Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 19 vragen.

Transcriptie

1 SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave TREASURY MANAGEMENT VRIJDAG 16 DECEMBER UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 19 vragen. Dit examen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Het aantal te behalen punten is 100. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie door u genoemde redenen beoordeeld Lever beide exemplaren van het examenpapier in. Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. Schrijf zo duidelijk mogelijk. Motiveer altijd uw antwoord, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd. Schrijf met een blauw- of zwartschrijvende pen. De toegestane hulpmiddelen bij dit examen zijn: Woordenboek Programmeerbare rekenmachine SPD Bedrijfsadministratie Treasury management vrijdag 16 december 2016 B / 7

2 2016 NGO-ENS B / 7

3 Opgave 1 Bouwbedrijf Schone Schijn heeft op 1 mei 2016 een offerte uitgebracht voor het bouwen van een huis ten bedrage van $ De opdrachtgever zal op 1 augustus 2016 beslissen met welke partij hij in zee gaat. Als Schone schijn de bouw mag uitvoeren, dient zij onmiddellijk te starten met de bouw en dient het huis na zes maanden te worden opgeleverd. De betaling van het huis zal door de opdrachtgever plaatsvinden op 1 februari Vraag 1 Vraag 2 Verklaar waarom Schone Schijn al op 1 mei 2016 een valutarisico loopt. Leg uit op welke wijze kan Schone Schijn dit valutarisico afdekken per 1 mei 2016? Veronderstel dat Schone Schijn al op 1 mei 2016 zeker is van de opdracht. Het valutarisico is afgedekt door middel van een lening in dollars. De volgende gegevens zijn ontleend aan Het Financieele Dagblad van 1 mei 2016: Spotkoers dollar: 0,78 Termijnkoers dollar op 1 augustus 2016: 0,76 Termijnkoers dollar op 1 februari 2017: 0,74 Rente op dollarlening: 2% Enkelvoudige interest per 3 maanden Rente op eurolening 1,6% Enkelvoudige interest per 3 maanden Rente op dollartegoed 1% Enkelvoudige interest per 3 maanden Rente op eurotegoed 0,8% Enkelvoudige interest per 3 maanden Overige mogelijkheden om valuta te lenen of uit te zetten, zijn op dit moment niet voorhanden voor Schone Schijn. Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Bepaal de netto-opbrengst in euro s van deze transactie per 1 februari Laat uw berekening zien. Leg uit op welk moment is het valutarisico van Schone Schijn bij de gevolgde strategie is uitgeschakeld en waardoor deze situatie wordt geborgd. Motiveer en laat aan de hand van een berekening zien of het afdekken van het valutarisico via de termijnmarkt aantrekkelijker was geweest. SPD Bedrijfsadministratie Treasury management vrijdag 16 december / 7

4 Opgave 2 De leiding van de onderneming WE4U is van plan een investeringsproject uit te voeren waarvoor de initiële investering ,- bedraagt. Het project heeft een looptijd van vijf jaar en een verwachte restwaarde van ,-. De met dit project te realiseren vrije kasstromen zijn naar verwachting ,- per jaar. Bij dit bedrag is de verwachte restwaarde van het einde van jaar 5 niet inbegrepen. Alle vrije kasstromen worden aan het einde van het jaar ontvangen. De marktrente bedraagt 10%. Voor de financiering van het project kan de leiding van WE4U kiezen uit een rekening-courantkrediet, waarvan de rentevoet dagelijks aanpasbaar is, en uit een zero-coupon obligatielening, waarvan de helft na 2,5 jaar en de andere helft na 5 jaar moet worden afgelost. De kostenvoet van deze lening is op dit moment 6,5%. De leiding van WE4U heeft gesteld dat, gezien het aanwezig zijn van een normale rentestructuur, financiering van het project voor zover als mogelijk door middel van rekening-courantkrediet dient te geschieden, zonder uit het oog te verliezen dat het renterisico van het project volledig moet worden afgedekt. Vraag 6 Vraag 7 Vraag 8 Vraag 9 Verklaar waarom de leiding van WE4U als doelstelling heeft gekozen om het project voor zover als mogelijk met rekening-courantkrediet te financieren. Welk risico s zijn verbonden aan financiering door middel van rekening rekening-courant? (8 punten) Bereken in twee decimalen nauwkeurig de duration van de kasstromen van het door WE4U gekozen project. (7 punten) Bepaal, indien het project volledig met vreemd vermogen wordt gefinancierd, de combinatie van rekening-courantkrediet en zero-coupon obligatie die leidt tot een volledige immunisatie van het renterisico van het project. Laat uw berekening zien. SPD Bedrijfsadministratie Treasury management vrijdag 16 december / 7

5 Opgave 3 De directie van Green Horse, een fabrikant van biologische zuivelproducten, vraagt zichzelf gezien de marktomstandigheden af of zij al dan niet in een nieuwe zuivelmachine dient te investeren. Green Horse heeft twee fabrieken: een in Oude Pekela en een in Zwaag. Aangaande deze investering gaat de voorkeur van de directie uit naar de fabriek in Oude Pekela in de provincie Groningen. De reden daartoe is dat de Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen de werkgelegenheid in haar provincie wil stimuleren en daartoe een provinciaal stimuleringsbeleid heeft opgezet. Dit beleid houdt in dat ondernemers een fiscale regeling kunnen verkrijgen die behelst dat investeringen versneld volgens het volgende patroon kunnen worden afgeschreven: 50% in jaar 1, 25% in jaar 2 en 25% in jaar 3. Indien de investering niet in Oude Pekela, maar in Zwaag (Noord-Holland) zou plaatsvinden, kan Green Horse niet van een fiscale regeling gebruikmaken. In dit geval staat de fiscus het systeem van lineaire afschrijving toe. Indien in de fabriek in Zwaag wordt geïnvesteerd, zal de netto contante waarde van die investering ,- bedragen. De netto contante waarde van een investering in de fabriek in Oude Pekela bedraagt echter ,-. Vraag 10 (4 punten) Geef een verklaring waarom de financiële uitkomsten in beide gevallen verschillen en wat daarvan de oorzaak is. Green Horse bezit, naast de twee eerdergenoemde fabrieken, ook een zuivelfabriek in Arnemuiden. De directie van Green Horse heeft voor deze fabriek de keuze uit drie investeringsprojecten: X, Y en Z. De projecten X en Y zijn investeringen in een zuivelmachine die biologische zuivelproducten van de allerbeste kwaliteit zal produceren. De investering in project Z behelst een zuivelmachine die biologische zuivelproducten van een gemiddelde kwaliteit voortbrengt. Omdat de financiële armslag van Green Horse meerdere investeringen toelaat, heeft zij haar controller de opdracht gegeven om meerdere combinaties van investeringen in projecten te onderzoeken, gegeven een onzekere situatie en afhankelijk van de economische situatie in Nederland. Op basis van onderzoek naar drie verschillende standen van de economie zijn de volgende netto contante waarden (NCW) ná belastingen berekend: Economische Waarschijnlijkheid NCW van de projecten (x ,-) situatie X Y Z Slecht 0, Matig 0, Goed 0, SPD Bedrijfsadministratie Treasury management vrijdag 16 december / 7

6 Vraag 11 (6 punten) Bepaal de verwachte netto contante waarde en de standaarddeviatie van de netto contante waarde voor de projecten X, Y en Z afzonderlijk. Laat uw berekening zien. De controller komt met een rapportage met daarin allerlei projectcombinaties, maar de directie wil een nadere analyse van de volgende projectcombinaties: X + Y X + Z Y + Z Bij al deze combinaties treden er geen synergie-effecten op. Vraag 12 (4 punten) Geef in woorden het verband aan tussen de mate van risicoreductie en de grootte van de correlatiecoëfficiënt. De projecten X en Y zijn volledig positief gecorreleerd en project Z is volledig negatief gecorreleerd met de projecten X en Y. Vraag 13 Vraag 14 (6 punten) Bepaal de verwachte netto contante waarde E(NCW) en de standaarddeviatie van de netto contante waarde voor de projectcombinaties X + Y, X + Z en Y + Z. Laat uw berekening zien. Indien de directie van Green Horse risicoavers is, naar welke projectcombinatie gaat dan haar voorkeur uit? Geef daarbij de rangorde aan. SPD Bedrijfsadministratie Treasury management vrijdag 16 december / 7

7 Opgave 4 Van een 5%-obligatie van 1.000,- nominaal is de resterende looptijd vijf jaar. Aflossing geschiedt ineens. De rendementseis van beleggers in deze obligatie bedraagt op dit moment 6%. Vraag 15 Vraag 16 Vraag 17 Bepaal de koers van deze obligatie. Welk rendement zal een belegger in deze obligatie in het komende jaar naar verwachting behalen, en waarom? Hoeveel bedraagt voor het eerste jaar het verwachte koersrendement in euro s? Laat uw berekening zien. Stel dat de obligatie niet in één keer zou worden afgelost, maar door middel van vijf gelijke jaarlijkse bedragen. Vraag 18 Vraag 19 Bepaal de koers van de obligatie onder de veronderstelling van vijf jaarlijkse gelijke (post-nummerando) bedragen. Verklaar het verschil tussen uw uitkomsten op vraag 15 en op vraag 18. Einde examen SPD Bedrijfsadministratie Treasury management vrijdag 16 december / 7