SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen. Dit examen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Het aantal te behalen punten is 100. Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling. Lever beide exemplaren van het examenpapier in. Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. Schrijf zo duidelijk mogelijk. Schrijf met een blauw- of zwartschrijvende pen. Motiveer altijd uw antwoord, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd. De toegestane hulpmiddelen bij dit examen zijn: Woordenboek Niet-programmeerbare rekenmachine SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Maandag 27 juni 2016 B / 7
2016 NGO-ENS B / 7
Opgave 1 (Totaal te behalen punten: 20) Een producent van koelkasten heeft de verkoopprijs van het model Comfort verhoogd van 800,- naar 880. Vóór de prijsverhoging verkocht hij per jaar 1.200 stuks Comfort en erna 1.020. Vraag 1 Hoe groot is de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid? Laat uw berekening zien. : Een concurrerende producent verhoogt de prijs van het model Budget met 4%. Bekend is dat de kruislingse prijselasticiteit tussen het model Comfort en het model Budget +1,8 is. Vraag 2 Met welk percentage zal de afzet van model Comfort toe- of afnemen door de prijsverhoging van model Budget? Laat uw berekening zien. : De hoogte van de prijselasticiteit is niet op de gehele vraagcurve gelijk, maar is afhankelijk van de plaats op de vraagcurve. Vraag 3 Vraag 4 Op welke deel van de bovenstaande vraagcurve (boven, midden, onder) is de prijselasticiteit van de vraag inelastisch? Motiveer uw antwoord. Noem vier factoren die in het algemeen de individuele vraag naar een goed bepalen. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Maandag 27 juni 2016 3 / 7
Opgave 2 (Totaal te behalen punten: 20) Van een Europees land zijn onderstaande gegevens bekend over het jaar 2015: (Bedragen x 1 miljard) Belastingen van gezinnen 48 Gezinsconsumptie 608 Lonen van bedrijven 416 Overig inkomen 224 Lonen van de overheid 88 Indirecte belastingen 72 Materiële overheidsconsumptie 24 Netto-overheidsinvesteringen 18 Netto-investeringen van bedrijven 96 Import 328 Export 304 Afschrijvingen bedrijven 80 Afschrijvingen overheid 14 Vraag 5 Vraag 6 Hoeveel bedraagt het bruto binnenlands product tegen marktprijzen in 2015? Laat uw berekening zien. Hoeveel bedraagt het totaal van de nationale bestedingen in 2015? Laat uw berekening zien. Voor de beoordeling van een economie is het van belang naar de macro-economische situatie te kijken. Hoe de macro-economische situatie is wordt duidelijk aan de hand van de tekorten en overschotten van de sectoren in de economische kringloop. Vraag 7 Vraag 8 Vraag 8a Vraag 8b Noem drie manieren om het nationaal spaarsaldo te bepalen. Er zijn verschillende soorten investeringen die op verschillende wijze gefinancierd worden. (3 punten) Noem drie soorten investeringen. (2 punten) Op welke twee wijzen worden de verschillende soorten investeringen gefinancierd? SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Maandag 27 juni 2016 4 / 7
Opgave 3 (Totaal te behalen punten: 20) Hieronder is de lopende rekening van de betalingsbalans over 2015 van Noordland weergegeven. Neem aan dat Noordland lid is van de Europese Unie. Bedragen x 1 miljard 1. Lopende rekening 1.1 Goederen 40 1.2 Diensten 12 1.3 Inkomens - 6 1.4 Inkomensoverdrachten - 10 Saldo lopende rekening 36 Vraag 9 Vraag 10 (3 punten) Welke invloed heeft het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans op de binnenlandse liquiditeitenmassa? Beschrijf drie gevolgen van een dalende euro voor het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans. De Verenigde Staten hebben een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans. Vraag 11 Vraag 12 Leg uit wat de invloed is van een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans van de VS voor kapitaalimport respectievelijk kapitaalexport. Ga in uw antwoord ook in op de ontwikkeling van de rentestand. Verklaar waarom de Amerikaanse regering het geen probleem vindt als er een tekort is op de lopende rekening? Naast de lopende rekening heeft de betalingsbalans nog een financiële rekening. Vraag 13 Uit welke vier deelrekeningen bestaat de financiële rekening van de betalingsbalans? SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Maandag 27 juni 2016 5 / 7
Opgave 4 (Totaal te behalen punten: 21) Onderstaand is de gedeeltelijke balans van een algemene bank weergegeven: Gedeeltelijke balans van een algmene bank per 30 juni 2016 (x 1 miljard) Kas 72 Crediteuren in rekening-courant 190 Tegoed bij de centrale bank 12 Valutategoeden 50 Kredietverlening 516 Termijndeposito's (kort) 100 Spaargeld (lang) 120 De minimale liquiditeit bedraagt 20% voor kortlopende verplichtingen en 10% voor langlopende verplichtingen. Vraag 14 Vraag 15 Vraag 16 (6 punten) Laat door middel van een berekening zien of deze algemene bank voldoet aan de twee liquiditeitseisen. (5 punten maximaal) Noem vier voorbeelden van financiële diensten die door algemene banken worden verleend. Welk toezicht oefent De Nederlandsche Bank (DNB) op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) uit op het bankwezen? De vermogensmarkt kan in twee deelmarkten worden onderverdeeld. Op de geldmarkt worden schuldbekentenissen met een resterende looptijd van twee jaar of korter verhandeld. Op de kapitaalmarkt worden schuldbekentenissen met een resterende looptijd van meer dan twee jaar verhandeld. De rente op beide markten is van verschillende factoren afhankelijk. Vraag 17 (6 punten) Door welke drie rentebepalende factoren wordt de hoogte van de rente op de geldmarkt bepaald? SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Maandag 27 juni 2016 6 / 7
Opgave 5 (Totaal te behalen punten: 19) Globalisering heeft betrekking op de ontwikkeling dat bedrijven op het gebied van productie, afzet en communicatie steeds meer op internationaal niveau opereren. Vraag 18 Noem de twee belangrijkste oorzaken van globalisering. In de loop van de tijd zijn er in Europa verschillende vormen van regionale economische samenwerking geweest. Vraag 19 Beschrijf de huidige economische samenwerkingsvorm in de Europese Unie in maximaal vijf zinnen. De groei van de productiecapaciteit in Europa hangt af van de ontwikkeling in de hoeveelheid productiefactoren en de productiviteit ervan. De groei van de bestedingen en de productie laat een golfbeweging zien. Deze golfbeweging staat bekend als de conjunctuur. Vraag 20 Welke vier fasen kent een conjunctuurgolf? De overheid zal de conjuncturele ontwikkeling met haar beleid trachten te beïnvloeden. Onderstaande vormen van begrotingsbeleid kunnen worden onderscheiden: anticyclisch procyclisch structureel Vraag 21 (6 punten) Beschrijf drie problemen die zich bij een anticyclisch begrotingsbeleid kunnen voordoen. Einde examen SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Maandag 27 juni 2016 7 / 7