SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING MAANDAG 19 DECEMBER 2016 9.00-11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Het aantal te behalen punten is 100. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie door u genoemde redenen beoordeeld. Lever beide exemplaren van het examenpapier in. Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. Schrijf zo duidelijk mogelijk. Motiveer altijd uw antwoord, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd. Schrijf met een blauw- of zwartschrijvende pen. De toegestane hulpmiddelen bij dit examen zijn: Woordenboek Programmeerbare rekenmachine Indien gevraagd om een antwoord te motiveren, geef dan aan op grond van welk van welk artikel, eventueel aangevuld met lid en letter, u uw antwoord baseert. Een artikel kan de wet, het uitvoeringsbesluit of de uitvoeringsregeling/beschikking bevatten. SPD Bedrijfsadministratie Fiscale aspecten van de onderneming maandag 19 december 2016 B / 7
Vraag 1 2016 NGO-ENS B / 7
Opgave 1 onderdeel omzetbelasting: 50 punten Vraag 1a Vraag 1b Anette heeft een grote passie voor boeken en wil een boekhandel beginnen. Ze heeft een mooi monumentaal pand gezien dat ze kan huren. De winkel wordt ingericht met inventaris en de opening van de boekhandel vindt plaats in het eerste kwartaal van 2016. Dient de verhuurder van het pand omzetbelasting in rekening te brengen over de huur van het pand? Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. (12 punten) De kostenfacturen voor de inrichting van de boekwinkel zijn ontvangen in het eerste kwartaal, maar betaald in het tweede kwartaal. In het tweede kwartaal bedraagt de ontvangen omzet over de verkochte boeken 20.000,-. Anette verkoopt soms boeken op bestelling. De boeken worden verzonden met een factuur die binnen 30 dagen betaald moet worden. De facturen zijn verstuurd in het tweede kwartaal, maar betaald in het derde kwartaal. Anette moet per kwartaal aangifte omzetbelasting doen. Geef van de volgende posten aan in welk kwartaal deze moeten worden aangegeven in de aangifte omzetbelasting. Ga er daarbij vanuit dat Anette de keuze heeft de omzetbelasting zo laat mogelijk te betalen. Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. Verkochte boeken in de winkel Verkochte boeken op bestelling Kostenfacturen voor inrichting en inkoop boeken Geleverd in het tweede kwartaal, betaling ontvangen in het tweede kwartaal. Levering en factuur in het tweede kwartaal, betaling ontvangen in het derde kwartaal. Levering en factuur in het eerste kwartaal, betaalt in het tweede kwartaal. Vraag 1c Vraag 1d Hoeveel omzetbelasting is in het tweede kwartaal verschuldigd over de omzet van 20.000,- die in dit kwartaal gerealiseerd is in de winkel? Het bedrag van 20.000,- is inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting. Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. Anette krijgt in het vierde kwartaal te maken met schade aan de inventaris. Ze ontvangt voor deze schade een factuur met omzetbelasting. De omzetbelasting verrekent zij in haar aangifte omzetbelasting. Anette is het echter niet eens met de factuur, omdat ze vindt dat de reparatie onder de garantie valt. Ze besluit de factuur niet te betalen, in afwachting van de afloop van de discussie. Wat is het uiterste tijdstip waarop Anette deze btw moet terugbetalen? Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. SPD Bedrijfsadministratie Fiscale aspecten van de onderneming maandag 19 december 2016 3 / 7
Vraag 1e Vraag 1f Vraag 1g Vraag 1h Anette heeft een prachtige boekenserie die zij via een prijsvraag wil weggeven aan een particulier. Daartoe zet zij een prijsvraag uit. Wie de prijsvraag wint, krijgt een prachtige boekenserie ter waarde van 800,-, inclusief btw. De inkoopwaarde bedraagt 450,- exclusief btw. Kan Anette de btw op de aanschaf van de boekenserie aftrekken in de aangifte omzetbelasting? Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. (8 punten) Anette heeft bij een leverancier in Duitsland een geweldige boekenserie gezien. Ze koopt deze serie. De boekenserie wordt vanuit Duitsland per post geleverd aan Anette. Op welke wijze wordt de levering van de boekenserie verwerkt in de aangifte omzetbelasting van Anette? Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. Het eerste boekjaar zit erop. De administratie van de boekwinkel is keurig bijhouden en voldoet aan de vereisten die de Wet op de omzetbelasting daaraan stelt. De verschuldigde omzetbelasting bedraagt 4.500,- en de in rekening gebrachte omzetbelasting bedraagt 3.000,-. Bereken de verschuldigde omzetbelasting over het boekjaar voor Anette. Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. (10 punten) Anette heeft een idee. In het pand komt ook een restaurant waar mensen tegen een vergoeding een kopje koffie kunnen drinken en lectuur en literatuur kunnen lezen. Na enige tijd blijkt dat het restaurant een positief effect heeft op de omzet van de winkel, omdat verreweg de meeste klanten zowel een kopje koffie komen drinken als een boek komen kopen. De zaken gaan goed en Anette richt twee bv s op. In de ene bv brengt zij in de boekenhandel, in de andere bv de restaurantactiviteiten. Voor een goede structuur heeft zij een holding die alle aandelen houdt van beide bv s. Anette wordt directeur van alle bv s. Zij gaat in loondienst bij de holding en de holding factureert een vergoeding voor het voeren van de directie over beide bv s. De structuur ziet er als volgt uit: Vraag 2 Geef aan waarom de bv s een fiscale eenheid voor de omzetbelasting kunnen vormen. Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. SPD Bedrijfsadministratie Fiscale aspecten van de onderneming maandag 19 december 2016 4 / 7
Opgave 2 Loonbelasting (50 punten) Vraag 2a Vraag 2b Vraag 2c Vraag 2d Vraag 2e Vraag 2f (3 punten) In artikel 2 lid 1 van de Wet op de loonbelasting wordt gesproken over een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Aan welke drie criteria moet worden voldaan wil er sprake zijn van een privaatrechtelijke dienstbetrekking? Is iemand die een nabestaandenpensioenuitkering ontvangt van een pensioenfonds een werknemer in de zin van de Wet op de loonbelasting? Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. Heeft iemand die ziek is en niet meer werkt en van wie het salaris doorbetaald wordt door de werkgever gedurende de eerste twee jaar recht op arbeidskorting (loonheffingskorting)? Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. Bouwbedrijf Bouwklaar werkt onder meer met zzp ers. De inspecteur start een onderzoek naar de zzp ers. Ten aanzien van één zzp er wordt een loondienstverband gesteld. De directeur van Bouwklaar kan weinig tegen het standpunt van de inspecteur inbrengen. De inspecteur wil weten wie de zzp er is. Bouwklaar heeft de identiteit van de zzp er niet vastgelegd in de loonadministratie. Wat zijn de gevolgen voor de heffing van de loonbelasting bij Bouwbedrijf Bouwklaar als het niet lukt om de identiteit van de zzp er alsnog vast te leggen? Motiveer uw antwoord met verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. Jan werkt bij IT Consultancy BV. Hij heeft een personenauto van de zaak ter beschikking gekregen. Jan wenst geen bijtelling in het loon. Welke verklaring moet Jan aan zijn werkgever overleggen om de bijtelling voor privégebruik van zijn auto in het loon te voorkomen? Motiveer uw antwoord met een verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. Jan rijdt toch met zijn auto privé, ondanks een juiste ingeleverde verklaring. Zijn werkgever weet niets van de privé gereden kilometers. De privé gereden kilometers bedragen meer dan 500 op jaarbasis. De inspecteur komt erachter en concludeert dat bij Jan ten onrechte geen bijtelling in het loon is meegenomen. Kan de inspecteur kiezen op wie (werkgever of werknemer) hij de verschuldigde belasting gaat verhalen? Motiveer uw antwoord met een relevante verwijzing naar wet- en regelgeving. SPD Bedrijfsadministratie Fiscale aspecten van de onderneming maandag 19 december 2016 5 / 7
Vraag 2g Vraag 2h Vraag 2i Vraag 2j Vanaf welk tijdvak of welke maand geniet Jan het loon in natura ter zake van het privégebruik van de auto? Motiveer uw antwoord met een verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. (6 punten) Diederik heeft een onderneming genaamd D-transport BV. Diederik bezit alle aandelen in de genoemde BV. Bij D-transport BV werken negen medewerkers. Diederik staat ook op de loonlijst bij D-transport BV en heeft de functie van algemeen directeur. De medewerkers krijgen de volgende beloningen: - Zeven vrachtwagenchauffeurs verdienen op jaarbasis 35.000,-. - Eén administratief medewerker verdient op jaarbasis 40.000,- loon. - Eén manager verdient op jaarbasis 50.000,-. De genoemde bedragen zijn tevens het belastbaar loon als bedoeld in artikel 9 LB. Diederik zou bij een ander transportbedrijf met dezelfde omvang in de functie van directeur een salaris ontvangen van 60.000,-. Wat is het minimum (belastbaar) loon dat D-transport BV moet verlonen voor Diederik volgens de Wet op de loonbelasting? Motiveer uw antwoord met een verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. (3 punten) Het directeurschap ligt Diederik niet zo en hij ligt er s nachts wakker van. Hij besluit om zijn manager aan te stellen als directeur en zelf (weer) met de vrachtauto te gaan rijden. Wat is nu het minimum (belastbaar) loon dat D-transport BV moet verlonen voor Diederik? Motiveer uw antwoord met een verwijzing naar relevante weten regelgeving. De manager/directeur besluit om voor alle chauffeurs een verzekering af te sluiten ingeval de chauffeurs door een verkeersongeluk blijvend invalide raken. De premie bedraagt 100,- per chauffeur per maand. De uitkering bedraagt 10.000,- per jaar, gedurende een periode van vijftien jaar, maar maximaal tot de AOW-leeftijd. I Wat zijn voor de loonbelasting de gevolgen van het afsluiten en betalen van de premie? II Wat zijn voor de loonbelasting de gevolgen van de eventuele latere uitkering? Motiveer uw antwoorden met een verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. SPD Bedrijfsadministratie Fiscale aspecten van de onderneming maandag 19 december 2016 6 / 7
Vraag 2k (10 punten) Aan het einde van de werkweek, op vrijdagmiddag, wordt er voor een stevige warme maaltijd gezorgd in de kantine van D-transport BV. De kosten komen geheel voor rekening van D-transport BV. De kosten van de maaltijd bedragen op jaarbasis 2.500,-, namelijk veertig maaltijden van 62,50 voor tien medewerkers, inclusief Jan. Ook wordt er jaarlijks een personeelsuitje georganiseerd op een locatie elders in het land. De kosten voor het personeelsuitje bedragen 4.000,-. De loonsom bedraagt in totaal 400.000,-. D-transport BV wijst deze posten aan als eindheffing voor de werkkostenregeling. Bereken het bedrag dat in de ruimte van de werkkostenregeling valt en de eventuele overschrijding en de belastingheffing daarover. Motiveer uw antwoord met een verwijzing naar relevante wet- en regelgeving. Einde examen SPD Bedrijfsadministratie Fiscale aspecten van de onderneming maandag 19 december 2016 7 / 7