Amborellales Nymphaeales Austrobaileyales Eenzaadlobbigen Commeliniden Petrosaviales Pandanales Dioscoreales Liliales Asparagales Arecales Dasypogonales Poales Commelinales Zingiberales Ceratophyllales Acoraceae Tofieldiace Araceae Butomacea Hydrochari Alismatace Scheuchzer Aponogeto Juncaginac Posidoniac Ruppiaceae Cymodocea Potamoget Zosteracea Chloranthales Magnoliiden Geavanceerde tweezaadlobbigen Canellales Piperales Magnoliales Laurales Ranunculales Sabiales Proteales Trochodendrales Buxales Gunnerales Berberidopsidales Dilleniales Caryophyllales Santalales Saxifragales Vitales Crossosomatales Geraniales Myrtales eenzaadlobbigen. Meer onderz wordt geplaatst, zij Acorus bij de eenzaadlobbigen Veel van de voor Nederland zo orde. De was eerst e Zwanebloemfamilie (Butomacea Limnocharitaceae. De Alismatal Najadales. Analyse van nucleair omschrijving van de niet helemaal opgehelderd. Oo Aronskelkfamilie (Araceae), ten zijn vaak planten ui complexe bloeiwijzen, met de b meeldraden en vruchtbladen da bloemen hebben. Fabiden Malviden Zygophyllales Celastrales Malpighiales Oxalidales Fabales Rosales Cucurbitales Fagales Brassicales Malvales Sapindales are the sister group of the genus in this order, was placed in A The new position of, apart of base sequences of the rbcl-gene replacement of Acorus in Alismatale 2 Asteriden Lamiiden Campanuliden Cornales Ericales Garryales Gentianales Solanales Lamiales Aquifoliales Apiales Dipsacales Asterales Many of the plants of water and wa order. used to be much Limnocharitaceae. are n Analysis of nuclear and chloroplast than the former, even if the positio this order, Araceae, with respect to wet places, with creeping rhizomes The flowers sometimes have more a are mainly 3-merous.
Acoraceae Tofieldiaceae Araceae Butomaceae Hydrocharitaceae Alismataceae Scheuchzeriaceae Aponogetonaceae Juncaginaceae Posidoniaceae Ruppiaceae Cymodoceaceae Potamogetonaceae Zosteraceae De zijn tegenwoordig de zustergroep van de rest van de eenzaadlobbigen. Nog niet zo lang geleden werd Kalmoes (Acorus), het enige geslacht in deze orde, in de Aronskelkfamilie (Araceae) geplaatst. Deze familie vormt onderdeel van de. Het apart zetten van de aan de basis van alle andere eenzaadlobbigen berust op een vergelijking van de basenvolgorde van het rbcl-gen in het chloroplast-dna in Acorus met die in andere eenzaadlobbigen. Meer onderzoek op dit vlak zou ertoe kunnen leiden dat Acorus weer in de wordt geplaatst, zij het in een eigen familie. Het is trouwens wel duidelijk dat Acorus bij de eenzaadlobbigen hoort. Kal Deze f (Acoru Deze k Halfro Het zij wortel blader De kle in een Kalmo oorspr door H De pla en gee Tofi Dit is e Noord andere Veel van de voor Nederland zo karakteristieke water- en oeverplanten behoren nu tot deze orde. De was eerst een veel kleinere orde, met maar 3 families: Zwanebloemfamilie (Butomaceae), Waterweegbreefamilie (Alismataceae) en Limnocharitaceae. De zijn nu uitgebreid met de complete ordes Arales en Najadales. Analyse van nucleair en chloroplast DNA heeft uitgewezen dat de huidige omschrijving van de beter is dan de vorige, al is de positie van Acorus nog steeds niet helemaal opgehelderd. Ook de positie van de grootste familie in deze orde, de Aronskelkfamilie (Araceae), ten opzichte van de andere families is nog niet duidelijk. zijn vaak planten uit natte milieus, met kruipende wortelstokken. Ze hebben complexe bloeiwijzen, met de bloemen vaak in dichte aren. De bloemen hebben soms meer meeldraden en vruchtbladen dan gebruikelijk in de eenzaadlobbigen, die in principe 3-tallige bloemen hebben. Gevlekte aronskelk: bloeikolf met en zonder schutblad are the sister group of the rest of all monocots. Quite recently Sweet flag (Acorus), the only genus in this order, was placed in Araceae, which is part of the order. The new position of, apart from and at the basis of all other monocots, is based on the analysis of base sequences of the rbcl-gene in the chloroplast DNA in monocots. More research could lead to a replacement of Acorus in, in a separate family. It is beyond doubt that Acorus is a monocot. Many of the plants of water and waterside, which are so characteristic for the Dutch flora, belong in this order. used to be much smaller, with only 3 families: Butomaceae, Alismataceae, and Limnocharitaceae. are now enlarged with two entire orders, Arales and Najadales. Analysis of nuclear and chloroplast DNA has shown that the present composition of is better than the former, even if the position of Acorus is not yet quite clear. The position of the largest family in this order, Araceae, with respect to the other families needs further study. often are plants of wet places, with creeping rhizomes. They have complex inflorescences, the flowers often in dense spikes. The flowers sometimes have more anthers and carpels than the usual number in a monocot flower, which are mainly 3-merous. Zwanebloem: bloem e Wat (Hydr Eerst z orde, d de Nim erin is 18 ges 100 so en zou
Kalmoesfamilie (Acoraceae) Deze familie telt slechts 1 geslacht (Acorus) met 2 tot 4 soorten. Deze komen voor op het Noordelijk Halfrond, en in Zuidoost Azië. Het zijn kruidachtige planten met een wortelstok en met gras- of irisachtige bladeren. De kleine tweeslachtige bloemen staan in een bloeikolf. Kalmoes (Acorus calamus) komt oorspronkelijk uit Azië, maar werd al door Hippocrates als artsenijplant vermeld. De plant heeft een karakteristieke zoete en kruidige geur, en geeft smaak aan veel alcoholische bitters. Kalmoes: plant, bloeikolf en bloem Waterweegbreefamilie (Alismatacea Deze familie omvat nu ook de Limnocharita en telt daarmee 12 geslachten en ruim 80 soorten van waterplanten, die vrijwel ov ter wereld voorkomen. In Nederland komen uit deze familie wel 4 geslachten voor: Pijlkruid (Sagittaria), Moerasweegbree (Echinodorus), Drijvende waterweegbree (Luronium) en Waterweegbree (Alisma). Tofieldiaceae Dit is een kleine familie van landplanten, voornamelijk van het Noordelijk Halfrond. Het is een buitenbeentje ten opzichte van de andere families, en de plaats binnen deze orde is nog onzeker. Scheuchzeriafamilie (Scheuchzeriace Een familie met 1 soort, de Veenbloembies kruidachtige moerasplant. De volgende families werden vroeger allemaal in de Najadales geplaatst : Gevlekte aronskelk: bloeikolf met en zonder schutblad Zwanebloem: bloem en vrucht Aronskelkfamilie (Araceae) De Aronskelkfamilie vormde vroeger met de Eendekroosfamilie (Lemnaceae) de orde Arales. Nu vormen ze samen de grootste familie in de, met meer dan 100 geslachten en ruim 4.000 soorten. In tegenstelling tot de andere families leeft het merendeel op het land. Het zijn meestal tropische kruiden met langgesteelde bladeren. De kleine bloemen, die in een bloeikolf zijn gerangschikt, worden omgeven door een schutblad. De bloemen zijn in principe 3-tallig. De vrucht is een bes. In Nederland komt uit deze familie de Slangewortel (Calla palustris), de Watersla (Pistia stratiotes) en de Aronskelk (Arum) voor. Watersla Klein kroos Zwanebloemfamilie (Butomaceae) De enige soort in deze familie is de Zwanebloem (Butomus umbellatus). Hij komt voor in gematigde streken van Eurazië. Het is een waterplant met regelmatige roze bloemen die in een scherm staan. Aponogetonaceae Een familie met 1 geslacht, Aponogeton, en 43 soorten van zoetwaterplanten uit de trop en warme gebieden van de Oude Wereld. Schorrenzoutgras Aponogeton bloeiw Zoutgrasfamilie (Ju Een familie met 4 geslach kruiden, die overal ter w vooral in kustgebieden. I deze familie 2 soorten Zo Posidoniaceae Een familie met 1 geslacht, Posidonia, met 9 van zoutwaterplanten die in de Middelland langs de kust van Zu voorkomen. Waterkaardefamilie (Hydrocharitaceae) Eerst zat deze familie in een aparte orde, de Hydrocharitales. Nu ook de Nimfkruidfamilie (Najadaceae) erin is opgenomen, telt de famillie 18 geslachten en meer dan 100 soorten waterplanten van zoet en zout water, overal ter wereld. Krabbescheer Ruppia maritima Ruppiafamilie ( Deze familie telt 1 g 1-10 soorten van on die overal ter wereld water voorkomen.
Kalmoes: plant, bloeikolf en bloem Waterweegbreefamilie (Alismataceae) Deze familie omvat nu ook de Limnocharitaceae en telt daarmee 12 geslachten en ruim 80 soorten van waterplanten, die vrijwel overal ter wereld voorkomen. In Nederland komen uit deze familie wel 4 geslachten voor: Pijlkruid (Sagittaria), Moerasweegbree (Echinodorus), Drijvende waterweegbree (Luronium) en Waterweegbree (Alisma). Pijlkruid Cymodoce Een familie m zoutwaterpla vooral rond A het van de ker. Watersla Scheuchzeriafamilie (Scheuchzeriaceae) Een familie met 1 soort, de Veenbloembies (Scheuchzeria palustris), een kruidachtige moerasplant. De volgende families werden vroeger allemaal in de Najadales geplaatst : Aponogetonaceae Een familie met 1 geslacht, Aponogeton, en 43 soorten van zoetwaterplanten uit de tropen en warme gebieden van de Oude Wereld. Cymodocea nodosa: mnl. plant Fonteinkruidfamilie (Potam Deze familie omvat nu ook de Za en hoorde vroeger in de Najadale 102 soorten zoetwaterplanten di Ze hebben soms vrij grote blader dichte aren. Schorrenzoutgras Aponogeton monostachyus: bloeiwijze en bloem Zoutgrasfamilie (Juncaginaceae) Een familie met 4 geslachten en 15 soorten van kruiden, die overal ter wereld voorkomen, maar vooral in kustgebieden. In Nederland komen uit deze familie 2 soorten Zoutgras (Triglochin) voor. Zeegrasfamilie (Zosteracea Zeegrassen zijn mariene waterplanten van gematigde en subtropische gebieden. Er zijn 2 geslachten en 14 soorten die eerst in de orde Najadales wa geplaatst. Ze hebben smalle bladeren en kleine bloemen in bloeikolven. Zeegras komt ook la onze kusten voor. Klein kroos ) nebloem ematigde nt met erm staan. Posidoniaceae Een familie met 1 geslacht, Posidonia, met 9 soorten van zoutwaterplanten die in de Middellandse Zee en langs de kust van Zuid-Australië voorkomen. Posidonia oceanica rabbescheer Ruppia maritima Ruppiafamilie (Ruppiaceae) Deze familie telt 1 geslacht, Ruppia, met 1-10 soorten van ondergedoken waterplanten die overal ter wereld in zowel zoet als zout water voorkomen.
(Alismataceae) e Limnocharitaceae n en ruim, die vrijwel overal Cymodoceaceae Een familie met 5 geslachten en 16 soorten zoutwaterplanten van tropische en warme wateren, vooral rond Australië. r: us), Pijlkruid ee heuchzeriaceae) eenbloembies (Scheuchzeria palustris), een Cymodocea nodosa: mnl. plant n vroeger laatst : ponogeton, en nten uit de tropen Oude Wereld. Aponogeton monostachyus: bloeiwijze en bloem rasfamilie (Juncaginaceae) e met 4 geslachten en 15 soorten van ie overal ter wereld voorkomen, maar kustgebieden. In Nederland komen uit lie 2 soorten Zoutgras (Triglochin) voor. Fonteinkruidfamilie (Potamogetonaceae) Deze familie omvat nu ook de Zannichelliafamilie (Zannichelliaceae), en hoorde vroeger in de Najadales. Het zijn 7 geslachten met 102 soorten zoetwaterplanten die overal ter wereld voorkomen. Ze hebben soms vrij grote bladeren, de bloemen staan meestal in dichte aren. Zeegrasfamilie (Zosteraceae) Zeegrassen zijn mariene waterplanten van gematigde en subtropische gebieden. Er zijn 2 geslachten en 14 soorten, die eerst in de orde Najadales waren geplaatst. Ze hebben smalle bladeren en kleine bloemen in bloeikolven. Zeegras komt ook langs onze kusten voor. Drijvend fonteinkruid osidonia, met 9 soorten de Middellandse Zee en de kust van Zuid-Australië komen. Groot zeegras: plant met bloeiaar Posidonia oceanica uppiafamilie (Ruppiaceae) familie telt 1 geslacht, Ruppia, met soorten van ondergedoken waterplanten veral ter wereld in zowel zoet als zout r voorkomen.
Reuzenaronskelk teren, e), Amorphophallus titanum zou wel eens de allergrootste bloeiwijze ter wereld kunnen hebben, tot 2.5 meter hoog. Wanneer deze plant in de kassen van de Leidse Hortus bloeit, is het in de hele kas te ruiken en staat het publiek in de rij. De indringende geur van bederf gaat gepaard met een temperatuurverhoging in de bloeikolf. Dit dient om vliegen, die hun eitjes in rottend vlees leggen, aan te trekken. Het zijn namelijk vliegen die het stuifmeel van de ene naar de andere bloem transporteren. Het donkere, vleeskleurige schutblad helpt ook mee om de illusie te wekken dat er een dood dier ligt. Het geslacht Amorphophallus telt bijna 200 soorten, die voornamelijk in de Zuidoost- Aziatische tropen voorkomen. Ze hebben een grote knol, waaruit slechts 1 blad tegelijk komt. Bij de grotere soorten lijkt dit blad op een klein boompje, compleet met korstmos op de stam. Pas wanneer de knol groot genoeg is, ontstaat er een bloemknop. Daaruit groeit de bloeiwijze: een bloeikolf met onderaan de kleine vrouwelijke bloemen, en daarboven de mannelijke. Eromheen een schutblad. Wanneer de bestuiving gelukt is, groeien er vaak fraaigekleurde bessen uit. Deze spectaculaire planten worden niet alleen voor de aardigheid gekweekt, maar ook als voedsel. Van Amorphophallus paeonifolius, de Elephant yam, en enkele andere enkele soorten worden de knollen gegeten. Wel is het zaak ze eerst te koken om de giftige alkaloiden te verwijderen. In Japan wordt de knol van Amorphophallus konjac, de Konjaku, tot meel vermalen en als bron van zetmeel benut. In de kassen van de Hortus botanicus is een collectie van deze planten te bewonderen. Amorphophallus paeonifolius Giant Arum bloeiaar Amorphophallus titanum could have the largest inflorescence in the world, up to 2.5m high. Whenever this plant flowers in the greenhouses of the Hortus botanicus Leiden, you can smell it all over the place, while the public gathers in large numbers. The nasty stench of decay is accompanied by a temperature raise in the spadix. This serves to attract flies, who normally lay their eggs in rotting flesh. Flies usually transport pollen from one flower to another. The dark, flesh-coloured spathe heightens the illusion of a dead animal lying around. The genus Amorphophallus has almost 200 species, which occur mainly in the Southeast Asian tropics. They have large corms, out of which one leaf arises. In the larger species this leaf looks like a small tree, with lichen patterns on the stem. Only when the corm has reached a certain size, a flower bud appears. This grows into an inflorescence: a spadix with the small female flowers at the bottom, and the male flowers above, surrounded by a spathe. When pollination has occurred, brightly coloured berries follow. These spectacular plants are not only grown for show, but also as food. Corms of Amorphophallus paeonifolius, the Elephant yam, and several other species are eaten. It is vital to cook them first, in order to remove the poisonous alkaloids. In Japan the corm of Amorphophallus konjac, Konjaku, is ground into flour and used as a starch source. In the greenhouses of the Hortus botanicus Leiden an extensive collection of these plants is kept.