Inhoud. 3 Dienstverlenen De juridisch medewerker Passend dienstverlenend aanbod 73

Vergelijkbare documenten
Methodisch handelen. Hoofdstuk De juridisch medewerker

Inhoud. 3 Dienstverlenen De juridisch medewerker Passend dienstverlenend aanbod 73

Professioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN?

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken

Vul hieronder als eerste jouw naam in en de datum waarop je deze scan hebt ingevuld!!

H3 Werkwijze van arbeidsbemiddeling

Vul hieronder als eerste jouw naam in en de datum waarop je deze scan hebt ingevuld!!

2.4 Als begrijpen extra aandacht vraagt 10

Communicatie in het horecabedrijf. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Wat is communicatie?

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

TRAJECT WELZIJN_METHODIEK VAN BEGELEIDEN_ _INHOUD_KORT

Het functioneringsgesprek

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

De route van secretaresse naar VAKvrouw van de toekomst

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

7 tips voor het selecteren van een advocaat voor uw arbeidsconflict UW ADVOCAAT ZOEKEN VIA DE ADVOCATENMAKELAAR

Handleiding Voor de Personeelscyclus!

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

HOE GEEF IK DE WEEK VORM? Handvatten voor de invulling van een werkplek tijdens de Week van de Mobiliteit

C O M M U N I C A T I E V E & S O C I A L E V A A R D I G H E D E N N AT U U R M A N A G E M E N T B A S I S P E T R A V I J N C K E I N V E R D E

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Algemene beroepsvaardigheden. Werkboek

Verdieping sociale zekerheid

Traject Welzijn; Communicatie MZ. Inhoudsopgave (concept)

MODEL FUNCTIEOMSCHRIJVING VERTROUWENSPERSOON VAN DE LANDELIJKE VERENIGING VAN VERTROUWENSPERSONEN

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Luisteren is geen trucje

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

Whitepaper Communicatie op de werkvloer WHITEPAPER. Communicatie. op de werkvloer. 10 tips om communicatie op de werkvloer te verbeteren!

Reader Gespreksvoering

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Bedankt dat ik je dit mag toesturen...

EEN SUCCESVOL SOLLICITATIEGESPREK

KLACHTENREGELING VOOR CLIËNTEN VAN PAMEIJER HEB JE EEN KLACHT? JE KUNT ER IETS AAN DOEN!

die je direct meer winst opleveren

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Talentmeting in korte trajecten

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Traject Welzijn; Communicatie PW. Inhoudsopgave (concept)

De ondersteuning van de Kindbehartiger bestaat uit de volgende onderdelen:

Samen op zoek naar verandering of Hoe maak ik het contact met de cliënt efficiënter?

1. Inlevingsvermogen/sociaal sensitief- ZELFTOETS

Initiatiefase fase 1 Initiatie betekent met iets beginnen of iets opstarten.

Verantwoordelijkheid ontwikkelen. Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress

Regelingen en voorzieningen CODE Mediation bij UWV. brochure. bronnen brochure van het UWV, november 2008,

om orde te scheppen om orde te scheppen in een wirwar van gevoelens in een wirwar van gevoelens

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

Hulpmiddel 6. Functieomschrijving vertrouwenspersoon

Persoonlijk Werkplan Van

Oriëntatie op ondernemerschap

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule

Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

o Gericht op verleden o Focus op oordelen o Eenrichtingsverkeer o Passieve bijdrage van de medewerker o Gericht op formele consequenties

Veelkleurige kijk op zorg

vaardigheden - 21st century skills

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

Studiegids training Teamleider productie

Het functioneringsgesprek

1.4.3 Omgaan met klachten binnen de SKPO; klachtenregeling ouders

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

Cursus Omgaan met klachten

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

Luisteren Niet luisteren Belang van luisteren Luisterdoelen Luistervaardigheden

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten

Communicatie op de werkvloer

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

L8 Coachend leidinggeven binnen Huisartsenposten

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Beroepenwerkstuk 3 havo / 3 vwo

SPEELWIJZE OPVOEDINGSSPEL - Bladzijde 1 / 10

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Om na te gaan of je klachtenprocedure zinvol is kan je jezelf de volgende vragen stellen:

x_binnen :40 Pagina I. Goed. Een. Tweegesprek. Mart Bakker

PROJECT ONDERNEMEN FRIESLAND COLLEGE LOOPBAAN & BURGERSCHAP ECONOMISCHE DOMEIN 1.2

de kortste weg naar de beste oplossing

Praktijkopdrachten Oriëntatie op de organisatie (niveau 3 en 4)

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend

ED Graafschap College JURIDISCHE DIENSTVERLENING. Opleidingen. Juridische dienstverlening

Bas Smeets page 1

HET GESPREK: KOP ROMP STAART

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Trainingen die je in beweging brengen!

Deskundige ICT - systeembeheerder

De lanceringsformule. Een stappenplan voor het lanceren

Checklist Ervaringsgerichte vragen per competentie

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Leren, Loopbaan en Burgerschap MBO Handel MBO Zakelijke Dienstverlening

Aanbod opleidingen & trainingen voor bewindvoerders in 2016

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Verbindingsactietraining

OPDRACHTEN BIJ THEMA 8 GESPREKSMODELLEN

Initiatiefase fase 1 Initiatie betekent met iets beginnen of iets opstarten.

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Communicatie in de zorg Niveau 3 + 4

Transcriptie:

Inhoud 1 Methodisch handelen 17 1.1 De juridisch medewerker 17 1.2 Contact tussen juridisch medewerker en dienstvrager 19 1.3 Aspecten van methodisch handelen 19 1.4 Het begrip methodisch handelen 21 1.4.1 Bewust handelen 21 1.4.2 Systematisch handelen 22 1.4.3 Doelgericht handelen 22 1.5 Samenvatting 23 2 Werken 25 2.1 De juridisch medewerker 25 2.2 Jij en je beroep 26 2.2.1 Leer jezelf kennen 26 2.2.2 Basishouding en diversiteit 26 2.2.3 Gedrag bij diversiteit 36 2.2.4 Werkhouding 42 2.3 Dienstverlening en hulpverlening 44 2.4 Beroep en beroepshouding 45 2.5 Omgaan met ethische dilemma s 52 2.5.1 Stappenplan 53 2.6 Overleg en samenwerking 55 2.6.1 Overleg 55 2.6.2 Het organiseren van overleg 57 2.6.3 Leiderschapsstijlen 59 2.6.4 Argumenteren en beslissen 61 2.6.5 Debatteren 62 2.7 Samenvatting 64 3 Dienstverlenen 73 3.1 De juridisch medewerker 73 3.2 Passend dienstverlenend aanbod 73

10 3.3 Informatie en advies 76 3.3.1 Informatie en advies: verschillen 76 3.3.2 Informatie en advies: waarom? 77 3.3.3 Informatie en advies: instellingen 78 3.3.4 Informatiebronnen 78 3.3.5 Documentatie en registratie 79 3.4 Bemiddelen 83 3.4.1 Bemiddelen van voorzieningen 83 3.4.2 Bemiddelen bij verwijzing 84 3.4.3 Bemiddelen bij pleitbezorging 85 3.4.4 Bemiddelen bij conflicten 86 3.5 Verwijzen 86 3.5.1 Organisatie, juridisch medewerker en dienstvrager 87 3.5.2 Hoe verwijzen? 88 3.6 Ondersteunen 89 3.7 Signaleren 91 3.8 Samenvatting 92 4 Communiceren 99 4.1 De juridisch medewerker 99 4.2 Communicatie en interactie 99 4.2.1 Verbale en non-verbale communicatie 100 4.2.2 Drie elementen 100 4.2.3 Miscommunicatie 101 4.3 Communicatieve vaardigheden 103 4.3.1 Doorvragen 103 4.3.2 Luisteren 104 4.3.3 Samenvatten 105 4.4 Het intakegesprek 107 4.4.1 Vormen van intake 107 4.4.2 Zakelijk en emotioneel 108 4.4.3 Het voeren van een intakegesprek 108 4.5 Het informatieve gesprek 109 4.5.1 Het belang van informatie 109 4.5.2 Het gestandaardiseerde vraaggesprek 110 4.5.3 Het niet-gestandaardiseerde vraaggesprek 111 4.5.4 Het semigestandaardiseerde vraaggesprek 112 4.5.5 Het stellen van vragen 112 4.6 Het adviesgesprek 114 4.6.1 Het diagnose-receptmodel 115 4.6.2 Het participatiemodel 116 4.7 Het bemiddelingsgesprek 118 4.8 Het verwijzingsgesprek 119 4.8.1 Verwijzingsgesprek zonder bemiddeling 119 4.8.2 Verwijzingsgesprek met bemiddeling 120 4.9 Het slechtnieuwsgesprek 121 4.9.1 Valkuilen 121 4.9.2 Een goed slechtnieuwsgesprek 122 4.10 De klachtenbehandeling 123 4.10.1 Soorten klachten 123

4.10.2 Het gesprek 125 4.11 Het verkoopgesprek 126 4.11.1 Fasen in een verkoopgesprek 126 4.12 Het sollicitatiegesprek 127 4.12.1 Voorbereiding van het sollicitatiegesprek 127 4.12.2 Het voeren van het gesprek 129 4.12.3 Zoeken op het internet 131 4.13 Het functioneringsgesprek, het beoordelingsgesprek en het POP gesprek 132 4.14 Omgaan met weerstanden en agressief gedrag 134 4.14.1 Weerstanden 134 4.14.2 Agressief gedrag 135 4.15 De doelgroepanalyse 138 4.15.1 Wat is een doelgroepanalyse? 138 4.15.2 Hoe kom je aan informatie om een doelgroepanalyse te kunnen maken? 140 4.15.3 Hoe pak je een doelgroepanalyse aan? 140 4.16 Basismodel van methodisch handelen 140 4.16.1 Oriëntatie 140 4.16.2 Analyse 141 4.16.3 Probleemstelling 142 4.16.4 Doelstelling 142 4.16.5 Programmering 144 4.16.6 Uitvoering 145 4.16.7 Evaluatie 145 4.17 Samenvatting 146 11 5 Digitaal dienstverlenen 157 5.1 De juridisch medewerker 157 5.2 Wat is digitaal dienstverlenen? 158 5.2.1 Waarom digitaal dienstverlenen? 158 5.2.2 Digitaal dienstverlenen in het werkveld van de juridisch medewerker 159 5.3 Gevolgen voor dienstverlening 163 5.3.1 De digitale dienstvrager 163 5.3.2 De digitale dienstverlener 166 5.3.3 Het digitale dienstverlenend proces 167 5.4 Methodiek van handelen in de digitale dienstverlening 172 5.5 Samenvatting 173 6 Rapporteren 179 6.1 De juridisch medewerker 179 6.2 Rapporteren in verschillende werkvelden 180 6.3 Rapporteren in de praktijk 182 6.3.1 Onderwerpen van rapporten 182 6.3.2 Soorten rapporten 184 6.3.3 Problemen bij het schrijven van rapporten 185 6.4 Kenmerken van rapporten 186 6.4.1 Formele en informele richtlijnen 186 6.4.2 Waarom richtlijnen? 188

12 6.5 De opbouw van rapporten 189 6.5.1 Kop van het rapport 189 6.5.2 Eerste alinea van het rapport 190 6.5.3 Kern van het rapport 191 6.5.4 Afsluiting van het rapport 192 6.5.5 Ondertekening van het rapport 193 6.5.6 Overzicht van verschillende rapporten 193 6.6 Het dossier 195 6.6.1 Het archief 196 6.6.2 Het digitaal klantdossier voor Werk en Inkomen 196 6.6.3 Documentaire informatiesystemen 198 6.7 Rapporteren met hulp van formulieren 199 6.8 Werken met vragen 200 6.8.1 Stappenplan 201 6.9 Uitwerking 202 6.10 Samenvatting 205 7 Onderzoeken 211 7.1 De juridisch medewerker 211 7.2 Onderzoek in je beroep 211 7.2.1 Voorbeelden van onderzoek 211 7.2.2 Opzet en doel van onderzoek 213 7.3 Kenmerken van een onderzoek 213 7.4 Het onderwerp 215 7.4.1 Wat is een vraagstelling? 215 7.4.2 Hoe kom ik aan een onderwerp? 216 7.5 Literatuurstudie 217 7.6 Praktijkstudie 220 7.6.1 Het interview 221 7.6.2 De enquête 226 7.7 Statistische gegevens 228 7.7.1 Tabellen 228 7.7.2 Grafieken 228 7.7.3 Het indexcijfer 231 7.7.4 Zelf grafieken en tabellen maken 231 7.8 Het onderzoeksverslag 232 7.9 De beoordeling 233 7.10 Stappenplan 234 7.11 Samenvatting 236 Bijlage 1 239 Informatiebron 1 240 Informatiebron 2 242 Informatiebron 3 243 Informatiebron 4 244 Informatiebron 5 245 Informatiebron 6 246 Informatiebron 7 247 Informatiebron 8 248

Bijlage 2 249 Informatiebron 1 249 Informatiebron 2 250 Informatiebron 3 251 Informatiebron 4 252 Informatiebron 5 253 Informatiebron 6 255 Informatiebron 7 257 13 Bijlage 3 259 Informatiebron 1 260 Informatiebron 2 261 Informatiebron 3 262 Informatiebron 4 263 Informatiebron 5 264 Informatiebron 6 265 Register 267

Hoofdstuk 1 Methodisch handelen In dit hoofdstuk leer je: dat methodisch handelen in alle werkvelden van de juridische dienstverlening van belang is; dat situaties van dienstvragers uit verschillende deelproblemen kunnen bestaan; dat het contact tussen de juridisch medewerker en de dienstvrager belangrijk is om te komen tot passende dienstverlening; de aspecten van methodisch handelen; wat methodisch handelen inhoudt; dat methodisch handelen om verschillende redenen nodig is. 1.1 De juridisch medewerker Als juridisch medewerker moet je van alle markten thuis zijn, en dat in het belang van de dienstvrager. In eerste instantie wordt er van je verwacht dat je goed op de hoogte bent van regels, voorzieningen en procedures, en dat je veranderingen in wetgeving nauwlettend in de gaten houdt. Als je niet over de laatste informatie beschikt, dan weet je wel aan de meest actuele informatie te komen. Verder moet je uitstekend zaken op papier kunnen zetten, maar ook goed kunnen begrijpen wat er in, vaak ingewikkelde, teksten staat. Ook moet je een goede administratie kunnen voeren. En dan hebben we het nog niet eens gehad over kwaliteiten als nauwkeurig zijn, goed kunnen plannen, enzovoort. Maar de juridisch medewerker heeft altijd te maken met mensen die een beroep doen op deskundigheid waarover zij zelf niet beschikken. Dus professionele communicatieve vaardigheden zijn belangrijk gereedschap voor de juridisch medewerker. Van groot belang om het juiste te kunnen doen voor de dienstvrager die bij jou komt. Over professioneel communiceren in alle werkvelden van de juridische dienstverlening gaat dit boek. Waar zou je zoal werkzaam kunnen zijn als juridisch dienstverlener als je opleiding erop zit? Wat doe je dan? Welke mensen hebben met jou te maken? Wat zijn jouw verantwoordelijkheden? Enkele voorbeelden kunnen je helpen een beeld te krijgen van je beroepsmogelijkheden.

18 Fatima Urbez, werkzaam bij het UWV te Breda, is vandaag bezig met de intake van Wouter de Groot. Wouter is kort geleden ontslagen door zijn werkgever, AMGEN te Breda, een Amerikaans bedrijf in gentechnologie. Fatima laat hem zien welke andere functies in de regio voor hem beschikbaar zijn. Ze helpt Wouter ook bij alle vragen die hij heeft bij het zoeken naar ander werk. Ben Keurentjes werkt ook bij het UWV. Zijn taak is te zorgen dat de werklozen geholpen worden bij het aanvragen van een uitkering voor de werkloosheidswet (WW). Karin Kortmans is bij de UWV als leidinggevende verantwoordelijk voor de afdelingen waar Fatima en Ben werken. Zij ondersteunt hen in het uitoefenen van hun functie. Paul Witplek werkt bij de gemeente Breda. Daar behandelt hij aanvragen met betrekking tot omgevingsvergunningen, bijvoorbeeld als iemand iets wil bouwen of een grote boom wil laten rooien. Alette Verheggen is medewerker bij uitzendbureau Randstad, een intercedent. Zij helpt mensen bij het vinden van een tijdelijke baan. Maar ook bij de bemiddeling naar een vaste baan zal Alette vaak worden ingeschakeld. Bert-Jan Koppen werkt bij de afdeling Verkeer van de gemeente Gilze en Rijen. Hij werkt aan verkeersplannen en behandelt verzoeken van burgers die bijvoorbeeld snelheidsbeperkende maatregelen in hun straat willen. Mohammed Gerraoui is aangenomen als medewerker bij de Rechtbank Breda. Hij krijgt allerlei zaken te doen, onder andere het verwerken van dagvaardingen en verzoekschriften bij de Familiekamer. Machteld Bijdehant werkt bij het Openbaar Ministerie. Zij is aangesteld als juridisch medewerker bij het Parket (= kantoor van het OM). Zij is vooral veel bezig met jeugdzaken, zoals bijvoorbeeld ontzetting uit het ouderlijk gezag of uithuisplaatsingen. Belda Makioui werkt bij deurwaarder Rosmalen in Breda. Haar taak is onder andere dossiers en planning van de deurwaarder voorbereiden. Ook zorgt zij voor het opstellen van dagvaardingen en aanmaningen. Baruch Maskovitsj is werkzaam bij een bewindvoerder. Hij verzorgt alle processtukken wanneer iemand het oneens is met de wijze waarop zijn werkgever het bewind voert over een vermogen. Femke Veenmans is medewerker Personeelszaken bij Ikea Breda. Alle collega s zijn blij als Femke de zaken goed geregeld heeft en zij dus hun salaris tijdig op hun bankrekening hebben staan. Renée Illustrium is juridisch medewerker bij de gemeente Breda, afdeling Burgerzaken. Zij behandelt onder andere de aangiften voor ondertrouw en huwelijk. Ook behandelt zij aangiftes van geboorte en overlijden. Wil de Cath heeft een functie als juridisch medewerker bij advocatenkantoor Raetsluy in Breda. Zij is een echte steunpilaar voor advocaat Frans Keizersveld, door alle documenten voor de verschillende dossiers op tijd gereed te hebben. Joke de Hertog is juridisch medewerker bij de Belastingdienst in Breda. Het is haar taak om mensen te helpen die niet in staat zijn om hun belastingzaken zelf te regelen.

1.2 Contact tussen juridisch medewerker en dienstvrager 19 Er zijn veel instanties in Nederland, die tot taak hebben voor de burgers problemen op te lossen en zaken te regelen. De professionals die bij deze instanties werken, zijn allemaal juridisch medewerker. Om een dienstvrager optimaal te kunnen helpen, is het belangrijk dat het contact tussen de juridisch medewerker en de dienstvrager goed verloopt, zodat er sprake is van een passende dienstverlening. Dienstverlenende instellingen proberen steeds meer klantgericht te zijn. Dat vraagt nogal wat van de juridisch medewerker die daar werkt. Voor de juridisch medewerker betekenen de behoeften van de dienstvrager dat hij niet alleen over de kennis moet beschikken om vragen te kunnen beantwoorden, maar ook een passende communicatieve houding moet hebben. Alleen dan kan de dienstvrager klantgericht worden geholpen. Het gaat er namelijk niet alleen om dat de dienstvraag wordt afgehandeld, maar dat dit ook op een professionele wijze wordt aangepakt door de juridisch medewerker. De manier van communiceren is voorwaardelijk voor een klantgerichte dienstverlening. Voordat je als juridisch medewerker iemand anders kunt helpen, moet je eerst een goed inzicht hebben in je eigen motieven en gedragingen. Dit bepaalt namelijk je referentiekader, dat wil zeggen de manier waarop jij naar de wereld om je heen kijkt en daarop reageert. In dit boek ga je daarom eerst kijken naar jezelf in beroepssituaties: wie ben je, wat wil je en wat kun je? Een juridisch medewerker moet stevig in de schoenen staan en zich bewust zijn van het eigen handelen. Je referentiekader is daarbij bepalend voor de professionele manier waarop je omgaat met de dienstvrager, en deze dus klantgericht tegemoet treedt. Dienstverlenen is meer dan alleen mensen helpen. Wanneer je beroepsmatig iets voor een ander wilt betekenen, dan heb je daar gereedschap voor nodig. Een juridisch medewerker moet beschikken over verschillende vaardigheden en technieken, die hij op een juiste wijze en op het juiste moment kan toepassen, zodat een dienstvrager tevreden is over de dienstverlening. Het gaat hier dan om methodisch handelen. De vaardigheden en technieken die daarvoor nodig zijn, worden in dit boek behandeld. 1.3 Aspecten van methodisch handelen Wat is onder andere nodig voor het goed functioneren als juridisch medewerker? vakkennis doelen stellen communiceren systematisch werken doelgericht werken samenwerken met de dienstvrager samenwerken met collega s en leidinggevenden communicatieve vaardigheid aansturen op een coactieve houding van de dienstvrager vaardigheid in de verschillende soorten gesprekken

20 Een juridisch medewerker doet meer dan praten alleen. Hij lost een probleem op of voert een opdracht uit op een systematische en doelgerichte wijze. Vooraf bedenken wat je gaat doen, bewust een doel stellen voordat je gaat handelen, is doelgericht werken. Dit wordt ook wel methodisch handelen genoemd. Hierbij wordt sterk de relatie gelegd met de dienstvrager, met andere woorden: de samenwerking met de dienstvrager is van groot belang. Voor deze samenwerking heb je naast gesprekstechnische vaardigheden ook communicatieve vaardigheden nodig. Dit vraagt om een bepaalde houding van jou als juridisch medewerker. Kennis van zaken hoort daar vanzelfsprekend bij. Een gesprek vraagt deskundigheid van je. De communicatieve vaardigheden heb je nodig, omdat je door middel van deze vaardigheden een goed gestructureerd gesprek kunt voeren of een activiteit kunt uitvoeren. Bij een klachtenbehandeling kun je door middel van doorvragen beter achter de kern van het probleem/de klacht komen. Wanneer je een verwijzingsgesprek voert, is een goede samenvatting aan het eind van het gesprek van belang om de dienstvrager te informeren over wat er allemaal moet gebeuren. Een tip: laat de dienstvrager zelf de samenvatting geven als dat mogelijk is. Dan is er sprake van een coactieve houding, dat wil zeggen een samenwerkende houding, en weten jullie beiden wat er moet gebeuren. Jij weet dan bovendien als dienstverlener dat de dienstvrager alles begrepen heeft. Bij gesprekstechnische vaardigheden heb je te maken met de fasen waaruit de verschillende soorten gesprekken zijn opgebouwd. Deze gespreksfasen komen vaak met elkaar overeen. Afhankelijk van de gesprekssoort kan een bepaalde fase meer aandacht krijgen tijdens een gesprek. Bij een informatief gesprek bijvoorbeeld is het belangrijk dat je duidelijkheid krijgt over wat de dienstvrager al weet. Doe je dat niet, dan is de kans groot dat je de dienstvrager informatie geeft die voor hem niet nieuw is. Daarvoor komt de dienstvrager niet naar jou toe. Hij komt om antwoorden te krijgen op vragen die hij op dat moment heeft. De gespreksfase waarin je de dienstvrager leert kennen, krijgt in deze gesprekssoort veel aandacht. Bij het slechtnieuwsgesprek is het echter veel belangrijker samen de tijd te nemen om goed naar alternatieven te zoeken. De dienstvrager krijgt van jou onprettig bericht, en daarna probeer je samen te kijken wat er zoal aan oplossingen mogelijk is voor de situatie die is ontstaan. Nu krijgt de gespreksfase waarin je het hebt over mogelijke oplossingen, meer aandacht. Jouw houding bepaalt in grote mate of de dienstvrager zich prettig voelt en zich uitgenodigd voelt om te praten. Wanneer je bijvoorbeeld tijdens een heronderzoek een houding aanneemt van: Daar heb je er weer zo een die geld nodig heeft van de maatschappij, zal de dienstvrager zich niet op zijn gemak voelen en zich dus zeer zeker niet geholpen voelen. Wanneer je bij een slechtnieuwsgesprek niet de gevoelens en gedachten van de dienstvrager kunt begrijpen en daarnaar kunt handelen, komt het slechte nieuws nog harder aan. Kennis van zaken is noodzakelijk, omdat je hulp wilt bieden en de mensen niet van het kastje naar de muur wilt sturen. Je moet als juridisch medewerker voldoende kennis hebben om de dienstvrager te helpen. Verkeerde informatie kan grote gevolgen hebben. Wanneer iemand vragen heeft over ontslag en uitkeringen, zul je hem de juiste informatie moeten geven, anders loopt hij misschien die uitkering wel mis. Kennis van zaken betekent ook dat je goed moet weten wat je wel kunt vertellen en wat niet. Als personeelswerker is het onverstandig om met een medewerker die niet kan budgetteren, een budget te maken. Hiervoor kun je desnoods gespecialiseerde bureaus inhuren.

Er zijn verschillende fasen in het methodisch handelen. Op deze onderdelen komen we later in hoofdstuk 4 terug, in paragraaf 4.16 bij de zeven methodische stappen. 21 1.4 Het begrip methodisch handelen Methodisch handelen houdt in dat je bij samenwerking met de dienstvrager of collega s, vanuit je functie en vanuit de doelstelling en werkwijze van de organisatie, gebruikmaakt van communicatieve en gesprekstechnische vaardigheden, houding en kennis van zaken, en deze bewust, systematisch en doelgericht hanteert. Als je dit allemaal doet, dan ben je professioneel bezig. Methodisch handelen is om verschillende redenen nodig voor een juridisch medewerker. De belangrijkste redenen zijn: Organisatie: Je werkt binnen de organisatie samen met anderen en draagt samen zorg voor het goed lopen van de organisatie; Consequenties: De resultaten van je werk hebben directe consequenties voor de dienstvragers. Je bent het daarom aan hen verplicht om je taak zo goed mogelijk uit te voeren; Controle: Controle op de door jou verrichte werkzaamheden is noodzakelijk. Mensen kunnen fouten maken. Om het risico van fouten maken te beperken en omdat je samen meer weet dan alleen, is collegiaal overleg belangrijk. Door methodisch te handelen is je werk overzichtelijk en is het voor anderen mogelijk om te zien wat je gedaan hebt en hoe; Tijdbewaking: Je zult een bepaald aantal zaken binnen een bepaalde tijd af moeten hebben. Door doelgericht en systematisch te werken is de tijdsplanning makkelijker te maken; Overdracht: Steeds zal overdracht aan een collega mogelijk moeten zijn. Doordat je systematisch en bewust werkt, is het makkelijk om je werkzaamheden aan anderen uit te leggen; Zelfreflectie: Kijken naar jezelf, reflecteren op je eigen handelen, maakt het mogelijk om bij een volgende keer anders te handelen of een gemaakte fout te herstellen. 1.4.1 Bewust handelen Veel handelingen zijn automatisch en verricht je zonder erbij na te denken, zoals tandenpoetsen of een pen pakken als je iets wilt opschrijven. Je handelen als juridisch medewerker is bewust handelen. Je moet steeds een keuze maken over de volgorde waarin je acties uitvoert en beslissingen neemt. Wanneer bijvoorbeeld een medewerker op een afdeling slecht functioneert, zul je als medewerker Personeelszaken in het beoordelingsgesprek deze persoon direct moeten confronteren met de situatie. Je moet dan een keuze maken voor de manier waarop je dit aanpakt. Een keuze maken en beslissingen nemen, hebben te maken met de visie die je hebt. Bewust handelen doe je door: Bewaken van de doelstelling: Je dient te handelen vanuit de doelstelling van de instelling waar je werkt. Deze organisatie heeft je ingehuurd om een taak uit te voeren. Je hebt je bereid verklaard om voor haar te werken en dan wordt van je verwacht dat je hierbij de doelstelling van de instelling in de gaten blijft houden;

22 Planning: Je moet van tevoren bepalen wat je gaat doen en in welke volgorde; Onderzoek: Je dient de dienstvraag allereerst goed te onderzoeken, om deze vraag altijd zo volledig mogelijk te kunnen beantwoorden; Zorgvuldigheid: Het is je taak zo zorgvuldig mogelijk om te gaan met de invloed die jij hebt op de situatie van de dienstvrager. De dienstvrager is mede verantwoordelijk. Dit betekent dat je een coactieve houding van de dienstvrager stimuleert; Bewust zijn van de ander: Je zult altijd rekening moeten houden met mogelijkheden en wensen van de dienstvrager en met zijn eventuele weerstanden. Ook zul je rekening moeten houden met de waarden en normen van de dienstvrager, van je collega of van je organisatie. Evenwicht qua afstand: Het is steeds je taak om het evenwicht tussen afstand en nabijheid in de gaten te houden. 1.4.2 Systematisch handelen Juridisch medewerkers willen graag mensen goed en snel helpen. Maar als je iets snel doet, is de kans groot dat het niet goed gaat. Wanneer je een dvd-speler koopt en niet eerst de gebruiksaanwijzing goed leest, merk je later dat je de kabels verwisseld hebt en dus iets stuk hebt gemaakt. Als een dienstvrager komt met een verzoek om geld en jij geeft hem dat zonder verder te vragen, dan weet je niet of hij daar wel recht op heeft. De bedoeling is dat je een geordend (= systematisch) gesprek voert. De beste oplossing kun je pas geven als de dienstvrager voldoende aan je verteld heeft, zodat je de hele situatie kunt overzien. Systematisch handelen doe je door: Procedure: In een vaste volgorde de verschillende aspecten van de dienstvraag behandelen; Timing: Geef informatie op het juiste moment. Jouw informatie moet passen in de situatie van de dienstvrager op dat moment; Tijdbewaking: Tijd is belangrijk. Je hebt voor een dienstvrager maar beperkt tijd, er zijn nog anderen die jou willen spreken. Je kunt dit doen door vooraf een tijdsplan te maken voor elke standaardprocedure. Je kunt dan inschatten hoe lang je bezig zult zijn met een dienstvrager; Gesprek leiden: Neem de rol van gespreksleider aan en zorg er daardoor voor dat jullie bij het onderwerp van gesprek blijven; Analyse: Ga stap voor stap het probleem uitzoeken Oplossing: Zorg ervoor samen een oplossing te bedenken. 1.4.3 Doelgericht handelen Iedere handeling die je in de dienstverlening uitvoert, heeft een bepaald doel. Een doel is wat je jezelf voorneemt om te bereiken. Zonder doel kun je niet tot een oplossing komen. Het doel dat je wilt bereiken, bepaalt jouw handelen. Doelgericht handelen doe je door: Doelen bepalen: Samen met de dienstvrager ga je het doel van het klantcontact bepalen. Wanneer je dit samen met de dienstvrager doet, ervaart hij het resultaat vaak veel positiever; Zelfredzaamheid stimuleren: Je kunt ervoor zorgen dat de dienstvrager in een volgende situatie zelfstandig naar een oplossing gaat zoeken. Hij zal zijn problemen de volgende keer wellicht zelf oplossen. Dit wordt dan ook zelfredzaamheid genoemd; Positief formuleren: Het is erg belangrijk het doel positief te verwoorden. Ga uit van wat de dienstvrager wel wil bereiken en niet van wat de dienstvrager niet wil bereiken. Natuurlijk geldt dit ook voor de organisatie, collega s en tijdens vergaderingen;

Haalbaar maken: Wil je een positief resultaat, dan dien je uiteraard haalbare doelen te formuleren; Duidelijk formuleren: Het doel moet altijd duidelijk verwoord worden, zodat je achteraf kunt vaststellen of het doel bereikt is dan wel gewerkt heeft; Consequenties overzien: Natuurlijk dien je in de gaten te houden dat het te bereiken doel niet elders nieuwe problemen veroorzaakt. Dat doe je door de consequenties van de hele procedure goed te overzien. 23 1.5 Samenvatting Om een professioneel juridisch medewerker te zijn, is het van groot belang om te beschikken over kennis van zaken en goede administratieve vaardigheden en tevens om methodisch te kunnen handelen. Wat zijn de belangrijkste zaken die aan de orde zijn geweest in dit hoofdstuk? Om passende dienstverlening te kunnen verlenen, is het van belang dat het contact tussen dienstvrager en juridisch medewerker goed verloopt. Het verlenen van passende dienstverlening bestaat uit het toepassen van goede communicatieve en gesprekstechnische vaardigheden, een passende houding en kennis van zaken. Als je deze aspecten bewust, systematisch en doelgericht toepast, dan is er sprake van methodisch handelen.

24 Vragen en opdrachten 1.1 Geef specifiek voor de functie van Fatima Urbez aan waarom methodisch handelen in haar beroep zo belangrijk is. 1.2 Beschrijf hoe het bewust handelen uit dit hoofdstuk een rol zal moeten spelen in het werk van Ben Keurentjes. 1.3 Geef door middel van voorbeelden een invulling aan het systematisch handelen wat voor Paul Witplek in zijn werk bij de gemeente Breda noodzakelijk is. 1.4 Werk met voorbeelden uit op welke manier Fatima Urbez doelgericht dient te handelen bij haar in dit hoofdstuk genoemde werkzaamheden.