Workshop 6: aan de slag met leuke dingen in Atlas Prepublicatie Omgeving (maken & verwerken van kaarten) 1. Ga naar de acceptatieomgeving van de Atlas Leefomgeving: http://atlas-leefomgeving-acc.geodan.nl/ Login met het testaccunt dat je hebt ontvangen (rechtsboven in header) 2. Ga naar het tabblad Bekijk en Vergelijk, klik op de blauwe locatiepijl. Type in het openklappende blok het adres in van de plaats waar je werkt of woont. Selecteer de locatie uit het rijtje mogelijke adressen en druk op ENTER 3. De cursor op de kaart verplaatst zich nu naar de aangegeven locatie. Onderin het beeld staat een zogenaamd Themalint. (zie illustratie) Bekijk welke thema s erin zitten en klik daarna op het 1 e thema regionale kaarten
4. Selecteer een van de regionale kaarten en klik op Toon Kaart 5. Bekijk de resulterende kaart. Links in beeld staat een zogenaamde bijsluiter, waarin een toelichting op de kaart staat. Nieuwe kaarten kunnen worden toegevoegd door de Leefomgevingsbibliotheek weer te openen (linksonder) 6. Actie: nieuw metadata veld zoeken om een nieuwe kaart te maken. Klik op Kaartenbeheer in de header en vervolgens op Prepublicatie. 2
Bekijk de informatie onder het eerste tabblad Metadata selecteren. Vraag: Hoeveel metadata records staat hierin? Filter daarna op de naam van de provincie waar je werkt of woont. Vraag: Hoeveel metadata-records zijn nu nog beschikbaar? 7. Metadata opnemen binnen de Atlas database. Selecteer een record, bekijk de metadata (rechts) en neem het record op in de Atlas database via de knop toevoegen aan Atlas 8. Service type selecteren Alleen wanneer het type van de service (in de meeste gevallen WMS of WFS) niet correct is ingevoerd in de metadata moet deze expliciet (met de hand) worden aangegeven. Het systeem zal deze optie aanbieden indien dit nodig is, anders wordt deze stap overgeslagen. Klik op Volgende. 3
9. Verplichte velden controleren/invoeren Alle gegevens die de Atlas nodig heeft om een kaart te genereren zijn uit de XML van het toegevoegde metadata record gehaald. De meeste velden zullen al goed zijn ingevuld. Wel moet nog de juiste bronhouder worden ingevuld en de service aan de juiste indicator worden gekoppeld. Wijzig de titel; start met TEST303 vb: TEST303waterwingebieden Selecteer juiste bronhouder Koppel de service aan de indicator Regionale kaarten>kaarten>overig 4
Stap 10. Niet verplichte velden invullen De informatie hiervoor is ook al voor een groot deel uit de xml-file gehaald. WMS specifieke velden: Check Zoomlevel : Bij een gedetailleerde kaart met een hoge resolutie wordt vaak zoomlevel 5 (1:48 000) of hoger gebruikt. Bij een kaart met minder detail is meestal zoomlevel 2 voldoende (1:381 000) en voor een kaart op nationaal niveau kan zoomlevel 0 worden gebruikt. Bij Samenvatting kan er een tekst komen die kort de indicator beschrijft, zodat men van tevoren kan inschatten waar de kaart over gaat. Deze tekst verschijnt als een pop-up wanneer je een kaart kiest om te bekijken. Plaats hier een korte pakkende tekst van 1 of maximaal 2 regels.(max 150 tekens) Vb. Bij kaart Rijksmonumenten : Rijksmonumenten waarop de monumentenwet 1988 van toepassing is. Bij kaart bodemverontreiniging: Locaties waar mogelijk bodemverontreiniging te vinden is. 5
Stap 11 Bijsluitertekst invoeren In het volgende scherm kan de tekst van de bijsluiter worden ingevoerd. Dit is de tekst die bij de kaart wordt getoond. De standaard tabbladen zijn: In het kort, Over de kaart en Meer weten?. Door op de knop "Preview integrale bijsluiter" te klikken wordt de tekst van de bronhouder gecombineerd met het bestaande template van de Atlas en zie je een voorbeeld van de bijsluitertekst zoals die straks bij de kaart getoond zal worden. Wanneer bijsluitertekst goed in ingevoerd: Klik op volgende. U ziet een scherm met alle ingevoerde informatie nog eens getoond ter controle. Stap 12 Preview maken Als dat naar wens is, dan kan er een preview van de kaart worden aangemaakt door op maak preview te klikken. In de preview wordt ter controle getoond: hoe de kaart eruit ziet (inclusief optie om te zoomen en een achtergrondkaart te kiezen, enkele metadata (titel, bronhouder, indicatornaam, URL, laagnaam, schaal en zoomlevel); legenda bijsluitertekst Als er iets niet juist is, dan kunnen de voorgaande stappen nogmaals worden doorlopen: druk daarvoor op de knop [opnieuw] onder aan de preview. Met behulp van het scrollwiel kun je in de kaartviewer het zoomlevel aanpassen, één tikje is één level. Standaard staat preview op zoomlevel 2. 6
Stap13 Publiceren Als de preview is goedgekeurd, worden berichten per mail aan de gebruiker, die de ingevoerde metadata heeft goedgekeurd, gestuurd. De kaart komt in de prepublicatie op de tab Kaarten beheren met de status in behandeling. Door middel van een automatische email attendering wordt de kaart ter goedkeuring aangeboden aan de beheerder. De beheerder voert een laatste check uit, waarna de kaart al dan niet in de Atlas wordt opgenomen. 7