff naar aanleiding van de transities. Datum :

Sociaal Plan voor het Solis Groei Traject

Zundertse Regelgeving

Sociaal Plan. Koninklijk Instituut voor de Tropen

Concept. Sociaal Plan 2014

Wet Werk en Zekerheid (WWZ)

STICHTING GGz Centraal

SOCIAAL PLAN overname Tinkelbel door SKON 10 december De ondergetekenden,

DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES

Transcriptie:

Sociaal Plan RIBW K/AM Februari 2017 RIBW K/AM Doorlopend SOCIAAL PLAN 1 april 2017 31 maart 2020 Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 1 van 18

Inhoud Verklaring 3 1. Visie, doel en uitgangspunten 4 2. Begripsbepalingen 5 3. Werkingssfeer, looptijd, overleg, tussentijdse wijzigingen 7 3.1 Werkingssfeer 7 3.2 Looptijd 7 3.3 Overleg/tussentijdse wijzigingen 7 3.4 Verzelfstandiging en/of overdracht van onderneming 7 3.5 Afspraken voortvloeiend uit laatste Sociaal Plan 7 4. Drie fasen model 8 4.1 Eerste fase: pre-mobiliteitsfase op basis van vrijwillig vertrek 8 4.2 Tweede fase: mobiliteitsbevorderende fase 8 4.3 Derde fase: omgaan met drastische ontwikkelingen 8 5. Eerste fase: de pre-mobiliteitsfase 9 6. Tweede fase: de mobiliteitsbevorderende fase 11 6.1 Verplichtingen van de werknemer 11 6.2 Procedure vrijwillige overplaatsing 11 6.3 Herplaatsingsprocedure 11 6.3.1 Mogelijkheid A 12 6.3.2 Mogelijkheid B 12 6.3.3 Mogelijkheid C 12 6.4 Salaris bij een lagere functie 13 6.5 Duur mobiliteitsbevorderende fase 13 6.6 Vacatures 13 7. Mobiliteitsbevorderende faciliteiten 14 7.1 Mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek 14 7.2 Studiekostenregeling bij aanvaarden externe functie 15 7.3 Het volgen van een opleiding 15 7.4 Sollicitatieverlof en kosten 15 7.5 Opzegtermijn 15 7.6 Extra reiskosten 15 7.7 Extra reistijd 15 7.8 Afkoopmogelijkheid 15 8. Sociale begeleidingscommissie 16 8.1 Samenstelling en reglement 16 8.2 Bevoegdheden 16 8.3 Uitbrengen advies 16 8.4 Reactie werkgever op advies van Sociale Begeleidingscommissie 16 8.5 Geheimhouding 16 8.6 Belangenbehartiging werknemer 16 Pagina Bijlage stroomschema fase 1 t/m 3 17 Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 2 van 18

Verklaring Aldus overeengekomen te Haarlem, (datum) De werkgever De organisatie van werknemers Stichting Regionale Instelling voor Beschermd Wonen Kennemerland/Amstelland en de Meerlanden (RIBW K/AM) FVN Zorg en Welzijn.. R.J. de Jong. A. Dijkman CNV Zorg & Welzijn. R. Meenink-Bouwman NU 91 E. Tibbe Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 3 van 18

1. Visie, doel en uitgangspunten RIBW K/AM gelooft in de herstellende kracht van mensen door begeleiding te bieden die uitgaat van de eigen regie van cliënten. Kracht en zelfregie in de uitvoering van het werk en kracht en zelfregie in de eigen loopbaan geldt ook voor medewerkers. De werkgever faciliteert daarbij. RIBW K/AM moet de komende jaren rekening houden met mogelijke wijzigingen in budgetten en contracten. Dit kan gevolgen hebben voor de omvang en de samenstelling van het personeelsbestand. Dit Sociaal Plan heeft als doel om de eventuele negatieve gevolgen voor werknemers zo veel mogelijk te voorkomen dan wel te verminderen en hen zo goed mogelijk te ondersteunen in hun mobiliteit. In dit Sociaal Plan worden de rechten en plichten van zowel de werkgever als de werknemer geregeld. De werkgever en werknemer zijn samen verantwoordelijk voor een succesvolle mobiliteit. Ook zijn zij ieder vanuit hun positie, verantwoordelijk voor een optimale uitvoering van dit Sociaal Plan. De werkgever zal tijdig en transparant communiceren over een eventuele organisatiewijziging. De werkgever zal in een open dialoog de eventuele vraagstukken die voortvloeien uit de wijzigingen bespreken binnen de organisatie. Organisatiewijzigingen die intern opgelost kunnen worden, worden in eerste instantie aan de direct betrokken werknemers(s) voorgelegd om dit op vrijwillige basis op te lossen. De werkgever zal tijdig en transparant communiceren indien duidelijk is dat er gekrompen dient te worden binnen bepaalde functies. Voordat er een advies ligt van de Ondernemingsraad, wordt voor de werknemers uit bepaalde functiegroepen de pre-mobiliteit fase opengesteld. Als gevolg van organisatiewijzigingen/reorganisatie(s) zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden, tenzij sprake is van een situatie genoemd in 4.3 van dit Sociaal Plan. Aan dit uitgangspunt is de voorwaarde verbonden, dat de werknemer bereid moet zijn de eventuele veranderingen die voortvloeien uit een nieuwe organisatiestructuur, zoals bijvoorbeeld een andere functie, werkplek of standplaats, te accepteren. In de begeleiding bij een organisatiewijziging zal het verkrijgen van ander werk door werknemer centraal staan. De interpretatie van dit Sociaal Plan is voorbehouden aan partijen bij dit plan. In gevallen waarin de toepassing van dit Sociaal Plan leidt tot een onbillijke situatie door de individuele werknemer zal de werkgever in een voor de werknemer gunstige zin van dit Sociaal Plan afwijken. Bij verschil van mening over de toepassing van deze regeling legt de werkgever de kwestie ter advisering voor aan de Sociale Begeleidingscommissie. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 4 van 18

2. Begripsbepalingen Anciënniteit Het aantal dienstjaren aaneengesloten doorgebracht bij de huidige werkgever en diens rechtsvoorganger(s). De medewerker met de hoogste anciënniteit is de medewerker die de meeste dienstjaren heeft. Indien het aantal dienstjaren bij het de huidige werkgever en diens rechtsvoorganger(s) is onderbroken, telt de diensttijd voorafgaand aan de onderbreking mee, mits de onderbreking niet langer dan 6 maanden heeft geduurd. Formatieplaats (FTE) De formatieplaats wordt als eenheid gehanteerd om een functie in een aantal arbeidsuren uit te drukken. De grootte van één formatieplaats is gerelateerd aan een voltijds dienstverband. Formatieplaatsenplan Een overzicht van functies en formatieplaatsen (FTE) van een organisatieonderdeel in de oude en nieuwe situatie met een globale omschrijving van een functie, evenals de daarbij behorende salarisgroep. Functie De door de werknemer in opdracht van de werkgever te verrichten werkzaamheden, zoals neergelegd in de daarvoor opgestelde functiebeschrijving en zoals overeengekomen in de arbeidsovereenkomst, evenals de omvang van het dienstverband. Functiegroep Een groep werknemers die zijn aangesteld in dezelfde functie. Gederfde inkomen tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd Het verschil tussen de som van de bruto maandsalarissen (100%) vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd tot de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, en de te verwachten inkomsten van de werknemer na de beëindigingsdatum tot de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Ten aanzien van de verwachte inkomsten wordt daarbij uitgegaan van het volgende: De werknemer ontvangt 75% gedurende de eerste twee maanden en vervolgens 70% van het voor hem geldende bruto uitkeringsdagloon gedurende de periode waarin recht bestaat (of zou hebben bestaan) op de WW-uitkering. De werknemer ontvangt daarna een IOAW of IOW-uitkering van 70% van het wettelijk bruto minimumloon. Gelijkwaardige functie Een functie die qua opleiding, functie-eisen en FWG niveau overeenkomt me de oude functie van de werknemer. Geschikte functie Een functie welke werknemer en werkgever met elkaar overeenkomen en die werknemer bereid is uit te oefenen Herplaatsingskandidaat De werknemer die op grond van mogelijkheid A, B of C zoals vermeld in hoofdstuk 6.3 van dit sociaal plan moet worden herplaatst. Na herplaatsing vervalt de status van herplaatsingskandidaat. Maandsalaris Het bruto maandsalaris, inclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, onregelmatigheidstoeslag (het gemiddelde van de uitbetaalde onregelmatigheidstoeslag van de laatste 12 maanden voorafgaand aan de maand van uitdiensttreding) en andere vaste looncomponenten. Met krimp bedreigde functiegroep Een groep werknemers die zijn aangesteld in dezelfde functiegroep, waarvan beargumenteerd is vastgesteld dat in deze functiegroep minder FTE nodig zijn. Partijen De partijen bij dit Sociaal Plan. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 5 van 18

Passende functie Een functie die een werknemer, gelet op diens opleiding (of binnen afzienbare tijd af te ronden opleiding), werkervaring, competenties en persoonlijke omstandigheden redelijkerwijs kan worden aangeboden. Een passende functie kan een salarisniveau hebben dat één functiegroep hoger, gelijk of lager is. Pre-mobiliteitsfase Vastgestelde periode waarbinnen een aantal specifieke in dit Sociaal Plan beschreven maatregelen gelden die ten doel hebben de negatieve effecten van een te verwachten reorganisatie te verminderen. Pre-mobiliteitskandidaat De werknemer die behoort tot de groep met krimp bedreigde functies en mogelijk aangemerkt zal worden als herplaatsingskandidaat c.q. met zijn vertrek helpt de noodzakelijk krimp te realiseren. Re-integratie kandidaat Een arbeidsongeschikte werknemer met een dienstverband voor onbepaalde tijd waarvan conform de wet poortwachter is vastgesteld dat terugkeer in de huidige functie niet mogelijk is. Reorganisatie Een reorganisatie is een verandering als gevolg van een besluit door of namens de Raad van Bestuur (na adviesaanvraag conform artikel 25 WOR) in of van een organisatie die gevolgen heeft voor een of meer werknemers. Deze verandering kan ontstaan door zowel interne als externe zaken. Werkgever Stichting Regionale Instelling voor Beschermd Wonen Kennemerland/Amstelland en de Meerlanden verder te noemen RIBW K/AM. Werknemer Een persoon die werkzaam is bij RIBW K/AM op basis van een arbeidsovereenkomst voor wie de cao GGZ van toepassing is zoals die luidt of zal komen te luiden en die onder de werkingssfeer van dit Sociaal Plan valt. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 6 van 18

3. Werkingssfeer, looptijd, overleg, tussentijds wijzigen 3.1 Werkingssfeer Dit Sociaal Plan is van toepassing op de werknemer met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Dit Sociaal Plan is niet van toepassing op werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, vakantiekrachten, bestuurders en AOW-gerechtigden. Dit Sociaal Plan is ook niet van toepassing op een werknemer met wie om andere redenen dan boventalligheid de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd (bijvoorbeeld om een dringende reden, na twee jaar ziekte, tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst). 3.2 Looptijd Dit Sociaal Plan geldt vanaf 1 april 2017 en loopt van rechtswege af op 31 maart 2020. Uiterlijk een half jaar voor 31 maart 2020 (de datum dat dit Sociaal Plan afloopt) zullen partijen op initiatief van de werkgever in overleg treden over een eventuele verlenging van de werkingsduur of aanpassing van het Sociaal Plan. 3.3 Overleg/tussentijdse wijzigen Met instemming van alle partijen kan dit Sociaal Plan in de volgende gevallen tussentijds worden gewijzigd: Indien zich omstandigheden voordoen waarin dit Sociaal Plan niet voorziet, en waarin bij het tot stand komen geen rekening kon worden gehouden, zullen partijen zo snel mogelijk in overleg treden. De grondslag hiervoor is dat door gewijzigde omstandigheden van bijvoorbeeld bedrijfseconomische aard of veranderde wet- en regelgeving van RIBW K/AM en/of de werknemersorganisaties in alle redelijkheid onverkorte voorzetting van dit Sociaal Plan niet verlangd kan worden. Vanaf de datum dat een der partijen aan de andere partijen laat weten dat de omstandigheden zoals vermeld zich voordoen, zullen partijen zich tot het uiterste inspannen binnen drie maanden een aanvullend Sociaal Plan overeen te komen. In dit aanvullend Sociaal Plan zullen zo nodig afspraken worden gemaakt over de punten zoals vermeld in hoofdstuk 15B, artikel 2, lid 2 van de cao GGZ. 3.4 Verzelfstandiging en/of overdracht van onderneming Indien er sprake is van verzelfstandiging of overdracht van één of meer onderdelen van RIBW K/AM waarbij medewerkers overgaan naar een andere werkgever, dan zal RIBW K/AM dit tijdig schriftelijk melden aan de werknemersorganisaties die partij zijn bij dit Sociaal Plan. Vervolgens zullen partijen binnen een maand met elkaar overleggen over de rechtspositionele gevolgen van de overgang. Voor zover er sprake is van nadelige gevolgen van een dergelijke overgang voor medewerkers, zullen partijen overleg voeren over het op die situatie van toepassing zijnde Sociaal Plan. 3.5 Afspraken voortvloeiend uit laatste Sociaal Plan Afspraken die voortvloeien uit het laatste Sociaal Plan 2012-2016, en die gemaakt zijn met medewerkers waarvan de functie is komen te vervallen en die boventallig zijn verklaard voor 1 april 2017, blijven van kracht. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 7 van 18

4. Drie fasen-model De drie fasen kenmerken zich als een drietrapsraket. Eerst wordt fase één benut, vervolgens fase twee en als het dan nog nodig is, is de derde fase van toepassing. 4.1 Eerste fase: Pre-mobiliteitsfase Voorafgaand aan een reorganisatie geldt een pre-mobiliteitsfase. Tijdens deze periode is een reorganisatie waarschijnlijk, maar is er nog geen voorgenomen besluit. Een adviesaanvraag is dan nog niet aan de orde. Wel zal de Ondernemingsraad voorafgaand aan de aankondiging van een pre-mobiliteitsfase hiervan op de hoogte worden gesteld. Tijdens de premobiliteitsfase wordt aan de werknemer zoveel als mogelijk meegedeeld wat de te verwachten ontwikkelingen zijn en wanneer welke functiegroepen de pre-mobiliteitsfase in zullen gaan. De mobiliteit bevorderende voorzieningen en faciliteiten voor pre-mobiliteitskandidaten zijn gericht op externe mobiliteit. 4.2 Tweede fase: de mobiliteitsbevorderende fase Als de premobiliteitsfase niet toereikend is om kortingen op budgetten of het wegvallen van contract(en) op te vangen, wordt de mobiliteitsbevorderende fase (hoofdstuk 6) van toepassing. Deze fase bestaat uit twee procedures: de procedure vrijwillige overplaatsing (6.2) en de herplaatsingsprocedure (6.3). Voordat de herplaatstingsprocedure ingaat vraagt de Raad van Bestuur de Ondernemingsraad om advies zoals beschreven in artikel 25 van de WOR. In dit advies is in ieder geval het formatieplaatsenplan opgenomen. Daarnaast zal, indien verwacht wordt dat fase 3 van toepassing gaat worden, dit beargumenteerd in de adviesaanvraag worden aangegeven. In aansluiting hierop zullen de herplaatsingsactiviteiten worden stopgezet in afwachting tot de nieuwe afspraken die worden gemaakt zoals aangegeven onder 4.3 van dit sociaal plan. 4.3 Derde fase: omgaan met drastische ontwikkelingen Als RIBW K/AM wordt geconfronteerd met omstandigheden waarin dit Sociaal Plan niet voorziet, en waarin bij het tot stand komen geen rekening kon worden gehouden (zoals drastische kortingen op budgetten of het wegvallen van substantiële contracten) waardoor onverkorte voorzetting van dit Sociaal Plan niet wenselijk is, zullen partijen in overleg treden. Tevens vraagt de Raad van Bestuur gelet op artikel 25 van de WOR, de Ondernemingsraad om advies. RIBW K/AM laat schriftelijk aan de bonden weten dat deze fase van toepassing is en levert de onderbouwing aan. Partijen verbinden zich om binnen drie maanden nadat RIBW K/AM de bonden schriftelijk op de hoogte heeft gesteld, een aanvullend Sociaal Plan overeen te komen dat past bij de dan ontstane situatie. In deze fase wordt in overleg met de bonden en in afstemming met het UWV, conform de Ontslagregeling en de uitvoeringsregels van het UWV, bepaald op welke wijze wordt afgespiegeld: -per uitwisselbare functie over de gehele organisatie of -per uitwisselbare functie per gemeente waar de medewerker zijn werkzaamheden verricht. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 8 van 18

5. Eerste fase: de pre-mobiliteitsfase Voorafgaand aan een reorganisatie geldt een pre-mobiliteitsfase. Tijdens deze periode is een reorganisatie waarschijnlijk, maar is er nog geen voorgenomen besluit. Een adviesaanvraag is dan nog niet aan de orde. Wel zal de Ondernemingsraad voorafgaand aan de aankondiging van een pre-mobiliteitsfase hiervan op de hoogte worden gesteld. Tijdens de premobiliteitsfase wordt aan de werknemer zoveel als mogelijk meegedeeld wat de te verwachten ontwikkelingen zijn en wanneer welke functiegroepen de pre-mobiliteitsfase in zullen gaan. De Raad van bestuur stelt een formatieplaatsenplan op waaruit blijkt in welk(e) team(s) hoeveel FTE in welke functie moet worden ingekrompen. De functies die met krimp worden bedreigd, worden voor de gehele organisatie aangemerkt als: functiegroepen die met krimp worden bedreigd. In de groep(en) met krimp bedreigde functies worden eerst: a. de tijdelijke dienstverbanden beëindigd op de datum dat het contract van rechtswege afloopt; b. daarnaast wordt geïnventariseerd hoeveel werknemers binnen een jaar de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Als hieruit blijkt dat de terugloop in formatieplaatsen onvoldoende is om de kortingen op budgetten of het wegvallen van contracten op te vangen, maakt de werkgever aan de werknemers die tot de groep(en) met krimp bedreigde functies behoren schriftelijk kenbaar dat zij de status hebben van pre-mobiliteitskandidaat en gebruik kunnen maken van de mobiliteitsbevorderende maatregelen. Deze datum wordt aangemerkt als: datum start fase één. De pre-mobiliteitskandidaat kan binnen 6 maanden na startdatum fase één bij de werkgever een verzoek indienen om gebruik te maken van de volgende mobiliteitsbevorderende faciliteiten. A. De mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek zoals opgenomen in hoofdstuk 7 onder 7.1 van dit Sociaal Plan. De werknemer maakt geen aanspraak op de mobiliteitsbevorderende maatregelen onder B en C van dit hoofdstuk. De werknemer maakt ook geen aanspraak op de activeringsregeling zoals vermeld in hoofdstuk 13 A cao GGZ. B. De mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek zoals opgenomen in hoofdstuk 7 onder 7.1 van dit sociaal plan waarbij de kosten van die vallen onder: -het doelgericht en professioneel begeleid worden bij de oriëntatie op de loopbaan *1 en/of -de kosten van een opleiding die de kans op een externe baan vergroot in mindering worden gebracht op de mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek. De werknemer maakt geen aanspraak op de mobiliteitsbevorderende maatregelen onder A en C van dit hoofdstuk. De werknemer maakt ook geen aanspraak op de activeringsregeling zoals vermeld in hoofdstuk 13 A cao GGZ. *1: De werknemer wordt ondersteund bij het richting geven aan zijn loopbaanactiviteiten buiten RIBW K/AM. Het doel is dat de werknemer inzicht krijgt in wat hij wil en hoe hij de mogelijkheden kan vergroten op het vinden van een baan buiten RIBW K/AM. Hierbij zal zo nodig gebruik worden gemaakt van de expertise van een extern bureau. Deze individuele begeleidingstrajecten zijn maatwerk waarbij, uitgaande van de verwachtingen van de werknemer een keuze wordt gemaakt uit verschillende instrumenten. Gemaakte afspraken over de in te zetten instrumenten worden vastgelegd. C. het volgen van een opleiding die de interne kansen op een baan vergroten (7.3); D. de mogelijkheden van dit Sociaal Plan, zoals genoemd onder: Studiekostenregeling (7.2), Sollicitatieverlof en kosten (7.4) en Opzegtermijn (7.5). Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 9 van 18

Het is ondoenlijk om alle mogelijke voorzieningen en faciliteiten in dit beleid neer te leggen. De werknemer die gebruik wil maken van een of meer faciliteiten van deze mobiliteit bevorderende maatregelen (ook voor hen die gebruik willen maken van vervroegd pensioen of Flexpensioen), kunnen hierover via hun leidinggevende met P&O in gesprek gaan. De wensen van de werknemer worden getoetst aan de uitgangspunten van het Sociaal Plan en dit mobiliteitsbeleid. Naast bovenstaande voorzieningen kan de pre-mobiliteitskandidaat gebruik maken van de budgetten die jaarlijks worden gereserveerd ten behoeve de studiefaciliteitenregeling, loopbaancoaching trajecten en het opleidings-/trainingsaanbod zoals vermeld in het opleidingsjaarplan. De maatregelen zijn van toepassing op de werknemer die is aangewezen als premobiliteitskandidaat en die met zijn vertrek een bijdrage levert aan de gewenste reductie van de formatie van RIBW K/AM. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 10 van 18

6. Tweede fase: de mobiliteitsbevorderende fase 6.1 Verplichtingen van de werknemer Werknemers die na afloop van fase één in een team werkzaam zijn waar fase één tot onvoldoende krimp in de formatie heeft geleid, zijn conform de cao GGZ (hoofdstuk 4, artikel 1 lid 2) binnen grenzen van redelijkheid en billijkheid flexibel ten aanzien van standplaats, werktijden en werkzaamheden. Dit om de vacatures te vervullen die ontstaan omdat medewerkers in andere teams gebruik maken van de vrijwillige vertrekregeling zoals opgenomen onder het hoofdstuk Mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek (7.1) van dit Sociaal Plan, en daarmee gelijktijdig de noodzakelijke krimp te realiseren in het team waar dat nodig is. Hierbij wordt de volgende procedure gevolgd. 6.2 Procedure vrijwillige overplaatsing Werknemers die na afloop van fase één in een team werkzaam zijn waar fase één tot onvoldoende krimp in de formatie heeft geleid, kunnen in aanmerking komen voor een vrijwillige overplaatsing naar een ander team waar vacatures zijn ontstaan in dezelfde functie als de functie waarin zij zijn aangesteld. P&O maakt onder bovenstaande groep medewerkers de vacatures bekend. In deze bekendmaking wordt in ieder geval opgenomen: functienaam, aantal uur per week, de naam van het team. Daarnaast wordt aangegeven binnen welke termijn medewerkers kunnen aangeven of ze in aanmerking willen komen voor een vrijwillige overplaatsing. Medewerkers die in aanmerking willen komen voor een vrijwillige overplaatsing melden dit digitaal bij P&O. Indien er voor een vacature meerdere medewerkers belangstelling hebben, wordt de medewerker met de hoogste anciënniteit geplaatst. Bij gelijke anciënniteit geeft de leeftijd de doorslag: ouder gaat voor jonger. Medewerkers die vrijwillig zijn geplaatst, ontvangen voor elke maand dat zij geplaatst zijn in een ander team/gebied/afdeling voor de duur van maximaal 1 jaar een toelage van 100,- netto per maand. Indien medewerkers die vrijwillig zijn geplaatst meer reiskosten maken en/of meer reistijd krijgen, maken aanspraak op de vergoedingen zoals vermeld in Hoofdstuk 7 onder 7.6, 7.7 en 7.8. 6.3 Herplaatsingsprocedure Voordat de herplaatsingsprocedure ingaat, vraagt de Raad van Bestuur de Ondernemingsraad om advies zoals beschreven in artikel 25 van de WOR. Hierin is opgenomen het formatieplaatsenplan waaruit blijkt -hoeveel fte krimp nog moet worden gerealiseerd in welke functiegroep en hoe dit is verdeeld per team; -in welk team vacatures zijn. Indien tijdens het opstellen van de adviesaanvraag de Raad van Bestuur het niet noodzakelijk acht dat fase 3 moet worden opgestart, zijn op dat moment geen gedwongen ontslagen van toepassing. Indien de Raad van Bestuur het wel noodzakelijk acht dat fase 3 van dit sociaal plan van toepassing moet worden (als het aantal fte dat nog moet worden ingekrompen in combinatie met de financiele situatie maakt dat fase 3 noodzakelijk is), zal dit beargumenteerd in de adviesaanvraag worden aangegeven. In aansluiting hierop zullen de herplaatsingsactiviteiten worden stopgezet in afwachting op nieuwe afspraken die worden gemaakt zoals aangegeven onder 4.3 van dit sociaal plan. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 11 van 18

In de herplaatsingsprocedure ontstaan drie mogelijkheden. 6.3.1 Mogelijkheid A De noodzakelijke krimp is wel gerealiseerd in totaliteit per functiegroep, maar niet per team. In het ene team zijn dan te veel medewerkers werkzaam in een bepaalde functiegroep, terwijl in een ander team vacatures zijn in deze functiegroep. De herplaatsingsprocedure omvat de volgende twee stappen. Stap 1: Bepalen wie is herplaatsingskandidaat. In het team waar de noodzakelijke krimp niet is gerealiseerd wordt door toepassing van het afspiegelingsbeginsel bepaald welke medewerkers voor herplaatsing in aanmerking komen. Bij het afspiegelingsbeginsel wordt in een bepaald team de werknemers die zijn aangesteld in de functiegroep, ingedeeld in leeftijdsgroepen. Binnen elke leeftijdsgroep komt de werknemer die het laatst in dienst is getreden in aanmerking voor herplaatsing. Het gaat om de volgende leeftijdsgroepen: 15 tot 25 jaar; 25 tot 35 jaar; 35 tot 45 jaar; 45 tot 55 jaar; -55 jaar en ouder. Het proces van het afspiegelen binnen het team *1wordt uitgevoerd conform de uitvoeringsregels van het UWV. *1 Voor de werknemers die zijn aangesteld in team overstijgende functies binnen de gebieden (v.b.: gebiedsmanager, secretarieel administratieve functies) geldt dat niet wordt afgespiegeld per functiegroep per team maar per functiegroep over de gehele organisatie. Stap 2: Herplaatsen. Hierbij wordt de volgende procedure gevolgd. De beschikbare vacatures worden, in eerste instantie aangeboden aan re-integratie kandidaten en in tweede instantie aan herplaatsingskandidaten. Er worden belangstellingsgesprekken gevoerd met de herplaatsingskandidaten. Herplaatsingskandidaten geven hun voorkeur aan. Indien er meerdere herplaatsingskandidaten belangstelling hebben voor een vacature, wordt de herplaatsingskandidaat met de hoogste anciënniteit geplaatst *2. Als de vacature niet kan worden opgevuld door een re-integratie kandidaat of een herplaatsingskandidaat, wordt intern en extern geworven. *2 Bij gelijke anciënniteit geeft de leeftijd de doorslag: ouder gaat voor jonger 6.3.2 Mogelijkheid B Indien na fase 1 de noodzakelijke krimp niet in de totale functiegroep is gerealiseerd, en de Raad van Bestuur besluit dat fase 3 niet van toepassing is, geldt het volgende. In eerste instantie wordt gekeken of er een vacature beschikbaar is in dezelfde functiegroep als de functiegroep waarin de medewerker is aangesteld. In de situatie dat een vacature in dezelfde functiegroep beschikbaar is, geldt de procedure zoals in stap 1 en stap 2 onder mogelijkheid A (6.3.1) staat vermeld. Daarna wordt gekeken of er een vacature in een andere functiegroep beschikbaar is. Hierbij geldt de volgende procedure: Stap 1: zoals vermeld in stap 1 onder mogelijkheid A (6.3.1) van dit sociaal plan Stap 2: zoals vermeld in stap 2 onder mogelijkheid C (6.3.3) van dit sociaal plan. 6.3.3 Mogelijkheid C Indien alle fte s in een functiegroep vervallen is herplaatsing in dezelfde functie niet mogelijk. Dan geldt de volgende herplaatsingsprocedure: Stap 1: Bepalen wie is herplaatsingskandidaat. Dit zijn alle medewerkers die zijn aangesteld in de functiegroep die komt te vervallen. Afspiegelen is dan niet van toepassing omdat alle fte s in een functiegroep vervallen. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 12 van 18

Stap 2: Herplaatsen Indien aan de werknemer een functie wordt aangeboden, wordt de volgende volgorde in acht genomen: a. een gelijkwaardige functie b. een functie die een functiegroep hoger is ingedeeld en die als een passende functie kan worden beschouwd. c. een functie die een functiegroep lager is ingedeeld en die als een passende functie kan worden beschouwd. d. een geschikte functie. Hierbij wordt de volgende procedure gevolgd. De beschikbare vacatures worden, in eerste instantie aangeboden aan re-integratie kandidaten en in tweede instantie aan herplaatsingskandidaten. Er worden belangstellingsgesprekken gevoerd met de herplaatsingskandidaten. Herplaatsingskandidaten geven hun voorkeur aan. Indien er meerdere herplaatsingskandidaten belangstelling hebben voor een vacature, wordt de herplaatsingskandidaat met de hoogste anciënniteit geplaatst *. Als de vacature niet kan worden opgevuld door een re-integratie kandidaat of een herplaatsingskandidaat wordt intern en extern geworven. * Bij gelijke anciënniteit geeft de leeftijd de doorslag: ouder gaat voor jonger 6.4 Salaris bij een lagere functie Indien een werknemer een functie aanvaardt die op een lager niveau is ingedeeld dan de huidige functie, behoudt de werknemer de oude salarisschaal inclusief de daarbij behorende uitloop. De salarisschaal geldt voor de omvang dienstverband die de werknemer heeft op het moment dat hij in de nieuwe functie werkzaam is. 6.5 Duur mobiliteitsbevorderende fase Uitgangspunt is dat fase één maximaal 6 maanden duurt. Fase één start op het moment dat de werkgever de werknemers die behoren tot de groep(en) met krimp bedreigde functies schriftelijk op de hoogte heeft gesteld dat zij gebruik kunnen maken van de mobiliteitsbevorderende maatregelen. Fase twee start op het moment van het besluit over een reorganisatie, nadat hierover advies is ontvangen van de Ondernemingsraad. Fase twee eindigt als de noodzakelijke krimp is gerealiseerd. 6.6 Vacatures De vacatures die tijdens fase één en fase twee ontstaan worden als eerste aangeboden aan re-integratie-kandidaten en in tweede instantie aan de medewerkers die werkzaam zijn in een functiegroep waar moet worden ingekrompen of waar de noodzakelijke krimp wel in totaliteit is gerealiseerd maar niet per team. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 13 van 18

7. Mobiliteitsbevorderende faciliteiten 7.1 Mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die tot de groep met krimp bedreigde functie behoren, kunnen bij de werkgever een verzoek indienen om gebruik te maken van de mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek. Afspraken worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, waarbij bedrijfseconomische redenen met als gevolg organisatiewijziging en vermindering van de formatie de grondslag vormen voor het einde van de arbeidsovereenkomst. De werknemer die hiervan gebruik maakt heeft geen aanspraak op de activeringsregeling zoals vermeld in hoofdstuk 13 A cao GGZ. De hoogte van de mobiliteitspremie is gelijk aan de wettelijke transitievergoeding, met een minimum van 2 maandsalarissen. Dit bedrag wordt verhoogd met een extra premie volgens onderstaande tabel: Extra mobiliteitspremie Indien het beslismoment voor een vrijwillige vertrekregeling ligt: binnen 1 maand na datum start fase twee (*) binnen 3 maanden na datum start fase twee binnen 5 maanden na datum start fase twee Binnen 6 maanden na datum start fase twee Dan ontvangt de werknemer een extra premie bovenop de mobiliteitspremie van: + 4 maandsalarissen + 3 maandsalarissen + 2 maandsalarissen + 1 maandsalaris *:Datum start fase één: de datum waarop de werkgever de werknemers die behoren tot de groep(en) met krimp bedreigde functies schriftelijk op de hoogte heeft gesteld dat zij gebruik kunnen maken van de mobiliteitsbevorderende maatregelen De mobiliteitspremie, inclusief de extra mobiliteitspremie, bedraagt ten hoogste het geldende wettelijk maximum voor de transitievergoeding 1 (in 2017 77.000,- bruto of één jaarsalaris indien het jaarsalaris hoger is dan 77.000,-). Peildatum voor de berekening van de vergoeding is de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. De (extra) mobiliteitspremie kan nooit hoger zijn dan het gederfde inkomen tot aan de AOWgerechtigde leeftijd. Toekenning van het verzoek is afhankelijk van toestemming van de Raad van Bestuur. De toekenning van het verzoek is afhankelijk van de datum van ontvangst van het ondertekende schriftelijk verzoek van de medewerker. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Hierbij geldt: de aanvraag die als eerst wordt ontvangen wordt als eerste in behandeling worden genomen. Vanaf het moment dat de noodzakelijke krimp is bereikt zullen binnenkomende verzoeken worden afgewezen omdat het vertrek van de werknemer geen bijdrage levert aan het realiseren van de noodzakelijke krimp. Verzoeken van werknemers van 55 jaar en ouder kunnen ook worden afgewezen als door hun vertrek er meer werknemers in die leeftijdscategorie vertrekken, dan bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel het geval zou zijn geweest 2. Hierbij wordt per functiegroep afgespiegeld over de gehele organisatie. Dit omdat we de mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek in fase 1 ook per functiegroep organisatie breed aanbieden ten einde de kans de te vergroten dat de noodzakelijke krimp wordt bereikt. 1 Dit is opgenomen in het tweede lid van artikel 7:673 BW. 2 In dat geval loopt de werkgever het risico een eindheffing van 52% te moeten betalen. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 14 van 18

Daarnaast gelden de volgende voorwaarden: a. De werknemer is op het moment dat hij aangeeft zijn dienstverband vrijwillig te willen beëindigen, alsmede op de daadwerkelijke datum van beëindiging, niet arbeidsongeschikt. b. De werkgever is op het moment dat de werknemer aangeeft zijn dienstverband vrijwillig te willen beëindigen, alsmede op de daadwerkelijke datum van beëindiging, niet voornemens de arbeidsovereenkomst om andere redenen dan dat de medewerker tot de met krimp bedreigde groep functies hoort met de medewerker te beëindigen. c. Er is niet reeds bekend dat de arbeidsovereenkomst binnen afzienbare tijd, waaronder in ieder geval één jaar wordt verstaan, van rechtswege of op verzoek van de werknemer zou eindigen. 7.2 Studiekostenregeling bij aanvaarden externe functie Indien op de werknemer die tot de groep met krimp bedreigde functies behoort op het moment van indiensttreding bij een andere werkgever de studiefaciliteitenregeling van toepassing is, komt de eventuele terugbetalingsverplichting te vervallen. Indien de nieuwe werkgever lopende verplichtingen inzake de studiekosten niet overneemt, zal RIBW K/AM de werknemer bij voortzetting van de studie een eenmalige bruto tegemoetkoming uitbetalen ter grootte van de studiekosten van maximaal één jaar die de werknemer bij continuering van het dienstverband bij RIBW K/AM zou kunnen declareren. 7.3 Het volgen van een opleiding Een werknemer die geen beroep doet op de mobiliteitspremie bij vrijwillig vertrek, kan een verzoek indienen voor het volgen van een opleiding die de interne kans op een baan vergroot. Hiertoe wordt een intern opleidingsbudget beschikbaar gesteld. 7.4 Sollicitatieverlof en kosten Aan de werknemer die tot de groep met krimp bedreigde functies behoort, wordt desgevraagd betaald verlof verleend ten behoeve van sollicitatieactiviteiten elders. De reiskosten worden vergoed indien deze niet door de potentiële nieuwe werkgever worden vergoed. 7.5 Opzegtermijn Indien de werknemer die tot de groep met krimp bedreigde functies behoort daarom verzoekt, zal bij vrijwillige uitdiensttreding de werkgever afzien van de geldende opzegtermijn. De werknemer draagt zorg voor een adequate overdracht van zijn werkzaamheden. 7.6 Extra reiskosten Indien de werknemer als gevolg van een wijziging van de plaats van tewerkstelling meer kosten maakt aan woon/werk verkeer dan daarvoor, heeft de werknemer recht op vergoeding van deze meer kilometers tegen de in de cao GGZ vastgestelde kilometervergoeding dienstreizen en wel voor de duur van 24 maanden gerekend vanaf de datum van overplaatsing. 7.7 Extra reistijd Werknemers die als gevolg van overplaatsing op een andere locatie worden geplaatst en dientengevolge aantoonbaar meer reistijd woon-werkverkeer hebben, krijgen deze extra reistijd vergoed volgens onderstaande regeling. Om voor deze regeling in aanmerking te komen moet de reistijd woon-werkverkeer in zijn totaliteit met 40 minuten per werkdag zijn toegenomen, reizend met het meest doelmatige vervoer. Vanaf het moment dat de werknemer daadwerkelijk werkzaam is op de nieuwe locatie treedt de regeling van vergoeding extra reistijd woon-werkverkeer in werking nl. 100% van de extra reistijd minus 40 minuten gedurende 2 jaar. 7.8 Afkoopmogelijkheid Zowel werkgever als werknemer kunnen voorstellen doen om de vergoeding als bedoeld onder 7.7 en 7.8 af te kopen. Voor de vergoeding conform 7.7 is dat in de vorm van een afkoopbedrag ineens. Voor de vergoeding conform 7.8 is dat in de vorm van extra vrije dagen per jaar gedurende de periode van 2 jaar. Afkoop kan slechts plaatsvinden als beide partijen akkoord zijn. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 15 van 18

8. Sociale Begeleidingscommissie De werkgever stelt een Sociale Begeleidingscommissie in. De taak van deze commissie is uitsluitend op verzoek van werkgever dan wel van één of meerdere rechtstreeks bij een organisatiewijziging betrokken werknemer(s) adviseren over de toepassing van dit Sociaal Plan. Een verzoek daartoe dient bij de Sociale Begeleidingscommissie te worden ingediend binnen een maand nadat de werkgever respectievelijk werknemer kennis heeft kunnen nemen van de omstandigheid of het besluit waarover hij zich tot de Sociale Begeleidingscommissie wil wenden. De commissie brengt over de verrichte werkzaamheden periodiek verslag uit aan de werkgever en geanonimiseerd aan de Ondernemingsraad. 8.1. Samenstelling en reglement De commissie bestaat uit drie leden. De afdeling P&O zorg voor de vervulling van het secretariaat van de Sociale Begeleidingscommissie. Eén lid en een plaatsvervangend lid worden aangewezen door de werkgever en één lid en een plaatsvervangend lid door de gezamenlijke werknemersorganisaties, die dit laatste ook aan de Ondernemingsraad kunnen delegeren. De door de werkgever en door de werknemersorganisaties (of Ondernemingsraad) aangewezen leden zoeken gezamenlijk een externe, onafhankelijke voorzitter aan. De commissie stelt met inachtneming van dit Sociaal Plan een reglement op dat haar werkwijze adequaat regelt. 8.2. Bevoegdheden De commissie heeft het recht: - tot het horen van de betrokken werknemer(s), hun directe leidinggevende(n) alsook de personen die de voor die situatie relevante werkgeversrol vervullen; - tot het horen van deskundigen. De eventuele kosten van deze deskundigen worden gedragen door de werkgever voor zover deze daarmee heeft ingestemd. 8.3. Uitbrengen advies De commissie geeft zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk drie weken na inschakeling, advies over de voorgelegde kwestie. Deze termijn kan met drie weken worden verlengd. De commissie brengt haar schriftelijke advies altijd tegelijkertijd uit aan de werkgever en aan de betrokken werknemer, dan wel indien zich tegelijkertijd over dezelfde kwestie meerdere werknemers tot de adviescommissie hebben gewend, aan de betrokken werknemers. 8.4. Reactie werkgever op advies van Sociale Begeleidingscommissie De uitspraak van de commissie is voor beide partijen zwaarwegend. De werkgever dient uiterlijk binnen een maand nadat de Sociale Begeleidingscommissie haar advies heeft uitgebracht, een besluit daaromtrent te nemen. Indien werkgever afwijkt van het advies, moet hiervan schriftelijk gemotiveerd mededeling aan de commissie én aan de betrokken werknemer(s) worden gedaan. Een en ander laat het recht van beide partijen onverlet om zich in een bepaalde situatie nadien tot de rechter te wenden. 8.5. Geheimhouding Voor de aan de commissie verstrekte persoonlijke gegevens geldt een geheimhoudingsplicht. 8.6. Belangenbehartiging werknemer De werknemer mag zich, indien hij dat wenst, door een derde laten bijstaan. Eventuele kosten hiervan komen voor rekening van de werknemer. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 16 van 18

Bijlage: Stroomschema fase 1 t/m 3 1 e fase: pre-mobiliteitsfase Raad van Bestuur informeert OR Welke functiegroepen worden met krimp bedreigd In welke team(s) moet worden ingekrompen Tijdelijke dienstverbanden beëindigen + Inventariseren medewerkers pensioengerechtigde leeftijd Noodzakelijke krimp bereikt in de functiegroep en in het team? Ja = Doel gerealiseerd Niet in totaliteit per functiegroep Wel in totaliteit per functiegroep maar niet per team Aanbieden vertrek bevorderende maatregelen (5) Noodzakelijke krimp bereikt? Ja = Doel gerealiseerd Wel in totaliteit per functiegroep maar niet per team Niet in totaliteit per functiegroep Binnen functiegroep vervallen alle functies 2 e fase: mobiliteitsbevorderende fase Procedure vrijwillige overplaatsing (6.1) Noodzakelijke krimp bereikt? Ja = Doel gerealiseerd Nee Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 17 van 18

Raad van Bestuur vraagt de OR om advies (art 25 WOR) In het advies is opgenomen: -Het formatieplaatsenplan waaruit blijkt hoeveel fte per team per functiegroep nog moet worden ingekrompen en in welke team in welke functiegroep vacatures zijn -Of het aantal fte dat nu nog moet worden ingekrompen per functiegroep, in combinatie met de financiele situatie het noodzakelijk maakt om fase 3 op te starten. Besluit Raad van Bestuur Mogelijkheid A Indien noodzakelijke krimp wel in totaliteit per functiegroep is gerealiseerd maar niet per team (in het ene team zijn te veel en in het andere team te weinig fte aanwezig). Herplaatsingsprocedure: Stap 1: wie is per team herplaatsingskandidaat o.b.v. afspiegelbeginsel per functiegroep *1. Stap 2: Herplaatsen -belangstellingsgesprek met herplaatsingskandidaat -herplaatsingskandidaat met hoogste anciënniteit gaat voor. *1 Voor de werknemers die zijn aangesteld in team overstijgende functies binnen de gebieden (v.b.: gebiedsmanager, secretarieel administratieve functies) geldt dat wordt afgespiegeld per functiegroep over de gehele organisatie. Mogelijkheid B Indien noodzakelijke krimp niet in totaliteit per functiegroep is gerealiseerd en Raad van Bestuur besluit dat Fase 3 niet van toepassing is, geldt: Als een vacature in dezelfde functie beschikbaar is, de herplaatsingsprocedure zoals vermeld onder mogelijkheid A in dit schema. Als dit niet het geval is, de volgende procedure: Stap 1: Zoals vermeld in stap 1 onder mogelijkheid A van dit schema Stap 2: Zoals vermeld in stap 2 onder mogelijkheid C van dit schema Mogelijkheid C Indien alle fte s in een functiegroep vervallen Herplaatsingsprocedure: Stap 1: wie is herplaatsingskandidaat. (welke medewerker zijn aangesteld in deze functiegroep) Stap 2: Herplaatsen Bij herplaatsing wordt de volgende volgorde gehanteerd: -gelijkwaardige functie -functiegroep hoger en passend -functiegroep lager en passend -geschikte functie Vervolgens: -belangstellingsgesprek met herplaatsingskandidaat -herplaatsingskandidaat met hoogste anciënniteit gaat voor. Noodzakelijke krimp bereikt? Ja = Doel gerealiseerd Onvoorziene omstandigheden/drastische ontwikkelingen/omstandigheden waarin SP niet voorziet Ja 3 e fase: Omgaan met drastische ontwikkelingen -Raad van Bestuur vraagt de OR om advies -RIBW K/AM informeert de bonden en levert onderbouwing aan -In overleg met de bonden en in afstemming met het UWV wordt bepaald hoe binnen de regels van het UWV wordt afgespiegeld: per uitwisselbare functie over de gehele organisatie of per uitwisselbare functie per gemeente waar de medewerker zijn werkzaamheden uitvoert. Sociaal Plan RIBW K/AM 2017-2020/Februari 2017 Pagina 18 van 18