Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1

Vergelijkbare documenten
INHOUD. Voorwoord... v

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN Inleiding... 3

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis

INHOUD. Voorwoord...v

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

notar.actual.book Page i Tuesday, September 23, :44 PM Inhoudstafel

DE CONTRACTUELE MODULERING VAN DE GEBRUIKS- EN BESCHIKKINGSBEVOEGDHEDEN VAN DE VRUCHTGEBRUIKER Ruud Jansen en Koen Swinnen... 51

DE BETEKENIS VAN ERFDIENSTBAARHEDEN BIJ VASTGOEDTRANSACTIES

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

VESTIGING, ONTSTAAN EN EINDE VAN EEN ERFDIENSTBAARHEID DOOR

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...

Aanloop tot wetswijziging

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN I. INLEIDING... 13

Inhoud XXV. Lijst van gebruikte afkortingen... XXVII. Literatuur... Titel I. Algemeen deel... 1

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen

VRUCHTGEBRUIK. Mogelijkheden, beperkingen en innovaties. Vincent Sagaert Alain-Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge

UITDOVING VAN ERFDIENSTBAARHEDEN IN HET ALGEMEEN

Verantwoording. Beknopte geschiedenis van het Romeinse Rijk

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel

Inhoud. Inleidende probleemstelling: wederkerige schenkingen Hoofdstuk 1. De emanatie van twee rechtsfiguren: de oorzaak en de voorwaarde...

College 1: Algemene inleiding:

INHOUD. Enige afkortingen. Verkort aangehaalde literatuur. Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier...

ERFDIENSTBAARHEDEN. Het recht kan zowel ten kosteloze titel als tegen een vergoeding gevestigd worden.

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

INHOUD. VOORWOORD... v

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

Erfpacht, recht van opstal en vruchtgebruik

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

Invordering tegen particulieren

Afkortingen. Inleiding

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Burgerparticipatie bekeken vanuit een Belgisch constitutioneel perspectief 11 Eric Lancksweerdt. 1 Inleiding 11

NOTARIËLE ACTUALITEIT

INHOUD. Inleiding Een veelbelovende start: de voorbereidende werken van het Burgerlijk Wetboek... 17

Beperkte rechten en het stapelen ervan

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v HOOFDSTUK I CIVIELRECHTELIJKE ASPECTEN PATRICK SENAEVE...1

Betreft: rioleringsproblematiek in diverse straten in Oostmalle verjaring van rechten?

BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT

INHOUD. VOORWOORD... v. VERTICALE EIGENDOMSGRENZEN EN VERTICAAL BEPERKTE ONTEIGENINGEN Vincent Sagaert... 1

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Voorwoord... Inleiding Deel I

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1

Appartementsrecht en aanverwante rechtsfiguren voor de privaatrechtelijke vormgeving van bouwwerken

Voorwoord... Opzet en leidraad... Lijst van de gebruikte afkortingen...

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber

Op grond van de heersende rechtspraak en rechtsleer kan het volgende onderscheid gemaakt worden.

Inhoud. Hfdst. I. Actuele ontwikkelingen familiaal vermogensrecht Renate Barbaix I. Inleiding... 3

DE TRUST. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17

ONROERENDE LEASING. Dirk Demunter. Head Real Estate Lease Belfius Lease Trainer Febelfin Academy

INHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts...

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht Larcier...

MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT GOEDERENRECHT ALGEMEEN GOEDERENRECHT VIJFTIENDE DRUK BEWERKT DOOR

Inzake Kwaliteit. Redactie: E. Dirix R.D. Vriesendorp. of derdenrekening naar Belgisch en Nederlands recht LEUVEN T^1''

Geschiedenis, systematiek en begrippen

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

DE NOOT VAN HANSENNE...

Inhoud Hoofdstuk I Een nieuwe kijk op drie oude zakelijke rechten: erfpacht, opstal en vruchtgebruik

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

Hét Juridisch Archief

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

De nieuwe Belgische arbitragewet

INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...

Andere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit.

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. Afkortingen / XIII. Verkort aangehaalde literatuur / XVII DEEL 1. HOOFDSTUK 1 Burenrecht, inleiding / 3

KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh en Dr. Charlotte Declerck.. 1

De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Bank- en insolventierecht... Belangrijkste gebruikte afkortingen...

Inhoud. Vereffening van vennootschappen na de wet van 19 maart 2012: reparatie & innovatie Eric De Bie...3

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Het Beneluxmodel. Hendrik VANHEES Hoogleraar Universiteit Antwerpen Hoofddocent Universiteit Gent LARGER

ALGEMENE INHOUDSTAFEL

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Rolnummers 5043 en Arrest nr. 151/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T

DEEL 2 RECHTSGEVOLGEN EN FUNCTIES VAN BEZIT EN HOUDERSCHAP EN ASPECTEN DIE DAARBIJ VAN BELANG ZIJN

Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

ONTBINDING, SCHADEVERGOEDING EN NAKOMING. De remedies voor wanprestatie in het licht van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Ten geleide... enkele cijfers...

4. Bijzondere overeenkomsten

ARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht

ALGEMENE INHOUD VII. Fiscaal Praktijkboek Indirecte belastingen

Simplex et perpetuum. Beschouwingen over eigendom en tijd W.J. ZWALVE

Privaatrechtelijke aspecten van onroerend goed

INHOUD. Voorwoord... vii Dankwoord... ix. Inleiding... 1

INHOUDSTAFEL. VOORWOORD... v

Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13

Deel I. Burgerlijk recht

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

ALGEMENE INHOUD VII. Fiscaal Praktijkboek Indirecte Belastingen

Transcriptie:

iii Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. i Inleiding............................................... 1 Hoofdstuk I. Wanneer bestaat een dienstbaarheid ten behoeve van een heersend erf?........................... 3 Afdeling 1. Erfdienstbaarheden zijn accessoir aan het heersend erf.. 3 1. Het ontstaan van een erfdienstbaarheid is afhankelijk van het bestaan van een heersend erf.......................... 4 2. Het tenietgaan van het heersend erf leidt tot het tenietgaan van de erfdienstbaarheid................................. 5 3. De overdracht van het heersend erf leidt tot de overdracht van de erfdienstbaarheid................................. 6 Afdeling 2. Voor en tot nut van het heersend erf............... 7 1. Voor het heersend erf................................ 7 2. Tot nut van het heersend erf........................... 11 A. Algemeen........................................... 11 B. Illustratie: niet-concurrentiebedingen in de verkoop van een onroerend goed....................................... 15 Afdeling 3. Kan een heersend erf enkel een stuk grond of een gebouw zijn, dan wel ook een bouwwerk of een beperkt zakelijk recht?....................................... 17 Afdeling 4. Kunnen erfdienstbaarheden worden gevestigd in een mede-eigendom ten voordele van gemeenschappelijke of privatieve delen?............................... 21 1. Het vereiste van een verschillende eigenaar: verbod van volstrekte identiteit.................................. 21 2. Tenietgaan van erfdienstbaarheden ingevolge vermenging.... 22 Hoofdstuk II. Wanneer bestaat een dienstbaarheid ten laste van een lijdend erf?................................ 25 Afdeling 1. Het objectieve karakter van erfdienstbaarheden aan de passiefzijde................................... 25 1. De schuldenaar heeft zich niet persoonlijk maar als eigenaar van het lijdend erf verbonden............................. 25 2. In concreto beoordeling van het objectieve karakter van erfdienstbaarheden aan de passiefzijde................... 27

iv PRIVAATRECHTELIJKE ERFDIENSTBAARHEDEN DOOR HET OOG VAN DE 21 STE EEUW 3. Een dubbele afzwakking van het objectieve karakter van erfdienstbaarheden.................................. 28 Afdeling 2. Voorstel tot een nieuwe benadering van het negatieve karakter van erfdienstbaarheden aan de passiefzijde... 32 Afdeling 3. Het intuitu rei-karakter van erfdienstbaarheden....... 34 Hoofdstuk III. Wat zijn de gevolgen indien niet aan de bestaansvoorwaarden voor erfdienstbaarheden is voldaan?.................................. 37 Hoofdstuk IV. Kan een erfdienstbaarheid ontstaan door langdurige feitelijke uitoefening?........................ 41 Afdeling 1. Enkel erfdienstbaarheden die voortdurend en zichtbaar zijn......................................... 41 Afdeling 2. Vereisten gesteld aan het verjaringsbezit............. 44 Afdeling 3. Out of the box pleidooi voor een verruiming van de verjaringsmogelijkheden bij erfdienstbaarheden....... 48 Hoofdstuk V. Kan een erfdienstbaarheid worden gebruikt als alternatief voor andere gebruiksrechten?......... 51 Afdeling 1. Algemeen.................................... 51 Afdeling 2. Erfdienstbaarheden als alternatief voor het appartementsrecht............................. 53 Afdeling 3. Erfdienstbaarheden als alternatief voor het opstalrecht. 58 Hoofdstuk VI. Wat zijn de gevolgen van de niet-vermelding van erfdienstbaarheden in een overdrachtsakte van het lijdend erf?................................ 63 Afdeling 1. Probleemstelling............................... 63 Afdeling 2. Verbintenisrechtelijke remedies................... 63 Afdeling 3. Zakenrechtelijke remedies....................... 66 Hoofdstuk VII. Wat zijn de gevolgen van de niet-vermelding van erfdienstbaarheden in een overdrachtsakte van het heersend erf?.............................. 69 Hoofdstuk VIII. Wat houden het verzwaringsverbod aan de actiefzijde en het verminderingsverbod aan de passiefzijde in?............................. 71

INHOUDSTAFEL v Afdeling 1. Afdeling 2. Beperkingen voor de eigenaar van het lijdend erf (verminderingsverbod).......................... 71 Beperkingen voor de eigenaar van het heersend erf (verzwaringsverbod)............................ 75 Hoofdstuk IX. Hoe verhouden een recht van overgang, uitweg, losweg en buurtweg zich tot elkaar?............. 83 Afdeling 1. Recht van overgang (doorgang)................... 83 Afdeling 2. Recht van uitweg (noodweg)..................... 84 Afdeling 3. Buurtwegen.................................. 94 Hoofdstuk X. Het einde van erfdienstbaarheden.............. 99 Afdeling 1. Is het een notariële verplichting om de actualiteit van de erfdienstbaarheden te onderzoeken?................ 99 Afdeling 2. Enkele wijzen van tenietgaan..................... 100 1. De erfdienstbaarheid wordt zonder enig nut............... 100 2. Tenietgaan wegens onbruik (bevrijdende verjaring)......... 104 3. Tenietgaan ingevolge vermenging....................... 106 Hoofdstuk XI. Wat is het lot van erfdienstbaarheden bij onteigening/ruilverkaveling van het lijdend erf?.... 107 Hoofdstuk XII. Constitutionalisering van erfdienstbaarheden...... 111 Afdeling 1. Situering..................................... 111 Afdeling 2. Vergoedingsplicht ten voordele van de private grondeigenaar bij publiekrechtelijke eigendomsbeperkingen.......................... 111 Afdeling 3. Bezitsbescherming bij niet-voortdurende en/of niet-zichtbare erfdienstbaarheden.................. 112 1. Principe: enkel bezitsvorderingen m.b.t. voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheden.......................... 112 2. Kritiek in rechtspraak en rechtsleer..................... 113 3. Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 13 oktober 2011.. 115 Bibliografie............................................. 117

1 Inleiding 1. De omschrijving die het Burgerlijk Wetboek van een erfdienstbaarheid geeft, is restrictief. Een erfdienstbaarheid is een last op een erf gelegd tot gebruik en tot nut van een erf dat aan een andere eigenaar toebehoort (art. 637 BW). Deze definitie omvat drie wezenlijke bestanddelen, nl. (a) dat de erfdienstbaarheid zowel aan de actiefzijde (heersend erf) als aan (b) de passiefzijde (lijdend erf) een objectief karakter moet vertonen en (c) dat het heersend erf en het lijdend erf aan twee verschillende eigenaars moeten toebehoren. De beperkende definitie van erfdienstbaarheden is te verklaren vanuit historisch perspectief. Het gesloten systeem van de zakelijke rechten, zoals dat tijdens de voorbereidende werken van de Code civil naar voren werd geschoven, bleek vooral de erfdienstbaarheden te viseren. Een beperkende omschrijving drong zich, in de ogen van de wetgever van 1804, op om een einde te maken aan de leendiensten uit het feodale stelsel 1. In de ogen van de wetgever van 1804 vormden vooral de erfdienstbaarheden de bouwstenen van het feodale regime, terwijl dat in veel mindere mate het geval was voor de andere zakelijke rechten zoals vruchtgebruik, erfpacht en opstal. Om die reden werden deze laatsten dan ook ruimer (dan de erfdienstbaarheden) omschreven en aan een grotendeels suppletieve regeling onderworpen. 2. Die restrictieve omschrijving van de wetgever heeft de rechtspraktijk ertoe gebracht om het leerstuk van de erfdienstbaarheden in een waas van archaïek te hullen. Nochtans geven erfdienstbaarheden vaak aanleiding tot zeer actuele vraagstukken die de moderne vastgoedpraktijk aangaan. In nagenoeg elke vastgoedtransactie komen erfdienstbaarheden aan de orde, en al te vaak wordt dit hoofdstuk uit de authentieke overdrachtsakte veronachtzaamd. De omschrijving van artikel 637 BW werkt daarbij eerder als een rem dan als een hefboom. Anno 2012 zijn de bekommernissen uit 1804 nochtans goeddeels zonder voorwerp geworden In dit boek hebben we niet tot doel om een exhaustieve bespreking te geven van alle aspecten van erfdienstbaarheden 2. Noch alle aspecten van erfdienst- 1 2 Zie daarvoor V. SAGAERT, Het goederenrecht als open systeem van verbintenissen? Poging tot een nieuwe kwalificatie van verbintenissen, TPR 2005, (983) 1064-1065. Zie ook P. CROCQ, Propriété et garantie, Parijs, LGDJ, 1995, 197, nr. 246; F. LAURENT, Principes, VII, 1878, 146-147, nr. 126. We verwijzen hiervoor vooral naar L. LINDEMANS, Erfdienstbaarheden in Algemene Praktische Rechtsverzameling (hierna: APR), Brussel, Larcier, 1958 en R. DERINE, F. VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht in Beginselen van Belgisch Privaatrecht, IIB, Gent, Story-Scientia, 1984, 581-839.

2 PRIVAATRECHTELIJKE ERFDIENSTBAARHEDEN DOOR HET OOG VAN DE 21 STE EEUW baarheden, noch alle rechtspraak en rechtsleer m.b.t. erfdienstbaarheden zijn dus in dit boek terug te vinden. 3. De ambitie van dit boek is dubbel. In de eerste plaats wil dit boek een aantal creatieve en actuele toepassingen van de vaak als oud en archaïsch gepercipieerde rechtsfiguur erfdienstbaarheden op de voorgrond plaatsen. Erfdienstbaarheden worden immers lang niet meer alleen gebruikt voor de toepassingen die in de 19 de eeuw vooropstonden. Een modern gebruik van erfdienstbaarheden, dat op zich geenszins onmogelijk is, doet echter afbakenings- en kwalificatieproblemen ontstaan, die tot een analyse nopen. Niet alleen de goederenrechtelijke dimensie, maar ook de contractuele, procedurele en algemeen verbintenisrechtelijke vraagstukken komen daarbij aan bod. In de tweede plaats beoogt dit boek de hedendaagse twistpunten, die in de praktijk vaak aanleiding geven tot onzekerheid, te belichten en uit te klaren. Veel van die twistpunten hebben betrekking op de situering van erfdienstbaarheden in het veranderende vermogensrecht. Het verbintenissenrecht en het goederenrecht zijn sinds 1804 nader tot elkaar gekomen. Het onderscheid tussen zakelijke rechten en persoonlijke rechten is de laatste decennia van een substantieel tot een gradueel onderscheid verwaterd 3. De kwalificatie en de rol van erfdienstbaarheden leiden daardoor in de vastgoedpraktijk steeds vaker tot betwistingen die de grenslijn tussen het verbintenissenrecht en het goederenrecht op de proef stellen. Dit boek heeft dan ook als doel een vermogensrechtelijke bijdrage te bieden aan de reikwijdte en grenzen van erfdienstbaarheden. 3 Zie daarvoor V. SAGAERT, Het goederenrecht als open systeem van verbintenissen? Poging tot een nieuwe kwalificatie van verbintenissen, TPR 2005, 983-1086.