STAR-model Interdisciplinair Samenwerken

Vergelijkbare documenten
STAR-model Interdisciplinair Samenwerken

STAR-model Interdisciplinair Samenwerken

STAR-model Interdisciplinair Samenwerken

Interdisciplinair samenwerken school-kinderopvang-peuterspeelzaal

Een stimulans voor de pedagogische en onderwijsinhoudelijke verbinding tussen onderwijs en kinderopvang

STAR-model Interdisciplinair Samenwerken

STAR-model Interdisciplinair samenwerken

STAR-model Interdisciplinair samenwerken

NIEUW LEIDERSCHAPSOPLEIDING INTEGRAAL KINDCENTRUM

LEIDERSCHAPSOPLEIDING INTEGRAAL KINDCENTRUM

DOELSTELLINGEN EN DOMEINEN

Nieuwe verhoudingen Nieuwe dynamiek; Evaluatie /impuls Vensterscholen Groningen. Anita Schnieders Jur de Haan

Talentvol Opgroeien dichterbij brengen Jeannette Doornenbal 4 juni 2015

Frank Studulski - Sardes 16 december 2011

Ononderbroken ontwikkeling

De gemeente als aanjager van de doorgaande lijn

PRESENTATIE Bijeenkomst IKC ontwikkeling. Kindcentrum de Haren Brede Bossche School Haren Donk Reit

Leerdam, 17 februari Betreft: aanvraag financiële ondersteuning ontwikkeling Integraal KindCentrum van 0-13 jarigen in Leerdam.

Handout Hoe worden wij een integraal kindcentrum?

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Schooljaarplan

Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019. Stichting H 3 O

Jaarplan. S a m e n l e r e n, d e n k e n e n b e g r i j p e n NASSAULAAN 5, 9717 CE GRONINGEN

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Kinderopvang in eigen beheer. Resultaten marktonderzoek

Protocol. kwaliteitszorg

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Doorgaande lijn in beeld. Instrument voor onderwijs en opvang

Brede School: ontwikkelingen in Nederland. Lia Blaton Universiteit Gent Steunpunt Diversiteit & Leren Januari 2014 ter informatie

Schooljaarplan (SJP)

Hoofdstuk 1 Inleiding 2

Kinderdagverblijf Boefje

Jaarverslag

Schooljaarplan St Vitus

Schooljaarplan (SJP)

School in Verbinding (SIV): Lelystad

Early Arts 23 mei 2018

Samenwijs St. Jozef. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Definitieve versie februari 2015

Jaarplan Kindcentrum De Troubadour. Missie. Visie

C.1 Delen en deelnemen

Kennisbenutting in onderzoekende scholen. Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE

Strategisch beleidsplan Stichting Promes

Schooljaarplan

Cultuureducatie, geen vak apart

Inhoud: Schoolplan Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging

Jaarplan Jaarplan

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Bouwen aan een IKC. Wat is er mogelijk in formele samenwerkingsvormen? 13 oktober mr. S.C. Brasz

Evaluatie plan van aanpak cbs de Wâlikker schooljaar EVALUATIE. plan van aanpak schooljaar team Wâlikker Pagina 1

SAMENWERKEN. Het integraal kindcentrum van papier naar praktijk. Symposium 18 april 2013 Kloosterhotel ZIN, Vught

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Beleidsvoornemens schoolplan

Doorgaande lijn binnen de voor- en vroegschool in xxx

Kwaliteitsbeleid OBS de Ranonkel. Ontwikkeling-Verdieping-Legitimering

Kindcentra 2020 Gijs van Rozendaal, voorzitter regiegroep Kindcentra 2020

Doorgaande leerlijn voor begaafde en excellerende leerlingen van po naar vo

Op expeditie naar waarde(n)

Het 7 S model McKinsey

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

Wat gaan we doen? Colofon. Almeerse Scholen Groep. Koersplan maart 2015

Conferentie Brede buurtschool Kansen voor iedereen!

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE

Onderwijs. Achtergrond. Corporate Communicatie Scan.

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Merdeka

inleiding refereeravond

R e s u lta at e n O n t w i k k e l i n g

Inhoudsopgave: Even voorstellen 5. Waar staan we voor 7. Ons onderwijs 7. Boeiend onderwijs: 8. Kwaliteit bewaken 8

Leren & ontwikkelen. doe je samen

Kwaliteitsbeleid WereldKidz, 2015

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

De toekomst begint vandaag!

Zelfscan. Uitleg over de zeven professionaliseringsthema s

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Soest

Handreiking bij het opstellen van het Schoolondersteuningsprofiel versie mei 2019

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Ziezo

Werkdocument functioneringsgesprek voor leerkrachten 1

Jaarplan Jaar Datum 15 juni 2016

Profielbeschrijving Raad van Toezicht. Pagina 1

Hoe volgt en begeleidt Montessori-Zuid de leerlingen?

Kinderdagverblijf "Plons"

Doel resultaat - Opbrengsten passend bij landelijk gemiddelde en analyseren opbrengsten

Gespreksleidraad CAO-regelingen 2015

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

WERKING KIJKWIJZER BELEIDSVOEREND VERMOGEN: TOEGEPAST OP LOOPBAANBEGELEIDING IN DE SCHOLENGEMEENSCHAP

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Piratenschip

Evaluatie Jaarplan Doel (specifiek formuleren)

Jaarplan BS de Ester. Zelf denken, samen doen

Brede Schoolontwikkeling + pilot Gemeentebrede dagarrangementen St. Josephscholen

Brede Schoolontwikkeling Nijmegen

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE ONTMOETING

SCHOOLONTWIKKELING & DTT

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Transcriptie:

STAR-model Interdisciplinair Samenwerken Praatkaart voor het versterken van de samenwerking onderwijs en kinderopvang en andere partners in het netwerk Praatkaart Onderwijs Evidence informed STAR-model Angèle van der Star MEL MEd

OP ZOEK NAAR N HANDVAT VOOR DE INTERPROFESSIONELE DIALOOG? WEN MET HET STAR-model INTERDISCIPLINAIR SAMENWERKEN De behoefte voor het ontwerp van een handvat op basis van een evidence informed model om organisaties te beschouwen in de eigen samenwerking, is ontstaan vanuit de praktijk. Daarin kwam naar voren dat er op grensgebieden van samenwerkende organisaties onrust te bespeuren is en ook nog wel iets te verbeteren valt. Veel van de bestaande stappenplannen en organisatiemodellen worden beschouwd vanuit één of enkele domeinen; zoals het onderwijs en haar ketenpartners, de kinderopvang, de pedagogiek of jeugdzorg. Fricties worden juist aangetroffen op grensgebieden waarbij een dialoog over bestaande visie, communicatie, cultuur- en structuurverschillen in de samenwerkende organisaties, inhoud en stappen in de (onderwijs)inhoudelijke en pedagogische doorgaande ontwikkelingslijn zouden kunnen bevorderen. Vanuit een dialoog en een daadwerkelijke interdisciplinaire samenwerking, zijn alle professionals beter in staat kinderen optimale groei- en ontwikkelkansen bieden. De ouders als waardevol en pedagogisch partner in kinderopvang, het funderend en voortgezet onderwijs en de jeugdzorg, zijn in de praatkaarten buiten beschouwing gelaten. De focus ligt bij het STAR-model en de praatkaarten op de interprofessionele samenwerking. Een handvat voor de dialoog over Interdisciplinair Samenwerken. De praatkaart op basis van het STAR-model kan ingezet worden om het gesprek in scholen, de jeugdzorg en kinderopvangorganisatie te vereenvoudigen om zo het interdisciplinair samenwerken met de netwerkpartners en andere belanghebbenden een impuls te geven. Allen hebben een gemeenschappelijke doel: interdisciplinair samenwerken vanuit een whole child approach voor optimale groei- en ontwikkelkansen voor kinderen. Daarnaast is de praatkaart praktisch gebleken om knelpunten in de samenwerking ook bottum-up zichtbaar en bespreekbaar te maken, als nulmeting, om de doorgaande lijn in interdisciplinair samenwerken en/of om de huidige situatie te bespreken in het kader van een evaluatie. Bij nieuwe medewerkers kan de kaart als handvat dienen maar ook als de interdisciplinaire samenwerking opnieuw beschouwd moet worden kan een dialoog nuttig zijn. Het zichtbaar maken waar de eigen organisatie staat in de samenwerking of een nulmeting; Het bespreekbaar maken van knelpunten in de samenwerking; Het niveau van de (gewenste) samenwerking bepalen; Het delen van de doorgaande lijn en het beleid in de samenwerking, bijvoorbeeld bij nieuwe medewerkers; Het waarborgen van de samenwerking met de netwerkpartners. Hoe gebruik je de praatkaart Interdisciplinair Samenwerken? De kaart bestaat uit vijf thema s / indicatoren: de (samenwerking)visie, de strategische en operationele doelen, de structuur, de communicatie en de cultuur van de eigen organisatie / school in de samenwerking. Deze zijn beschreven vanuit een aantal denkzinnen of stellingen. Deze stellingen worden door de individuele medewerker ingevuld. Daarna worden alle ingevulde kaarten gezamenlijk in de eigen organisatie besproken. Deze input is het uitgangspunt om met elkaar in dialoog te gaan over de samenwerkingswensen van de eigen organisatie en welke gewenste stappen men zou willen / kunnen maken. Dit aansluitend bij de eigen huidige situatie, de visie, de organisatieomgeving en de kind-populatie. Uitgangspunt is dat iedere organisatie uniek is en dat er daarmee geen blauwdruk is voor de beoogde samenwerking(svorm). Het invullen van de kaart duurt ongeveer 30 minuten. Bij sommige denkzinnen / stellingen is extra informatie (i) toegevoegd om iets te verduidelijken. Hoe vul je de praatkaart Interdisciplinair samenwerken in? De stellingen oftewel waar je (individueel) gevraagd wordt over na te denken, heeft 3 invulopties. Optie 1: Ja, dat doen wij zo. -> Als allen ja in hebben gevuld, zijn zij het eens en is het geen team bespreekpunt. Er zijn wellicht denkbare situaties waarbij het bespreken wel van belang zou kunnen zijn. Je kunt uiteraard zelf als team besluiten de stelling alsnog te bespreken. Optie 2: Nee, dat doen we niet zo. Als meerdere collega s nee ingevuld hebben dan is dit een punt dat we in teamverband willen bespreken. De gedachte hierbij is, Is dit een nee en iets dat we wel willen? of Is dit een nee en iets dat we niet willen?. Dit omdat het bijvoorbeeld niet past bij de eigen schoolomgeving of de visie? etc. Optie 3: Geen idee. Is me onbekend. -> Als meerdere collega s geen idee hebben ingevuld dan is dit een punt dat we in teamverband willen bespreken ter verheldering of wellicht vanwege andere redenen. 1 Angèle van der Star, november 2016

De indicatoren Interdisciplinair Samenwerken met netwerkpartners De samenwerking met de andere netwerkpartners is gewaarborgd 1 Onze school heeft een pedagogische en onderwijsinhoudelijke visie op Interdisciplinair Samenwerken met de netwerkpartners. 2 Onze school heeft een visie op Interdisciplinair Samenwerken die leidt tot strategische en operationele doelen. 3 Onze school heeft een professionele structuur gericht op het verwezenlijken van Interdisciplinair Samenwerken. 4 De communicatie op onze school is gericht op het verwezenlijken van Interdisciplinair Samenwerken. 5 Onze school heeft een professionele cultuur welke aansluit bij Interdisciplinair Samenwerken. INDICATOR 1 Onze school heeft een pedagogische en onderwijsinhoudelijke visie op Interdisciplinair Samenwerken met de netwerkpartners. Nr KERNKWALITEIT 1 2 3 1.1 Op onze school kennen we onze netwerkpartners. i = netwerkpartners zijn medewerkers van peuterspeelzaal, kinderopvang, tussen- en naschoolse opvang. 1.2 Op onze school kennen we onze andere belanghebbende samenwerkingspartners. i = bij belanghebbenden kan gedacht worden aan sportverenigingen, de bibliotheek, culturele instellingen, dorpsbelang, jeugdzorg, wijkteams en de gemeente. 1.3 Op onze school is de visie op Interdisciplinair Samenwerken met het team geformuleerd en vastgelegd. i = zichtbaar beschreven in de schoolgids, de website, flyers en in het schoolplan. 1.4 Op onze school hebben we het onderwijsconcept en de profileringsaspecten in onze visie op samenwerken geïntegreerd. i = Bij onderwijsconcept kan gedacht worden aan bijvoorbeeld werken vanuit Daltonconcepten, Montessori kenmerken, Jenaplan gedachte, Meervoudige Intelligentie. i = Bij profileringsaspecten kan gedacht worden aan bijvoorbeeld Vroeg Vreemde Talenonderwijs, Internationalisering, Natuur-Techniek profilering, Talentontwikkeling. 1.5 Op onze school hebben we een ambitieniveau geformuleerd. i = Ambitieniveau 1 back-to back (beginnende samenwerking), 2 face tot face, 3 hand in hand of 4 cheek to cheek (intensieve samenwerking). 1.6 Het ambitieniveau sluit aan bij de sociale omgeving, de schoolcultuur, schoolstructuur en de pedagogisch en onderwijsinhoudelijke visie. i = De sociale omgeving bestaat o.a. uit de schoolomgeving, de kind- en ouderpopulatie en concurrerende scholen. i = De schoolcultuur bestaat o.a. uit de eigen teamdynamiek en verschillen, de normen en waarden, de ongeschreven regels en werkwijzen. i = De schoolstructuur bestaat o.a. afspraken, regels, protocollen en organisatiewijze. 1.7 Op onze school is dit ambitieniveau een gedeelde visie met de netwerkpartners en andere belanghebbenden. i = De visie is in overleg afgestemd met de medewerkers in peuterspeelzaal, Tussenschoolse opvang en Kinderopvang. 2 Angèle van der Star, november 2016

INDICATOR 2 De school heeft een visie op Interdisciplinair Samenwerken welke leidt tot strategische en operationele doelen. Nr KERNKWALITEIT 1 2 3 2.1 Op onze school zijn er gezamenlijk SMART geformuleerde stappen bedacht om het ambitieniveau van onze onderwijsinhoudelijke leerlijn te bereiken. i = SMART houdt in dat het ambitieniveau haalbaar is: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden 2.2 Op onze school hebben we vaste overlegmomenten met onze netwerkpartners afgesproken over de visie op de gezamenlijke onderwijsinhoudelijke leerontwikkelingslijn voor 2-12 jarigen. 2.3 Op onze school zijn er gezamenlijk SMART geformuleerde stappen bedacht om het ambitieniveau van onze pedagogische ontwikkelingsijn te bereiken. i = SMART houdt in dat het ambitieniveau haalbaar is: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden 2.4 Op onze school hebben we vaste overlegmomenten met onze netwerkpartners afgesproken over een pedagogische ontwikkelingslijn voor 0-12 jarigen. 2.5 Op onze school zijn er gezamenlijk SMART geformuleerde stappen bedacht om het ambitieniveau van het gezamenlijk gebruik van ruimte, materialen en middelen te bereiken. 2.6 Op onze school hebben we vaste overlegmomenten met onze netwerkpartners afgesproken over het gezamenlijk gebruik van ruimte, materialen en middelen. 2.7 Op onze school zijn de SMART geformuleerde stappen opgenomen in het schooljaarplan. 2.6 Op onze school hebben we jaarlijks overleg met onze netwerkpartners waarin we onze interdisciplinaire samenwerking kritisch beschouwen. i = Kritisch beschouwen is het evalueren en bijstellen van de interdisciplinaire samenwerking 2.7 Op onze school zijn de resultaten van de interdisciplinaire samenwerking opgenomen in een jaarverslag. i = De resultaten zijn de ontwikkelingen en effecten van interdisciplinaire samenwerking. INDICATOR 3 De school heeft een professionele structuur gericht op het verwezenlijken van Interdisciplinair Samenwerken. Nr KERNKWALITEIT 1 2 3 3.1 Op onze school zijn we bekend met de verschillende organisatiestructuren, dat wil zeggen zowel de van ons en die van onze netwerkpartners. i = Met organisatiestructuur wordt bedoeld wie welke taken en verantwoordelijkheden draagt. 3.2 Onze school heeft met de netwerkpartners de leermethoden voor 0-12 jarigen op elkaar afgestemd. i = leermethoden op het gebied van sociale vaardigheden, taal en rekenen. 3.3 De school heeft met de netwerkpartners een op elkaar afgestemd systeem voor het volgen van de prestaties en ontwikkelingen van de leerlingen. i = Op elkaar afgestemde leerlingvolgsystemen of toetsen, zoals LOVS van CITO of ParnasSys, of toetsen als ZIEN, Viseon, Scoll 3.4 Op onze school vindt er altijd een warme leerling-overdacht plaats met de netwerkpartner (voorschools / peuterspeelzaal) wanneer het een kind betreft met een speciale ontwikkelingsbehoefte. i= warme overdracht is een gesprek over de ontwikkelbehoefte van het betreffende kind tussen ouders, netwerkpartner en de school. Het gesprek kan ook met toestemming van ouders plaatsvinden tussen de netwerkpartner en de school. 3.5 Op onze school vindt er altijd een warme leerling-overdracht plaats met de kinderopvang (naschoolse opvang) wanneer het een kind betreft met een speciale ontwikkelingsbehoefte. 3 Angèle van der Star, november 2016

i= warme overdracht is een gesprek over de ontwikkelbehoefte van het betreffende kind tussen ouders, netwerkpartner en de school. Het gesprek kan ook met toestemming van ouders plaatsvinden tussen de netwerkpartner en de school. 3.6 Op onze school hebben de leerkrachten van groep 1-2 vaste overlegmomenten met de pedagogisch medewerkers van peuterspeelzaal om afstemming te bevorderen. i = de overlegmomenten zijn opgenomen in de jaarplanning 3.7 Op onze school is er één persoon aanspreekpunt voor de medewerkers van school en netwerkpartners. i = Dit kan zijn: de schooldirecteur of bijvoorbeeld de brede school coördinator. 3.8 Op onze school is er één integraal leidinggevende voor de medewerkers van school en netwerkpartners. i = Hiermee wordt bedoeld één leidinggevende voor school, peuterspeelzaal, Tussenschoolse opvang en Kinderopvang die inhoudelijk, pedagogisch en financieel eindverantwoordelijk is. 3.9 Op onze school zijn de gedragsregels voor kinderen hetzelfde als de regels voor kinderen bij onze netwerkpartners. i = Gedragsregels in school en op het plein. 3.10 Op onze school werken we samen in vieringen zoals Kerst en Sinterklaas, Pasen en Koningsdag met onze interdisciplinaire samenwerkingspartners. 3.11 Op onze school maken we gebruik van de kennis en expertise van onze netwerkpartners. i = bijvoorbeeld sport, cultuur, muziek 3.12 Op onze school volgen we samen met onze netwerkpartners scholing die bijdraagt aan de pedagogische en inhoudelijke ontwikkelingslijn. 3.13 Op onze school is er één sociale veiligheidscoördinator voor ons en de netwerkpartners. i = M.i.v. 1 aug. 2015 is scholen verplicht gesteld om een sociale veiligheidscoördinator aan te stellen en de sociale veiligheid van leerlingen en medewerkers te ondersteunen en coördineren. 3.14 Op onze school is er één vertrouwenspersoon voor ons en de netwerkpartners. i = Een vertrouwenspersoon zorgt voor begeleiding van de klager, gericht op het oplossen van de klacht. 3.15 Op onze school zijn we bekend met de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in de samenwerking met onze netwerkpartners. i = Denk hierbij aan overdacht van informatie bij een leerling incident of weten welk materiaal geleend of gedeeld kan worden. 3.16 Op onze school houden we rekening met de verschillen in wet- regelgeving van school en die van onze netwerkpartners (kinderopvang) die voor ons van belang zijn in de interdisciplinaire samenwerking. i = Bij Wet- en regelgeving wordt bedoeld de kaders en afspraken uit de Cao PO en Cao Kinderopvang, zoals de verschillende arbeidstijden, voorbereidingstijd, vergadertijd. INDICATOR 4 De communicatie op de school is gericht op het verwezenlijken van Interdisciplinair Samenwerken. Nr KERNKWALITEIT 1 2 3 4.1 Op onze school communiceren we transparant naar elkaar en met onze netwerkpartners. i = We communiceren op professionele wijze en zeggen wat we bedoelen waardoor we misverstanden voorkomen. 4.2 Op onze school zijn omgangsnormen in de mondelinge communicatie vanzelfsprekend. i = Op onze school communiceren we met elkaar in plaats van over elkaar. 4.3 Op onze school hebben we afspraken hoe om te gaan met onverwachte gesprekken van collega s en medewerkers van onze netwerkpartners. i = Met onverwachte gesprekken worden die gesprekken bedoeld waarbij iemand in de wandelgangen of op een ongelegen moment je aanspreekt of iets vraagt. 4.4 Op onze school is het communicatiebeleid afgestemd met onze netwerkpartners. 4 Angèle van der Star, november 2016

i = Bij communicatiebeleid kan gedacht worden aan een gedragsprotocol, afspraken rondom veiligheidsbeleid, afspraken over gebruik van de sociale media, mobiele telefoon en kledingvoorschriften, eventueel vastgelegd in een communicatieplan. 4.5 Op onze school zorgen we ervoor dat het voor anderen helder is wie onze netwerkpartners zijn. i = Bijvoorbeeld via vermelding op de website, informatie en contactgegevens in de schoolgids 4.6 Op onze school is er afstemming in gezamenlijk nieuws met onze netwerkpartners. i = Bijvoorbeeld een (gezamenlijke) nieuwsbrief. 4.7 Op onze school zijn stemmen we public relations af met onze netwerkpartners. i = Bijvoorbeeld een gezamenlijke open dag organiseren of acties. 4.8 Op onze school stemmen we schooltijden en incidentele schooltijdwijzigingen tijdig af met de onze interdisciplinaire samenwerkingspartners. i = Gedacht kan worden aan afstemmen van de schoolmargemomenten en vieringen waardoor een afwijkende openingstijd van de netwerkpartners wenselijk zou zijn. INDICATOR 5 De school heeft een professionele cultuur welke aansluit bij Interdisciplinair Samenwerken. Nr Kernkwaliteit 1 2 3 5.1 Op onze school tonen we een professionele houding naar onze netwerkpartners. i = Je bent je bewust van de invloed van je eigen houding in het contact met anderen en gaat respectvol met elkaar om, bent betrokken en toont voorbeeldgedrag. 5.2 Op onze school is er een cultuur waarbij het vanzelfsprekend is om interesse tonen in elkaars werkomgeving. i = bijvoorbeeld door eens bij elkaar op bezoek te gaan. 5.3 Op onze school zijn medewerkers solidair aan school en aan collegae en in de interdisciplinaire samenwerking. 5.4 Op onze school respecteren en waarderen wij persoonlijkheidsverschillen van elkaar en onze netwerkpartners. i = Persoonlijkheidsverschillen zijn beschreven in theorieën zoals 'De rollen van Belbin, De kleuren van De Caluwé, De hoeden van Bono. 5.5 Op onze school staan we open voor feedback op onze ongeschreven manieren. i = Bij ongeschreven manieren kan gedacht worden aan omgangsregels die wij als vanzelfsprekend vinden en voor nieuwe medewerkers en/of netwerkpartners als onduidelijk kunnen worden ervaren. 5.6 Op onze school reflecteren wij op ons eigen handelen binnen de interdisciplinaire samenwerking. i = Bijvoorbeeld tijdens teamoverleg, in intervisie momenten als ook individueel in gesprekken met collega s en schooldirecteur. 5.7 Op onze school voelen we ons individueel verantwoordelijk voor een optimale interdisciplinaire samenwerking. 5.8 Op onze school zijn we gezamenlijk eindverantwoordelijk voor een optimale interdisciplinaire samenwerking. 5.9 Op onze school is Interdisciplinair Samenwerken onderdeel van de gesprekkencyclus. 5.10 Op onze school is Interdisciplinair Samenwerken onderdeel van het sollicitatiegesprek. Deze kaart is tot stand gekomen via Lean Start-Go o.a. in samenwerking met onderwijsadviesbureau Cedin te Drachten. Cedin heeft het gedachtegoed opgenomen in de kwaliteitsystematiek voor funderend onderwijs: Kwintoo -> https://kwintoo.nl/ Leerkrachten, pedagogisch medewerkers, kinderopvangmanagers, rectoren en schoolleiders hebben feedback gegeven om te komen tot dit resultaat. Het blijft een praatkaart in ontwikkeling. De oorspronkelijke versie (2015) is hierdoor al meerder maken verfijnd. Zijn er aandachtspunten, laat het me weten. 5 Angèle van der Star, november 2016

MEER LEZEN? Achtergrond evidence informed STAR model Het STAR-model is ontworpen op basis van onderzoek op micro-, meso- en macroniveau gedurende 2014-2015. De probleemstelling voor de onderzoeksvraag is geformuleerd vanuit geconstateerde onrust op grensgebieden van de samenwerkende organisaties rondom het kind van 2,5 12 jaar. Het onderzoek heeft geresulteerd in een ontwerp van een stervormig model met handvatten om de samenwerking onderwijs en kinderopvangorganisaties alsook met andere netwerkpartners, te optimaliseren vanuit ieders specifieke situatie. Immers er is geen blauwdruk voor een ideale samenwerking of samenwerkingsvorm. Het ontworpen evidence informed STAR-model is beschreven op basis van de kenmerken van een professionele leergemeenschap (Verbiest, 2003); verbinden, vertrouwen, vakmanschap en inspiratie (Lieskamp, Vink, 2015). Dit vormt als het ware het fundament voor een vruchtbare samenwerking. Het model is ontworpen om in te zetten bij scholen en kinderopvangorganisaties die interdisciplinair samen (willen) werken in bijvoorbeeld Brede scholen, Vensterscholen en/of Kindcentra. Het is daarnaast ook in te zetten bij samenwerkingsscholen en bij dorpsscholen die (willen) samenwerken met de partners in de kinderopvang, peuterspeelzaal als met de andere netwerkpartners. Het STAR-model heeft vijf domeinen (sterpunten). In deze vijf domeinen zijn zowel de zeven uitgangspunten voor een Brede school / Kindcentrum volgens Studulski (2012) opgenomen (tab.1) alsook de aspecten van het Pedagogisch Kader (Doornenbal, 2012 p. 9-10). Tabel 1 Uitgangspunten integraal Kindcentrum Brede school (Studulski, 2012). Uitgangspunten integraal Kindcentrum / Brede school (Studulski, 2012) 1. De lokale situatie / sociale context 2. Het bestuurlijk kader 3. De dagindeling 4. Leiderschapsstijl 5. Personeel (cao, organogram, beleid) 6. Financiën (cao) 7. Huisvesting 8. Pedagogisch kader 9. Communicatie met ouders Figuur 1. Pedagogisch Kader. Overgenomen uit Opgroeien doe je maar één keer (Doornenbal, 2012, p. 10). 6 Angèle van der Star, november 2016

Het STAR-model heeft tevens twee veranderkundige modellen ingevoegd. De modellen van McKinsey (7smodel.nl, 2015) en Engeström (Engeström, 2000, p. 960-974) hebben bijdrage geleverd aan het STAR-model voor de gewenste veranderkundige samenwerkingsaspecten. De interactie op de grensgebieden van samenwerkende organisaties wordt meegenomen vanuit het Activitymodel van Engeström (Miedema, 2011, p. 4). Dit model beschouwt de interactie binnen het eigen systeem als ook met andere organisaties (fig. 2). Figuur 2. Samenwerking in school en kinderopvang volgens CHAT Engeström. Het 7S model van McKinsey (fig. 3), ontworpen door Pascale & Athos (1981) draagt bij doordat het de gedeelde waarden en de interactie met harde (strategy, structure en systems) en de zachte organisatie kenmerken (staff, style, skills, en shared values) centraal heeft staan. Hierdoor maakt het tevens de gezochte complexiteit van samenwerken met andere organisaties zichtbaar. Figuur 3. 7-S model van McKinsey. Overgenomen van www.7smodel.nl op 11 maart 2015 7 Angèle van der Star, november 2016

Met medeneming van de basiskenmerken van de professionele leergemeenschap (Verbiest, 2013), gecombineerd met het 7-S model van McKinsey, de inzichten vanuit CHAT Engeström, de (pedagogische) uitgangspunten van een Integraal Kindcentrum volgens Studulski (2012) en het Pedagogisch Kader van Doornenbal (2012), heeft dit geleid tot het ontwerp van een evidence informed model dat ingezet kan worden voor Interdisciplinair Samenwerken. In het interactieve stervormige STAR-model (fig. 4) staat het gezamenlijke doel centraal waarbij de verschillende actoren, vanuit betrokkenheid, een gezamenlijk resultaat voor ogen hebben (buitenring). Zowel de harde als zachte aspecten van het 7S-model zijn in de vijf domeinen van het STAR-model opgenomen, als ook de interactie van het CHAT-model van Engeström met andere organisaties, door de verbinding met het doel van de eigen organisatie en het gezamenlijke resultaat van alle actoren. Figuur 4. STAR-model (Van Der Star, 2015). Voor scholen en kinderopvangorganisaties kan voor dit gezamenlijke resultaat, een STAR-model ingevuld worden vanuit de volgende vijf domeinen: 1. Visie: pedagogisch kader, (toekomst)ontwikkelingen, ambities en kernkwaliteiten; 2. Strategie: inzichten / doelstellingen / stappenplan (strategisch en operationeel); 3. Professionele structuur: organogram, regels / cao, financiën, beleid, functies/taken/vieringen, bevoegdheden, (ontwikkel)methoden, systemen, huisvesting; 4. Communicatie: schriftelijk/mondeling, formeel/informeel, interne en externe communicatie (public relations en meer); 5. Professionele cultuur: leiderschapsstijl, ongeschreven regels, reflectie, normen, waarden, betrokkenheid en solidariteit. 8 Angèle van der Star, november 2016

Het beoogde doel voor de verschillende scholen en kinderopvangorganisaties is gebaseerd op de eigen uitgangspunten. De vijf domeinen (punten) van de ster kunnen voor iedere samenwerkende school en organisatie anders zijn. Wanneer het STAR-model ingezet wordt vanuit het gedachtegoed dat men een gezamenlijk gedeeld resultaat voor ogen heeft (buitencirkel), kan dit model inzichtelijk maken waar, op basis van het zelfde gedachtegoed, de organisatie-verschillen zitten. Het kan daarmee de sterke kanten en de ontwikkelpunten voor de scholen en andere organisaties in beeld brengen. Op deze domeinen kunnen fricties ontstaan wanneer men een gezamenlijk doel wil bereiken. Het model maakt op deze wijze inzichtelijk aan welke sterpunten / domeinen de scholen en/of organisaties gezamenlijk, of individueel, kunnen werken om een beoogd, gezamenlijk resultaat neer te zetten (buitenring). Binnen de buitenring kunnen zich meerdere scholen en organisaties (sterren) bevinden met een gezamenlijk resultaat voor ogen (fig. 5). Fig. 5. STAR-model voor drie samenwerkende organisaties met één gezamenlijk resultaat voor ogen. Het model heeft tevens een variant STAR2.0 met een meetoptie (Xcel-sheet). De vijf beschreven domeinen zijn hierbij verdeeld m.b.v. vijf assen met een drie puntenschaal (1=matig aanwezig, 2=aanwezig, 3=ruim aanwezig). De ster laat zien in welke mate een domein aanwezig is. De assen kruisen elkaar in het midden van de stervorm op de 0-positie. Daarnaast is dit een passend instrument om vanuit een nulmeting, een gewenst scenario met stappenplan te schetsen (=strategie). Dit kan uitgezet worden in een (meerjaren)beleidsplan. De 2.0 variant is te vinden op de site van de auteur www.onderwijspassie.nl 9 Angèle van der Star, november 2016

GECITEERDE WERKEN 7smodel.nl. (2015, april 1). Opgehaald van 7smodel: http://www.7smodel.nl/ Doornenbal, J. (2012). Opgroeien doe je. Groningen: Hanzehogeschool Groningen, lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Engeström, Y. (2000). Activity theory as a framework for analising and redsigning work. Ergonomics. Lieskamp, M., Vink. R., (2015). Vertrouwen, verbinden en vakmanschap in het onderwijs. Nijmegen: Pica. Studulski, F. (2012). Hoe worden wij een integraal kindcentrum? Utrecht: Sardes Kenniscentrum kindcentra. Opgehaald van www.sadres.nl. Verbiest, E. (2003). De rol van de schoolleider in een professionele leergemeenschap. Utrecht: NSA-themareeks, Leidinggeven aan het primair onderwijs, nr. 1, 64-68.In: Heijmans, J. Redder, B. De schoolleiders 'meesterlijk beschreven'. Angèle van der Star MEL MEd Het STAR-model (2015) is ontworpen door Angèle van der Star op basis van een cyclus van drie onderzoeken t.b.v. van een Master na Master Pedagogiek: Duurzame schoolontwikkeling. Zij is onder andere schoolleider van een Vensterschool in Groningen stad en lid van de Taskforce Samenwerking Onderwijs en Kinderopvang 2016-2017. Contactgegevens Angèle van der Star AngelevdStar mmavanderstar@live.nl www.onderwijspassie.nl 10 Angèle van der Star, november 2016