Grammatica overzicht Theme 5+6

Transcriptie

1 Past simple vs. Present perfect simple Past simple: Ww + ed OF 2 e rijtje van onregelmatige ww. I walked I went Ontkenningen past simple: Did not + hele ww He did not walk. Present perfect: Have/has + voltooid deelwoord Voltooid deelwoord ww+ed of 3 e rijtje onregelmatige ww I have walked She has gone He/she/it has I/you/they/we have Ontkenningen present perfect: Have/has not + voltooid deelwoord I have not walked since yesterday. Grammatica overzicht Theme 5+6 Verschil Past simple voor dingen in het verleden die zijn afgelopen. Present perfect simple wanneer de gebeurtenis in het verleden: - Nu nog aan de gang is - Nog invloed heeft op het heden. - Voor ervaringen tot nu toe (lately, recently) Signaalwoorden past simple: yesterday, a year ago, in June, last week, last month etc. Signaalwoorden present perfect: F = for Y = yet N = never E = ever J = just A = already S = since Maar ook: recently, lately I walked to school yesterday. I have never seen the queen in real life.

2 Future In het Engels kun je voor de toekomst 4 verschillende werkwoordsvormen gebruiken: - Will/won t + hele ww (onzekere toekomst) - Present simple (dingen die altijd zo zijn) - To be going to + hele ww - Present continuous Present continuous Am/is/are (+not) + ww + ing (He is walking) To be going to Am/is/are (+not) going to + hele ww (he is going to walk) Verschil Het verschil tussen deze twee manieren van praten over de toekomst is maar heel klein. Beide vormen gebruik je als je spreekt over iets wat je al hebt afgesproken voor de toekomst. Je gebruikt de present continuous - Als je een plan hebt gemaakt voor de toekomst en de tijd en/of plaats staat al vast. Je gebruikt to be going to - Als je een plan hebt gemaakt voor de toekomst, maar je hebt het nog niet vast staan. - Als je het hebt over dingen die je niet zelf kunt beïnvloeden (bijvoorbeeld het weer). We are going to play hockey tomorrow. Je hebt nog geen tijd of plaats afgesproken. We are playing hockey tomorrow evening. Je hebt de tijd al afgesproken. Als je één van deze twee tijden in moet vullen, moet je aan de zin kunnen zien welk van de twee je kunt gebruiken. Woordvolgorde In het Engels hebben zinnen altijd een vaste volgorde: S-V-O S = subject/onderwerp V= verb/werkwoord O = object/ lijdend of meewerkend voorwerp In een Engelse zin begin je dus ALTIJD met het onderwerp, daarna krijg je ALLE werkwoorden, daarna krijg je het lijdend voorwerp of het meewerkend voorwerp. Let op: Het meewerkend voorwerp komt altijd VOOR het lijdend voorwerp BEHALVE als er TO voor staat. Na deze 3 krijg je altijd PLAATS en TIJD (in deze volgorde). Je krijgt dan in totaal: S V O P T Wie doet wat waar wanneer.

3 Uitzonderingen wat betreft tijdsbepalingen: Tijd mag ook VOORAAN in de zin staan. Dan krijg je: T S V O P. Bijwoorden van frequentie Als je niet precies weet wanneer iets is, maar wel hoe vaak, heb je een zogenaamd bijwoord van frequentie. Voorbeelden hiervan zijn: frequently, always, never, usually, sometimes, rarely, often Deze geven wel een soort tijd weer, maar komen niet voor of achter in de zin. Hierbij heb je 3 mogelijkheden: 1. NA een vorm van to be 2. NA het 1 e hulpwerkwoord (als er meer werkwoorden in de zin staan, na het 1 e werkwoord) 3. VOOR het hoofdwerkwoord (als er dus maar 1 werkwoord in de zin staat) 1. He is always late for school 2. You can never be honest with me! 3. We usually walk to school, but today we went by car. Vraagzinnen Bij vraagzinnen gebruik je dezelfde zinsvolgorde, behalve dat je aan het begin van de zin een hulpwerkwoord krijgt. 1. Staat het hulpwerkwoord al in de zin? De eerste verplaats je naar vooraan in de zin: I can help you. Can I help you? 2. Staat er alleen een hoofdwerkwoord in de zin? Je voegt een vorm van het hulpwerkwoord to do toe: I walk to school every day. Do I walk to school every day? Prepositions of place Verschil tussen over/above - Je gebruikt over als het iets bedekt of als het een beweging maakt van een bepaald punt naar iets anders. - Je gebruikt above als je bedoeld dat iets boven of hoger dan iets of iemand is. Verschil tussen below/under - Je gebruikt under als je het hebt over iets wat direct onder iets is of als het bedekt wordt door iets. - Je gebruikt below als het lager is dan iets anders Verschil tussen between/among - Je gebruikt between als je het over tweetallen hebt, je staat tussen het ene en het andere. - Je gebruikt among bij groepen groter dan 2.

4 If zinnen (unlikely situations) If + past simple would (not) + hele ww OF would (not) + hele ww If + past simple Past simple: Ww + ed OF 2 e rijtje van onregelmatige ww. I walked I went Je gebruikt if-zinnen om een voorwaarde te geven: als dit, dan dat. In dit geval worden deze zinnen gebruikt om onwaarschijnlijke situaties aan te geven. Als ik een miljoen euro zou winnen, dan zou ik een nieuwe auto kopen. De kans dat ik een miljoen euro win is niet heel erg groot. Deze situatie is dus onwaarschijnlijk. In het Engels volg je dan bovenstaande regel: If I won a million euros, I would buy a new car. If + past simple would (not) + hele ww LET OP: De zin bestaat dus uit 2 delen, het if-gedeelte en het would-gedeelte. In het If-gedeelte kan NOOIT would staan! LET OP 2: Als je bij een if-zin en vorm van to be moet gebruiken, gebruik je altijd were, ook bij I/he/she/it. If I were you, I would not do that.

5 Should, must, have to Deze werkwoorden zijn hulpwerkwoorden en kunnen dus NOOIT alleen in de zin staan. Should Must + hele ww Have to Should = zou moeten, je geeft een sterk advies om iets wel of niet te doen: You should not use your father s car. You should study for your test. Must = moeten, degene die het zegt vindt dat dat moet My teacher always says that I must study for my test. We must not talk to him while he is on the phone. Have/has to = moeten, het is door regels of wet of iemand anders verplicht In Belgium you have to vote. You have to bring your laptop when you go to school. Don t/doesn t have to = hoeft niet, mag wel In the Netherlands you don t have to vote, but most people do it. You don t have to do this exercise today, you can also do it tomorrow.