Verbinden en combineren



Vergelijkbare documenten
Door: Ineke Delies, lector Duurzame Innovatie in de regionale kenniseconomie van het ROC Alfa-college en de Stenden hogeschool

Over grenzen heen / grenzueberschreitender Tourismus

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Noord-Nederland en OP EFRO

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

STRATEGISCH PLAN Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

Topsectoren. Hoe & Waarom

SAMEN WERKEN AAN ONDERWIJS IN WESTLAND TOEKOMSTVISIE ISW

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

onderzoek op het hbo transformeert de samenleving tekst: Rob Voorwinden

Doel Doel van het programma VvW:

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Leiderschap in Turbulente Tijden

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business

HOOFDSTUK 9 AANBEVELINGEN

Ontwikkelingen Healthy Ageing en gevolgen voor toekomstige professionals

De motor van de lerende organisatie

Platform Bèta Techniek. Connect Chemiedag Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

Position Paper. Samenwerking Noord. Samenwerken door Samen te Doen!

MODERN WERKNEMERSCHAP

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

Innovatie support gids

Stichting Ieder mbo een practoraat. Elvira Coffetti, Flora van Eck, Jorick Scheerens Woensdag 23 november 2016 BTG ZWS, Ede

Internationale kansen voor het MKB: HBO slaat een brug. Louise van Weerden Enschede, 12 Juni 2013

Congres Logistiek Slim verbinden! Tien jaar Lectoraat Logistiek: terug- en vooruitblik

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Verbindingskracht & combinatievermogen de Vries ev Delies, Jantina Jantje

Strategienota Ruimte, Relatie & Rekenschap

Flitsende en bruisende dienstverlening

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Rabobank vertrouwt op HeadFirst voor tijdelijke professionals

Samenwerken! Noodzaak of Kans?

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Certified Public Manager Program (CPM) voor Senior Public Controllers

Centre of Expertise Healthy Ageing: Innovatie in zorg en welzijn en in onderwijs mbo en hbo

Energizing the city: Almere energy axis

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Onderwijs met een hart. Strategische agenda

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

ZET UW TALENT IN BEWEGING

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland

Met plezier heb ik de uitnodiging aangenomen hier vandaag te spreken.

De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301

Hoe het begon.. Start, op initiatief van de provincie. Stuurgroep stelt visie vast

Kennisdag HAN Sociaal 2013

Zelftest communityvaardigheden voor bibliotheekmedewerkers

Anders kijken, anders leren, anders doen

Sociale innovatie. Integraal op weg naar topprestaties in teams en organisaties

Winnaar Beste Calibris Leerbedrijf Sport 2010 Sciandri Sportmanagement Haarlem JURYRAPPORTAGE

Venturaplus. Werkplan 2016 Dit willen wij in 2016 realiseren

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

concurrentiefactor arbeid Arbeid Werkt! Logistic Labour Survey 2014 NDL, TLN, Tempo-Team Agenda

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

University of Groningen. Verbindingskracht & combinatievermogen de Vries ev Delies, Jantina Jantje

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

PROFIEL. Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Piter Jelles Strategisch Perspectief

ÉÉN VAN ONZE EXPERTS

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Onderwijs met een hart. 1 Strategische agenda strategie agenda

5 CRUCIALE COMPETENTIES VOOR EEN DUURZAAM HRM/L&D DIMITRI MAENHOUDT

Grenzenloos verbinden en combineren

Duurzaam leren, werken en innoveren

Leergang bve Programma

Kennisintermezzo: Co-makership in de regio. Onderwijs Eenheid: Perspectieven op beroepsonderwijs 1 - onderwijs & arbeid

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

Leergang bve Programma

ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van?

INNOVATIE- MOTOR VOOR HAVEN EN STAD

Presentatie EDB Nicole Ottenheim Gemeente Venlo. Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen. Hans Aarts Fontys Hogescholen

Overheid Onderwijs Onderneming Onderzoek Omgeving

Studiedag De Toekomst van het Platteland Anticiperen in het onderwijs op de snelle veranderingen op het Platteland en in de Krimpgebieden

Zorg. Logistics. High Tech Systems. Biobased Economy. Agro Food

Bibliotheek en mbo werken samen aan digitale geletterdheid. Van visie naar praktijk

Instituut voor Sociale Opleidingen

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

WELKOM. 8 e netwerkbijeenkomst 27 oktober 2011

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

F4-GEMEENTEN. Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord. Versterk Economie en Werkgelegenheid

Nameting Scan Mijn Bedrijf

Transcriptie:

uitgesproken bij haar inauguratie als lector Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie aan Stenden hogeschool en ROC Alfa-college op 7 mei 2009 Verbinden en combineren Inaugurale rede van Ineke Delies

Hooggeachte heren van de Colleges van Bestuur, Hooggeleerde en zeer geleerde aanwezigen, Beste dames en heren, Vreemde vogels Voordat ik u meeneem in de boeiende wereld van mijn lectoraat, moet ik u iets bekennen. Ik ben een beetje een vreemde vogel, en wel hierom: Dit is een dubbellectoraat, MBO&HBO, en dat komt nog maar zelden voor in Nederland. Ik ben de enige lector in het lectorenteam van Stenden hogeschool met deze combinatie. Het lectoraat is nadrukkelijk regionaal gericht en zoekt kleine gemeenschappen op, de meeste lectoraten zijn internationaal, landelijk of op z n minst provinciaal gericht. Dit lectoraat wordt letterlijk van meet af aan met het bedrijfsleven vormgegeven, terwijl die partijen meestal pas later aangehaakt worden. De inhoud van het plan van aanpak is samen met een aantal directeuren van regionale bedrijven opgesteld bijvoorbeeld en men participeert nu al concreet in de kenniskring van dit lectoraat. Studenten bij dit lectoraat zijn niet de traditionele studenten/ leerlingen die rechtstreeks vanuit het Voortgezet Onderwijs naar het Beroepsonderwijs zijn gegaan, maar werknemers met een baan en midden managers die bij- of nascholing behoeven. Dit is een nog schaarse groep leerlingen in het beroepsonderwijs. Kortom: niet helemaal normaal, dit lectoraat, tenminste: wat de lector betreft? Het thema van deze rede is: Verbinden en Combineren. En dat is eigenlijk de kern van wat ik doe: ongebruikelijke verbindingen leggen en nieuwe combinaties ontdekken. Van mijn aanstaande collega-lector Gabriel Anthonio heb ik geleerd dat de boodschap die je over wilt brengen sterker wordt als je die ondersteunt met een treffend beeld. En dat beeld heb ik gevonden: het schilderij Vogels van vreugde en verdriet van Victor Vasnetsov uit 1896 dat ik vorig jaar zag bij de tentoonstelling Russische Sprookjes in het Groninger Museum en een onvergetelijke indruk op me maakte. Het is een groot schilderij met een zeer expressieve afbeelding van twee wezens die half vrouw / half vogel zijn, een combinatie die voor mij nieuw was (later zag ik dat beeld vaker, zo gaat dat). Het zijn de mythologische paradijsvogels Sirin en Alkonost uit het gebied tussen de Eufraat en de Tigris, die de mensen de toekomst voorspelden. Sirin voorspelde heiligen de toekomst, maar was voor de gewone mens gevaarlijk omdat ze verleidelijk mooi zong. Alkonost personifieerde de wil van God, woonde in het paradijs en daalde soms af naar de aarde om boodschappen door te geven. In dit schilderij horen ze nadrukkelijk bij elkaar, het zijn allebei vogels van Kennis en ook elkaars tegenpool. Ze worden verbonden, via de verschillende takken waar ze op zitten, met de boom die wortelt in de aarde en reikt naar de hemel. Ze staan voor mij symbool voor het thema van deze rede: Verbinden en Combineren. Ik zal stil staan bij een aantal aspecten van dit lectoraat: de veranderende rol van het beroepsonderwijs, de economische crisis en scholing, de gehanteerde visie op kennisinnovatie, mijn belangrijkste opdracht, verankering in de regio, duurzame verbindingen, leren en werken in multidisciplinaire ketens, verbinding met andere lectoraten. 3

Veranderende rol van beroepsonderwijs en bedrijfsleven in de kenniseconomie De maatschappij kenmerkt zich momenteel door snelle sociaal-economische veranderingen, waarbij kennis een belangrijke rol speelt. Deze veranderingen zijn door de socioloog, directeur Sociaal en Cultureel Planbureau en universiteitshoogleraar Paul Schnabel (Schnabel, 2000) samengevat met het begrip de 5 I s, te weten: Informalisering, Intensivering, Informatisering, Internationalisering en Individualisering. Niet alleen de maatschappij verandert, maar ook het werk en de werkomstandigheden. Als het werk verandert, worden er ook andere eisen gesteld aan de werknemers om dat veranderde werk uit te kunnen voeren. Er worden andere competenties gevraagd: de inhoud van het beroep wordt breder door nieuwe combinaties van werkvelden (Verpleging en Verzorging bijvoorbeeld, of Technologie en Zorg) en tegelijkertijd ook smaller door specialisaties die gevraagd worden in verband met snelle vernieuwingen in product of proces. Naast theoretische worden ook meer praktische beroepsvaardigheden gevraagd en maatschappelijke vaardigheden als: sociale vaardigheid, klantgerichtheid en samenwerkingvaardigheden. Het curriculum verandert: onderdelen van diverse opleidingen worden in het leerplan aan elkaar geknoopt (stukjes uit de lesstof van een technische opleiding gecombineerd met deeltjes uit een zorgopleiding bijvoorbeeld) en vakken worden vaker geclusterd aangeboden. Er worden ook nieuwe leergebieden aangeboden als: plannen van werkprocessen, duurzaamheid, leiding geven, creativiteit, budgetteren en begroten. De context waarin men werkt wordt complexer: De collegiale en klantrelaties worden belangrijker, men veronderstelt dat de werknemer bewust is van de eisen die de omgeving waarin hij/zij het werk verricht aan hem/haar stelt. Er wordt vaker dienstverlening geëist op meerdere werkgebieden tegelijk, waardoor werknemers meer dan vroeger in multi disciplinaire teams werken of met externe partners. Men leert niet meer uitsluitend op school maar ook tijdens of op het werk. Het leren vindt niet meer voornamelijk plaats in een theorielokaal maar ook in practica, op simulatieplekken, op de eigen werkplek in het bedrijf, of in het buitenland. De leerroutes worden gevarieerder en ingewikkelder, individueel maatwerk is mogelijk en diverse leerstijlen worden erkend. Kortom: Kennis veroudert snel en goed geschoolde werknemers met actuele kennis worden steeds belangrijker. Het kunnen beschikken over adequate kennis is daarbij noodzakelijk, om te kunnen overleven in de kenniseconomie. Het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven moeten samen vormgeven aan nieuwe combinaties van Leren&Werken die voor leerlingen en werknemers nodig zijn om die sociaal-economische veranderingen het hoofd te kunnen bieden. Hiertoe moeten ze kennisallianties met elkaar sluiten. Dit is een duizelingwekkend gevarieerde en complexe opgave, zoals Loek Nieuwenhuis (Nieuwenhuis, 2006) opmerkt in zijn oratie over Vernieuwend vakmanschap op 28 april 2006 aan de Universiteit Twente. Het is ook een noodzakelijke opgave, juist in deze tijd van plotselinge economische recessie. 4 Economische crisis, kansen voor kennis en innovatie? De huidige aansluiting MBO-HBO-bedrijfsleven is niet toereikend en kennisinnovatie in Nederland stagneert. Er is een sterk groeiende kritiek op het nogal algemene karakter van het Nationale Platform voor Innovatie onder leiding van de minister-president. In de actualiteit van de economische crisis is er echter grote behoefte aan innovatie en scholing. Díe bedrijven die reeds langer ingezet hebben op duurzame ontwikkeling, innovatie en adequaat geschoolde werknemers en daar ook mee doorgaan, blijken nu het beste bestand tegen de economische terugval. Er is een groeiend besef dat er in deze moeilijke tijden een brug geslagen kan worden tussen teruglopende werkgelegenheid en behoud van gekwalificeerd personeel door actief aan scholing en innovatie te doen. Maar daar is wel durf voor nodig in deze roerige tijden. Want wie zal zeggen of dit een periode van verrassende nieuwe combinaties is of dat iedereen afwacht en niet in beweging komt, of er kansen zijn of tóch niet, of de samenwerking snel genoeg loont, of er wel geschikte partners zijn, of duurzaamheid zich nu al uit betaalt of is het al te laat om er nog mee te beginnen? Vraagstukken waar nog geen antwoord op is en die al doende verkend moeten worden. Wat wel zeker is, is dat er geïnvesteerd moet worden in kennisinnovatie. Daartoe moeten beroepsonderwijs en bedrijfsleven de handen ineen slaan. Er liggen grote kansen voor dergelijke kennisallianties, met name op het gebied van het Duale Leren. Dat is: het combineren van werken en leren bij zittende werknemers vanuit hun werkplek. Er zal maatschappelijk veel ruimte beschikbaar komen voor behoud van werkgelegenheid door bijscholing van werknemers. Veel bedrijfstakken en branches leggen hun scholingsvragen echter neer bij de branche-eigen scholingsinstituten en niet bij ROC s of hogescholen. Tachtig procent van de scholingsvragen uit de bedrijven wordt bij branche-eigen scholingsinstituten neergelegd, bleek onlangs. De grote uitdaging voor de ROC s en de hogescholen is het verwerven van een gedegen plaats in dit geheel door het actief aangaan van duurzame kennisallianties. Dat moeten ze niet onbezonnen doen, maar weloverwogen. Door rechtstreekse afspraken te maken met bedrijven die men kent en vertrouwt. Niet landelijk maar regionaal, niet verkokerd maar multidisciplinair, niet top-down maar bottom-up. Niet in een vraag en aanbod verhouding maar in co-makership van meet af aan. Niet ad hoc innovatieprojecten starten die al snel in de onderste bureaula blijven liggen, maar goed gefundeerde samenwerkingsverbanden aangaan die duurzaam verankerd zijn in de organisaties en de regio. Het ROC Alfa-college en Stenden hogeschool zijn zo dapper om juist nu met dit lectoraat te beginnen. Ze hebben zich met elkaar verbonden in dit combinatielectoraat om gezamenlijk duurzame kennisallianties te sluiten met het regionale bedrijfsleven. Ze willen daarmee niet alleen hun eigen kennis vergroten, ze willen voorál samen met bedrijven uit de regio duurzaam scholing ontwikkelen die aansluit bij de actuele sociaal-economische ontwikkelingen, op een zeer concrete een aantoonbare wijze. Ze willen Verbinden en Combineren. 5

Niet lineair maar cyclisch vormgeven aan nieuwe combinaties: één visie en zes noties In dit lectoraat wordt ervan uitgegaan dat kennisinnovatie niet zozeer ontstaat uit een rechtlijnig, lineair proces van kennisontwikkeling: rechtstreeks van A naar B, met B als eindresultaat. Dit lectoraat draagt de visie uit dat kennisinnovatie een cyclisch proces is van in gezamenlijkheid ontdekken en vormgeven van nieuwe combinaties, Neue Kombinationen zoals de econoom Schumpeter ze noemt (Schumpeter, 1942). Dit innovatieproces volgt niet altijd de rechte lijn van A naar B, maar is een proces waarin iets uitgeprobeerd wordt, bijgesteld en soms tussentijds uitgebreid, verbeterd en weer bijgesteld. Men leert gezamenlijk en al doende. Sturing door het middenmanagement op mogelijkheden tot kennisuitwisseling binnen en tussen de samenwerkende organisaties is daarbij van groot belang, zoals de econoom Bart Notenboom aangeeft in zijn boek over het managen van partnerships tussen bedrijven (Nooteboom, 1998). Kennisuitwisseling wordt makkelijker als men een gezamenlijke werkpraktijk deelt waar men ook samen leert, een zogenaamde Community of Practice vormt, om de reeds behoorlijk ingeburgerde term van de beroemde onderzoeker van social learning systems Etienne Wenger te gebruiken (Wenger, 1998). Deze visie dat kennisinnovatieprocessen cyclisch zijn, heeft geleid tot zes noties die de leidraad vormen voor zowel het onderzoek, de onderwijsvernieuwing als de kenniscirculatie binnen dit lectoraat. Ik zal kort ingaan op alle zes vormen: Notie 1. Nieuwe combinaties zijn diagonaal Bij de samenwerking tussen MBO, HBO en het bedrijfsleven is er sprake van drie soorten nieuwe combinaties: Ten eerste de verticale combinatie van MBO en HBO tussen de onderwijssoorten en verschillende opleidingsniveaus. Ten tweede de horizontale combinatie tussen opleidingen, sectoren of disciplines binnen de onderwijssoort en van hetzelfde opleidingsniveau. Ten derde de zogenaamde diagonale combinatie van beroepsonderwijs en regionaal bedrijfsleven, die eigenlijk kriskras door de andere twee combinaties heen gaat. Van deze drie combinaties is de diagonale combinatie het vertrekpunt bij dit lectoraat. Notie 2. Kennisinnovatie is grensoverschrijdend en multidisciplinair De nieuwe combinaties waarnaar gezocht wordt binnen dit lectoraat, spelen zich altijd af in de context van Leren&Werken en kenmerken zich inhoudelijk door een hoog gehalte aan grensoverschrijdendheid danwel multidisciplinariteit. De gebieden waar opleidingen en onderwijssoorten elkaar raken, snijden, aanvullen of overlappen worden in dit lectoraat beschouwd als dé vindplaatsen bij uitstek voor innovatie. Daar worden de nieuwe combinaties gezocht. Die beroepscontexten waarbij meerdere collega s uit diverse disciplines met elkaar moeten samenwerken, vaak zijn dat nieuwe ketens of clusters rondom personen, diensten of processen, worden daarbij beschouwd als het werkveld van de nabije toekomst. In dit lectoraat worden drie specifieke ketens nader belicht. Hierover later in de rede meer. Notie 3. Nieuwe samenhangen worden ontdekt door generalisatie en niet door specialisatie Dit lectoraat is meer generaliserend van karakter dan specialiserend. Het gaat namelijk om het 6 vinden van nieuwe samenhangen tussen de elementen en niet om de ontwikkeling van nieuwe elementen zelf. Hét voorbeeld voor mij van een generalist die de samenhangen tussen allerlei specialismen signaleert en benoemt is Jared Diamond. Deze Amerikaanse bioloog, geograaf en ecoloog schreef onder andere het boek: Zwaarden, paarden en ziektekiemen ( Guns, Germs and Steel ) (Diamond, 1997). Hij schetst daarin de samenhang tussen geografische en ecologische ontwikkelingen en de opkomst van beschavingen in de afgelopen 13.000 jaar. Hij kreeg er de Pulitzerprijs voor in 1998. Dit lectoraat is dus geen vaklectoraat, maar een lectoraat dat zich bezig houdt met het ontdekken van nieuwe samenhangen in multidisciplinaire contexten waar specialisten samenwerken en het vormgeven van daarbij horende nieuwe competenties. Notie 4. Kennisinnovatie is relationeel Succesvolle kennisinnovatie- en circulatie staat of valt bij goede samenwerkingsrelaties, waarbij het heel belangrijk is om de juiste partnerschappen aan te gaan. En om dat te kunnen, het is heel simpel eigenlijk, moet men zichzelf en de partners goed kennen, rechtstreeks met elkaar gaan samenwerken en een vertrouwensrelatie opbouwen voor de langere termijn die bestand is tegen goede en slechtere tijden. Succesvolle allianties kunnen namelijk niet ontstaan in kringen die elkaar nauwelijks kennen en door andere partijen bij elkaar gebracht zijn. De verbinding tussen mensen en de uitwisseling van kennis en ervaringen spelen een hoofdrol bij samenwerking op kennisinnovatie (Nonaka, 1995). Daarvoor zijn persoonlijke werkrelaties nodig tussen en binnen alle lagen van de organisaties (Nooteboom, 1998). Dit vergt veel voorbereiding, enige stabiliteit en vooral continuïteit van partnerschappen. In dit lectoraat wordt samengewerkt met partijen die elkaar kennen, veel waarde hechten aan kenniscirculatie in multilaterale relaties en de intentie hebben uitgesproken om zich voor langere tijd aan elkaar te verbinden bij het ontwikkelen van kennisinnovatie. Notie 5. Samenwerking op kennisinnovatie is duurzaam In dit lectoraat wordt bij het begrip Duurzaamheid bij de triple P van: Planet, Profit, People het accent gelegd op de P van People en niet op de P van Planet. Dat wil zeggen dat niet ingegaan wordt op de ecologische kant van duurzaamheid maar op de menselijke, sociale kant. Met name wordt aandacht besteed aan de duurzaamheid van samenwerkings- en kennisinnovatieprocessen. Ik volg de definitie van René Jorna, mijn promotor, dat iets duurzaam is als de interne structuur van een (kunstmatig) systeem in dynamische balans is met haar omgeving (Jorna, 2006). Duurzaamheid is het vinden van de juiste balans tussen die twee, tussen binnen en buiten. Ook volgens Herman Wijffels, die door Trouw naast Pieter Winsemius op de eerste plaats is gezet van de 100 belangrijkste duurzame mensen, is het vinden van de juiste balans een belangrijk aandachtspunt bij het aangaan van kennisallianties (Wijffels, 2002). Deze partijen moeten dan wel Waardengemeenschappen willen vormen. Dit is de term die de Herman Daly, ecologisch econoom en specialist op het gebied van Duurzame Ontwikkeling, gebruikt voor duurzame publiekprivate combinaties (Daly, 1989). En dat houdt in dat men: rekening houdt met de belangen van meer dan één partij, afwegingen over de langere termijn meeneemt en het evenwicht aan wil houden bij groei: die kan eindig zijn, meer is niet altijd beter. 7

We leven echter in een maatschappij waarin het accent ligt op flexibiliteit. Men is gericht op de korte termijn en moet steeds vaker (en) grotere risico s nemen. Volgens de socioloog Richard Sennett (Sennett, 1998), die veel over de sociale gevolgen van economische ontwikkelingen voor werknemers schrijft, is dit een heel verwarrend aspect van de nieuwe maatschappij met grote invloed op en gevolgen voor het karakter van mensen. Karakter vat hij hierbij op als het vermogen om onze relaties ten opzichte van anderen in te kunnen schatten als goed of slecht. Om dat vermogen te kunnen ontwikkelen, zijn relaties nodig waarbij men wederzijds verbonden is voor langere tijd. Het aangaan van dergelijke samenwerkingsrelaties wordt bemoeilijkt door de huidige maatschappij, waar snelle en vluchtige relaties hoog in het vaandel staan en als teken beschouwd worden van innovatief vermogen. Dit lectoraat wil nadrukkelijk een bijdrage leveren aan de toename van het besef dat duurzame relaties aan de wieg staan van duurzame innovaties. Notie 6. Innovatie is Reflectie De manier van werken binnen dit lectoraat kenmerkt zich door het al doende samen leren en concrete verbeteringen in de combinatie van Leren&Werken tot stand te brengen voor de alledaagse beroepspraktijk. Er is hierbij speciale aandacht voor het leren op de werkplek (Nijhof &Nieuwenhuis, 2008). Er wordt gezocht naar nieuwe competenties voor zittende werknemers en naar andere beroepsvaardigheden van managers, kortom: naar vernieuwend vakmanschap, zoals Loek Nieuwenhuis dat noemt. Deze bijzondere dynamiek vraagt om gerichte reflectie bij alle betrokken partijen. In de hectiek van deze vorm van innovatie zijn momenten van professionele reflectie essentieel. Hier wordt momenteel nog te weinig aandacht aan geschonken bij zowel het onderwijs als het bedrijfsleven. Dit lectoraat beoogt een stimulans te geven aan de professionele reflectie bij het management van de instellingen en de bedrijven als mede bij de MBO/HBO docenten en werknemers. Reflectie op de aansluiting met de ontwikkelingen van het vak, het bedrijf, het werkveld en de kenniseconomie (Leijnse, 2009). Mede door middel van de prominente plaats van reflectie en kennistransfer binnen dit lectoraat wordt geprobeerd de betrokken professionals te inspireren om aan het werk te gaan met nieuwe combinaties. In de hoop dat het werkplezier en de beroepstrots aangesproken worden en dat die professionals op hun beurt het plezier in Leren&Werken bij de student en de werknemer weten over te dragen en aan te wakkeren. Verbinden en combineren als belangrijkste opdracht Door sterk samenhangende combinaties van onderzoek, onderwijsvernieuwing en kennisuitwisseling te creëren op het raakvlak van MBO (niveau 4) en HBO die nauw aansluiten bij de regionale economische ontwikkelingen en toegepast worden op concrete multidisciplinaire werksituaties, wil het lectoraat in samenwerking met bedrijven een impuls geven aan duurzame kennisinnovatie. Op deze manier wordt door dit lectoraat een concrete bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van goed gekwalificeerd personeel op de korte maar vooral ook op de langere termijn. 8 De specifieke onderzoeks en ontwikkelopdracht van dit lectoraat raakt uiteraard het thema van deze rede: Verbinden en combineren, is drieledig en luidt: 1. Ontwikkel en versterk met behulp van toegepast onderzoek de methodiek van regionale kennisallianties tussen ROC Alfa-College en Stenden hogeschool en het regionale bedrijfsleven voor de regio Hoogeveen en Emmen (zie onder andere het kennisnetwerk in Hoogeveen: Zodat het netwerkt). 2. Onderzoek de methodiek van regionale kennisnetwerken tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven op de mogelijkheid tot transfer naar andere regio s (nationaal en inter nationaal, te beginnen met de Euregio). 3. Ontdek nieuwe combinaties van competenties aan de hand van concrete voorbeelden uit de beroepspraktijk. Ontwikkel, onderzoek en beschrijf daartoe inhoudelijk samenhangende innovatieve clusters uit het regionale beroepsveld waarbij werknemers/werkgevers over de andere competenties moeten gaan beschikken om multidisciplinair te kunnen leren en werken. De kennis- en beroepsdomeinen van het lectoraat bestaan, hoe kan het ook anders, uit combinaties en verbindingen: Het kennisdomein is een combinatie van bedrijfskunde en onderwijskunde. Het beroepsdomein is een combinatie van diverse opleidingscombinaties uit de sectoren Zorg en Welzijn, Techniek en Economie, verbonden aan drie inhoudelijke en multidisciplinaire ketens die aansluiten op de in de regio zuidoost Drenthe relevante bedrijvigheid. Daarom nu eerst iets over de regio, daarna iets over de drie ketens. Verankering in de regio, regionale speerpunten Dit lectoraat heeft nadrukkelijk een regionale setting en mijn standplaats is Hoogeveen. Dit is een bewuste keuze geweest die voortvloeit uit de opvatting dat kennisinnovatie relationeel is: men moet elkaar kennen en Communities of Practice delen. Fysieke aanwezigheid is daarbij noodzakelijk. Vanuit mijn vorige functie ken ik het Hoogeveense bedrijfsleven al aardig goed en de Emmense bedrijven ook, hoewel iets minder. Ik ben niet alleen professioneel verankerd in deze regio, ook persoonlijk heb ik een band. Mijn jeugd heeft zich afgespeeld in de driehoek Klazienaveen (daar ben ik geboren )-Nieuw Amsterdam (daar heb ik op de kleuterschool gezeten) -Coevorden (daar heb ik een groot deel van mijn lagere schooltijd doorgebracht) met Emmen in het centrum van die driehoek (daar heb ik op het Christelijk Lyceum gezeten). Mijn vader is geboren in het Duitse Georgsdorf, vlak over de grens en mijn moeder in Erica. Ik ben een echte heidepiek, volgens mijn schoonmoeder, zelf een Fries Famke overigens. Om het lectorale anker in de regio Hoogeveen en Emmen te kunnen schetsen, moet eerst iets gezegd worden over de economische kenmerken van het gebied waar die regio deel vanuit maakt: Zuid-Oost-Drenthe en Noord-Nederland. 9

Vanuit VNO-NCW en MKB wordt aangegeven dat dit deel van Nederland nu nog iets minder last heeft van de economische crisis dan de Randstad, maar dat met name de sectoren Transport en Logistiek en Bouw wel flinke klappen hebben gekregen, evenals de chemische industrie. De financiële wereld en de onroerend goed markt hebben het ook in Noord- Nederland zwaar. Er wordt verwacht dat in de tweede helft van dit jaar de recessie nog meer voelbaar wordt. Er is een toenemende aandacht voor mobiliteit van werk-naar-werk en scholing, hoewel ook hier de branchegrenzen maar moeilijk overschreden worden. De reeds eerder geconstateerde hoofdlijnen in de regionale economie blijven echter actueel. In het Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 (SNN 2007) worden enkele economische kernzones aangegeven en wordt op hoofdlijnen de demografie, arbeidsmarkt, economische structuur en de regionale kenniseconomie geschetst. De Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning door de RUG voor het CWI Noord-Nederland (2008) doet dat ook en geeft een vergelijkbaar beeld. Opvallende zaken uit deze twee documenten zijn: 1. De bevolking van Noord-Nederland is langzamer gegroeid dan het nationale gemiddelde. 2. De vergrijzing ligt daar hoger dan het gemiddelde, vooral in Drenthe is die erg hoog. 3. De arbeidsparticipatie is iets lager dan gemiddeld, in Drenthe wordt dat mede veroorzaakt door het verhoudingsgewijs grote aantal ouderen dat niet meer op de arbeidsmarkt participeert. 4. Er is ten opzichte van de rest van Nederland een achterstand in inkomen (10% lager) en gemiddeld opleidingsniveau. Dit komt mede doordat met name in Drenthe relatief weinig mensen werkzaam zijn in de snelst groeiende sectoren in Nederland: zakelijke dienst verlening, handel en horeca. 5. De economische motor van Noord-Nederland zijn de zogenaamde vier grote steden Groningen, Leeuwarden, Emmen en Assen (samen goed voor 38% van alle arbeidsplaatsen) en de vijf kernzones: Westergo, A7 (zuidfriese steden), Eemsmond, de as Groningen-Assen en de zuiddrentse steden band. 6. De groei van de werkgelegenheid is in Drenthe 0,5% hoger dan in de rest van Nederland. De sterkste groei (3%) zit in de zorgsectoren en de zelfstandigen (4 à 5%). Dat laatste komt vooral door de vergrijzing: mensen gaan parttime werken en beginnen als aanvulling een bedrijfje voor zichzelf. Bijna 17% van de werkgelegenheid in Drenthe is te vinden in de zorgsector. Ook is er een toegenomen werkgelegenheid in de sectoren Toerisme, Zakelijke Dienstverlening en Horeca. 7. Aan de voorwaarden voor de transitie naar een kenniseconomie: de aanwezigheid van voldoende gekwalificeerd personeel, wordt nog onvoldoende voldaan, vooral in de regio s aan de rand van de drie provincies zoals de regio Zuidoost Drenthe. 8. Kansrijke speerpunten met een meerwaarde voor de nationale economie: onder andere Lifescience, ICT, Agribusiness, Metaal/scheepsbouw en voor Drenthe met name: chemie, toerisme en de zorgeconomie. Voor de gemeente Hoogeveen zijn de sectoren Zorg en Toerisme als bijzonder kansrijk aangemerkt. Deze visie wordt gedeeld door de gemeente zelf en daar wordt uitzonderlijk veel aandacht besteed aan de combinatie Leren&Werken, met succes (Economische structuurvisie Hoogeveen, 2007). Voor de gemeente Emmen zijn dat de sectoren: Chemie/kunststoffen, Toerisme en Cultuur, waarbij met name het Dierenpark Emmen grote potentie heeft om de werkgelegenheid vooral in de toeristische en creatieve sector substantieel te laten groeien 10 Duurzame verbindingen en co-makership: voorlopers en volgers De partners in dit lectoraat komen uiteraard uit het MBO, het HBO en het regionale bedrijfsleven. Regionale en provinciale overheden spelen ook een belangrijke rol, evenals de werkgeversorganisaties. Al deze partijen zijn actief betrokken bij de voorbereiding en inrichting van dit lectoraat, enkele partners uit het bedrijfsleven maken als voorlopers deel uit van de kenniskring van de lector. Het plan van aanpak is afgestemd en voorbereid met al deze partners. Uit deze uitgebreide verkenningen kwam naar voren dat de meest pregnante innovatievragen voor de middellange termijn liggen op het vlak van multidisciplinaire ketens bij de drie belangrijkste ontwikkelingen in deze regio: 1) De ouder wordende mens die thuis blijft wonen 2) De toerist die in Drenthe vertoeft 3) De toepassing van nieuwe (duurzame) materialen o.a. in de industrie Deze drie ontwikkelingen zijn daarom gekozen als inhoudelijke speerpunten voor dit lectoraat, en benoemd als: de drie multidisciplinaire ketens. Vervolgens is besloten om deze keuze voor te leggen aan een aantal in dergelijke ketens geïnteresseerde, toonaangevende en actieve directeuren uit de regio van innovatieve bedrijven waar al enige ervaring is met multidisciplinair werken. Hen is gevraagd om als voorlopers te participeren in de kenniskring van dit lectoraat. Met hen is intensiever doorgesproken over de concrete samenwerking. Het betreft in ieder geval de bedrijven: Distrivers en Woonconcept bij de keten Zorg en Wonen Het Dierenpark Emmen bij de keten Toerisme RUMA Rubber en Stork Fokker AESP bij de keten nieuwe materialen/kunststoftechnologie Deze vijf partijen zijn niet alleen gekozen om hun verbinding in de keten, maar ook om hun verbinding tussen de drie ketens. Het is de bedoeling in dit lectoraat dat de partijen elk in hun keten ook leren van de ontwikkelingen in de andere twee ketens. Het kan zijn dat er op korte termijn nog enkele voorlopende bedrijven toegevoegd worden, zoals Zorgpalet, GGZ Drenthe, van Boeijen, Lefier en Leveste bij de keten Zorg en Wonen, het Hof van Saksen, de Tamboer en de Muzeval en enkele partners van ETI bij de keten Toerisme en wellicht enkele grotere regionale toeleveranciers van Stork Fokker bij de keten Kunststoffen. Gesprekken met hen zijn in voorbereiding. Ook wordt nu al samengewerkt met partijen in het programma Atalanta van de gemeente Emmen, waar allerlei innovaties worden gebundeld rondom de Dierentuin, de Muzeval, de tunnel en het hart van Emmen.Verder ben ik als coördinerend lector betrokken bij het kwartiermaken van het ETI, het Europese kenniscentrum voor Toerisme. In een latere fase van het lectoraat worden volgers gezocht. Dit zijn bedrijven die ook geïnteresseerd zijn in de innovatie en multidisciplinaire ketens en op enige wijze al een relatie 11

hebben met de voorlopers. Met name voor de kleinere MKB-bedrijven kan dit een aantrekkelijke manier zijn om aan te haken bij innovatie en scholing: leren van anderen en aanhaken bij bestaande netwerken. Hierbij wordt uitgegaan dat de principes Goed voorbeeld doet goed volgen en Noblesse Oblige gelden voor zowel de voorlopers als de volgers. Leren en werken in multidisciplinaire ketens De belangrijkste innovaties voor de komende vijf jaar doen zich voor op het leren en werken in multidisciplinaire ketens rondom specifieke kernen, zoals de persoon/klant, het proces, het product. Zowel in het beroepsonderwijs als in het bedrijfsleven is het besef groeiende dat er naast specialisten ook behoefte is aan generalisten die in specifiek multidisciplinaire contexten verbanden leggen tussen bepaalde specialismen. Hier wordt mee bedoeld dat er multidisciplinaire ketens zullen ontstaan waarin bedrijven samenhangende dienstverlening moeten leveren aan één en dezelfde klant bijvoorbeeld. Ze moeten leren participeren in nieuwe ketens, waar andere eisen gesteld gaan worden aan diensten, processen en producten van het individuele bedrijf onderdeel uitmaakt van die keten. Dit is geen supply chain van toeleveranciers, maar een keten van collegiale bedrijven die elkaar aanvullen. Het is van groot belang om te onderzoeken welke partijen welke ketens moeten gaan vormen, welke competenties daar voor nodig zijn bij het management, de werknemers en ook de studenten om te kunnen leren en werken in multidisciplinaire omgevingen dan wel om leiding te kunnen geven aan multidisciplinaire werkprocessen. Voor het beroepsonderwijs is het van groot belang om te weten welke competenties aangeleerd moeten worden om generalisten op te kunnen leiden vanuit bestaande specialismen. Daarbij worden geen nieuwe opleidingen ontwikkeld, maar wordt gekeken naar nieuwe combinaties tussen delen van bestaande opleidingen. Het nieuwe is voor het onderwijs met name het ontwikkelen van scholing in het multidisciplinair werken, dwars door specialismen heen. Het ontwikkelen van scholing voor generalisten die de specialisten kunnen verbinden met elkaar en met specifieke gezamenlijke werkcontexten. Verbinden en combineren. In gezamenlijkheid hebben de partijen voor de regio s Hoogeveen en Emmen onderstaande drie ketens geïdentificeerd die deel uit maken van hun strategische speerpunten en waar deze vraag zich nu al concreet voor doet. 1. Zorg en Wonen: de keten rondom de oudere mens die thuis blijft wonen en daar verzorging behoeft op allerlei gebied, met de opleidingscombinaties: Wonen en Welzijn, Cure&Care, Domotica, Logistiek, Communicatie, Veiligheid, Voedsel/Levensmiddelentechnologie. 2. Toerisme in de regio: de keten rondom het proces van de toerist in een regionale setting, met de opleidingscombinaties: Economie, Facilitaire Dienstverlening, Retail, Hospitality, Logistiek, Cultuur, Groene leefomgeving. 3. Kunststoftechnologie: de keten rondom het product nieuwe duurzame materialen/ kunststoffen, met de opleidingscombinaties Duurzame energie, Besturingstechniek, Procestechniek, Verspanende technieken, Composieten. Door elke keten loopt als rode draad: er is altijd een combinatie van MBO 4 en HBO, er wordt duaal geleerd d.w.z. geleerd op de werkplek, inhoudelijke samenwerking vindt plaats vanaf 12 het eerste begin, de (ketens van) bedrijven vormen de leeromgeving, zo mogelijk wordt er per keten een concreet leerbedrijf opgericht, er zijn nieuwe combinaties van opleidingen, zittende werknemers en managers vormen de voornaamste doelgroep, de keten is regionaal verankerd en er is een koppeling met het wetenschappelijk onderwijs door de participatie van promovendi. Gezamenlijk doel is het ontwikkelen van competenties, curricula en contexten om te kunnen leren en werken in multidisciplinaire ketens in een regionale setting. De volgende accenten worden gelegd in deze volgorde, die zeer indicatief is vanwege het cyclische proces van werken. In 2009: Accent op de keten Toerisme en de verbinding met het kenniscentrum European Tourism Institute, het ontwikkelen van duale leerroutes MBO/HBO en het geven van lezingen en leergangen voor het management. In 2010: Accent op de keten Kunststoffen en het opzetten gezamenlijke leerbedrijven. In 2011: Accent op de keten Zorg en Wonen en de verbinding met het kenniscentrum Sociale Innovatie en de start van een promotieonderzoekslijn met betrekking tot succesvolle regionale kennisallianties, als vervolg op mijn proefschrift over dit onderwerp. In 2012: Accent op kennisuitwisseling tussen de drie multidisciplinaire ketens en start van onderzoek naar transfermogelijkheden naar de Euregio. In alle vier jaren wordt de verbinding met het wetenschappelijk onderwijs actief gezocht met betrekking tot de expertise die nodig is om de multidisciplinaire ketens te onderzoeken. Ook wordt er nadrukkelijk aansluiting gezocht bij de aanbevelingen en onderzoeksvoorstellen die in het proefschrift van de lector worden geformuleerd met betrekking tot succesvolle strategische allianties tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Kenniscirculatie als wederzijdse investering Kenniscirculatie neemt een uiterst prominente plaats in in dit lectoraat, het thema van deze rede is niet voor niets: Verbinden en Combineren. De unieke opzet van dit dubbel-lectoraat geeft daar gelukkig alle ruimte voor. Ik geef u enkele illustraties. Het lectoraat is zoals gezegd, een combinatie van twee partijen, de lectoraatskenniskring bestaat uit trio s van MBO-HBO-bedrijfsleven per keten, maar er is veel plaats ingeruimd voor: Lezingen voor strategisch management van Alfa-college en Stenden hogeschool, de gemeentes Hoogeveen en Emmen, directies van bedrijven, managementleergangen voor middenmanagement van onze twee scholen en de betrokken bedrijven, medewerkerstages en gastdocentschappen bij elkaar, combinaties van MBO en HBO leerlingen en docenten, vaste rubriek in de Hoogeveensche Courant, artikelen in regionale tijdschriften, masterclasses, vaste gast bij adviesraden. Publiceren in samenwerking met Science Guide etcetera. Ook het fenomeen van gezamenlijke leerbedrijven en bedrijfsscholen staan in het teken van kennistransfer en al doende leren in concrete beroepsomgevingen. 13

Het nadrukkelijk creëren van structurele mogelijkheden tot kenniscirculatie en reflectie is hoogst noodzakelijk. Dat creëren kan de lector niet in zijn of haar eentje, dat is ook een wezenlijke taak van de bestuurders van de organisaties en daarvoor zijn de contacten van de lector met de strategisch leidinggevenden van de samenwerkende partijen essentieel. In dit lectoraat wordt de opdracht tot reflectie opgevat als een zaak die wederzijds is en zowel bedoeld voor de beide onderwijsinstellingen als voor het bedrijfsleven. Zeker vanwege het gezamenlijke karakter van de innovatie en het comakership van meet af aan, maakt reflectie op de rol en de professionaliteit bij leren en werken even noodzakelijk bij het bedrijfsleven als bij het beroepsonderwijs. Ik vat mijn taak met betrekking tot kenniscirculatie dan ook in deze breedte op. New Faculty: Samenwerking met lectoren en kenniscentra Niet alleen kennisuitwisseling tussen directe partners van dit lectoraat is belangrijk, van even groot belang zijn de verbindingen met collega-lectoren en New Faculty. Ik ben coördinerend lector bij het ETI, een van de New Faculties van de hogeschool en daarmee ook verbonden met mijn collega-lectoren Elena Cavagnaro en haar lectoraat duurzame innovatie, Omar Moufakir en zijn lectoraat Tourism for peace en Hans Revier met zijn lectoraat Marine Wetlands. Voor wat betreft de keten Kunststoffen zal ik verbindingen krijgen met het beoogde lectoraat betreffende Kunststoffen en voor de Euregio met het beoogde lectoraat betreffende internationale relaties in de Euregio. Voor wat betreft ontwikkelen van duurzame strategische samenwerkingsrelaties, waardengemeenschappen, voel ik me sterk verbonden met Gabriel Anthonio en zijn lectoraat Leadership and Change Management en het waardengedreven leiderschap. Dank Afsluitend wil ik een aantal persoonlijke en professionele verbindingen en combinaties noemen waar ik veel dank aan verschuldigd ben. Persoonlijk dank ik allereerst mijn liefste duurzame verbinding Siemon, mijn echtgenoot. Zonder hem stond ik hier niet. Hij heeft mij door zijn voortdurende vertrouwen en rust alle ruimte gegeven, en mij geleid door zijn wijsheid en eruditie, vaak verstopt in Angelsaksische humor en relativerende opbeuringen. Ook wil ik mijn schoonouders dank zeggen, ze hebben me liefdevol opgenomen in hun midden, me gekoesterd als hun eigen kind en op me gemopperd als ik weer eens doordraafde. Ik wil tegelijkertijd mijn vader en moeder in grote dankbaarheid gedenken. Ze hebben me altijd aangespoord om te leren, nieuwsgierig te zijn en door te zetten. Wat hadden ze hier graag gezeten maar ze hebben dit niet mee mogen maken. Ik mis ze op de eerste rij. Kort noem ik hier de grote steun van Ria van Daalen en Hanneke van der Kroft bij het nemen van deze stap in mijn loopbaan. Professioneel heb ik een dierbare combinatie getroffen die van meet af aan nauw betrokken was bij de vormgeving van dit lectoraat: Engel Antonides & Hugo Verheul. Engel vanaf het allereerste begin vanuit het College van Bestuur van het Alfa-college, Hugo haakte later aan 14 als opvolger van Martin Gertler als directeur vanuit Stenden hogeschool. Met ons drieën hebben we heel wat gefilosofeerd en over de inhoud en vormgeving van dit behoorlijk complexe en ongebruikelijke lectoraat. Zij zijn letterlijk en figuurlijk mijn leidsmannen. Heel veel dank ben ik verschuldigd aan de twee mensen die bereid waren vandaag als coreferent op te treden: Fons van Wieringen en Ron van Gent. Ze hebben zich met me verbonden door ieder op zijn wijze in te gaan op de rede die ik nu voor u houd. En dat het twee mensen zijn met zeer verschillende invalshoeken, die in een verrassend nieuwe combinatie reflecteren op deze rede, zult u vanmiddag zelf kunnen horen. Ik ben verder heel dankbaar voor de diepzinnige, integere en inspirerende verbinding die René Jorna, mijn promotor vanaf het eerste uur, en Greetje van der Werf, de promotor die zich later bij ons voegde, voor me vormden. Samen hebben ze me gevoerd door de wereld van het wetenschappelijk onderzoek van kennisinnovatie en -management. Zonder hen had ik me een vreemde in een vreemd land gevoeld, nu voel ik me er aardig thuis. Als laatste wil ik nog twee sterke en ook voor de toekomst volstrekt onmisbare combinaties dank zeggen: mijn voormalige collega-directeuren bij het Alfa-college en de drie deans van Stenden die betrokken zijn bij dit lectoraat. In het bijzonder dank ik Christien de Graaff, regiodirecteur Hoogeveen van het ROC met wie ik me sterk verbonden voel en al heel wat plannen heb ontwikkeld voor deze regio vanuit het MBO perspectief, Falco de Klerk Wolters waar ik als coördinerend lector ETI van Stenden aan verbonden ben en Ingrid Janssen waarmee ik verbonden ben door de technische HBO opleidingen in de regio Emmen. Ik dank het gehele lectorenteam van Stenden. In hun kring was ik al ruim een half jaar te gast en ik voelde me er vanaf het eerste uur thuis door de vanzelfsprekendheid waarmee ik in deze bonte gemeenschap werd opgenomen. Ik wil afsluiten met u allen hier aanwezig te danken. Ik mag mezelf dan wel een vreemde vogel vinden, maar eigenlijk ben ik een geluksvogel. Ik sla graag mijn vleugels uit om u te verleiden tot duurzame relaties en dynamische combinaties. Ik dank u voor uw aandacht. En, om de afsluitende woorden van mijn aanstaande collega-lector Gabriel Anthonio bij zijn inauguratie te gebruiken: Ik heb gezegd! 15

Gebruikte literatuur Daly, H. E. & Cobb, J. B. (1989). For the Common Good. Redirecting the economy towards community, the environment and a sustainable future. Boston: Beacon Press. Diamond, J. (1997). Guns,Germs and Steel. A Short History of Everybody for the Last 13,000 Years. London: Vintage books. Gemeente Hoogeveen (2007). Economische structuurvisie Hoogeveen. Samen de schouders er onder. Hoogeveen: gemeente Hoogeveen. Jorna, R. (Ed.) (2006). Sustainable Innovation. The organisational, human and knowledge dimension. Sheffield: Greenleaf Publishing ltd. Leijnse, F.(2009). Lectoraten en reflectie. Artikel in: Nieuwsbrief Max Goote Kenniscentrum. Amsterdam. Ministerie van OCW (2004). Koers BVE. Het regionale netwerk aan zet. Den Haag: Deltahage. Nieuwenhuis, A. F. M. (2006). Vernieuwend vakmanschap. (Oratie) Enschede: Universiteit Twente. Nijhof, W. J. & Nieuwenhuis, A. F. M. (2008). The learning potential of the workplace. Rotterdam/Taipei: Sense Publishers. Nonaka, I. & Takeuchi, H. (1995/ 2003). De kenniscreërende onderneming: hoe Japanse bedrijven innovatieprocessen in gang zetten. Schiedam: Scriptum Management Lannoo. Nooteboom, B. (1998). Management van Partnerships, over allianties tussen bedrijven. ( 2e editie). Schoonhoven: Academic Service. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) en Ministerie van Economische Zaken (2007). Koers Noord. Op weg naar Pieken. Duurzame groei door omschakeling naar een kenniseconomie. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) (2007). Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013. Doelstelling 2 Regionale concurrentiekracht. Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO). 16 17

Schnabel, P. (2000). Een sociale en culturele verkenning voor de langere termijn. Den Haag: Centraal Plan Bureau/Sociaal en Cultureel Planbureau. In de serie CPB/SCP Trends, dilemma s en beeld: essays over ontwikkeling op langere termijn. Schumpeter, J. A. (1942). Capitalism, Socialism and Democracy. New York, Harper & Row. (2e druk van 1944 gebruikt: London: Allen & Unwin). Sennett, R. (1998). The Corrosion of Character: The Personal Consequences of Work in the New Capitalism. New York: Norton. Staas, A. (2009). Ketenaanpak onderwijs-bedrijfsleven. Connectie, economisch magazine van de gemeente Hoogeveen, februari 2009, jaargang 14, blz. 7. Wagenaar, P.(Ed.)(2007) Russische sprookjes, volksverhalen en legenden. Catalogus bij de tentoonstelling van het Groninger Museum. Amsterdam: NAi Uitgevers. WCED (World Commission on Environment and Development) (1987). Our Common Future. Oxford, UK: Oxford University Press. Wenger, E. (1998). Communities of Practice. Cambridge: Cambridge University Press. Wijffels, H. (2002). Persoonlijke mededeling NIDO-bijeenkomst. Unpublished document. Den Haag: NIDO. 18

Ineke Delies (53) is getrouwd. Vanaf 1978 heeft zij leren en werken gecombineerd. Van 1985 tot 2009 heeft ze diverse directiefuncties vervuld bij het ROC Alfa-college en rechtsvoorgangers, vaak met Innovatie en Externe contacten in haar portefeuille. Ze heeft diverse onderwijsmethodes voor het Middelbaar Technisch Onderwijs op haar naam staan en is de initiator geweest van grote interorganisatorische innovatieprojecten Onderwijs Bedrijfsleven, zoals: Competent Talent en ZODAT het netwerkt. Vanaf januari 2009 hebben de beide Colleges van Bestuur in nauwe samenwerking met haar het gezamenlijke lectoraat ROC Alfa-college/Stenden hogeschool ingericht. Ineke Delies kent alle facetten van het beroepsonderwijs van binnenuit, heeft ruime ervaring met innovaties en beschikt over een groot netwerk binnen het bedrijfsleven en de overheden. In 1978 is ze afgestudeerd aan de Nieuwe Lerarenopleiding Ubbo Emmius op de vakken Nederlands en Handvaardigheid/Kunstgeschiedenis. In 1983 is ze aan de Rijksuniversiteit Groningen afgestudeerd in de Nederlandse Taal en Letterkunde op Semiotiek en dubbeltalenten, met als bijvakken Kunstgeschiedenis en Wetenschapsfilosofie. Op 8 juni 2009 hoopt ze te promoveren bij prof. dr. R. J. Jorna aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. De titel van haar proefschrift luidt: Verbindingskracht & Combinatievermogen, een empirisch onderzoek naar kennisallianties tussen beroepsonderwijs (ROC) en bedrijfsleven. Ze is fulltime lector, voor de ene helft van haar taak verbonden aan het ROC Alfa-college en voor de andere helft aan Stenden hogeschool.