Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Dilia Couwenberg P14EhvADT t Startblok Eindhoven Vak- vormingsgebied: Natuur en Techniek Speelwerkthema / onderwerp: Wie eet wie ; de voedselketen Mentor Datum Groep Aantal lln Helma Goudsmits 14-4-2015 6a 32 Persoonlijk leerdoel: Ik wil natuur en techniek interessant maken voor deze groep. Ik wil de leerlingen uitdagen. Ik wil de aandacht vasthouden. D.m.v. duidelijk vooraf aangeven wat ik wil Lesdoel(en): De leerlingen werken in het begin samen in 8 groepjes Evaluatie van lesdoelen: Ik vraag de leerlingen wat ze van de les vonden. Ik laat ze van 4. Daarna werken we klassikaal. De oefentoets mogen ze weer in een kleine toets maken en beoordeel deze. Ik vraag feedback aan de lerares de groepjes van 4 maken. Ze overleggen samen wat de antwoorden zijn. Aan het einde van de les weten de leerlingen wie wie eet. Beginsituatie: De leerlingen krijgen biologie, maar geen natuur en techniek. Dit is dus nieuwe stof voor ze. Lesverloop Tijd 5 min. Inleiding/We rken/ontdek ken 5 min. Inleiding/ Instructie Leerinhoud Didactische handelingen Leraar Ik geeft ieder groepje een plastic zakje met inhoud en vraag ze te voelen en ruiken. Ik vraag ze op te schrijven wat ze denken dat het is. Daarna mogen ze het zakje openmaken.juist hier heel duidelijk instructies geven, wat, wanneer en hoe Ik vraag de leerlingen alles neer te leggen en in de luisterhouding te gaan zitten en alle potloden neer te leggen. Ik vraag wat de leerlingen denken dat we gaan doen. Ik leg uit dat we gaan kijken wie eet wie. Leeractiviteit leergedrag leerling(en) Voelen, ruiken, opschrijven Openmaken Luisterhouding. Antwoorden, meedoen Materialen / Organisatie 8 zakjes met inhoud een blaadje/potlood
20 min. Lesgeven/int eractie Ik laat in een powerpoint en aan de hand van filmpjes zien wat het verschil is tussen een planten-, vlees- en alleseter. Ook besteed ik aandacht aan de herkauwer. Ik vraag wel steeds vragen aan de kinderen om de aandacht vast te houden. Ik geef kinderen die de vinger opsteken het woord, maar soms ook juist de kinderen die stiller zijn of waarvan ik vermoed dat ze niet zo goed opletten.bij GDO moet dit met de dobbelsteen, zodat je van te voren niet weet of je een beurt krijgt en daarom dus goed meedoet. Nu nrs 4 10 min. Evaluatie Ik vraag de kinderen om per groepje de oefentoets te maken. Ze mogen zachtjes 5 min. Evaluatie/int eractie overleggen en de antwoorden opschrijven. We nemen de antwoorden samen door en vraag de nummers 1 de fouten te verbeteren. Ik vraag de nrs 2 de antwoorden bij mij in te leveren. 5 min. Interactie Nog vragen 5 min. Evaluatie Ik vraag wat de kinderen van deze les vonden en of ze iets geleerd hebben. Ik vraag de nrs de antwoordbladen op te halen en aan mij te geven. Luisteren, reageren, meedoen, opletten, vinger opsteken Overleggen,opschrijven antwoorden Luisteren, reageren, vinger opsteken. Luisteren, reageren, vinger opsteken. Powerpoint en filmpjes Wie eet wie.pptx bijlage bij powerpoint.docx Oefentoets/potlood
Persoonlijke reflectie Datum: 3-3-2015 Handtekening mentor
Kerndoelen Natuur en Techniek 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43 De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 46 De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt. In de les gebruik ik doel 41 Ik laat de leerlingen eerst voelen en raden wat ze hebben. Ik gebruik de werkvormen samenwerken en klassikaal. De kinderen zitten in deze klas in 8 groepjes van 4 personen. Door ze samen het eerste deel en de oefentoets te laten maken, bevorder ik het samenwerkend leren. De les zelf geef ik klassikaal, zodat alle leerlingen dezelfde informatie hebben om de opdracht mee te maken. 5 stappen plan: 1. Introductie/confrontatie: ik geef alle kinderen een zakje met inhoud en vraag ze te raden wat er in zit. 2. Vrije exploratie: de kinderen voelen/ruiken. 3. Vraag het de zelf maar: de kinderen schrijven op wat ze denken dat het is. 4. Vertel het elkaar: de kinderen zeggen klassikaal wat ze denken dat het is. 5. Toepassing: ik geef klassikaal een les
Rekening houden met de sterke en zwakke leerlingen. De klas is ingedeeld in groepjes. In ieder groepje zitten sterke en zwakke leerlingen. Door samen te werken leren ze van elkaar. Ik bevorder dit door de groepsopdrachten. Ook geef ik kinderen een mogelijkheid om te antwoorden door bewust iemand aan te wijzen. Door de typering van de groep en mijn observaties, weet ik wie de zwakkere en sterkere leerlingen zijn. In de powerpoint gebruik ik veel visuele beelden en makkelijk taalgebruik, zodat iedereen weet waar het over gaat.