Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs. voltijd deeltijd. Hogeschool INHolland

Vergelijkbare documenten
Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Opleiding tot leraar Basisonderwijs voltijd - deeltijd. Hogeschool Leiden

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar basisonderwijs voltijd - deeltijd. De Haagse Hogeschool

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd - deeltijd. Hogeschool Hanzesteden

Nadere uitwerking beoordeling educatieve minoren behorende bij wo-bacheloropleidingen

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHOLLAND

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Fontys PABO s-hertogenbosch voltijd - deeltijd. Stichting Fontys Hogescholen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding International Business and Management Studies (IBMS) voltijd. Saxion Hogeschool Deventer

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Fontys PABO Tilburg voltijd - deeltijd. Stichting Fontys Hogescholen

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Management, Economie en Recht voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHolland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar basisonderwijs voltijd - deeltijd - duaal. Saxion Hogeschool Deventer

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Tweedegraads lerarenopleidingen vo/bve, Cluster Talen Voltijd / afstandsleren

Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding Accreditatie HBO bachelor opleiding. Informatica deeltijd. Hogeschool E3

Informatie werkplekleren

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Commerciële economie voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHOLLAND

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding. Tweedegraads lerarenopleiding Docent ICT voltijd / deeltijd

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding. Tweedegraads lerarenopleidingen voltijd - deeltijd

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791).

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd en deeltijd. Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap Voltijd-deeltijd-duaal. Hogeschool Saxion Next

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Algemene Operationele Technologie Voltijd Deeltijd - Duaal

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Tweedegraads lerarenopleidingen vo/bve, Cluster Science voltijd / afstandsleren

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Protocol TNO Educatieve Master

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Journalistiek voltijd. INHOLLAND Select Studies

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Scheepsbouwkunde Voltijd. Hogeschool INHOLLAND

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatica voltijd. Hogeschool Leiden

Protocol PDG en educatieve minor

NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Small Business en Retail Management voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHOLLAND

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bedrijfseconomie voltijd - deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding VORMGEVING. ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem, Enschede, Zwolle

Adviesrapport Toets nieuwe opleiding HBO bachelor Tweedegraads Lerarenopleidingen Nederlands en Natuurkunde voltijd, deeltijd, duaal.

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Tweedegraads lerarenopleidingen vo/bve, Cluster Mens en Maatschappij voltijd / afstandsleren

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hogeschool Leiden

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding. Fontys Hogescholen Fontys Lerarenopleiding Sittard Cluster Talen

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO Psychologie voltijd - deeltijd. Hogeschool Saxion Next

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleidingen Milieukunde en Milieutechnologie voltijd / deeltijd. Saxion Hogeschool Deventer

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bio-Informatica voltijd. Hogeschool Leiden

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Fontys PABO Limburg voltijd - deeltijd. Stichting Fontys Hogescholen

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding. Bedrijfskunde deeltijd. Hogeschool NOVI

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Facility Management voltijd, deeltijd en duaal

Instrument. Avans-audit op onderwijskwaliteit. Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO-Rechten voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

23 maart april Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr. 9832).

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Commerciële Textielkunde voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Fontys Hogescholen Fontys Lerarenopleiding Sittard Cluster Mens & Maatschappij

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Hoger Hotelonderwijs voltijd deeltijd - duaal. Saxion Hogeschool Deventer

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management in Zorg en Maatschappelijke Dienstverlening deeltijd.

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Personeelsmanagement deeltijd - afstandsonderwijs. Hogeschool NTI

Adviesrapport Accreditatie HBO postinitiële Master opleiding Managing Human Resources deeltijd. Hogeschool Saxion, Deventer

Transcriptie:

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs voltijd deeltijd Hogeschool INHolland

Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland voltijd - deeltijd CROHO nr. 34808 Hogeschool INHolland Hobéon Certificering BV November 2008 Auditteam: W.L.M. Blomen Drs. R. van der Herberg Drs. R. Kleingeld F. Meijer E. J. van Unen secretaris: mr. J. H. Coenraad (1e secretaris) drs. G. W.M.C.Broers (2e secretaris)

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 1.1. Functie van het rapport 1 1.2. Bereik van de beoordeling 1 1.3. Karakteristiek van de onderwijsinstelling 1 1.4. Karakteristiek van de opleiding tot leraar basisonderwijs 3 1.4.1. Schools of Education 3 1.4.2. Studenten binnen de opleiding 4 1.4.3. Relatie met het werkveld 4 1.5. Visitatierapport Moed tot meesterschap (30 september 2003) 6 1.6. Beoordelingsprocedure en werkwijze 7 1.6.1. Kwaliteit lerarenopleiding 8 1.6.2. Audits 10 1.6.3. Beslisregels 11 1.6.4. Auditteam 12 1.6.5. Deelnemers visitatie 13 1.6.6. Programma s visitatie 15 mei 2008, 26 en 27 mei 2008 (centrale audit en Schools of Education) en locatie bezoeken 28 mei, 4 en 6 juni 2008 13 2. BEVINDINGEN EN BEOORDELING 14 Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding 14 Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen 14 Facet 1.2. Niveau Bachelor 18 Facet 1.3. Oriëntatie HBO 20 Onderwerp 2: Programma 22 Facet 2.1. Eisen HBO 22 Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 26 Facet 2.3. Samenhang Programma 29 Facet 2.4. Studielast 31 Facet 2.5. Instroom 33 Facet 2.6. Duur 36 Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 37 Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing 39 Onderwerp 3: Inzet van Personeel 44 Facet 3.1. Eisen HBO 44 Facet 3.2. Kwantiteit Personeel 46 Facet 3.3. Kwaliteit Personeel 48 Onderwerp 4: Voorzieningen 51 Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 51 53 Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg 57 Facet 5.1. Evaluatie Resultaten 57 Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering 60 Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 62 Onderwerp 6: Resultaten 65 Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau 65 Facet 6.2. Onderwijsrendement 67 3. SAMENVATTEND OORDEEL 71 3.1. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Haarlem 71 3.2. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Haarlem 72 3.3. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, 3.4. vestiging Alkmaar Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, 73 vestiging Alkmaar 74

3.5. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Hoofddorp 75 3.6. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Hoofddorp 76 3.7. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Rotterdam 77 3.8. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Rotterdam 78 3.9. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Den Haag 79 3.10. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Den Haag 80 3.11. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Dordrecht 81 3.12. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs PABO INHolland, vestiging Dordrecht 82 3.13. Integraal oordeel/ advies aan NVAO 83 Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren. Bijlage II: Programma visitaties 2008.

1. INLEIDING 1.1. Functie van het rapport Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bachelor opleiding. 1.2. Bereik van de beoordeling 1.2.1. De hogeschool INHolland, in casu de School of Education Haarlem en de School of Education Rotterdam, verzorgen de HBO bachelor opleidingen Leraar Basisonderwijs (PABO) op de locaties: Haarlem Alkmaar Hoofddorp Rotterdam Den Haag Dordrecht voltijd, deeltijd voltijd, deeltijd voltijd, deeltijd (locatie is in opbouw) voltijd, deeltijd voltijd, deeltijd voltijd, deeltijd Onder deeltijd wordt ook begrepen twee varianten, namelijk verkorte deeltijd en digipabo. Deze varianten volgen dezelfde competentieset als de voltijd- en deeltijdopleiding. Hogeschool INHolland werkt met drie zogenoemde Schools of Education, gevestigd in Haarlem, Rotterdam en Amsterdam. Deze laatste, Amsterdamse School, verzorgt de tweedegraads lerarenopleidingen en valt derhalve buiten het kader van dit rapport. Dit rapport heeft betrekking op de opleiding tot leraar basisonderwijs welke door beide Schools of Education op meerdere bovengenoemde locaties wordt aangeboden. INHolland voltijd, deeltijd. Crohonummer 34808 1.2.2. Hobéon Certificering heeft zijn oordeel over alle varianten van de opleiding in het voorliggende rapport samengevat omdat zij gericht zijn op dezelfde set eindkwalificaties en binnen één gemeenschappelijk beleids- en uitvoeringskader worden aangeboden. Zij zijn opgebouwd uit een identiek, gezamenlijk ontwikkelde curriculum, het zgn. mami-curriculum (major/minormodel). Niettemin wordt in het rapport, daar waar noodzakelijk, het onderscheid tussen de Schools en/of vestigingen van de PABO INHolland zichtbaar gemaakt. De basis voor de aan de audit zelf voorafgaande documentanalyse van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review van de Hogeschool INHolland (maart 2008) en de businessplannen van beide Schools. De hogeschool heeft tevens ter ondersteuning van de documentanalyse aanvullende documenten ter beschikking gesteld. 1.3. Karakteristiek van de onderwijsinstelling De opleiding tot leraar basisonderwijs maakt deel uit van Hogeschool INHolland, een grote organisatie met bijna 33.000 studenten en 2.700 werknemers. INHolland heeft gekozen voor een didactisch concept waarbij de student de dagelijkse leeromgeving als kleinschalig ervaart en hierbinnen veel aandacht voor de persoonlijke studieloopbaan aantreft. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 1

Het onderwijs is georganiseerd binnen 16 over Nederland verspreide Schools waarvan de School of Education Haarlem en de School of Education Rotterdam de opleiding leraar basisonderwijs verzorgen. De Schools worden op hun beurt ondersteund door een aantal hogeschoolbreed georganiseerde Interne Diensten waaronder de Dienst Human Resources Management, Marketing & Communicatie en Onderwijs, Kwaliteit, Research & Development. De directeuren van de Schools en de Diensten vormen de resultaatverantwoordelijke managementlaag direct onder het College van Bestuur. 1.3.1. Onderwijsvisie Kern van de onderwijsvisie van de hogeschool is het voorbereiden van studenten op hun beroepsleven door niet alleen kennis bij te brengen, maar ook de vaardigheden en de houding die studenten nodig hebben in het beroepsleven. Zij leren ondernemend te zijn in de brede zin van het woord: zelf initiatief te nemen, zich verantwoordelijk te voelen voor resultaten, sociaal vaardig te zijn, een nieuwsgierige en innoverende houding te hebben en respect te tonen voor de wereld waarin zij leven. 1.3.2. Major/minor-model De hogeschool heeft in de periode 2003-2007 een major/minor model ingevoerd in combinatie met competentiegericht onderwijs. Binnen de major (50% van het aantal studiepunten) verwerft de student de algemene beroepscompetenties van een bepaald domein. In de major wordt het onderwijs aangeboden in een opleidingsspecifieke context. De specialisatieminor (25%) is gericht op het verwerven van de voor de opleiding specifieke beroepscompetenties. Daarnaast vindt de opleiding het belangrijk dat een student direct invloed kan uitoefenen op het profiel dat deze op de arbeidsmarkt wil neerzetten. Dat kan door te kiezen uit een breed aanbod van zogenaamde differentiatieminors (25%). De student kiest de differentiatieminors in overleg met de studieloopbaanbegeleider en legt deze gemotiveerde keuze ter goedkeuring voor aan de examencommissie. De differentiatieminor start in het tweede (of derde) studiejaar, loopt door tot en met het vierde studiejaar en kan bestaan uit: een verdere verdieping binnen het specifieke beroep waarvoor de student wordt opgeleid, een verbreding om de eigen kennis en beroepskwalificaties te verbinden met competenties uit andere domeinen, een doorstroom programma dat voorbereidt op een masteropleiding binnen of buiten de onderwijsorganisatie. 1.3.3. Regio Elke locatie onderhoudt een netwerk van relaties met scholen/schoolbesturen en instellingen binnen de eigen regio. Binnen de beroepskolom gaat het dan in de eerste plaats om de samenwerking met voortgezet onderwijs, het (v)mbo en het primair onderwijs, en daarnaast om de relaties met bedrijven, instellingen en overheden. Dit netwerk, met name de intensivering van de samenwerking met schoolbesturen in het primair onderwijs en het vmbo, heeft de potentie om nog verder structureel te worden uitgewerkt, zodat iedere regio optimaal gebruik kan maken van de kennis en kunde van INHolland, haar netwerken en samenwerkingspartners. 1.3.4. Lectoraten en kenniskringen INHolland wil zich sterk(er) profileren op het terrein van onderzoek. Research and Innovation Centres (RIC s) zijn de organisatorische eenheden waarin zeven onderzoeksthema s worden gerealiseerd. Doel van de RIC s is om de lectoraten dichterbij de studenten, de docenten en de opdrachtgevers te brengen. De Schools of Education Haarlem en Rotterdam participeren in het RIC Education & Learning en het RIC Global City. De betrokken lectoraten van het RIC Education & Learning zijn: E-learning, Educatieve Dienstverlening, Geïntegreerd pedagogisch handelen, Grootstedelijk onderwijs en jeugdbeleid en Ontwikkelingsgericht onderwijs. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 2

Tot het RIC Global City behoren de lectoraten: Leefwerelden van de jeugd, Dynamiek van de stad, Media and entertainment management, City marketing and leisure management, Publieke meningsvorming en Grootstedelijke zorg en welzijn. De Schools of Education hebben een grote inbreng gehad in de formulering van de onderzoekslijnen. Vanuit de uitstroomprofielen zoals deze in het onderwijsprogramma zijn aangebracht, is doorgeredeneerd naar onderzoekslijnen, waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is dat de studenten zelfstandig onderzoek verrichten binnen het uitstroomprofiel, bij voorkeur gekoppeld aan een opdracht (en begeleiding) vanuit een lectoraat. 1.4. Karakteristiek van de opleiding tot leraar basisonderwijs 1.4.1. Schools of Education De School of Education Haarlem heeft een Schoolmanagementteam (SMT) dat bestaat uit de directeur, de programmadirecteur en de opleidingsmanagers. Beleidsmedewerkers nemen bij specifieke onderwerpen deel aan het SMT. Tevens is er een locatiemanagementteam (LMT) dat bestaat uit de opleidingsmanager en de coördinatoren op elk van de drie locaties afzonderlijk. Vier maal per jaar komt een breed managementteam (BMT) bij elkaar voor overleg, waaraan ook andere experts deelnemen. De onderwijsontwikkeling vindt plaats in domeinen. Vanuit hun eigen vakgebied werken domeinteams samen aan de uitvoering, verbetering en vernieuwing van onderwijs. De opleidingsmanager wordt ondersteund door de fasecoördinatoren. Studieloopbaanbegeleiders en tutoren overleggen op locatie met elkaar. Op elke locatie vinden regelmatig teamvergaderingen plaats. Het managementteam van de School of Education Rotterdam bestaat uit de directeur, de programmadirecteur, de opleidingsmanagers en een projectleider onderwijs. Bij specifieke onderwerpen schuiven ook stafmedewerkers aan. Jaarlijks vinden er drie beleidsdagen plaats waarvoor ook, indien relevant, (staf)medewerkers worden uitgenodigd. De opleidingsmanagers overleggen daarnaast over organisatorische zaken in een management teamvergadering. Binnen de School is een klankbordgroep onderwijsontwikkeling ingesteld waarin docenten en managers van verschillende locaties participeren. De bijdragen aan de ontwikkeling van onderwijsactiviteiten vindt binnen de School of Education Rotterdam plaats in vakexpertgroepen. Deze vakexpertgroepen hebben vier maal per studiejaar op de studiedagen overleg en organiseren daarnaast eigen studiedagen of bijeenkomsten. De Schools kennen een aantal opleidingslocaties. Tot de School of Education Haarlem behoren de locaties Alkmaar, Haarlem en Hoofddorp. Locatie Hoofddorp is gestart in september 2006 met het aanbieden van het eerste leerjaar. Tot de School of Education Rotterdam worden de locaties Den Haag, Rotterdam, Oegstgeest en Dordrecht gerekend. De locatie Oegstgeest wordt afgebouwd. Sinds september 2006 stromen hier geen nieuwe studenten meer in. De School of Education Haarlem en de School of Education Rotterdam hebben beide een Schooldirecteur die eindverantwoordelijk is voor het functioneren van de School. Het onderwijskundig beleid en de onderwijsontwikkeling vallen onder de verantwoordelijkheid van de programmadirecteuren van de Schools. Zij sturen processen aan die te maken hebben met curriculumontwikkeling en de kwaliteitszorg van het onderwijs. Op de locaties zijn de opleidingsmanagers verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. De beide directeuren overleggen minimaal één maal per maand. Dit geldt ook voor de programmadirecteuren. De programmadirecteuren vormen samen met de programmadirecteur van de tweedegraads opleidingen de regiegroep onderwijs en toetsing. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 3

Medewerkers van de beide Schools ontmoeten elkaar op studiedagen en in ontwikkelgroepen die, afhankelijk van het onderwerp, opleidingsbreed kunnen zijn samengesteld. De overige aspecten van de inrichting van de organisatie verschillen per School en worden hieronder kort toegelicht. Na de fusie tot Hogeschool INHolland (in 2002) zijn beide Schools of Education in het studiejaar 2003-2004 gestart met het gezamenlijk ontwikkelen van een competentiegerichte lerarenopleiding voor het basisonderwijs. Tot die tijd verzorgde de School of Education Haarlem de opleiding volgens twee curricula (van de vroegere Hogeschool Alkmaar en de Hogeschool Haarlem). De School of Education Rotterdam (voormalige Ichthus Hogeschool) werkte volgens één curriculum op vier locaties: Pabo Nieuwe Stijl. Met de start van een nieuwe School of Education voor tweedegraads lerarenopleidingen, ontstond de behoefte om een gezamenlijke major te ontwikkelen voor de drie Schools waarmee doorstroming mogelijk wordt gemaakt. Dit programma is een logische doorontwikkeling van het mami-curriculum waarin de aandachtspunten uit dit mami-curriculum zijn verbeterd. In 2007-2008 zijn alle eerstejaars van de drie Schools in het Brede major curriculum gestart. Het eerste cohort van het mami-programma (cohort 2004) studeert in 2008 af. 1.4.2. Studenten binnen de opleiding Studenten kunnen zich binnen de opleiding op meerdere manieren profileren. De opleiding bestaat voor 60 credits uit de differentiatieminor. Naast de keuze voor een uitstroomprofiel (jonge kind of oude kind) krijgt de student de mogelijkheid zich te verdiepen in een onderwerp dat aansluit bij zijn/haar belangstelling en gewenste profilering. Ook bestaat voor studenten de mogelijkheid om zich verder te verdiepen in een gekozen denominatie (Rooms-katholiek, Protestant-Christelijk, Openbaar/Humanisme, of Islam). Voor studenten die na het afstuderen verder willen studeren aan een universiteit, bestaat de mogelijkheid om een doorstroomminor te volgen. Voor excellerende studenten bestaat er bij de School of Education Rotterdam de mogelijkheid om tijdens de opleiding een zogenaamd Honours Programme te volgen. Het Honours Programme onderwijskundig leiderschap en schoolontwikkeling voorziet in een aanvullend curriculum op de reguliere opleiding, waarmee de student wordt voorbereid op het functioneren in het schoolmanagement. In de major verwerft de student beroepsspecifieke kennis en vaardigheden in de context van het basisonderwijs. Een belangrijk deel van de major wordt besteed aan het functioneren in de praktijk en het opbouwen van het persoonlijke bekwaamheidsdossier. Daarnaast werkt de student binnen taakgroepen aan onderzoeks- en ontwerpopdrachten. De afstudeeropdracht in de eindfase van de opleiding maakt ook deel uit van de major. Naast de kennis over pedagogisch handelen die in de major centraal staat, biedt de opleiding in de specialisatieminor de specifieke (school)vakinhouden aan. De specialistatieminor start direct in de propedeuse. In het eerste en tweede studiejaar worden bovendien zg. extracurriculaire colleges aangeboden op het gebied van rekenen, taal en de zaakvakken. De differentiatieminor omvat in totaal 60 credits. Vanwege de erkende beroepsvereisten van de opleiding tot leraar basisonderwijs, mag de student slechts 30 credits vrij kiezen (vrije keuze differentiatieminor), de overige 30 credits van de differentiatieminor worden door de opleiding verplicht gesteld, waarbij de invulling afhankelijk is van het uitstroomprofiel dat de student kiest (jonge kind of oudere kind). 1.4.3. Relatie met het werkveld De wijze van samenwerken met de praktijkscholen is vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten. Taken, rollen en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen zijn uitgewerkt. Er is een virtuele praktijkomgeving, genaamd Virtuele Praktijkomgeving Educatie (VPE), ontwikkeld voor de praktijkplaatsing en administratieve zaken rondom de praktijk, die voldoet aan de behoeften van de School en het werkveld. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 4

Aan zowel de School of Education Haarlem als de School of Education Rotterdam is een curatorium verbonden. Het curatorium adviseert de School over het onderwijs- en onderzoeksbeleid. Het gaat daarbij onder meer om het opleidingenaanbod, de kwaliteit van de opleidingen en de ontwikkelingen binnen de kenniskring(en) waarin de opleiding participeert. Het curatorium vergadert ten minste twee keer per studiejaar en wordt voorgezeten door één van de leden. Elke locatie heeft een beroepenveldcommissie. De beroepenveldcommissie adviseert de locatie over de kwaliteit van de opleiding in relatie tot het werkveld. Het gaat daarbij onder meer om de praktijkbegeleiding, het curriculum, de uitstroomprofielen en projecten. In de commissie zitten vertegenwoordigers uit het beroepenveld rondom de locatie. Bij de School of Education Haarlem hebben twee leden uit de beroepenveldcommissies zitting in het curatorium. Onlosmakelijk verbonden wat betreft de relatie met het werk is het concept van Opleiden in de school. De School of Education Rotterdam heeft zich de afgelopen vijf jaar intensief beziggehouden met het opleiden in de school. De School of Education Rotterdam participeert in twee dieptepilots met betrekking tot opleiden in de school. In een businessplan Samen scholen 2003-2005 heeft de School de ambities op dit terrein beschreven. Deze zijn verder uitgewerkt in de notitie Samen Scholen uit april 2003. Hierin worden de achtergronden beschreven die aanleiding vormen tot het samen scholen, vindt een theoretische verkenning plaats, wordt beschreven hoe de School of Education Rotterdam samen scholen wil inzetten en welke kwaliteitseisen daaraan gesteld worden. In het nieuwe businessplan (2006-2010) zijn opnieuw doelstellingen opgenomen t.a.v. Opleiden in de School: de helft van de praktijkscholen doet mee aan een vorm van Opleiden in de School; er zijn minoren ontwikkeld in samenwerking met regionale partners (school of instelling). In juni 2007 is een rapport verschenen waarin de stand van zaken met betrekking tot Opleiden in de School wordt opgemaakt en worden aanbevelingen gedaan. Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan in de afgelopen jaren organiseert de School brainstormsessies met betrokkenen van de verschillende locaties. Doel is te komen tot een vernieuwde visie t.a.v. Opleiden in de School. Op basis hiervan kan de School deze visie concretiseren in de samenwerkingsverbanden met de basisscholen. Wat betreft het concept Opleiden in de School geldt voor de School of Education Haarlem het volgende. In het businessplan van de School (2006-2008) wordt aangegeven dat het hierbij gaat om de uitwerking van werkplekleren, waarbij centraal staat dat de basisschool een grotere rol gaat spelen in het hele opleidingstraject. Daarnaast gaat het om het werken met profielen. Voor de toekomst staat er een op maat gesneden opleiding op het programma. Dat gebeurt in overleg tussen het werkveld en de School. In sommige regio s nemen schoolbesturen hierin het voortouw en is er sprake van vraagsturing. In andere regio s vervullen de Pabo s van INHolland de regiefunctie. In het document Opleiden in de School wordt beschreven dat in Haarlem wordt geïnvesteerd in de contacten met de praktijkscholen. Schoolbesturen worden actief benaderd door de hogeschool om voorlichting te geven. Dit heeft geresulteerd in frequente bijeenkomsten met mentoren en slb ers, waarin veel uitwisseling plaatsvindt en getraind wordt op het goed begeleiden van studenten. In Alkmaar is er voor gekozen om de student meer in de praktijkschool aanwezig te laten zijn. Deze leert meer in de praktijk dan van de praktijk. Dat betekent dat gezocht wordt naar een bepaald type student. Een student die zelfstandig kan werken, minder begeleiding van de opleiding nodig heeft en vanuit de praktijk zelfstandig de theorie kan bestuderen. De School of Education Haarlem maakt geen onderscheid meer tussen opleidingsscholen en praktijkscholen. Sommige opleidingsscholen zullen zich ontwikkelen, zo verwacht men, tot academische school. Met academische scholen ziet de School of Education Haarlem een vergaande samenwerking als ideaal op het gebied van ontwikkelen van het curriculum en het verder uitwisselen van expertise. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 5

1.5. Visitatierapport Moed tot meesterschap (30 september 2003) In 2002 heeft de landelijke visitatie plaatsgevonden van de opleiding tot leraar basisonderwijs. Er hebben toen drie visitaties binnen de hogeschool plaatsgevonden: van de opleiding in Alkmaar, de opleiding in Haarlem en de vier locaties van de School of Education Rotterdam. De commissie heeft haar bevindingen beschreven in het rapport getiteld Moed tot meesterschap (september 2003). Alkmaar De opleiding bevond zich ten tijde van de visitatie in 2002 in een overgangssituatie op zowel hogeschoolals opleidingsniveau. In de periode voorafgaand aan de visitatie is er door de opleiding veel werk verzet. Zo is in september 2001 het totale curriculum, zowel binnen- als buitenschools vernieuwd. Daarnaast is de opleiding in staat geweest het onderwijs naar behoren te organiseren. Dit getuigt van een enorme inzet van het team (pag 26, Visitatierapport Opleiding tot Leraar Basisonderwijs). De visitatiecommissie geeft aan dat er wel meer sturing moest worden gegeven aan het beleid bij de voorgenomen en reeds ingezette ontwikkelingen. Het ontwikkelde kwaliteitszorgsysteem moest worden ingevoerd en volgens het door de opleiding vastgesteld tijdpad geïmplementeerd. De opleiding moest een duidelijker beroepsbeeld formuleren dat sturend wordt voor de set eindkwalificaties, de curriculuminhoud, de toetsen en het afstuderen. De contacten met het werkveld moesten versterkt worden. Tenslotte diende de wetenschappelijke oriëntatie van de opleiding versterkt te worden. In april 2006 heeft de NVAO zich op de hoogte gesteld van de verbetermaatregelen. Zij stelt vast dat ten aanzien van de opleiding te Alkmaar, in samenhang met de ontwikkeling van de School of Education als geheel, adequate verbeteractiviteiten voor de door de visitatiecommissie genoemde kritische punten zijn doorgevoerd. Haarlem De Haarlemse PABO werd door de visitatiecommissie in 2002 gezien als een PABO die haar studenten een plezierige leeromgeving biedt met een enthousiast docententeam (.) De opleiding slaagt er in haar studenten op te leiden tot zeer gewaardeerde leraren die stevig voor de klas staan (.) Het curriculum rust op een solide basis van een beroepsbeeld en daarop gebaseerde eindtermen. Het is een prestatie van formaat dat de opleiding er in is geslaagd de landelijke documenten en de eigen ambities in samenhang te concretiseren (pag. 373, Visitatierapport Opleiding tot Leraar Basisonderwijs). De visitatiecommissie plaats twee kanttekeningen die zij naar voren wil brengen. Het eerste betreft de toekomstvastheid van de opleiding en het tweede het hbo-niveau. Wat het laatste punt betreft schrijft de visitatiecommissie in haar rapport: De opleiding scoort ( ) behoorlijk voor wat betreft de geambieerde en bereikte kwalificaties van afgestudeerden (pag. 373). De opleiding stond naar de mening van het visitatieteam voor de belangrijke uitdaging om het goede te behouden en te reiken naar het nieuwe. De ambities op het terrein van onderwijskundige vernieuwing zou zij moeten waarmaken, wil zij ook bij de volgende visitatie een goede indruk kunnen achterlaten. In dit verband wijst de visitatiecommissie in haar rapport op het sturen op kengetallen, personeelsbeleid, kwaliteitsbeleid. School of Education Rotterdam De visitatiecommissie trof in Rotterdam een opleiding met elan aan (pag. 211, Visitatierapport Opleiding tot Leraar Basisonderwijs). De opleiding is in 1999 begonnen met het implementeren van de startbekwaamheden leraar primair onderwijs. Naar het oordeel van de commissie had de opleiding het verander- en implementatieproces goed gestructureerd en gepland. De gevolgen van de veranderingen zijn aantoonbaar aanwezig in de opleiding. De commissie is enthousiast over wat ze heeft aangetroffen. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 6

Wel gaf de commissie aan dat een aantal aspecten beter gedocumenteerd moesten worden zoals het beroepsbeeld en de relatie tussen eindtermen en de leerdoelen. De opleidings was er goed in geslaagd de kanteling vorm te geven van aanbod- en docent gestuurd onderwijs naar vraag- en student gestuurd onderwijs. Op het terrein van praktijk diende de opleiding de begeleiding en de beoordeling te verbeteren. Ook het toepassen van strikte criteria bij het bindend studieadvies was noodzakelijk om zo studenten nauwkeuriger te adviseren over vervolgtrajecten. De cijfers die de opleiding genereert dient zij uitgebreider te analyseren en te gebruiken voor verbeterbeleid. De opleiding onderhoudt voldoende contacten met de buitenwereld. Wel merkt de visitatiecommissie op dat de opleiding soms te ver voor de troepen uit loopt. De scholen zijn niet voldoende geïnformeerd over ontwikkelingen in de opleiding en de redenen van die ontwikkeling (pag. 212). Tenslotte adviseerde de visitatiecommissie om meer te luisteren naar het werkveld en de contacten te structureren met de wetenschap. Ten aanzien van het HBO-niveau merkt de visitatiecommissie op dat afgestudeerden goed functioneren als startbekwame leraren. Zowel werkveldvertegenwoordigers als afgestudeerden constateren geen onoverkomelijke lacunes in kennis en vaardigheden. De commissie is daarover verheugd (pag. 198) De visitatiecommissie merkt in haar slotparagraaf verder op dat het voor de PABO locaties van INHolland van belang is, gelet op de (ten tijde van de visitatie aanstaande) fusie tussen de verschillende locaties het goede te behouden en te reiken naar het nieuwe ( ) Samenwerken is een logische keuze, maar vergt naar het oordeel van de commissie behoedzaam opereren, opdat het goede niet verloren gaat. De grootste kans die het samenwerken biedt, ligt op het gebied van management (pag. 374). Het auditteam heeft tijdens de audits aandacht besteed aan de wijze waarop de samenwerking tussen de PABO s van INHolland vorm heeft gekregen en aan de mate waarin zij erin geslaagd zijn het goede te behouden. 1.6. Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende opleidingsvarianten voltijd en deeltijd (incl. verkorte deeltijd en Digipabo) is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De voltijd en deeltijd opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. (Zie onder facet 1.1.: Domeinspecifieke Eisen ). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding tot leraar Basisonderwijs op HBO-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 7

De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de Hogeschool INHolland aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review MR, 2008; Studiegids, 2007-2008; Onderwijs- en Examen Reglement OER; Visitatierapport Moed tot meesterschap, 30 september 2003; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: - strategische keuzen en de positie in de markt, - interne organisatie, - de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, - ontwikkelingen in het beroepenveld, - beroeps- en opleidingsprofielen, - (validatie) eindkwalificaties, - producten van studenten, - curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, - werkvormen, - toetsing en beoordeling, - kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, - internationalisering, - instroombeleid, - studiebegeleiding, - onderwijsrendement. Op basis van de door opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de voltijd en deeltijd opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, innovatief vermogen, toekomstgerichtheid, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, continuïteit, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse middels een samenvatting. 1.6.1. Kwaliteit lerarenopleiding Hobéon Certificering heeft bij het beoordelen van de opleiding Leraar basisonderwijs expliciet rekening gehouden met de afspraken tussen de NVAO en de VBI s op dit terrein. Dit naar aanleiding van een brief van de Staatssecretaris aan de NVAO (d.d. 14/11/07) inzake Accreditatie van lerarenopleidingen. In een overleg tussen de NVAO en de VBI s is een aantal afspraken gemaakt wat betreft de samenstelling van de panels, de duur en de omvang van de site visit aan de lerarenopleiding, de inhoud van het curriculum en het gerealiseerde niveau. Hobéon Certificering heeft voorafgaand aan de audit een lijst opgesteld van potentiële auditteamleden. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 8

Deze lijst is voorgelegd aan de NVAO en door haar als adequaat beoordeeld. Vervolgens heeft Hobéon Certificering uit deze lijst twee externe auditoren geselecteerd. Hierdoor is geborgd dat er aandacht is besteed aan de kwaliteit van de inhoudelijke samenstelling van de panels. Om de externe legitimering verder te borgen is de audit verlengd waardoor het voor het auditteam mogelijk was om at random additionele gesprekken te voeren met studenten, docenten, werkveld en alumni. Evenals bij de reguliere ééndaagse audits zijn ook bij deze audit (tussen)producten van studenten beoordeeld waaronder portfolio s, toetsen en werkstukken. In het programma van de verschillende site visits die door het auditteam zijn uitgevoerd is, naast de reguliere gesprekken, ook ruimte gemaakt voor gesprekken met (deels at random geselecteerde) studenten en docenten. Het auditteam heeft een centrale audit uitgevoerd op 15 mei 2008 bij INHolland die geheel in het teken stond van de Opleiding tot leraar basisonderwijs. De bevindingen van het auditteam op genoemde datum zijn vervolgens geverifieerd op School- en locatieniveau. Tijdens de centrale audit heeft het auditteam uitgebreid gesproken met het management van de opleiding, kwaliteitszorgmedewerkers, onderwijsmanagers, een vertegenwoordiging van de toetscommissie, de examencommissie, lectoren en leden van de kenniskring. Aldus kreeg het auditteam een indruk van de personen die bij de opleiding betrokken zijn en de organisatie van de opleiding. Het auditteam heeft, gelet op de resultaten van de eerdere visitatie in 2002/2003 tijdens de centrale audit speciale aandacht besteed aan de wijze waarop kwaliteitszorg binnen de opleiding vormgegeven en geborgd is. Samenvattend is het auditteam tijdens de centrale audit tot de conclusie gekomen dat de PABO-opleiding goed georganiseerd is, er sprake is van een open sfeer en betrokkenheid bij de opleiding. Er is sprake van een goede balans tussen datgene wat op centraal niveau en datgene wat op decentraal niveau geregeld is. Er is goed zicht op zowel de regionalestudentenmarkt als de regionale arbeidsmarkt. Er wordt gebruik gemaakt van Kritische BeroepsSituaties (KBS) die ten dienste staan van de te bereiken competenties door de student. Ten aanzien van het onderwerp Voorzieningen is tijdens de centrale audit gebleken dat de opleiding zwaar inzet op de studieloopbaanbegeleiding en op het voorkomen van studiebelemmerende factoren. De kwaliteitszorg is op systeemniveau in orde bevonden: de opleiding heeft daardoor voldoende zicht op haar sterke en zwakke punten, hetgeen ook blijkt uit de inhoud en de bijlagen van de management review. Zo zijn in de management review een groot aantal tabellen opgenomen, uitgesplitst naar School of vestiging waar op eenduidige wijze relevante informatie, bijvoorbeeld wat betreft de studielast en de rendementen, uit af te leiden is. Het auditteam heeft vervolgens uitgebreid de Schools van de opleiding bezocht alsmede de verschillende vestigingen van de PABO van INHolland. Hierbij is het curriculum van de opleiding door het auditteam nadrukkelijk tegen het licht gehouden. Concreet betekent dit dat gekeken is naar zowel de vakinhoudelijk kant ervan als naar de specifieke vakdidactiek. Ook is aandacht besteed aan de studielast, het personeel, het rendement en het niveau van de opleiding. Onder 1.5 zijn in deze rapportage de resultaten van de visitatie in mei 2002 kort beschreven. Het auditteam heeft tijdens de audit expliciet aandacht besteed aan de wijze waarop de opleiding is omgegaan met de aanbevelingen uit de vorige visitatie. Zo is bijvoorbeeld tijdens de audit het onderwerp kwaliteitszorg uitgebreid besproken alsmede de relatie met het beroepenveld. Wij merken op dat in de rapportage, zoals gebruikelijk, aandacht besteed is aan het aantal contacturen, de docent/student ratio en het opleidingsniveau van de docenten. Ook is voorafgaand aan (in de documentenanalyse) en tijdens de audit aandacht besteed aan de wijze waarop de opleiding het opleiden in de school heeft vormgegeven: op welke wijze de samenwerking Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 9

tussen basisscholen en de opleiding vormgegeven is en op welke wijze de opleiding de kwaliteit van het opleiden in de school borgt. Hiermee volgt Hobéon Certificering de toezeggingen van de voorzitter van de NVAO aan de Staatssecretaris inzake de beoordeling van de kwaliteit van de lerarenopleiding (brief voorzitter NVAO aan de Staatssecretaris OCW, d.d. 22 november 2008, NVAO/20073488/FV). De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: 1.6.2. Audits De audits waren gericht op een actieve controle door middel van een visitatie 1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten twee externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van het basisonderwijs, één student, één lead auditor, één auditor onderwijs en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder controle moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf, werkveld en alumni) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd. 1 Data visitatie: 15 mei 2008, 26 mei 2008, 27 mei 2008, 28 mei 2008, 4 juni 2008 en 6 juni 2008. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 10

1.6.3. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts onvoldoende of voldoende scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, onvoldoende, voldoende, goed of excellent scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort voldoende, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste voldoende hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp onvoldoende en de overige ten minste voldoende hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score onvoldoende. B. Een onderwerp scoort onvoldoende, indien één facet van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort onvoldoende, indien meer dan één facet van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan voldoende gerechtvaardigd is, wordt dat als extra aantekening vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening goed, indien alle facetten van dat onderwerp goed hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp voldoende en de overige facetten goed of excellent hebben gescoord; 2 een onderwerp krijgt de extra aantekening excellent, indien alle facetten van dat onderwerp excellent hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp goed en de overige facetten excellent hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord. 2 Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 ( Programma ) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. Duur is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- Kwaliteit Personeel of Onderwijsrendement. Bij de beslissing of het onderwerp Programma een extra aantekening goed dan wel excellent verdient, wordt het facet Duur dan ook buiten beschouwing gelaten. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 11

1.6.4. Auditteam Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden: Secretaris: W.L.M. Blomen Drs. R. van der Herberg Drs. R. Kleingeld F. Meijer E. J. van Unen, studentlid Mr. J. H. Coenraad (1e secretaris); drs. G. Broers (2e secretaris) Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding Leraar Basisonderwijs van de Hogeschool INHolland noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer W. Blomen is lead auditor (zie ook hierna) en heeft inmiddels een brede ervaring in het uitvoeren van audits in het hoger onderwijs in het kader van accreditatie binnen verschillende domeinen. De vak- en werkvelddeskundigen de heren Kleingeld en Meijer hebben zich in hun beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien hebben zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. Zij hebben op grond van hun ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan professionele leraren basisonderwijs op HBO-niveau. De vakdeskundige de heer Kleingeld is voormalig directeur van enkele Jenaplanscholen. Hij is oprichter van de landelijk opererende schoolbegeleidingsdienst voor Jenaplanscholen. Thans is hij zelfstandig adviseur voor basisscholen en het voortgezet onderwijs. De werkvelddeskundige, de heer Meijer is tot aan zijn pensionering verbonden geweest aan de PABO van de Hogeschool Rotterdam, o.a. als adjunct-directeur. Hij is lid van het projectteam Verbreding Techniek Basisonderwijs en verricht als freelancer werkzaamheden voor het CITO. De heer Van der Herberg heeft zich als deskundige onderwijs vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Bij de locatiebezoeken van het auditteam is hij als lead-auditor opgetreden. Hij heeft in zijn vorige en huidige functie ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBOopleidingen gesteld worden. De heer Van Unen is student aan de Fontys PABO in Tilburg. Hij is daar studentlid van de Instituutsmedezeggenschapsraad en tevens studentlid van de onderwijscommissie. Tenslotte is hij vanaf december 2007 ook studentassistent in welke functie hij docenten ondersteunt in het uitvoeren van diverse taken. De heren Coenraad en Broers traden tijdens audits regelmatig op als secretaris van het auditteam. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 12

1.6.5. Deelnemers visitatie Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding(en): management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitaties en de locatiebezoeken: zie Bijlage II. 1.6.6. Programma s visitatie 15 mei 2008, 26 en 27 mei 2008 (centrale audit en Schools of Education) en locatie bezoeken 28 mei, 4 en 6 juni 2008 Zie Bijlage II. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 13

2. BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO. Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet Domeinspecifieke Eisen is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen Vanaf 1 augustus 2006 zijn de PABO s gehouden aan de wet Beroepen in het Onderwijs (wet BIO). Hierin is voor leraren een minimumniveau van kwaliteit vastgesteld dat uitgedrukt wordt in de zogenaamde bekwaamheidseisen. Deze zijn naar aanleiding van de landenvergelijkende studies en uitvoerige bijeenkomsten met alle geledingen uit het onderwijsveld (leerkrachten en directeuren basisonderwijs, onderzoeks- en begeleidingsinstituten) door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (hierna: SBL) beschreven. De bekwaamheidseisen waaraan de leraar basisonderwijs dient te voldoen zijn geordend naar zeven competenties: Interpersoonlijke competenties; Pedagogische competenties; Vakinhoudelijke en didactische competenties; Organisatorische competenties; Competenties m.b.t. samenwerking met collega s; Competenties m.b.t. samenwerking met omgeving; Competenties m.b.t. reflectie en ontwikkeling. De PABO opleiding van INHoland heeft deze set competenties vervolgens in een competentiewijzer voor studenten uitgewerkt in verschillende niveaus. Het auditteam heeft geconstateerd in gesprekken met studenten op de verschillende PABO locaties dat deze competentiewijzer daadwerkelijk functioneert. Dat wil zeggen: studenten passen de wijzer toe bij het plannen van de competenties waar ze gedurende een periode aan werken. De pedagogische-, (vak)didactische- en organisatorische competentie zijn sterk met elkaar verbonden bij de uitoefening van de taken als leerkracht in de groep. Buiten de groep spelen die competenties een rol in combinatie met de samenwerkingscompetentie, zichtbaar in het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van de school (school en omgeving). Daarnaast kan de competentie gericht op samenwerken ook als een zelfstandige beroepscompetentie worden beschouwd, waarbij het gaat om de kwaliteit van de samenwerkingsrelaties. In de documenten Visie en verantwoording Brede Major en The Art of Teaching heeft de opleiding de competenties verantwoord. De competenties zijn uitgewerkt naar drie niveaus van beheersing; beroepsgeschikt, professionaliseringsbekwaam en startbekwaam. De bekwaamheidseisen zijn omschreven in de vorm van zeven competenties. Deze bekwaamheidseisen zijn geordend volgens zeven samenhangende competenties met vier beroepsrollen in vier contexten: Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 14

interpersoonlijk competent, pedagogisch/vakinhoudelijk/didactisch competent en organisatorisch competent in de omgang met de leerlingen; competent in samenwerking met de collega s; competent in samenwerking met de omgeving; competent in reflectie en eigen ontwikkeling. Deze bekwaamheidseisen zijn door werkgroepen van leraren in het basisonderwijs en onder leiding van de SBL opgesteld. Leraren uit het basisonderwijs hebben hun eigen lerarenbekwaamheid hierbij in beeld gebracht. Vanaf september 2002 zijn op een meer regionaal niveau de voorgestelde kwaliteitseisen besproken en becommentarieerd om uiteindelijk in 2004 aan de minister voorgelegd te worden en vanaf de hierboven genoemde datum van 1 augustus 2006 bij wet vastgelegd te zijn. De opleiding heeft, zo blijkt tijdens de audit en uit een uitgebreide notitie, de invulling van de eindkwalificaties verder uitgewerkt. Concreet heeft de opleiding in een verkenning de trends en ontwikkelingen in de samenleving en in het onderwijs beschreven die medebepalend zijn hoe het basisonderwijs er in de toekomst uit zal zien. Hierbij sluit de opleiding nadrukkelijk aan bij de aanbevelingen van de visitatiecommissie uit 2002/2003 om de toekomstige ontwikkelingen in het beroepenveld en de implicaties hiervan voor de PABO opleiding van INHolland in beeld te brengen alsmede de implicaties van deze ontwikkelingen voor het onderwijs. Vervolgens worden visie en ontwikkelingen verder uitgewerkt voor het competentiegericht onderwijs, de rol en de functie van de beroepspraktijk en de kenmerken van de leeromgeving. Ook heeft de opleiding op een adequate wijze een volledig overzicht opgesteld van de kenmerkende beroepssituaties van de leraar basisonderwijs, de beheersingsindicatoren geformuleerd per fase, geordend naar de vijf rollen van de leerkracht en een overzicht van de relaties tussen de competenties enerzijds en de kennisbasis waarover de leraar basisonderwijs dient te beschikken anderzijds. Conform de aanbeveling van de visitatiecommissie heeft INHolland voor haar PABO opleiding een uitgebreid beroepsbeeld beschreven waarin aandacht is besteed aan de rol van de leerkracht als opvoeder, intermediair, cultuurleraar, ontwerper en léér-kracht. Door deel te nemen aan landelijk overleg (LOBO) stelt de opleiding zich op de hoogte te houden van landelijke ontwikkelingen. De opleiding geeft aan dat men ook in de toekomst verzekerd is van aanbieden van een opleiding waarvan de competenties aansluiten bij de eisen die vakgenoten en het werkveld stellen, door ook de resultaten van alumnionderzoek en werkveldonderzoek te gebruiken voor het bijstellen van het curriculum. De opleiding zal daarnaast, zoals reeds het geval is, ook in de toekomst de competenties en de uitwerking ervan voorleggen aan de beroepenveldcommissies en curatoria. Het auditteam heeft inzage gehad in de samenstelling van de beroepenveldcommissies en curatoria van de betreffende Schools of Education. Gebleken is dat hierin voor de opleiding relevante partijen zitting hebben zoals leden van besturenraden, leden van schoolbesturen, jeugdgezondheidscentra en regionale technocentra. Uit de verslagen van vergaderingen van de opleiding met de beroepenveldcommissies en curatoria blijkt dat hierbij onderwerpen ter sprake zijn gekomen die inhoudelijk voor de opleiding relevant zijn. Binnen de beide Schools en daarmee binnen de verschillende vestigingen wordt veel aandacht besteed aan het vormgeven van het opleiden in de school. Dit heeft geleid tot intensieve samenwerking met stagescholen en het gezamenlijk ontwikkelen en vormgegeven van de inhoud en begeleidingstructuur van de opleiding. De Schools of Education hechten nadrukkelijk veel belang aan deze externe oriëntatie op de lokale partners en het onderwijsveld omdat ze zich daarmee willen onderscheiden. Het auditteam heeft tijdens de audit met de opleiding gesproken over het Opleiden in de school en hierbij aandacht besteed aan successen en knelpunten. Beide Schools hebben diverse ervaringen opgedaan met opleiden in de school. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Hogeschool INHolland 15