De mythe dat leren onafhankelijk is van biologie Jelle Jolles Centrum Brein & Leren Instituut Hersenen & Gedrag Universiteit Maastricht
Verantwoording Op 20 november 2007 werd in de Buitensocieteit te Zwolle het congres Mythen in het Ondewijs gehouden. Voorliggend pdf document is een weerslag van de powerpoint presentatie die is gegeven door prof Jelle Jolles (Centrum Brein & Leren, Universiteit Maastricht). De intentie van deze voordracht was om enkele voorbeelden te geven van laag-hangend fruit dat betrekking heeft op inzichten uit wetenschappelijk onderzoek, die mogelijk een tot toepassing in het onderwijs zouden kunnen leiden. Stelling is dat voor zo n toepassing een multi-dimensionele samenwerking nodig is tussen onderzoekers uit verschillende disciplines, praktijkprofessionals, beleidsmakers en politiek. Ter onderbouwing is gebruik gemaakt van voorbeelden uit recent wetenschappelijk onderzoek. Beeldmateriaal is ontleend aan oorspronkelijke wetenschappelijke publicaties; daartoe is referentie gemaakt naar de auteurs van die publicatie, met jaartal. Tevens is gebruik gemaakt van foto s/beeldmateriaal uit dagbladen, in het bijzonder Volkskrant en NRC. De pdf is in tegenstelling tot de oorspronkelijke powerpoint presentatie in grijstinten. Voorliggende pdf is bedoeld als onderbouwing van de grote lijnen zoals gepresenteerd in de voordracht. Nadere schriftelijke informatie is te vinden op onderstaande website en in artikelen die via die site kunnen worden gedownloaded Jelle Jolles j.jolles@np.unimaas.nl, www.hersenenenleren.nl
Volgens de publieke opinie is het kommer en kwel in ons onderwijs...
Wel is er potentie voor het slaan van bruggen tussen wetenschap en educatie
Maar heeft de wetenschap dan al bruikbare kennis voor implementatie? JAZEKER! Een enorm stuwmeer aan inzichten en kennis ligt klaar. De instroom en toepassing moet alleen goed worden gedoseerd
Take Home Messages In de wetenschap veel inzichten bruikbaar voor invulling in de onderwijspraktijk NU! Het gaat beslist niet alleen om hersenonderzoek. Het gaat om kennis en inzichten - over de psychologische ontwikkeling - over neurocognitieve vaardigheden, functies, skills - over de rol van beleving, attitudes, - over sociaal-emotionele processen - over de context, de ouders, het steunsysteem, cultuur Voor laaghangend fruit zijn geen grote onderwijshervormingen nodig. Wel een directe interactie van wetenschap met leraar, met schoolleider, met school Een spannend, motiverend, inspirerend proces!
Factor 1: Hersenontwikkeling Gogtay et al 2004 Hersenstructuur rijpt door tot ver na het 20e jaar Omgeving (leraar, ouders, emoties, stress, cultuur) bepalend voor efficiëntie van hersenrijping Forse individuele verschillen afhankelijk van zowel biologie (bv jongens-meisjes) als omgeving (taalstimulatie)
Onderwijzende en ouder zijn essentieel. Door steun, sturing en ervaringen verdwijnen niet-efficiente verbindingen EOS/Scientific American 2006 Onderwijzende en ouder zijn een FRUITTELER: snoeien en mesten
Zelfs in identieke tweelingen is een deel van het brein verschillend (blauw): Het is de omgeving die de uitgroei van het brein bepaalt!!
Factor 2: Omgevingsprikkels zijn bepalend voor vorming van het brein EOS/Scientific American 2006 Spiegelneuronen zorgen dat je handeling en emotie van de ander zelf ervaart. Ze spiegelen andermans ervaringen... Voor het beleven van een emotie is vorming van netwerken (met oa amygdala en voorste deel hersenschors nodig)
Spiegelneuronen, essentieel voor imitatie en effectieve sociale interactie EOS/Scientific American 2006 Essentiele rol van: - Peer group - Pappie en mammie - De leraar!
Factor 3: Netwerkvorming en efficiëncy verhoging. Met toenemende ervaring wordt informatie op meerdere plekken opgeslagen Groen: gebieden bij rekenen door normale persoon en wiskunde-talent gebruikt Oranje: gebieden alleen door wiskunde-talent gebruikt Conclusie: snelle toename van netwerkvorming bij ontwikkeling in adolescentie Onderwijs dient zoveel mogelijk strategieën te leren
Factor 4: Zelf-evaluatie en social monitoring zijn niet aangeboren! Leren tot in volwassenheid! Amodio en Frith 2006 De voorhersenen leren action monitoring, zelf-evaluatie, persoon perceptie, mentalizeren en outcome monitoring Adolescent leert de consequenties van zijn handelen; kortemidden- en langetermijn, met/zonder emotie/motivaties
Factor 5. Voor sommige vaardigheden is oefenen oefenen oefenen vereist Essentieel om te onderscheiden tussen vele functies en vaardigheden, (psycho)motoriek, visuele, verbale, tactiele, linguistische, auditieve functies en hun integratieve verband NIET alle vaardigheden worden sociaal geconstrueerd!
Factor 6. Neurocognitieve functies ontwikkelen volgens eigen tijdschema Wassenberg et al 2007 En daarin bestaat ook invividuele variabiliteit Jolles et al 2008
Factor 7. Er zijn zeer verschillende cognitieve (oplossings)strategieën. Mentale rotatie vereist andere gebieden dan schatten, dan optellen, dan gebruik van verbale strategie of visuele strategie Leren is verzamelnaam voor enorm veel en verschillende processen, ieder met eigen traject door de ontwikkeling en sterk door individu en omgeving (school!, ouders!, peers!) Bepaald.
Verbale instructie komt vaak niet over. Het brein heeft de paden niet klaar die taalbegrip omzetten in handeling Consequentie: Verbaal-linguistisch leren is beslist NIET altijd goed Zeker niet voor jongens De competentie het samen uitzoeken is NIET altijd aan te raden
Factor 8. Biopsychologische variabelen: grote verschillen in individuele ontwikkeling Vele biologische omgevings factoren belangrijk: - Genen! Voeding! Slaap! Stress! Rijke omgeving! - Functiestoornissen - Excellentie, begaafdheid
En: veel kinderen hebben een functiestoornis: een kwart van hen behoeft interventie van een neuropsycholoog
Stelling. Dialoog is nodig voor onderwijs- en talentontwikkeling : Naast didaktiek, technologie beleidswetenschap en praktijk zijn 8 invalshoeken - met vele disciplines, 5 domeinen- essentieel: Hersenontwikkeling (ontwikkelingsstadium, leeftijd) Cognitieve en neurocognitieve factoren (waarneming, aandacht, informatieverwerking, geheugen, planning) Psychologische factoren (emotie, motivatie, stress, beleving, angst etc) Sociodemografische factoren (eerdere ervaringen, cultuur, economische status, opleiding) Biologische factoren (gezondheid, stress, sexe, etc) En allemaal zullen ze gebruikt moeten worden voor effectieve onderwijsvernieuwing...natuurlijk samen met de onderwijswetenschap en de onderwijspraktijk!
Nog wat laaghangend fruit voor de onderwijspraktijk
1. De invalshoek is multidimensioneel Een metafoor: de genen zijn de architect, de omgeving (ouders, leraar) is de aannemer Omgeving stuurt neurocognitieve/ neuropsychologische ontwikkeling, vooral als elementaire functies klaar zijn Zet in op talent-ontwikkeling. Ontwikkeling! Richt je op het kind. Op vaardigheid en niet prestatie. Het kind/jeugdige is een novelty-machine. Zorg dat de machine gebruikt wordt Onderwijs moet zorgen voor juiste prikkels op juiste tijd Hoe lastig ook voor ouders en leraar: het brein van een normale adolo is geprogrammeerd op evaluatie van meningen, attitudes van de peer-group. Dit MOET.
2. Verhoog de efficientie van het leren Bezie informatieverwerking evolutionair. Kennis en vaardigheden zijn het vet van de hersenen. Het kind hongert. Geef het kennis-voeding Brein is patroonherkenner. Stimuleer als leraar dit proces Help het kind snoeien in informatiestroom, door kiezen wat is relevant en waarom. Zorg wel dat er informatie beschikbaar is. Voorkom onderstimulering Kijk naar functies : visuele informatieverwerking, schatten, abstraheren, mentale rotatie, linguistische strategie etcetc Voor sommige functies is oefenen-stampen-oefenen nodig
3. Kiezen, plannen, evaluatie/monitoring! Deze zijn alleen in aanleg, in potentie biologisch voorgeprogrammeerd. Ontwikkeling hangt grotendeels van de omgeving af. Ouders en docent moeten dit sturen Leer de emotionele en sociale consequenties herkennen van handeling en gedrag Leer kiezen en het onderscheid tussen korte termijn, middellange en lange termijn, en argumentatie Cruciale rol voor ontwikkeling van impulsregulatie. Zie dit als biologisch gegeven. Door sturing ontwikkelt deze zich. Bij veel jongens van 12-14 jaar nog niet klaar! Zo vroeg mogelijk mee starten. Laat het niet alleen zelf modderen op straffe van psychopathologie, verkeerde keuzen, en late gevolgen van laissez-faire
4. Mentale hulpmiddelen Leer meerdere invalshoeken en strategieën aan Visualiseren! Mentaliseren! Leer het kind een mentaal model Help om de aandachtsfuncties te controleren Maak gebruik van conceptvorming, abstract denken, plan maken en prioriteren, Gebruik motoriek, ruimte, expressie, muziek, andere toonhoogte, ritmen. Meerdere zintuigen inschakelen Zoek het talent, de individuele strategieën en mogelijkheden van het kind
5. Individuele verschillen Langzaam groeiende boom kan de hoogste worden!! Pin het kind niet vast op wat het op dat moment niet kan Bouw een relatie op met de ouders. Door versterking van leer-context verbetering van het leren. Docent en ouder moeten partner zijn, geen tegenstanders Jongens en meisjes zijn in veel opzichten cognitief identiek maar er zijn enkele forse verschillen...doe er iets mee 30% van de kinderen is per definitie buiten de statistische norm. 10-15% Leerproblemen en 10-15% excellent. Investeer hierin met maatwerk Let op psychologische compensatie: veranderde beleving, depressie, angst, stress, verkeerd kiezen, drugs, sensatie
Onderwijs: creëer de condities waarbinnen het kind kan leren kiezen en haar/zijn talenten optimaal ontplooien... Zorg voor inspiratie, s teun en sturing Educational Neuropsychology www.hersenenenleren.nl