Verantwoording Competentieprofiel. Bachelor of Health / Logopedie

Vergelijkbare documenten
Hogeschool van Utrecht Opleiding Huidtherapie. Competentieboekje. 31 augustus 2004

Intake - Assessment. Logopedie PORTFOLIOMAP

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

N E D E R L A N D S E O P L E I D I N G E N L O G O P E D I E SRO. Competentieprofiel. Compass. Logopediestudent

Gedragsindicatoren HBOV cohort

De 6 Friesland College-competenties.

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

Bijlage Beroepscompetenties Logopedisten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Gedragsindicatoren HBOV cohort en VMH

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

A CLIENTSYSTEEM. 1 Intake

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie /12 Verpleegkundige mbo v0.1

In de praktijk wat kan, op school wat moet

Beoordelen in het HBO

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Instituut voor Gezondheidszorg

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

geleid zelfstandig sturend lastig Complex 3 4 5

De Klinisch Linguïst. Specialist in. Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Kerncompetenties psychotherapeut

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verzorgende IG. Werkversie /9 Verzorgende IG v0.1

STARTDOCUMENT STAGE VMH Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Competentieprofiel kaderhuisarts

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Stage werkplan. Huidtherapie Leenen

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Student Company op het hbo. Stappenplan

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Logopedie en audiologie

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL

CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg

Competenties van de klinisch psycholoog. Ger Keijsers

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Instituut voor Gezondheidszorg

Congres Brede School 19 april 2016

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Inhoud. Voorwoord 11 DEEL 1 HET BEROEP VAN DE MBO-VERPLEEGKUNDIGE 13

Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten

Instituut voor Gezondheidszorg

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Leraar basisonderwijs LB

Beoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling. A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau

STARTDOCUMENT Praktijk/werk leerjaar 1 OVM Kwartaal 1 en 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Bedrijfsmaatschappelijk werker

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Raamplan Artsopleiding 2009

Geschiedenis Zorg Academie Leiden

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

De 7 kerncompetenties

Instituut voor. Gezondheidszorg. Naam student. Studentnummer. Jaar. Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam

Sport, Gezondheid en Management. Cursusjaar 2015/2016. Stage jaar 2. Feedback en beoordeling werkveldbegeleider

ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Programma van toetsing

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

WORKSHOP: Competentiegericht opleiden

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Werktrajectbegeleider

Informatie werkplekleren

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Module/ plaats in opleiding (propedeuse Bloom niveau 1,2 & 3) Module Beroepsoriëntatie

Inhoud. Deel I Het verpleegkundig beroep in beeld. Deel II Methodisch werken

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Transcriptie:

Verantwoording Competentieprofiel Bachelor of Health / Logopedie Eindhoven, juli 2012

Inhoud Inleiding... 3 1 Uitgangspunten Competentieprofiel (CP)... 4 1.1 Opzet CP... 4 1.2 CP en COMPASS... 4 1.3 Niveaubepalers CP... 5 2 Competentieprofiel (CP)... 8 Competentie 1: Aanbieden van preventieactiviteiten... 8 Competentie 2: Verlenen van zorg: diagnostisch onderzoek... 10 Competentie 3: Verlenen van zorg: therapie... 12 Competentie 4: Trainen en adviseren... 14 Competentie 5: Ondernemen en beheren... 16 Competentie 6: Coachen en begeleiden van collega s, teamleden en stagiaires... 18 Competentie 7: Ontwikkelen van beroepscompetenties... 19 Competentie 8: Innoveren... 21 3 Relatie CP met de Dublin-descriptoren en HBO-kernkwalificaties... 22 Literatuur... 24 Bijlage 1 Leeswijzer aanpassing competentieprofiel opleiding logopedie FPH... 25 Bijlage 2 Opleidingscompetentiematrix Logopedie... 28 Bijlage 3 Vertaling Dublin descriptoren naar generieke kwalificaties voor de hbo-bachelor... 34 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 2/36

Inleiding Dit document bevat het competentieprofiel van Fontys Paramedische Hogeschool / Opleiding voor Logopedie met de daarbij horende verantwoording. Het competentieprofiel vormt het uitgangspunt voor het curriculum van de opleiding. De definitie die FPH hanteert voor de beschrijving van een competentie luidt: Een competentie is het vermogen van een persoon, die gevormd wordt door een integratie van vaardigheden, attitudes en onderliggende kenniselementen, welke van invloed is op een belangrijk deel van iemands taak, die samengaat met de prestatie op de taak, die kan worden gemeten en getoetst aan aanvaarde normen, en die kan worden verbeterd via training en ontwikkeling (Parry 1996). In deze definitie zijn de elementen aangegeven die belangrijk zijn bij het opstellen van de competenties, namelijk de bepaling van de belangrijkste taken (beroepssituaties) en de wijze waarop geleerd en getoetst wordt. Hoofdstuk 1 beschrijft hoe het competentieprofiel van de opleiding (CP) tot stand is gekomen vanuit het Beroepsprofiel Logopedist en het landelijk competentieprofiel logopediestudent (COMPASS) en beschrijft de niveaubepalers voor de uitwerking van elke competentie in prestatie-indicatoren. Hoofdstuk 2 bevat het competentieprofiel, bestaande uit acht competenties. Elke competentie is uitgewerkt in drie beheersingsniveaus. Per beheersingsniveau zijn prestatie-indicatoren geformuleerd. In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de relatie tussen de competenties met de Dublin-descriptoren en HBO-kernkwalificaties. Bijlage 1 en 2 beschrijven de aanpassingen van het competentieprofiel vanuit het landelijk competentieprofiel. Bijlage 3 bevat Nederlandse vertaling van de Dublindescriptoren naar de generieke kwalificaties voor de hbo-bachelor. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 3/36

1 Uitgangspunten Competentieprofiel (CP) Dit hoofdstuk geeft een beknopte beschrijving van de opzet van het competentieprofiel van de opleiding logopedie(par.1.1), de gemaakte aanpassingen van het CP vanuit het landelijk competentieprofiel COMPASS (par. 1.2) en de niveaubepalers van het CP (par.1.3). 1.1 Opzet CP Het CP is afgeleid van het landelijk opgestelde competentieprofiel logopediestudent COMPASS (SRO-NOL, 2004). Deze is op haar beurt weer ontwikkeld vanuit het Beroepsprofiel Logopedist (NVLF, 2003). De Dublindescriptoren en de generieke HBO-competenties zijn beide in de verantwoording van COMPASS opgenomen. Het CP van de opleiding is getoetst aan de Grensoverschrijdende Standaarden Logopedie (2005) en de Minimum Standards for Education van het CPLOL (Comité Permanent de Liaison des Orthophonistes-Logopèdes de l Union Européenne; 2007). Het CP bestaat uit acht competenties, verdeeld over de drie hoofdgebieden van het beroep met de daarbij behorende beroepsrollen. Elke competentie bevat: de beschrijving van de competentie de eisen, die gesteld worden aan het eindniveau van de startende logopedist, tevens het eindniveau van de Bacheloropleiding; een beknopte beschrijving van de werksetting; de prestatie-indicatoren op 3 beheersingsniveau s Vanuit een analyse van competenties, taken, handelingen, beroepsproducten en rollen met de daarbij passende toetsvormen worden uiteindelijk leeractiviteiten ontwikkeld die de student flexibel moeten begeleiden en ondersteunen in zijn ontwikkeling om de beroepssituaties te leren beheersen en de competenties te verwerven tot startbekwaam logopedist. 1.2 CP en COMPASS Het competentieprofiel (CP) is afgeleid van het landelijk competentieprofiel COMPASS, maar bevat een aantal aanpassingen. Deelcompetenties en beheersingsniveaus De deelcompetenties van het landelijk competentieprofiel worden in het CP niet als zodanig benoemd, maar worden als omschrijving toegevoegd aan de competentiebeschrijvingen als geheel. In het CP zijn per competentie de beheersingsniveaus uit COMPASS gewijzigd van vijf naar drie niveaus. Motivatie Fontys heeft als richtlijn geen deelcompetenties te hanteren en drie competentieniveaus. Te veel detaillering kan leiden tot het afstrepen van lijstjes door zowel student als docent. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 4/36

Wijziging in opbouw / plaats van de competenties Verlenen van zorg is gesplitst in de competenties Verlenen van zorg/diagnostisch onderzoek en Verlenen van zorg / Therapie. De inhoud van de competenties Coördineren van activiteiten rondom cliënten is verwerkt in de competenties rondom diagnostiek en behandeling. De competenties Initiëren van programma s en Ontwikkelen van methoden, technieken en richtlijnen is samengevoegd tot de competentie Innoveren. Motivatie Op deze manier ontstaan meer logopedische gehelen van competenties. Daarbij is een evenwichtiger verdeling voor het opstellen van onderwijseenheden mogelijk. In bijlage 1 is de tabel opgenomen, waarin de aanpassingen in kaart zijn gebracht en in bijlage 2 staat de aanpassing uitgewerkt van de vijf naar drie beheersingsniveaus. 1.3 Niveaubepalers CP Fontys hanteert als algemeen principe voor de indeling naar beheersingsniveaus een vijftal niveaubepalers. De opleiding heeft deze verder geconcretiseerd (op basis van eerder ontworpen schema s binnen FPH; Zijl, 2010). De drie beheersingsniveaus onderscheiden zich als volgt: Niveau 1: 1. Toenemende complexiteit van de taak en context Dat houdt in: aantal deelproblemen en variabelen, hun onderlinge relaties en de dynamiek van veranderingen daarin. Mate waarin probleem vanuit bredere context en procesverloop wordt bezien. Dat houdt in de aard en gevolgen van het probleem en de reikwijdte van de effecten van oplossingen. 2. Afnemende structuur, hulp en tijd bij het vervullen van de taak. Dat houdt in het aantal mogelijke oplossingen, relevante theorieën, concepten en modellen, beschikbaarheid van richtlijnen en alle benodigde informatie. 3. Toenemende zelfsturing en verantwoordelijkheid Mate waarin de fysiotherapeut in staat is, onafhankelijk van derden, werkzaamheden uit te voeren en daaraan richting te geven. 4. Toename van wendbaar gebruik van het geleerde (transfer naar andere beroepssituaties) 5. Toenemende integratie van afzonderlijke ingrediënten en taakaspecten Is uitgewerkt bij niveaubepaler Complexiteit van taak en context. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 5/36

1. Complexiteit taak en context Niveau 1 (beginnend) Niveau 2 (geoefend) Niveau 3 (startbekwaam) Probleem helder, afgebakend en stabiel Probleem vaag, nog niet afgebakend en instabiel enkelvoudige veel voorkomende problemen: stoornis en/of activiteit meervoudige problemen: stoornissen én participatie of activiteit meervoudige, regelmatig voorkomende problemen: stoornis en participatie en activiteit voorspelbaar verloop Taakvariatie: gering geringe variatie in taken en beperkte taakomvang bij beperkt aantal doelgroepen gericht op het geven van instructies Enkelvoudige context/ werksetting gericht op eigen taakuitvoering in opdracht van anderen gericht op werken met cliënt en omgeving (microniveau) vergt enkel operationeel handelen Beperkte impact enkelvoudige (deel) interventies geen risico s m.b.t. interventies, geringe impact op functioneren cliënt beoogde effecten bereikbaar op korte termijn voorspelbare prognose en verloop matige taakvariatie (bv screenen èn onderzoeken; plannen en behandelen) bij beperkt aantal doelgroepen. gericht op het geven van instructies en begeleiding betrokken op taak in relatie tot doelen (probleemgericht/klinisch redeneren) gericht op werken met cliënt en omgeving in de specifieke werksetting (micro- en mesoniveau) constructieve participatie in intercollegiaal overleg met minimaal één andere discipline gecombineerde interventies, reeks behandelingen matige impact op functioneren cliënt, geringe risico s m.b.t. interventies beoogde effecten bereikbaar op korte termijn en middellange termijn meerdere beïnvloedbare factoren ten aanzien van het verloop Veel variatie aan taken gebruikelijke variatie aan taken/ in meerdere werksettingen/ bij een variatie aan doelgroepen gericht op het geven van instructies, begeleiding en coaching Meervoudige context/ werksetting geïntegreerd, bewust van grenzen/mogelijkheden in de werksetting, gericht op werken met cliënt en omgeving binnen in de specifieke werksetting en context gezondheidszorg, betrokken op bedrijfsvoering (micro-, meso-, macroniveau) constructieve participatie in multidisciplinair overleg Grote impact gecombineerde interventies, volledige behandelingscyclus impact op dagelijks functioneren en sociale participatie van cliënt, beperkte risico s m.b.t. interventies beoogde effecten bereikbaar op middellange en lange termijn 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 6/36

2. Structuur, hulp en tijd Niveau 1 (beginnend) Niveau 2 (geoefend) Niveau 3 (startbekwaam) aanpak stapsgewijs aanpak systematisch, planmatig aanpak methodisch (MLH) (onderdelen MLH) (MLH) stipt volgen van voorschriften en protocollen, eenduidige diagnostische en therapeutische criteria geringe snelheid, geen/ geringe tijdsdruk alle benodigde informatie beschikbaar en consistent monodisciplinaire aanpak volstaat reflecteert indien gevraagd op het eigen handelen het bewust hanteren en kiezen van protocollen en richtlijnen als richtinggevend handelingsverloop vloeiend, onder geringe tijdsdruk benodigde informatie zelf verzamelen multidisciplinaire afstemming reflecteert systematisch het eigen handelen doet voorstellen om af te wijken van standaarden als situatie daarom vraagt sensitiviteit en specificiteit diagnostische middelen bekend (verantwoorden vanuit EBP) gebruikelijk tempo relevante informatie onzeker/ kritische interpretatie multidisciplinaire samenwerking reflecteert op en tijdens het eigen handelen 3. Toenemende zelfsturing en verantwoordelijkheid Niveau 1 (beginnend) Niveau 2 (geoefend) Niveau 3 (startbekwaam) werkt op indicatie en onder begeleiding van werkt onder leiding van beperkte verantwoordelijkheid voor analyse en aanpak verantwoordelijk voor eigen functioneren, beslissingen en resultaten verantwoordelijk voor zorgvuldige uitvoering, grote hulpafhankelijkheid bewust van eigen sterke/zwakke punten matige hulpafhankelijkheid, stelt gerichte hulpvragen geeft richting aan de eigen ontwikkeling geringe hulpafhankelijkheid, formuleert eigen hulpbehoeften onderhoudt en verdiept eigen niveau van deskundigheid 4. Wendbaar gebruik van het geleerde (transfer naar andere beroepssituaties) Niveau 1 (beginnend) Niveau 2 (geoefend) Niveau 3 (startbekwaam) herkent globale karakteristieken van veelvuldig voorkomende stoornissen herkent globale karakteristieken van meest voorkomende stoornissen, participaties en/of activiteiten herkent patronen én afwijkingen in regelmatig voorkomende stoornissen, participaties en activiteiten past geleerde in een duidelijk afgebakende situatie toe past geleerde in duidelijk herkenbare en omschreven situaties toe bij verschillende doelgroepen past geleerde toe in onduidelijke situaties waarin zich tegelijkertijd verschillende stoornissen, participaties en/of activiteiten voordoen. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 7/36

2 Competentieprofiel (CP) Competentiegebied I: werken met en voor cliënten Rollen: therapeut, coördinator Competentie 1: Aanbieden van preventieactiviteiten Om de kans op het optreden van stoornissen en/of beperkingen in activiteiten te verminderen, biedt de logopedist cliënt(en) primaire, secundaire en tertiaire preventieactiviteiten aan. De startende logopedist: spoort dmv screening gezondheidsproblemen en risicofactoren vroegtijdig op en analyseert deze stelt vroegtijdig en proactief een preventieplan op, voert dit uit en coördineert de uitvoering geeft methodisch preventieve voorlichting, dat wil zeggen bewust, doelmatig verantwoord en systematisch. Context De logopedist geeft zowel individueel als in groepsverband voorlichting en advies over gezondheidsbevorderend gedrag in het dagelijks leven, inclusief werk- en vrijetijdsbesteding, en biedt activiteiten aan gericht op het voorkómen van logopedische problemen t.a.v. spraak, taal, stem, gehoor of slikken. Preventieve verrichtingen hebben betrekking op primaire, secundaire of tertiaire preventie met als oogmerk: gezondheidsbescherming (vermindering van risicofactoren), gezondheidsbevordering (gezond gedrag en leefstijl), vroegtijdige signalering en behandeling (van dreigende gezondheidsproblemen) in relatie tot logopedische stoornissen. Hieronder valt ook het voorkomen van recidieven. De logopedist in dienst bij Gemeentelijke/Gewestelijke Gezondheidsdient (GGD) verricht voornamelijk primaire en secundaire preventieactiviteiten gericht op vroegtijdige opsporing van logopedische stoornissen bij kinderen. De logopedist werkzaam in de vrije vestiging, in het (speciaal) onderwijs en in de gezondheidszorg verricht zowel primaire, secundaire als tertiaire preventie. Behalve in bovengenoemde werksettingen kan de logopedist preventieactiviteiten uitvoeren in andere organisaties en bedrijven, bijv. gericht op adem- en stemgebruik of ter voorkoming van lawaaibeschadiging. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 8/36

Prestatie-indicatoren competentie 1: Niveau 1 1. Voert een screening uit bij een gegeven risicogroep en verantwoordt de resultaten; hanteert hierbij de geëigende meetinstrumenten. 2. Geeft uitleg, zowel mondeling als schriftelijk, over een eenvoudig logopedisch onderwerp aan een specifieke doelgroep; de student maakt hierbij gebruik van meerdere communicatiemiddelen, zoals presentatie, folder, poster, etc. Prestatie-indicatoren competentie 1: Niveau 2 1. Selecteert een groep voor een screening, screent deze volgens zelf opgesteld plan en met de aan de doelgroep aangepaste middelen; de student geeft vervolgens een prognose van de risico s die de cliënten lopen aan de cliënten zelf en vakgenoten. 2. Stelt een preventieplan op voor een specifieke doelgroep op basis van onderzoek naar behoefte aan en noodzaak van preventie voor deze groep vanuit logopedisch perspectief én vanuit informatie van aanverwante disciplines, zoals arts, GVO-consulent, verpleegkundige, leerkracht etc.; de student voert het plan uit en evalueert product en proces. 3. Geeft voorlichting met betrekking tot preventie aan een specifieke doelgroep binnen het vakgebied logopedie, waarbij de student meerdere communicatiemiddelen inzet; de student beschrijft het proces en het product, met name het effect van de voorlichting op de doelgroep. Prestatie-indicatoren competentie 1: Niveau 3 1. Stelt een advies op voor de opdrachtgever over te nemen preventieve maatregelen naar aanleiding van een zelf uitgevoerde logopedische screening bij een specifieke doelgroep; het advies is gebaseerd op een beoordeling van de gehanteerde screeningsinstrumenten, analyse van de screeningsgegevens/risicofactoren van de doelgroep en kritische evaluatie ten aanzien van de uitgevoerde screening; de uitvoering van het advies is onderzocht op haalbaarheid voor opdrachtgever en doelgroep. 2. Ontwikkelt een multiprofessioneel preventieplan en levert een bijdrage aan de coördinatie van de uitvoering; de student evalueert zowel proces als product. 3. Geeft voorlichting aan een specifieke doelgroep in samenwerking met andere disciplines, waarbij de student meerdere communicatiemiddelen inzet; de student beschrijft het proces en het product, met name het effect van de voorlichting op de doelgroep; de voorlichting moet een aantoonbare relatie hebben met het actuele Europese/landelijke beleid op gebied van preventie; de student toont aan een eigen presentatiestijl te hebben. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 9/36

Competentiegebied I: werken met en voor cliënten Rollen: therapeut, coördinator Competentie 2: Verlenen van zorg: diagnostisch onderzoek Om de last van stoornissen en/of beperkingen te verlichten en/of op te heffen, biedt de logopedist cliënt(en) op een professioneel verantwoorde wijze logopedische zorg aan; om de zorg als een continu en integraal proces te laten verlopen, coördineert de logopedist de afgesproken activiteiten rondom de cliënt(en) en doelgroepen. De startende logopedist: voert op professioneel verantwoorde wijze een logopedische anamnese en onderzoek uit stelt een diagnose op en coördineert de afgesproken activiteiten rondom cliënt en doelgroepen. Context De logopedist verricht diagnostisch logopedisch onderzoek in alle geledingen van de gezondheidszorg en in het (speciaal) onderwijs. In de gezondheidszorg vindt diagnostisch logopedisch onderzoek plaats op verwijzing van een medicus, of na DTL-screening (Directe Toegankelijkheid Logopedie). In het (speciaal) onderwijs vindt diagnostisch onderzoek plaats op verzoek van de begeleidingscommissie. Voorbeelden van werksettingen waar de logopedist diagnostisch onderzoek in de gezondheidszorg verricht zijn: vrije vestiging, ziekenhuis, verpleeghuis, (kinder)revalidatiecentrum, kinderdagverblijf, audiologisch centrum, diagnostisch centrum spraak- en taal en instellingen voor verstandelijk gehandicapten. In het speciaal onderwijs verricht de logopedist diagnostisch onderzoek in cluster 1, 2, 3 en 4 van het speciaal onderwijs. De logopedist kan deel uit maken van een REC (Regionaal Expertise Centrum voor verwijzing naar speciaal onderwijs). De logopedist verricht diagnostisch onderzoek bij zowel kinderen als volwassenen van alle leeftijden, gericht op alle voorkomende logopedische stoornissen. Prestatie-indicatoren competentie 2: Niveau 1 1. Voert onder begeleiding (delen van) anamnese uit bij cliënten met vermoedelijk enkelvoudige problematiek (ICF: stoornis en/of activiteit) en houdt daarbij rekening met informatie vanuit andere disciplines; hanteert hierbij de gangbare richtlijnen voor betreffende anamnese. 2. Maakt, op basis van een interpretatie van intake en anamnesegegevens van cliënten met enkelvoudige problematiek, een onderbouwde keuze uit onderzoeksinstrumenten 3. Voert (delen van) een onderzoek uit volgens de instructies van betreffende handleiding en kaders MLH bij cliënten van diverse leeftijdsgroepen, verdeeld over minimaal 4 van de 8 stoornisgebieden van het NT. 4. Stelt een logopedische diagnose op voor cliënten met eenvoudige problematiek volgens indeling ICF. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 10/36

5. Stelt een overzicht op van behandelingsmogelijkheden of verder onderzoek voor cliënten met enkelvoudige problematiek. 6. Stemt eigen houding en aanpak af op de cliënt en geeft het goede voorbeeld op gebied van eutonie, stemgeving, uitspraak en taalgebruik Prestatie-indicatoren competentie 2: Niveau 2 1. Voert anamneses uit bij cliënten met vermoedelijk meervoudige problematiek (ICF: stoornis en participatie of activiteit) en houdt daarbij rekening met informatie vanuit andere disciplines/andere schakels binnen de ketenzorg; hanteert hierbij de gangbare richtlijnen voor betreffende anamnese. 2. Maakt, op basis van zelf uitgevoerde anamnese én relevante gegevens van andere disciplines, een onderbouwde keuze uit de onderzoeksinstrumenten voor cliënten met vermoedelijk meervoudige problematiek. 3. Voert het onderzoek uit volgens de instructies van betreffende handleiding en kaders MLH bij cliënten van diverse leeftijdsgroepen en met verschillende culturele achtergrond, verdeeld over minstens 4 van de 8 stoornisgebieden van het NT. 4. Stelt door klinisch redeneren een logopedische diagnose op voor cliënten met meervoudige problematiek volgens indeling ICF. 5. Stelt een overzicht op van behandelingsmogelijkheden, verder onderzoek, of verwijzing voor cliënten met meervoudige problematiek, overlegt dit met cliënt en/of omgeving volgens de richtlijnen van gesprekstechnieken voor hulpverleners en rapporteert de gegevens aan verwijzers; hanteert voor de rapportage de richtlijnen van de NVLF. 6. Coördineert (onder begeleiding) de activiteiten rondom de cliënt volgens de gebruikelijke regels van de betreffende logopedische werksetting. 7. Werkt flexibel en cliëntgericht, is creatief in het oplossen van problemen en werkt evidence based. Prestatie-indicatoren competentie 2: Niveau 3 1. Voert anamneses uit bij cliënten met vermoedelijk meervoudige problematiek ((ICF: stoornis, activiteit en participatie) en houdt daarbij rekening met informatie vanuit andere disciplines/andere schakels binnen de ketenzorg; hanteert hierbij de gangbare richtlijnen voor betreffende anamnese 2. Maakt, op basis van zelf uitgevoerde anamnese én analyse van relevante gegevens van andere disciplines een onderbouwde keuze uit de onderzoeksinstrumenten voor cliënten met vermoedelijk meervoudige problematiek en voert deze uit volgens de richtlijnen van de handleiding, protocollen en kaders MLH. 3. Voert het onderzoek uit volgens de instructies van betreffende handleiding en kaders MLH bij cliënten van diverse leeftijdsgroepen, verdeeld over minstens 4 van de 8 stoornisgebieden van het NT. 4. Stelt door klinisch redeneren een logopedische diagnose op bij cliënten met meervoudige problematiek en houdt rekening met de in- en externe factoren van de cliënt volgens ICF. 5. Stelt een overzicht op van behandelingsmogelijkheden, verder onderzoek, of verwijzing voor cliënten met meervoudige problematiek, overlegt dit met cliënt en/of omgeving volgens de richtlijnen van gesprekstechnieken voor hulpverleners en rapporteert de gegevens mondeling en/of schriftelijk in multidisciplinair overleg en aan verwijzers; hanteert voor de rapportage de richtlijnen van de NVLF. 6. Coördineert zelfstandig de activiteiten rondom de cliënt volgens de gebruikelijke regels binnen de logopedische werksetting. 7. Toont aan zelfstandig te kunnen handelen, werkt evidence based en toont zich creatief in het oplossen van problemen waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn, voert de werkzaamheden in een vloeiend werktempo uit, zoals dat bij een startbekwame beroepsbeoefenaar hoort. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 11/36

Competentiegebied I: werken met en voor cliënten Rollen: therapeut, coördinator Competentie 3: Verlenen van zorg: therapie Om de last van stoornissen en/of beperkingen te verlichten en/of op te heffen, biedt de logopedist cliënt(en) op een professioneel verantwoorde wijze logopedische zorg aan; om de logopedische zorg als een continu en integraal proces te laten verlopen, coördineert de logopedist de afgesproken activiteiten rondom de cliënt(en) en doelgroepen. De startende logopedist: stelt op professioneel verantwoorde wijze een logopedisch behandelplan op, voert het uit, en coördineert de afgesproken activiteiten rondom cliënt en doelgroepen. Context De logopedist verleent therapie aan cliënten van alle leeftijden (kinderen, adolescenten, volwassenen en ouderen) en biedt begeleiding aan personen uit hun omgeving. De therapie heeft betrekking op de 5 stoornisgebieden: stem, spraak, taal, gehoor en primaire mondfuncties, inclusief communicatieve voorwaarden. De logopedist werkt in alle geledingen van de gezondheidszorg en onderwijs, hoofdzakelijk met individuele cliënten, maar ook in groepsverband. Op verwijzing kunnen behandelingen aan huis gegeven worden. Prestatie-indicatoren competentie 3: Niveau 1 1. Stelt onder begeleiding behandeldoelen/-plan op vanuit de onderzoeksgegevens en maakt een beredeneerde keuze voor de behandeling van een (simulatie)cliënt met enkelvoudige problematiek (ICF: stoornis en/of activiteit). 2. Voert volgens de methode van het logopedisch handelen (MLH) delen van een behandelplan uit, hanteert hierbij de richtlijnen en protocollen van de betreffende behandelmethode(n) en NVLF en verantwoordt de behandelingen op basis van relevante informatiebronnen. 3. Voert de behandelingen uit bij cliënten van diverse leeftijdsgroepen, verdeeld over 4 van de 8 stoornisgebieden van het NT. 4. Evalueert de behandelingen en past zo nodig de behandeling aan. 5. Stemt eigen houding en aanpak af op de cliënt en geeft het goede voorbeeld op gebied van eutonie, stemgeving, uitspraak en taalgebruik. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 12/36

Prestatie-indicatoren competentie 3: Niveau 2 1. Stelt zelfstandig behandeldoelen/-plan op vanuit de onderzoeksgegevens en maakt beredeneerde keuzes voor de behandeling van cliënten met meervoudige problematiek (ICF: stoornis en participatie of activiteit). 2. Voert onder begeleiding behandelingen uit bij cliënten met meervoudige problematiek volgens het methodisch logopedisch handelen (MLH) en stemt de behandeling af met andere disciplines; hanteert hierbij de richtlijnen en protocollen behorende bij de betreffende behandeling. 3. Evalueert proces en product van de behandeling; stelt de behandeling op basis hiervan zo nodig bij en rapporteert aan de verwijzer; hanteert bij de rapportage de richtlijnen van de NVLF. 4. Voert behandelingen uit bij diverse leeftijdsgroepen, verdeeld over minstens 4 van de 8 stoornisgebieden van het NT. 5. Werkt flexibel en cliëntgericht, is creatief in het oplossen van problemen en werkt evidence based. Prestatie-indicatoren competentie 3: Niveau 3 1. Stelt zelfstandig behandeldoelen/-plan op vanuit de onderzoeksgegevens voor cliënten met een meervoudige problematiek (ICF: stoornis en participatie en activiteit) en betrekt hierbij professionals van andere disciplines en de cliënt zelf of personen uit de omgeving van de cliënt. 2. Voert met grote zelfstandigheid een volledige behandelcyclus uit volgens het methodisch logopedisch handelen (MLH) bij cliënten met een meervoudige problematiek werkt hierbij nauw samen met andere disciplines; hanteert hierbij de richtlijnen en protocollen behorende bij de betreffende behandeling. 3. Evalueert proces en product van de behandeling tijdens multidisciplinair overleg en stelt zo nodig de behandeling bij; rapporteert aan verwijzer en hanteert bij de rapportage de richtlijnen van de NVLF. 4. Coördineert zelfstandig de activiteiten rondom de cliënt volgens de gebruikelijke regels binnen de logopedische werksetting. 5. Toont aan zelfstandig te kunnen handelen, werkt evidence based en toont zich creatief in het oplossen van problemen waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn, voert de werkzaamheden in een vloeiend werktempo uit, zoals dat bij een startbekwame beroepsbeoefenaar hoort, 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 13/36

Competentiegebied I: werken met en voor cliënten Rollen: trainer, adviseur, coördinator Competentie 4: Trainen en adviseren Om cliënten beter te laten functioneren, biedt de logopedist op een professioneel verantwoorde wijze logopedische training en advies aan; om de training en advies te laten verlopen als een continu en integraal proces coördineert de logopedist de afgesproken activiteiten rondom de cliënt(en) en doelgroepen. De startende logopedist: stelt een plan op voor (groeps-)training/-scholing gericht op (aspecten van de) communicatie of voorwaarden daartoe en voert het uit; adviseert een (groep) cliënt(en) / personen uit de omgeving van de cliënt ten aanzien van (aspecten van de) communicatie of voorwaarden daartoe en ondersteunt bij de uitvoering van deze adviezen. Context De logopedist traint/schoolt cliënt(en) op gebied van presentatie, stem en/of spraak. In dat geval is (nog) geen sprake is van een logopedische stoornis. De training kan individueel aangeboden worden of in groepsverband. De logopedist handelt als zelfstandig ondernemer of vanuit een dienstverband. Voorbeelden zijn: training van beroepssprekers, zoals leerkrachten, acteurs en callcentermedewerkers. De trainingen kunnen ook gericht zijn op primaire preventie, zoals het voorkomen van arbeidsgerelateerde klachten. Ook de verstaanbaarheidstraining op gebied van tweede taalverwerving behoort tot deze categorie werkzaamheden van de logopedist. NB: Advisering aan cliënten of personen uit de omgeving van de cliënt behoort tot competentie 3. Prestatie-indicatoren competentie 4: Niveau 1 1. Voert bestaande programma s uit om de eigen vaardigheden te verbeteren op gebied van eutonie, stemgeving en uitspraak. 2. Voert delen van een bestaand programma uit bij een medestudent op gebied van eutonie, stemgeving en uitspraak en volgt hierbij de opbouw van betreffende programma. 3. Stelt voor een medestudent doelen op ter verbetering van eutonie, stemgeving en uitspraak en bedenkt hierbij oefeningen op basis van een bestaande oefenprogramma s. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 14/36

Prestatie-indicatoren competentie 4: Niveau 2 1. Stelt een plan op voor een individuele training/scholing vanuit meerdere bestaande programma s ten aanzien van veel voorkomende problematiek; in het plan zijn zowel inhoud als organisatie beschreven en zijn de keuzes verantwoord vanuit de literatuur. 2. Voert (een deel) van de training/scholing op methodische wijze uit en beheerst de bestaande technieken/methoden voor scholing op gebied van presentatie, stem en spraak. 3. Werkt flexibel en cliëntgericht; geeft het goede voorbeeld op gebied van eutonie, stemgeving, uitspraak en taalgebruik. 4. Evalueert de gegeven training/scholing en het eigen gedrag daarbij en stelt verbeterpunten op ten aanzien van aanpak en/of eigen gedrag. Prestatie-indicatoren competentie 4: Niveau 3 1. Stelt een innovatief plan op voor een groepstraining/-scholing gericht op (aspecten van de) communicatie of voorwaarden daartoe, waarin zowel inhoud als organisatie zijn beschreven en verantwoordt de keuzes volgens het format voor praktijkgericht onderzoek. 2. Voert op methodische wijze (een deel) van de groepstraining/-scholing uit, beheerst bestaande technieken/methoden en stemt de uitvoering af op doel, wensen en niveau van de doelgroep. 3. Stelt onder begeleiding een advies op ter verbetering van (veel voorkomende) aspecten van de communicatie bij een specifieke doelgroep en verantwoordt de gemaakte keuzes vanuit de literatuur. 4. Voert onder begeleiding (een deel) van het opgestelde advies uit volgens de richtlijnen gesprekstechnieken voor hulpverleners. 5. Hanteert didactische principes, houdt rekening met verschillende leerstijlen, is creatief in het oplossen van problemen en geeft het goede voorbeeld op gebied van eutonie, stemgeving, uitspraak en taalgebruik. 6. Evalueert de gegeven training/scholing en het adviesgesprek samen met de cliënt; geeft suggesties voor vervolg/transfer aan de cliënt en stelt verbeterpunten op ten aanzien van aanpak en/of eigen gedrag. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 15/36

Competentiegebied II: werken in en vanuit een organisatie Rollen: manager, ondernemer Competentie 5: Ondernemen en beheren Om de continuïteit van de praktijk, onderneming, afdeling of dienst te waarborgen, levert de logopedist op een professioneel verantwoorde wijze een actieve bijdrage aan beleidsontwikkelingen en -uitvoering. De startende logopedist: stelt een ondernemingsplan en/of beleidsplan op, voert dit plan (of delen ervan) uit, en stelt dit bij voert een praktijk- en cliëntenadministratie voert kwaliteitszorg uit op praktijk/afdelingsniveau Context De logopedist kan werkzaam zijn: als zelfstandig ondernemer in een eigen praktijk of andere gezondheidszorgondernemingen; in loondienst in de eerste, tweede en derde lijn van de gezondheidszorg; in loondienst of als zelfstandig ondernemer in andere dan gezondheidszorgorganisaties (zoals onderwijsinstellingen, bedrijven, training- en adviesbureaus). Prestatie-indicatoren competentie 5: Niveau 1 1. Beschrijft de inrichting van een bestaande logopedische setting en inventariseert de wensen van de logopedist voor het optimaliseren van de inrichting; hanteert hierbij de eisen die de beroepsvereniging NVLF stelt voor de drie logopedische werkgebieden (G,V en O). 2. Stelt notulen op van een groepsbijeenkomst volgens het opleidingsformat; plant en maakt verslag van werkoverleg en/of observaties. 3. Beschrijft de kwaliteitsmiddelen van een bestaande logopedische setting en inventariseert de wensen van de logopedist voor het optimaliseren van de kwaliteitszorg aan de hand van de eisen die de beroepsvereniging NVLF stelt. Prestatie-indicatoren competentie 5: Niveau 2 1. Analyseert een jaarplan/-verslag voor een logopedische setting volgens de richtlijnen van de beroepsvereniging NVLF. 2. Voert cliëntgegevens in en houdt cliëntendossiers bij volgens de gangbare (geautomatiseerde) registratiesystemen. 3. Levert een bijdrage aan de kwaliteitszorg van een logopedische werksetting en verantwoordt deze bijdrage vanuit de criteria die de beroepsvereniging NVLF stelt. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 16/36

Prestatie-indicatoren competentie 5: Niveau 3 1. Stelt een SWOT-analyse op voor een multiprofessionele setting ten behoeve van een beleids-/ondernemingsplan en verantwoordt de gemaakte keuzes. 2. Voert cliënt- en financiële gegevens in volgens de gangbare (geautomatiseerde) registratiesystemen en maakt overzichten van cliënt- en praktijkgegevens voor het Landelijk Logopedisch Registratiesysteem (LLR). 3. Onderzoekt de kwaliteit van de hulp-/dienstverlening van een multiprofessionele werksetting en doet voorstellen ter verbetering hiervan, afgestemd op de wensen van de organisatie; hanteert hierbij de PDCA-cyclus ten aanzien van de kwaliteitszorg van de betreffende organisatie. 4. Onderzoekt welke aspecten van maatschappelijk ondernemen in een bestaande multiprofessionele setting aanwezig zijn, doet voorstellen ter verbetering hiervan en verantwoordt deze vanuit de literatuur. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 17/36

Competentiegebied II: werken in en vanuit een organisatie Rollen: begeleider, coach Competentie 6: Coachen en begeleiden van collega s, teamleden en stagiaires Om ervoor te zorgen dat de beroepsrelevante taken binnen de organisatie op de juiste wijze worden uitgevoerd, coacht en begeleidt de logopedist collega s, teamleden en stagiaires. De startende logopedist: instrueert collega s en teamleden van uiteenlopende disciplines en coacht hen in hun beroepsuitoefening binnen de organisatie. Context In het onderwijs en in de intramurale gezondheidszorg werkt de logopedist in een multiprofessionele setting. De logopedist instrueert individuen en geeft les aan groepen over logopedische aspecten die zij in hun werk kunnen toepassen. Doelgroepen hierbij zijn, o.a. remedial teachers, artsen, wijkverpleegkundigen, paramedici, psychologen en maatschappelijk werkers. Daarnaast biedt de logopedist een begeleidings-/ coachingstraject aan collega s, teamleden en stagiaires van verschillende disciplines aan, zoals peuterleiding, leerkrachten, onderwijsassistenten, groepsleiding en verpleging. Prestatie-indicatoren competentie 6: Niveau 1 1. Reflecteert mondeling en schriftelijk in de groep, volgens gegeven instructies, over verbaal en non-verbaal gedrag van zichzelf en de ander, over zijn manier van communiceren en over zijn rol in de groep. 2. Geeft feedback aan en ontvangt feedback van medestudenten, docent en stagebegeleider en verwerkt deze feedback in aantoonbaar eigen handelen. Prestatie-indicatoren competentie 6: Niveau 2 1. Vraagt gerichte feedback in de groep of het team en geeft relevant en gericht advies en feedback over logopedische taakuitvoering en samenwerking in de groep aan medestudenten, collega s en teamleden. 2. Stemt eigen handelen en attitude af op de ander en stelt zijn handelen indien nodig aantoonbaar bij. Prestatie-indicatoren competentie 6: Niveau 3 1. Geeft instructie over werkwijzen en methoden t.a.v. (logopedische) taken aan collega s en teamleden van uiteenlopende disciplines. 2. Stimuleert / motiveert collega s / teamleden en neemt initiatief in een team. 3. Toont aan over coachingsvaardigheden te beschikken, reflecteert en stelt eigen handelen indien nodig aantoonbaar bij. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 18/36

Competentiegebied III: werken aan professionalisering Rollen: innovator Competentie 7: Ontwikkelen van beroepscompetenties Om de kwaliteit van het beroep logopedist op het vereiste peil te houden, vervult de logopedist een actieve rol in het bevorderen van het beroepsbewustzijn en de beroepscompetenties van zichzelf en zet deze in voor de ontwikkeling van de beroepsgroep De startende logopedist: evalueert en maakt het eigen beroepsmatig handelen bespreekbaar d.m.v. toetsing en reflectie; profileert het beroep en behartigt de belangen van het beroep bij externe instanties. Context De logopedist bouwt deze competentie voortdurend uit binnen elke werksetting. Prestatie-indicatoren competentie 7: Niveau 1 1. Onderhoudt en verdiept onder begeleiding het eigen niveau van deskundigheid en legt dit planmatig vast in het persoonlijk ontwikkelingsdossier. 2. Reflecteert op eigen handelen; staat open voor feedback van medestudenten en professionals en stelt op basis daarvan het eigen handelen bij. 3. Stelt onder begeleiding een sterkte/zwakte analyse op met betrekking tot het eigen functioneren in dagelijkse situaties, verwerkt deze tot leerdoelen en beschrijft de resultaten in het persoonlijk ontwikkelingsdossier. 4. Houdt een presentatie over het beroep van logopedist, het logopedisch werkveld (paramedisch en niet-paramedisch) en de plaats van de logopedie binnen de zorgsector. Prestatie-indicatoren competentie 7: Niveau 2 1. Onderhoudt en verdiept onder begeleiding het eigen niveau van deskundigheid en legt dit planmatig vast in het persoonlijk ontwikkelingsdossier. 2. Vraagt systematisch feedback op het eigen handelen aan medestudenten en professionals en stelt op basis daarvan het eigen handelen bij; verwerkt de leerdoelen en resultaten in het dossier beroepsvaardigheden. 3. Stelt onder begeleiding een sterkte/zwakte analyse op met betrekking tot het eigen functioneren tijdens het therapeutisch handelen in relatie tot de vereiste beroepshouding, verwerkt deze tot leerdoelen en beschrijft de resultaten in het persoonlijk ontwikkelingsdossier. 4. Handelt volgens beroepscode, wet- en regelgeving en gedragsregels binnen de werksetting. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 19/36

5. Neemt deel aan minimaal 3 bijeenkomsten van de beroepsvereniging / door de beroepsgroep georganiseerde (internationale) bijeenkomsten, of bijeenkomsten georganiseerd door aanverwante disciplines, zoals symposia, congressen, workshops, kwaliteitskring, Algemene Leden Vergadering, etc. en verwerkt deze in het persoonlijk ontwikkelingsdossier. 6. Maakt een SWOT-analyse van kansen, mogelijkheden en bedreigingen voor de logopedist vanuit actuele ontwikkelingen in de maatschappij en in het domein van de logopedie en presenteert de resultaten van de SWOT-analyse aan een relevante doelgroep; hanteert bij de presentatie de richtlijnen van de opleiding. Prestatie-indicatoren competentie 7: Niveau 3 1. Onderhoudt en verdiept zelfstandig het eigen niveau van deskundigheid legt dit planmatig vast in het persoonlijk ontwikkelingsdossier. 2. Reflecteert zowel tijdens het eigen handelen als achteraf, op basis van door de student gevraagde feedback en op basis van de supervisie, en stelt naar aanleiding hiervan het eigen gedrag aantoonbaar bij. 3. Stelt onder begeleiding een sterkte/zwakte analyse op met betrekking tot alle aspecten van het logopedisch handelen in vergelijking met de vereiste beroepshouding, verwerkt deze tot leerdoelen en beschrijft de resultaten in het persoonlijk ontwikkelingsdossier. 4. Handelt volgens beroepscode, wet- en regelgeving en gedragsregels binnen de werksetting. 5. Verspreidt mondeling of schriftelijk nieuwe inzichten (nationaal en internationaal) over het beroep / het vakgebied, ethische en/of maatschappelijke veranderingen op basis van praktijkgericht onderzoek aan een relevante doelgroep; hanteert hierbij de richtlijnen voor mondelinge presentatie of schriftelijke publicatie. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 20/36

Competentiegebied III: werken aan professionalisering Rollen: innovator Competentie 8: Innoveren Om logopedische preventie, zorg, training en advies aan te laten sluiten bij actuele maatschappelijke vragen, initieert de logopedist nieuwe programma s, methoden, technieken en richtlijnen De startende logopedist: initieert nieuwe programma s levert een actieve bijdrage aan de ontwikkeling en evaluatie van nieuwe relevante programma s, methoden, technieken en/of richtlijnen. Context De logopedist is in staat om binnen elke beroepscontext een probleem te vertalen in een onderzoeksvraag en verbeteringen die voortkomen uit onderzoek toe te passen in de beroepspraktijk Prestatie-indicatoren competentie 8: Niveau 1 1. Formuleert een concreet logopedisch probleem tot een vraagstelling en verzamelt op een effectieve manier de relevante informatie volgens PICOsystematiek. 2. Beheerst de basisprincipes van mondeling en schriftelijke verslaglegging, inclusief ethische paragraaf, volgens de richtlijnen van de opleiding. Prestatie-indicatoren competentie 8: Niveau 2 1. Voert eenvoudige statistische analyse uit met behulp van SPSS en interpreteert de resultaten volgens de standaard methodologie. 2. Beoordeelt wetenschappelijke artikelen volgens de standaard beoordelingscriteria met betrekking tot evidence based practice van de cochrane group. 3. Toetst en geeft een beargumenteerd oordeel over ethische vraagstukken volgens richtlijnen van de opleiding. Prestatie-indicatoren competentie 8: Niveau 3 1. Ontwikkelt op projectmatige wijze een of meerdere maatschappelijk relevant(e) logopedische product(en). 2. Voert een literatuuronderzoek uit volgens de richtlijnen van praktijkgericht onderzoek van FPH. 3. Presenteert mondeling en schriftelijk het ontwikkelde product volgens richtlijnen van wetenschappelijke verslaglegging, zoals beschreven in de FPH- Schrijfwijzer. 4. Verdedigt het ontwikkelde product volgens protocol praktijkgericht onderzoek van FPH. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 21/36

HBO - kernkwalificaties Brede professionalisering Multidisciplinaire integratie Probleemgericht werken Wetenschappelijke toepassing Creativiteit en complexiteit in handelen Methodisch en reflectief denken en handelen Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Sociaal communicatieve bekwaamheid Basiskwalificering voor management functies Transfer en brede inzetbaarheid Brede professionalisering 3 Relatie CP met de Dublin-descriptoren en HBO-kernkwalificaties Competenties Dublindescriptoren Kennis en Inzicht Toepassen Oordelen Communiceren Lerend Vermogen 1. Aanbieden van preventieactiviteiten x x x x x x x x x x 2. Verlenen van zorg: diagnostisch onderzoek x x x x x x x x x x 3. Verlenen van zorg: therapie x x x x x x x x x x 4. Trainen en adviseren x x x x x x x x x 5. Ondernemen en beheren x x x x x x x x 6. Coachen en begeleiden x x x x x x x x x 7. Ontwikkelen van beroepscompetenties x x x x x x x x x 8. Innoveren x x x x x x 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 22/36

Koppeling tussen competentieniveau 3 (startbekwaamheden) en de tien generieke hbokernkwalificaties De logopedist richt zich in zijn beroepsmatig handelen op het ontwikkelen, herstellen en onderhouden van de communicatie en de orale en pharyngeale verwerking van het eten en drinken met als doel de gezondheid van de patiënt, cliënt of opdrachtgever in stand te houden dan wel te bevorderen. De werkzaamheden van de logopedist bestaan uit onderzoeken en behandelen van cliënten, het begeleiden of adviseren van personen uit de omgeving van de cliënt of andere disciplines en het uitvoeren van preventieactiviteiten. De logopedist werkt met een breed scala aan doelgroepen: van jong tot oud, (meervoudig) lichamelijk en geestelijk beperkten en meertaligen. De logopedist kan werkzaam zijn in een vrije vestiging, maar ook in instellingen in de intramurale gezondheidszorg en het onderwijs (transfer en brede inzetbaarheid). Wil de logopedist cliëntgericht, multidisciplinair en maatschappelijk verantwoord het proces van klachtanalyse, onderzoek en diagnose, en behandeling kunnen uitvoeren, dan vraagt dat probleemgericht, creatief en methodisch kunnen handelen. Op deze manier kan zij/hij kennis en vaardigheden in steeds weer een andere context en voor steeds weer een nieuw specifiek probleem inzetten (multidisciplinaire integratie; creativiteit en complexiteit van handelen en probleemgericht werken). Vaak is de aard van de hulpvraag complex en de beschrijving van de cliënt of zijn omgeving onduidelijk en vaag. Ten einde er zorg voor te dragen dat de interventie goed verloopt, moet de logopedist goed kunnen luisteren en communiceren met alle betrokkenen om een exact beeld te krijgen van de mogelijkheden en onmogelijkheden in het functioneren van de cliënt. Communicatie is ook van belang bij het coachen van collega s en andere professionals, en bij het ontwikkelen van innovatieve producten op gebied van de gezondheidszorg/de logopedie (sociaal communicatieve bekwaamheid). Het handelen van de logopedist moet leiden tot het beoogde resultaat. Dit vereist het vermogen tot voortdurend systematisch reflecteren op het eigen handelen en gericht werken aan de persoonlijke ontwikkeling (methodisch en reflectief denken en handelen). Gezien de medisch-technologische ontwikkelingen in het veld van de gezondheidszorg en de ethische dilemma s die daar uit voortvloeien binnen de Logopedie, wordt van de logopedist verwacht dat zij/hij ethisch verantwoord kan handelen. Dit handelen komt tot stand door verkrijgen van inzicht in complexe dilemma s waarna een correcte argumentatie (logica) wordt gegeven die het handelen legitimeert (besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid). In veel gevallen werkt de logopedist in een vrije vestiging of op een eigen afdeling in een onderwijs- of gezondheidsinstelling. Dit betekent dat zij/hij in staat moet zijn een onderneming of afdeling te beheren (basiskwalificering voor managementfuncties). Van de logopedist wordt verwacht dat hij/zij in staat is een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van het beroep zoals deelname aan (toegepast) wetenschappelijk onderzoek en het ontwikkelen van logopedische methoden, technieken en richtlijnen ((wetenschappelijke) toepassing). 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 23/36

Literatuur Chantrain, H. (red.) (2005). Grensoverschrijdende Accreditatiestandaarden Logopedie. Antwerpen/Eindhoven: Lessius Hogeschool / Fontys Paramedische Hogeschool. CPLOL (2007). Minimum Standards for Education. www.cplol.eu Netherlands Quality Agency (2003). Vertaling van de Dublin descriptoren naar generieke kwalificaties voor de hbo-bachelor. Utrecht: NQA. NVLF (2003). Beroepsprofiel logopedist. Gouda. NVLF SRO-NOL (2005). COMPASS. Competentieprofiel logopediestudent. Utrecht: Nederlandse Opleidingen Logopedie. Zijl, E., van, Ebben, H., Speetjens, J. (2010). Niveaubepalers Opleiding Fysiotherapie. FPH. 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 24/36

Bijlage 1 Leeswijzer aanpassing competentieprofiel opleiding logopedie FPH Leeswijzer bij Competentiematrix Logopedie Eindhoven (27-01-05) COMPASS is de competentiematrix die door de verschillende Logopedie-opleidingen gezamenlijk ontwikkeld is. Op basis daarvan is de Competentiematrix Logopedie Eindhoven gemaakt. Onderstaand in overzicht de wijzigingen bij de omzetting van COMPASS naar de Competentiematrix Logopedie Eindhoven. 1. Deelcompetenties worden in de nieuwe competentiematrix geen deelcompetenties meer genoemd, maar worden als omschrijving toegevoegd aan de competentiebeschrijving als geheel. 2. In de omschrijvingen zijn overbodige details weggelaten, om de tekst zo leesbaar mogelijk te houden. 3. Naast enkele wijzigingen in de formuleringen, zijn er enkele toevoegingen gedaan: deze staan in de tabellen apart vermeld en zijn in de nieuwe (concept)matrix vetgedrukt. 4. De ik-vorm is gewijzigd in de student : de competentiematrix is immers niet alleen bestemd voor de student, maar ook voor assessoren en professionals in het werkveld 5. In onderstaande tabellen staat per competentie vermeldt hoe de niveaus uit COMPASS in de nieuwe matrix zijn samengevoegd van vijf naar drie niveaus. Een kleiner aantal niveaus biedt als voordeel dat er minder assessments georganiseerd hoeven te worden Competentie 1 COMPASS 1 en 2 1 3 2 4 en 5 3 Matrix Logo Eindhoven Competentie 2a COMPASS Matrix Logo Eindhoven 1 en 2 1 w.b. deelcompetentie 1 3 en 4 2 5 3 2 1 w.b. deelcompetentie 2 3 en 4 2 5 3 2 1 w.b. deelcompetentie 3 4 2 5 3 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 25/36

Competentie 2b COMPASS Matrix Logo Eindhoven 1, 2 en 3 1 w.b. deelcompetentie 1 4 2 5 3 2 1 ( onder begeleiding ) w.b. deelcompetentie 2 3 en 4 2 5 3 ( evalueert het eigen communicatief gedrag en stelt het eigen handelen bij ) 1 1 w.b. deelcompetentie 3 2 en 3 2 ( gedeeltelijk ) 4 en 5 3 Competentie 3 COMPASS Matrix Logo Eindhoven 1 en 2 1( in binnen- en buitenschoolse situaties ) 4 2 5 3 Competentie 4 COMPASS 1 1 3 2 4 en 5 3 Matrix Logo Eindhoven Competentie 5 COMPASS Matrix Logo Eindhoven 1 1 w.b. deelcompetentie 1 2 en 3 2 4 en 5 3 1 1 w.b. deelcompetentie 2 3 2 5 3 1 1 w.b. deelcompetentie 3 3 2 5 3 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 26/36

Competentie 6 COMPASS Matrix Logo Eindhoven 1 1 2 en 3 2 4 en 5 3 ( en stelt het eigen handelen zo nodig bij ) Competentie 7 COMPASS Matrix Logo Eindhoven 2 1 w.b. deelcompetentie 1 3 2 5 3 1 en 2 1 w.b. deelcompetentie 2 3 2 4 en 5 3 Competentie 8 COMPASS Matrix Logo Eindhoven 1 1 3 2 ( mede vanuit recente wetenschappelijke inzichten ) 5 3 ( en wetenschappelijk onderbouwd ) Competentie 9 COMPASS Matrix Logo Eindhoven 1 1 2 en 3 2 ( mede op basis van recente wetenschappelijke inzichten ) 5 3 ( mede op basis van recente wetenschappelijke inzichten ) 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 27/36

Bijlage 2 Opleidingscompetentiematrix Logopedie Competentiegebied I Werken met en voor cliënten Rollen: therapeut, trainer, adviseur, coördinator Competentienaam Competentiebeschrijving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 1 Aanbieden van preventieactiviteiten Om de kans op het optreden van stoornissen en/of beperkingen in activiteiten te verminderen, biedt de logopedist cliënt(en) primaire, secundaire en tertiaire preventieactiviteiten aan. - Spoort gezondheidsproblemen en risicofactoren vroegtijdig op door middel van screening van risicogroepen en analyseert deze - Stelt vroegtijdig en reactief een preventieplan op, voert dit uit en coördineert de uitvoering - Geeft methodisch preventieve voorlichting, dat wil zeggen bewust, doelmatig verantwoord en systematisch - De student voert een screening uit bij een gegeven risicogroep - De student anticipeert op mogelijkheden voor preventie in zijn omgeving en inventariseert factoren die aanleiding kunnen zijn voor het opstellen van een preventieplan, hierbij rekening houdend met informatie vanuit verschillende schakels binnen de ketenzorg - De student communiceert over een eenvoudig logopedisch onderwerp met een doelgroep en evalueert het proces - De student selecteert risicogroepen, screent deze en geeft vervolgens een prognose van de risico s die de cliënt loopt - De student stelt de behoefte aan en noodzaak van preventie van een bepaalde doelgroep vast en stelt een preventieplan op, mede op basis van bij relevante samenwerkingspartners verzamelde informatie - De student stelt voorlichtingsactiviteiten op, voert deze uit en beschrijft het effect ervan op een doelgroep. - De startende logopedist stelt een advies op voor de opdrachtgever naar aanleiding van een logopedische screening - De startende logopedist ontwikkelt een multiprofessioneel preventieplan en levert een bijdrage aan de coördinatie van de uitvoering. - De startende logopedist geeft methodisch preventieve voorlichting in multiprofessioneel verband 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 28/36

Competentiegebied I Werken met en voor cliënten Rollen: therapeut, trainer, adviseur, coördinator Competentienaam Competentiebeschrijving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 2 Verlenen van zorg: diagnostisch onderzoek Om de last van stoornissen en/of beperkingen te verlichten en/of op te heffen, biedt de logopedist cliënt(en) op een professioneel verantwoorde wijze logopedische zorg aan - De student voert op professioneel verantwoorde wijze een logopedische anamnese en onderzoek uit, stelt een diagnose en coördineert de afgesproken activiteiten rondom cliënt en doelgroepen - De student voert onder begeleiding delen van een anamnese en onderzoek uit, rekening houdend met informatie vanuit andere schakels binnen de ketenzorg - De student stelt een diagnose op basis van een zorgvraag, anamnese, onderzoek en op basis van gegevens van relevante andere disciplines; beslist in overleg met de cliënt en zijn omgeving over verder onderzoek, behandeling of verwijzing; rapporteert aan verwijzer. - De startende logopedist voert een logopedische anamnese en onderzoek uit, stelt een diagnose, rapporteert in een multiprofessioneel diagnoseteam en coördineert de activiteiten rondom de cliënt. 3 Verlenen van zorg: Therapie Om de last van stoornissen en/of beperkingen te verlichten en/of op te heffen, biedt de logopedist cliënt(en) op een professioneel verantwoorde wijze logopedische zorg aan - De student stelt op professioneel verantwoorde wijze een logopedisch behandelplan op, voert het uit, coördineert de afgesproken activiteiten rondom cliënt en doelgroepen - De student stelt onder begeleiding delen van een behandelplan op, hierbij rekening houdend met samenwerking binnen de ketenzorg, voert delen van het behandelplan uit en verantwoordt zich - De student voert zijn behandelplan in overleg met relevante samenwerkingspartners; evalueert het proces en het product van de logopedische interventie - De startende logopedist levert maatwerk in het behandelplan en in de uitvoering van dit plan, coördineert activiteiten rondom de cliënt in een samenwerkingsverban d met de omgeving van de cliënt, collega s en professionals van andere disciplines 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 29/36

Competentiegebied I Werken met en voor cliënten Rollen: therapeut, trainer, adviseur, coördinator Competentienaam Competentiebeschrijving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 4 Trainen en adviseren Om cliënten beter te laten functioneren, biedt de logopedist op een professioneel verantwoorde wijze logopedische training en advies aan. - De student stelt een plan op voor een (groeps)training/-scholing gericht op (aspecten van de)communicatie of voorwaarden daartoe, voert het uit - De student stelt onder begeleiding delen van een scholings- en/of trainingsplan op en voert deze uit - De student ontwerpt een (groeps)-training/- scholing op basis van een scholingsvraag, biedt de cliënt/opdrachtgever het plan aan en voert het uit - De startende logopedist creëert draagvlak voor een zelfontwikkeld (groeps)training/scholi ngsplan en voert het uit - De student adviseert een (groep) cliënt(en) ten aanzien van (aspecten van de) communicatie of voorwaarden daartoe en ondersteunt bij de uitvoering van deze adviezen - De student inventariseert op welke gebieden de logopedist een adviserende rol kan vervullen - De student ontwerpt een adviestraject op basis van een adviesvraag en voert het (gedeeltelijk) uit - De startende logopedist levert maatwerk in zijn advies en benut hierbij zijn contacten binnen en buiten de organisatie van de opdrachtgever 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 30/36

Competentiegebied II Werken in en vanuit een organisatie Rollen: manager, ondernemer, begeleider, coach Competentienaam Competentiebeschrijving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 5 Ondernemen en beheren Om de continuïteit van de praktijk, onderneming, afdeling of dienst te waarborgen, levert de logopedist op een professioneel verantwoorde wijze een actieve bijdrage aan beleidsontwikkelingen en uitvoering - De student stelt een ondernemingsplan en/of beleidsplan op, voert dit uit (of delen ervan), en stelt dit bij. - De student voert een praktijk- en cliëntenadministratie - De student voert kwaliteitszorg uit op praktijkniveau - De student inventariseert de eisen die gesteld worden aan de inrichting van een logopedische praktijk, onderneming, dienst of afdeling, het onderhoud van apparatuur, instrumenten en materialen en het personeel - De student legt gegevens op methodische wijze vast, plant werkzaamheden en maakt verslagen van werkoverleg - De student inventariseert de voor de logopedische praktijk, onderneming, dienst of afdeling relevante methoden en instrumenten van kwaliteitszorg - De student stelt een plan op voor het beheer van een praktijk, onderneming, afdeling of dienst, rekening houdend met de interne en externe omstandigheden - De student beheert cliënt- en financiële gegevens - De student levert een bijdrage aan kwaliteitszorg binnen een logopedische setting - De student levert een bijdrage aan opstelling en uitvoering van een multiprofessioneel beleids- of ondernemingsplan - De student beheert op systematische wijze cliënt- en financiële gegevens en maakt de gegevens ervan beschikbaar ten behoeve van onderzoek van interne en externe partijen - De student levert een bijdrage aan het op systematische en cyclische wijze controleren van het niveau van diensten en producten 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 31/36

Competentiegebied II Werken in en vanuit een organisatie Rollen: manager, ondernemer, begeleider, coach Competentienaam Competentiebeschrijving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 6 Coachen en begeleiden van collega s, teamleden en stagiaires Om ervoor te zorgen dat de beroepsrelevante taken binnen de organisatie op de juiste wijze worden uitgevoerd, coacht en begeleidt de logopedist collega s, teamleden en stagiaires - De student geeft feedback aan teamleden over hun functioneren in een groep; ontvangt feedback van teamleden over zijn functioneren en reflecteert op het eigen gedrag in de groep - De student adviseert over het uitvoeren van (logopedische) taken; geeft en ontvangt gerichte feedback en is zich bewust van de wederkerigheid in een begeleidingsproces - De startende logopedist instrueert collega s en teamleden van uiteenlopende disciplines en coacht hen in hun beroepsuitoefening binnen de organisatie 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 32/36

Competentiegebied III Werken aan professionalisering Rol: innovator Competentie-naam Competentiebeschrijving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 7 Ontwikkelen van beroepscompetentie s Om de kwaliteit van het beroep logopedist op het vereiste peil te houden, vervult de logopedist een actieve rol in het bevorderen van het beroepsbewustzijn en de beroepscompetenties van zichzelf en zet deze in voor de ontwikkeling van de beroepsgroep - De student evalueert en maakt het eigen beroepsmatig handelen bespreekbaar door middel van toetsing en reflectie - De student profileert het beroep en behartigt de belangen van het beroep bij externe instanties - De student maakt zijn beroepscompetenties en zijn beroepsmatig handelen bespreekbaar - De student draagt het beroep actief uit binnen en buiten zijn directe omgeving - De student neemt actief deel aan kwaliteitsbevorderen de activiteiten en toetst zijn beroepsmatig handelen aan de kaders van het beroep - De student profileert het beroep door te anticiperen op kansen, mogelijkheden en bedreigingen vanuit de maatschappij - De startende logopedist optimaliseert zijn beroepsmatig handelen door continu aandacht te besteden aan de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties - De startende logopedist levert een actieve bijdrage aan kennisverspreiding over het beroep en het vakgebied, rekening houdend met ethische en maatschappelijke veranderingen en de consequenties ervan op het beroep van logopedist 8 Innoveren Om logopedische preventie, zorg, training en advies aan te laten sluiten bij actuele maatschappelijke vragen initieert de logopedist nieuwe programma s methoden, technieken en richtlijnen - De student toont interesse in vernieuwend onderzoek binnen de logopedie - De student toetst programma s methoden, technieken en/of richtlijnen - De startende logopedist levert een actieve bijdrage aan de ontwikkeling en evaluatie van nieuwe relevante programma s methoden, technieken en/of richtlijnen 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 33/36

Bijlage 3 Vertaling Dublin descriptoren naar generieke kwalificaties voor de hbo-bachelor NQA (Netherlands Quality Agency) juni 2003 Vertaling van de Dublin descriptoren naar generieke kwalificaties voor de hbo-bachelor Europese descriptoren bachelor Bachelor s degrees are awarded to students who: knowledge and understanding: have demonstrated knowledge and understanding in a field of study that builds upon and supersedes their general secondary education, and is typically at a level that, whilst supported by advanced textbooks, includes some aspects that will be informed by knowledge of the forefront of their field of study applying knowledge and understanding: can apply their knowledge and understanding in a manner that indicates a professional approach to their work or vocation, and have competences typically demonstrated through devising and sustaining arguments and solving problems within their field of study making judgements: have the ability to gather and interpret relevant data (usually within their field of study) to inform judgements that include reflection on relevant social, scientific or ethical issues Vertaling naar omschrijving generieke kwalificaties hbo-bachelor Brede, multidisciplinaire basis: de afgestudeerde is toegerust met actuele en multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden teneinde de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar zelfstandig te kunnen uitvoeren Probleemgericht werken: de afgestudeerde kan relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden toepassen bij het definiëren, analyseren en oplossen van complexe problemen in de beroepspraktijk Methodisch en reflectief denken en handelen: de afgestudeerde is in staat relevante informatie te verzamelen en analyseren teneinde projectmatig te werken en te reflecteren op het beroepsmatig handelen, mede vanuit ethische en maatschappelijke vragen Aanhakend bij generieke kernkwalificaties hbo-bachelor in rapport Cie Franssen (pg. 36-37) - Brede professionalisering - Multidisciplinaire integratie - Probleemgericht werken - (Wetenschappelijke) toepassing - Creativiteit en complexiteit in handelen - Methodisch en reflectief denken en handelen - Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid 120716_Verantwoording Competentieprofiel Opleiding voor Logopedie 34/36