Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Vergelijkbare documenten
Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Bijlage interview meisje

Uitgeschreven interviews van groep tien

Bijlage. Uitgetypte interviews opdracht schrijven. Groep 2

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Bijlage interview jongen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Alleen rekenen, ahja ok. Euh, en zijn er dan dagen dat je wel thuis iets schrijft?

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Uitgetypte interviews Taaldidactiek

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Interviews. 3 de Bachelor Pedagogische Wetenschappen: Pedagogiek en Onderwijskunde Taaldidactiek

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Enquête COMPUTERGEBRUIK THUIS. 1. Heb jij een computer thuis? Bijlage 30

Bevindingen huiswerkenquête schooljaar

COVA 2. Naam: Sanne Terpstra. Studentennummer: Klas: 2B2. Lerares: L. te Hennepe

Toetsen december 5e leerjaar

D A L T O N K R A N T

Reflectie-opdrachten

Dagboekverhaal van Christina Geusens

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

H u i s w e r k b e l e i d

Boekverslag Nederlands Bindi door Maria Mosterd

Hoe maak je een werkstuk?

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

Mijn dagboek. Deze opdracht is een handleiding om jezelf beter te leren kennen. Mijn dagboek bestaat uit 5 stappen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Onze schooleigenvisie op huiswerk

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Hoe werken met de portfolio s? In de portfolio s is een duidelijke leerlijn ingebouwd.

Taaldomeinen in samenhang

Studievaardigheden van A tot Z

Daarom hebben IKEA-kastjes een handleiding en auto s een gps-toestel. Mensen moeten nu eenmaal op weg geholpen worden.

Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg

Opdracht Nederlands Sms-taal

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Misschien VIND je het vervelend, maar het is wel echt nodig om hier goed mee bezig te zijn. Waarom? Daarover hieronder en op de volgende dia s meer!

Vul kort dit leeskader in:

Methodeanalyse Talent

Voorbeeld lesbrief. Van je fouten leer je het meest! Lesduur 25 minuten

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie

Item 1: Ik vind onze school leuk. Item 2: Ik voel me goed in de klas.

De stappendans van oplossingsgericht werken Voorbeeld van een onlinegesprek

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

- Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes. - Tijdschriften/kranten. - Kopieerblad. - Kopieerblad

Reflectiebundel. Venster op het beroep Semester 3 Docent: Tamar Engels Student: Charlotte Dhondt

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht

Onderwijstechnieken.nl. Opbrengstgericht Werken zonder Groepsplan? Dat Kan!

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN

Gemaakt door: Kelly.

Geef een. Over rapportgesprekken en eigenaarschap

Pendelbemiddeling, wat is het

Eindverslag SLB module 12

De taaltoets voorbij. Oefenmateriaal bij het boek

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE

Effectieve feedback op schrijfproducten

Taken en lessen bij de duizendpoten

Cosis Begeleid Leren

- Wie wat waar: kaartjes Sinterklaas. - Wie wat waar: grabbelzakjes. - Kopieerblad. - Kopieerblad. Horoscopen Les 5: Horoscoop schrijven

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Informatieavond. Groep 7a

Observeren van een demoles. Kelsey Fripont, Jolien Felis, Eline Seldeslachts en Tessa Bogaerts

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Perspectief leerlingen. Het schrijfleven van de leerling. Schrijven tijdens het lesgebeuren

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

Portfolio. Portfolio van Klas:

COMPETENTIE- ONTWIKKELPLAN. Tim Veerman. Klas: IG_203 Studentnummer: Periode: Loopbaanadviseur: Alexander Mulder

n in het Engels, presentaties)

Thema 7 Activiteit 5. medelln. en leerkracht

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Het maken van een werkstuk

- Wie wat waar: kaartjes kerst. - Wie wat waar: grabbelzakjes. - Kopieerblad. - Kopieerblad. Beroepen Les 7: Tovertitels: Jij bent een...

Voordoen (modelen, hardop denken)

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Een verhaal van Femke

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

Stel dat jij een filmpje van 2 minuten mag opnemen over jouw land. Schrijf welke dingen jij dan wil vertellen over je land of stad.

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

Transcriptie:

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Tessa Proost Opleiding: professionele bacheloropleiding leraar lager onderwijs Instelling: Odisee, campus Waas Opleidingsonderdeel: Communicatieve vaardigheden 5 Academiejaar 2014-2015 Begeleider: Elke Van Nieuwenhuyze

Inhoud Inleiding...3 Probleemstelling...4 Aanpak...5 Voorbereiding... 5 Omstandigheden... 5 Leerkracht... 6 Leerlingen... 6 Resultaten...8 Binnen de school... 8 Buiten de school... 10 Bibliografie...11 Bijlagen...12 2 / 20

Inleiding Schrijven, schrijven en nog eens schrijven... Het is niet weg te denken in de lagere school tegenwoordig. In bijna elke les staat het vasthouden van de pen centraal. Wanneer moeten ze deze eens niet gebruiken en hoe vaak komt het zelfs voor dat ze uit losse pols een tekst moeten schrijven bij andere vakken of gewoon bij Nederlands? Tel hierbij de veranderde digitale media en je krijgt een echte cocktail van vaardigheden en kennis. Het onderwijs vraagt met andere woorden steeds meer van de leerlingen. Ze verwachten enerzijds dat een tekst naar vorm en inhoud perfect op papier gezet wordt, maar dat er ook aandacht gaat naar het visuele aspect. De Nederlandse Taalunie startte een project op over schrijfvaardigheid en doet hierbij een beroep op de samenwerking van alle leerkrachten in spe. Ze vragen ons om het schrijfleven van leerlingen in kaart te brengen en de ondersteuning nader te bekijken. 3 / 20

Probleemstelling Een artikel van Bea Pompert en Rienkje van der Eijnden (2013) geeft mee dat slechts 32 procent van de basisscholen door de inspectie voor schrijfdidactiek goedgekeurd zijn. 1 We moeten meer opteren voor een procesgerichte aanpak. Mariëtte Hoogeveen (2013) voegt hieraan toe: Veel studies in binnen- en buitenland tonen aan dat de ontwikkeling van schrijfvaardigheid meer ondersteuning vraagt dan doorgaans in het taalonderwijs geboden wordt. 2 Dit alles verontrust mij als beginnende leerkracht. Het leerplan somt de vaardigheden op die een kind allemaal moet verwerven: communicatieve, schrijfstrategische, schrijftechnische, taal- en spellingsvaardigheden. Het biedt een kader aan, maar het is aan ons om het te vertalen naar concrete lessen. Leerkrachten van mijn voorbije stagescholen beamen dat het gebruiken van de beste manieren, didactieken en interventies om leerlingen te leren schrijven een echte zoektocht is. Schrijven verandert ook voortdurend, zodat je nooit mag stoppen met andere richtingen op te zoeken. Door aan dit project van de Nederlandse Taalunie mee te werken, neem ik als het ware mijn grote verrekijker klaar om in te zoomen op de beste aanpak. Er zijn twee onderzoeksvragen die je moet stellen: - Wat schrijven leerlingen zoal tegenwoordig? - In hoeverre ondersteunt de school de leerlingen in het leren schrijven van teksten? Deze twee vragen moet je voortdurend voor ogen houden bij dit onderzoek van de Nederlandse Taalunie. Ik voel me vereerd hieraan te kunnen deelnemen. Niettemin is het nog een lange weg die we moeten afleggen. Een leerkracht moet zichzelf en zijn methodes voortdurend in vraag stellen. We treden op als professoren en in een vakgebied zoals schrijven is dit noodzakelijk. Ik las: Elk kind kan een auteur worden! Dit klopt volgens mij, maar het is aan de leerkracht om hem een volgeladen rugzak aan te bieden. Hoe doen leerkrachten dit momenteel en is dit een goede methode? Ik hoop dat mijn bevindingen en die van mijn medestudenten een basis vormen voor verder onderzoek. 1 Pompert, B. & Van der Eijnden, R. (2013). Echt schrijven op Octant. Jeugd in School en Wereld, jaargang 97 (nummer 9), p. 6. 2 Hoogeveen, M. (2013). Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, p. 17. 4 / 20

Aanpak Voorbereiding Om de praktijk te bekijken van de steeds veranderende schrijfdidactiek probeerde ik in opdracht van dit onderzoek een antwoord te vinden op de onderzoeksvragen. Een interview met zowel de leerlingen als de leerkracht was ons opgelegd en gaf ook het beste weer wat onderzocht moest worden. Om zo n interview op touw te zetten, moet je bepaalde stappen ondernemen. Als eerste nam ik contact op met mijn stageschool (een Oost-Vlaamse basisschool) met de vraag of ze aan dit project wilden meewerken. Ik besprak met de directie welke klas en leerlingen aangewezen waren en keek wanneer het interview voor hen het beste uitkwam. De juf en vijf leerlingen van het zesde leerjaar mochten in de namiddag van 5 december bevraagd worden. Nog voor deze datum stelde ik een planning voorop. Ten eerste keek ik naar de beschrijving van het onderzoek. Zo zag ik de verwachtingen en hoe ik het best mijn steentje kon bijdragen voor de Nederlandse Taalunie. Vervolgens verdiepte ik me in verscheidene bronnen: leerplan, tijdschriftartikelen, enzovoort. Dit is een belangrijke sleutel om je vragen zo goed mogelijk af te stemmen op de schrijfdidactiek van vandaag de dag en je interview hieraan aan te passen. Ten slotte nam ik er de vooropgestelde vragen van het onderzoek bij. Ik bekeek ze kritisch en maakte ze mij eigen. Ik deed dit op basis van voorkennis, nieuw verkregen inzichten uit mijn bronnen, bevragingen, enzovoort. Deze vragen vormen de kern van mijn minionderzoek. Ik haalde inspiratie uit mijn extra bronnen in die zin dat ik doorvraag naar de stappen die de leerkracht zet in haar lessen. Volgt zij al de nieuwe methodes die voortgevloeid zijn uit studies of houdt ze zich nog vast aan de oude methodes? Omstandigheden In de namiddag van 5 december gingen de gesprekken door in de Heilige Hartschool. De klas had in de voormiddag deelgenomen aan een groot Sinterklaasfeest. Na de middag was het eerst tandemlezen. In deze periode interviewde ik de leerkracht. Zij koos een vijftal leerlingen uit haar gevarieerde klasgroep en stuurde ze in de volgende les één voor één naar mij. Ik zat in een hoek achteraan in de klas afgezonderd van de andere leerlingen. De gesprekken werden schriftelijk opgenomen. 5 / 20

Leerkracht Ik startte met het onderzoek te kaderen voor de leerkracht van het zesde leerjaar. Het doel was om te zien welke ondersteuning de leerlingen krijgen in het schrijven van teksten. Door haar eerst te interviewen, kon ik met een bredere kijk de vijf leerlingen vragen stellen. Duiding van de taak 1) Hebben de leerlingen deze week moeten schrijven bij taal en/of andere vakken? 2) Wat was de opdracht? 3) Wat was het doel? Relatie met vorige taken 4) Was er iets nieuws met vorige taken? Fasering van de les/taak 5 Welke fases overlopen de leerlingen? 6) Welke oefeningen gingen aan de opdracht vooraf? Feedback 7) Welke ondersteuning kregen de leerlingen of specifieke leerlingen? 8) Welke feedback krijgt de leerling? o Op vorm, inhoud of taalgebruik? o Gebruik je hulpmiddelen? Evaluatie door de leerkracht 9) Wat waren sterke punten? Zou je volgende keer iets anders doen? Beoordeling van het resultaat 10) Wie beoordeelde het resultaat? Welke hulpmiddelen gebruik je? 11) Hoe wordt de leerling beoordeeld? Leerlingen De gegevens verzamelde ik via een individuele bevraging. Ik stelde me eerst kort voor aan de leerlingen zodat ze zich op hun gemak voelden en in alle vrijheid antwoorden op mijn vragen konden geven. Ik wist dat ze die voormiddag een Sinterklaasfeest hadden, dus vroeg ik wat er allemaal gebeurd was. Dit was voor mij een manier om het ijs te breken. Ik heb vier jongens uit het zesde leerjaar ondervraagd: J, I, M en S. Daarnaast interviewde ik nog één meisje: J. 6 / 20

Het schrijfleven van leerlingen 1) Kun je me vertellen wat je gisteren allemaal hebt geschreven... Na schooltijd? Op school? 2) Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Wat schrijf je dan? Moeilijkheden binnen schrijven 3) Wat vind je nu het moeilijkste om te schrijven? Waar of van wie krijg je steun om dat te leren? Hoe leer je het jezelf aan? (andere teksten bekijken, teksten van internet nadoen etc.) Schrijven binnen verschillende leergebieden 4) Wat heb je deze week allemaal bij taal of bij Nederlands aan grotere teksten geschreven? Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij taal of Nederlands? interessant of waar leerde je veel uit? leerkracht, beschrijving opdracht,...) Had je graag nog meer hulp gehad? Op welke manier? 5) Wat heb je de laatste week allemaal bij andere vakken aan grotere teksten geschreven? Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij andere vakken? interessant of waar leerde je veel uit? leerkracht, beschrijving opdracht,...) Had je graag nog meer hulp gehad? Op welke manier? 6) Wat zou je bij Nederlands / taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? 7 / 20

Resultaten Binnen de school Algemeen Als je de leerlingen vraagt wat ze een hele week genoteerd hebben in een samenhangend geheel van zinnen, kunnen ze het niet meer opsommen. Ik vertelde aan de leerlingen hun laatste opdracht en dan kwamen ze met veel informatie af. Ze hadden dus wel een zet nodig. Ik denk dat ze door de overrompeling van een hele week werk uit het oog verliezen wat ze allemaal gedaan hebben of doen. Het zesde leerjaar had die week korte schrijfopdrachten gezien. Ik zoomde vooral in op de laatste twee grote teksten. In een taalles ging dit over een mening schrijven of je het goed of fout vindt dat mensen een pand kraken. In een weroles schreven ze hoe je het best omgaat met druk. De rode draad en het doel in beide lessen was het verkondingen van je eigen mening. Iedereen vond het verwoorden van je standpunt gemakkelijk. Je weet hoe je daarover denkt en kan het dan ook gemakkelijk op papier zetten. Over het gehele interview ondervond ik bij de kinderen lange stiltes na elke vraag. Toen ik bij een jongen op het einde vroeg hoe hij het gesprek vond, zei hij: Niet gemakkelijk. Ik denk er niet zo vaak over na Kan ik hieruit afleiden dat de leerlingen niet doelgericht en bewust ingezet worden in de schrijflessen? Of zien de kinderen deze lessen als te vanzelfsprekend? Nadien bekeken had ik hier graag over doorgevraagd. Steun tijdens het schrijven De juf overloopt volgens de leerlingen in het begin de opgave met hen, maar daarna moeten ze meteen aan de slag. De leerkracht voegt hieraan toe dat ze vaak met hen in interactie gaat en een klasgesprek opstart over het onderwerp. Niettemin wijst ze mij erop dat bij een echte les stellen de leerlingen veel meer stappen aangeboden krijgen zoals een brainstorm, aandachtspunten overlopen, enzovoort. De klasgroep zegt dat de juf rondloopt en je haar op elk moment kan aanspreken. Je moet gewoon je vinger opsteken en ze komt naar je toe. Samenwerken met twee vonden ze een heel interessant gegeven. Ze moeten immers hun mening samenleggen en naar elkaar luisteren. Je bent dubbel zo slim! riep iemand uit. Ze vinden bovendien dat je op deze manier een extra controlemiddel hebt. Hij of zij zal je wijzen op schrijffouten of een andere zinsbouw vertellen. Het is een afwegen van wat het beste staat op papier en daar samen in overleg mee gaan. Voor één iemand was het wel een lastige situatie. Hoewel de meerderheid het als extra steun en hulpmiddel zag, vond zij het moeilijk te werken met verschillende meningen. Volgens haar is elke mening persoonlijk en dus onmogelijk om samen neer te schrijven. 8 / 20

Als steun bij het effectief schrijven van teksten kwamen ook deze antwoorden uit de bus: bekijken van prenten, raadplegen van een woordenboek, vragen aan de juf en vergelijken met andere teksten. De meesten vonden dit allemaal ruim voldoende van hulp en zeiden niets om het nog te verbeteren. Uit het schrijven van hun teksten leerden ze weinig tot niets. Hoewel de meerderheid aangaf dat de klas hen alles aanleert, waren er toch een paar die uit zichzelf strategieën hadden verworven. Eén iemand zei dat ze haar zinnen eerst zo lang en zo breed mogelijk schreef. Daarna schrapte ze dan de overbodigheden. Iemand anders schreef zijn fouten allemaal op in een schrift om later naast zich te leggen. Opzoeken op de computer werd ten slotte ook aangehaald. Toekomst Op de vraag Wat zou je bij Nederlands / taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? waren de antwoorden heel uiteenlopend. De ene wou de werkwoorden beter leren vervoegen omdat hij er nog steeds moeite bij ondervond. De andere vond in tegenstelling tot de inleiding en het slot het midden van een tekst moeilijk op te stellen. Nog iemand anders zag een les rond plaats tussen de alinea s wel handig. Afkortingen wil ik ook nog leren, zei een andere leerling. Eén persoon vond geen enkel onderwerp nog leerrijk, aangezien hij de leerstof goed onder de knie had. Evaluatie De kinderen krijgen in hun ogen genoeg tijd om schrijfopdrachten te verwezenlijken. Allemaal waren ze op tijd klaar - sommigen wel maar op het nippertje. Hoewel ze dus geen tijd meer hadden om zichzelf te verbeteren, had niemand hier een probleem mee. Bij deze lessen kregen ze op het einde feedback van medeleerlingen over hun eindresultaat. De kinderen zien het als een echte leerkans. Eén iemand gaf wel aan dat ze vaak hetzelfde aankaarten, hoewel ze hier zo hard haar best voor doet. Dit werkt soms ontmoedigend. Tussentijdse feedback krijgen ze niet aangeboden. De leerkracht kijkt tevreden terug naar haar lessen. Er zaten niet bepaald nieuwigheden in, maar ze zou het niet anders aanpakken. Bij een toets verbeter ik zelf en krijgen de leerlingen feedback aan de hand van codes. Ze gebruikt volgende afkortingen: ZB voor zinsbouw, SP voor spelling, H voor hoofdletters, L voor leestekens en WK voor woordkeuze. Als er een plus aan toegevoegd wordt, scoren ze goed op dit vlak. Wanneer de leerlingen een minteken naast de afkorting zien verschijnen, moeten ze zichzelf verbeteren. Bij de schrijftaken van deze week ging het volgens de juf niet zozeer om de schrijfwijze. Ze keek vooral naar de inhoud en of er niet van het onderwerp werd afgeweken. 9 / 20

Toen ik achteraf de handleidingen van de juf bekeek van de genoemde lessen, zag ik weinig afwijking van de methodes die daarin stonden. Er zat weinig vernieuwing in, waardoor elke les gelijkaardig leek. Uit haar antwoorden bleek dat ze dit effectief vindt. Buiten de school De leerlingen vernoemden huiswerk als de reden waarom ze na schooltijd toch bleven schrijven: oefeningen maken, lessen leren, enzovoort. Hoewel een paar verjaardagskaarten, brieven of lijstjes aanhaalden als extra schrijfwerk thuis, dacht niemand na over het digitaal medium. Dit vond ik opmerkelijk in de tijd van nu. Beschouwen ze sms en of Facebook niet als echt schrijven? Velen zien hun naasten als belangrijke bron bij het leren schrijven van teksten. In de eerste plaats moedigen zij de leerlingen het best aan. Anderzijds bieden ze hen in hun opzicht de meeste steun aan bij het moeilijkste onderdeel. Dit is voor de meerderheid de correcte spelling hanteren. Daarnaast helpen juffen en logopedisten hen ook een stap vooruit te zetten. 10 / 20

Bibliografie Van Lanen, B. & Van der Donk, C. (2009). Praktijkonderzoek in de school, Coutinho, Bussum. VVKBaO (2000). Nederlands. Schrijven. Deelleerplan, CRKLKO, Brussel. Hoogeveen, M. (2013). Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis. In: Tijdschrift Taal, Jrg. 4 nr. 6, p. 16-26. Pompert, B. & Van der Eijnden, R. (2013). Echt schrijven op Octant. Jeugd in School en Wereld, jaargang 97 (nummer 9), p. 6-9. Van Norden, S. (2012). Schrijven over beroemde personen. Jeugd in School en Wereld, jaargang 97 (nummer 2), p.40-43. 11 / 20

Bijlagen Vragenlijst leerling: J. 1) Kun je me vertellen wat je gisteren allemaal hebt geschreven... Na schooltijd? Cijfers: we hadden huiswerk voor rekenen. Op school? Van alles een beetje 2) Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Ja. Wat schrijf je dan? Niet echt veel buiten het huiswerk. Het is ook moeilijk te onthouden. 3) Wat vind je nu het moeilijkste om te schrijven? De spelling: of het al dan niet juist geschreven is. Soms moet ik het opzoeken. Waar of van wie krijg je steun om dat te leren? Ik heb op school een maatregelcontract waardoor ik soms naar de logopediste moet om de schrijfwijzen te oefenen. Zij helpt me bijvoorbeeld met de katten- en apenafspraak. Hoe leer je het jezelf aan? (andere teksten bekijken, teksten van internet nadoen etc.) Ik schrijf eerst zinnen voluit en kijk dan hoe ik die kan inkorten. Ik schrap. 4) Wat heb je deze week allemaal bij taal of bij Nederlands aan grotere teksten geschreven? Woorden met c of k, maar voor de rest weet ik het niet meer juist. Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij taal of Nederlands? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk mening schrijven pand ) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Genoeg interessant of waar leerde je veel uit? Het was moeilijk omdat er het antwoord van bepaalde vragen moest inzitten. Het was gemakkelijk omdat ik een sterke mening had. Ik leerde vooral het doel van het schrijven. leerkracht, beschrijven opdracht,...) Ik mocht het voorgaand verhaal bij me leggen. De leerkracht liep rond. We mochten niet samenwerken met elkaar. In het begin vertelde de juf in eigen woorden wat we moesten doen. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee. 5) Wat heb je de laatste week allemaal bij andere vakken aan grotere teksten geschreven? 12 / 20

Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Ik was maar op het nippertje klaar. Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij andere vakken? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk schrijven over hoe je met druk omgaat.) interessant of waar leerde je veel uit? Het was moeilijk om op verschillende manieren te zoeken om met druk om te gaan. We mochten per 2 werken. Dat is leuk, want je kan elkaar aanvullen. Je leert daar veel uit. leerkracht, beschrijving opdracht,...) De juf vertelde de opdracht. Ze loopt ook rond. Na het schrijven luisterden we naar elkaar. Ik vind dit goed, maar soms blijven ze dezelfde werkpunten zeggen. Ik vind dit lastig omdat ik er zo hard mijn best voor doe. We mochten samenwerken. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee. 6) Wat zou je bij Nederlands / taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? Afkortingen, andere woorden leren kort te schrijven, maar toch met een boodschap in. Vragenlijst leerling: J. 1) Kun je me vertellen wat je gisteren allemaal hebt geschreven... Na schooltijd? Huiswerk Op school? Lessen 2) Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Ja, als ik meer huiswerk heb. Wat schrijf je dan? Meer oefeningen, lessen, enz. Soms maken we ook een boodschappenlijstje thuis. 3) Wat vind je nu het moeilijkste om te schrijven? De schrijfwijze. Waar of van wie krijg je steun om dat te leren? Van de juffrouw en mijn ouders. Hoe leer je het jezelf aan? (andere teksten bekijken, teksten van internet nadoen etc.) Ik leer uit fouten. Als ik bijvoorbeeld iets vergeten ben op school dat ik nodig heb om te schrijven, zorg ik ervoor dat ik mezelf aanleer een check te doen voor we naar huis gaan. Ik schijf mijn fouten ook op in een boekje. 13 / 20

4) Wat heb je deze week allemaal bij taal of bij Nederlands aan grotere teksten geschreven? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij taal of Nederlands? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk mening schrijven pand ) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? 5 min interessant of waar leerde je veel uit? Het was helemaal niet zo moeilijk omdat je de tekst kon gebruiken als hulp. Ik leerde dat Doel in Beveren ligt. We kregen feedback van elkaar. Dit vind ik heel leuk. Je leert zo bij. leerkracht, beschrijving opdracht,...) Er was geen steun. De juf zei kort wat me moesten doen. We mochten wel ons boek gebruiken. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Ja, maar ik zou niet goed weten hoe. 5) Wat heb je de laatste week allemaal bij andere vakken aan grotere teksten geschreven? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij andere vakken? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk schrijven over hoe je met druk omgaat.) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Weet ik niet, maar ik kreeg genoeg tijd. interessant of waar leerde je veel uit? Het was gemakkelijk omdat we per twee mochten werken. We hadden ook dezelfde mening. Als die verschilden, kozen we het meest logische. Ik vond het onderwerp heel leerrijk. Je leert ook veel van elkaar. leerkracht, beschrijving opdracht,...) We werkten samen per 2 en de prenten in het boek hielpen. De leerkracht zat neer op haar plaats, maar we mogen altijd onze vinger opsteken als het nodig is. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee. 6) Wat zou je bij Nederlands / taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? Hoe ik plaats moet tussenlaten bij zinnen (alinea s). Een tekst kan niet zomaar aan elkaar plakken. Vragenlijst leerling: M. 1) Kun je me vertellen wat je gisteren allemaal hebt geschreven... Na schooltijd? Huiswerk 14 / 20

Op school? Tijdens de speeltijd schrijven we niet, maar anders tijdens de lessen. 2) Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Ja, af en toe. Wat schrijf je dan? Een lijstje voor Kerst, verjaardagskaart, brief als iemand op kamp is, enz. 3) Wat vind je nu het moeilijkste om te schrijven? Geen schrijffouten te maken. Waar of van wie krijg je steun om dat te leren? Van mijn mama en papa. Ze zeggen dat ik op hoofdletters en leestekens moet letten. Maar ik moet ook altijd alles controleren en niet alleen aandacht hebben voor de spelling bij moeilijke woorden. Hoe leer je het jezelf aan? (andere teksten bekijken, teksten van internet nadoen etc.) Soms zoek ik iets op. 4) Wat heb je deze week allemaal bij taal of bij Nederlands aan grotere teksten geschreven? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij taal of Nederlands? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk mening schrijven pand ) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Dat weet ik niet meer. interessant of waar leerde je veel uit? Het was gemakkelijk omdat ik snelle beslissingen kon nemen. Ik vond het totaal niet moeilijk, maar leerde er ook niet veel uit. leerkracht, beschrijving opdracht,...) Geen. De juf zegt wel wat me moeten doen, maar zit daarna op haar plaats andere zaken te doen. We mochten ook niet samenwerken. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee, ik vond het allemaal heel gemakkelijk. 5) Wat heb je de laatste week allemaal bij andere vakken aan grotere teksten geschreven? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij andere vakken? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk schrijven over hoe je met druk omgaat.) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? We waren op tijd klaar. interessant of waar leerde je veel uit? We mochten per twee werken. Dat is 15 / 20

gemakkelijk als je dezelfde mening hebt, anders niet. Je kan van elkaar nakijken en we controleren ondertussen (niet op het einde). We hadden altijd direct antwoord. Je moet ook luisteren naar elkaar en dat is heel interessant. leerkracht, beschrijving opdracht,...) We mochten samenwerken. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee. 6) Wat zou je bij Nederlands / taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? Ik kan niet echt meteen ergens opkomen. Vragenlijst leerling: I. 1) Kun je me vertellen wat je gisteren allemaal hebt geschreven... Na schooltijd? Huiswerk, chat via Playstation Op school? Lessen 2) Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Ja. Wat schrijf je dan? Meer oefeningen (extra werkjes voor het beloningssysteem van de juf). 3) Wat vind je nu het moeilijkste om te schrijven? De spelling en als het Frans is. Waar of van wie krijg je steun om dat te leren? Van mijn mama en mijn omie. Zij moedigen mij aan om mijn best te doen. Hoe leer je het jezelf aan? (andere teksten bekijken, teksten van internet nadoen etc.) Ik heb geen manier om mezelf iets aan te leren. 4) Wat heb je deze week allemaal bij taal of bij Nederlands aan grotere teksten geschreven? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij taal of Nederlands? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk mening schrijven pand ) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? 20 min denk ik. Dit was genoeg. interessant of waar leerde je veel uit? Soms lees je wel eens de opdracht verkeerd. Ik had iets verkeerd begrepen. Maar ik vond het wel OK. Ik leerde veel over de dokken. 16 / 20

leerkracht, beschrijving opdracht,...) De juf hielp niet echt en we mochten niet samenwerken. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee. 5) Wat heb je de laatste week allemaal bij andere vakken aan grotere teksten geschreven? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij andere vakken? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk schrijven over hoe je met druk omgaat.) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Een half uur? interessant of waar leerde je veel uit? We mochten per twee werken en dat gaat sneller. Als we verschillende mening hebben, proberen we die samen te leggen. Het maken ging goed. We luisterden ook nadien naar elkaar en daar leerde ik veel uit. Het was interessant en de prenten die hielpen. leerkracht, beschrijving opdracht,...) De juf, tekeningen, soms woordenboeken. Dit is enkel als ze het zegt of vraagt. We mochten ook met onze buur samenwerken. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee. 6) Wat zou je bij Nederlands / taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? De werkwoorden vind ik vaak moeilijk. Vragenlijst leerling: S. 1) Kun je me vertellen wat je gisteren allemaal hebt geschreven... Na schooltijd? Huiswerk en ik heb een berichtje gestuurd op computer Op school? Lessen 2) Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Ja. Wat schrijf je dan? Als we een toets spelling hebben, noteer ik alle woorden. Soms krijgen we ook een toets mee om te oefenen. 3) Wat vind je nu het moeilijkste om te schrijven? Niet echt iets. Waar of van wie krijg je steun om dat te leren? Van mijn mama. Ze zegt dat ik het wel kan en ik zie haar soms schrijven. Ze schreef een brief, maar ik kan dat niet lezen. Hoe leer je het jezelf aan? (andere teksten bekijken, teksten van internet nadoen etc.) Alles wordt ons in de klas aangeleerd. 17 / 20

4) Wat heb je deze week allemaal bij taal of bij Nederlands aan grotere teksten geschreven? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij taal of Nederlands? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk mening schrijven pand ) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Een kwartier. interessant of waar leerde je veel uit? We konden in de tekst opzoeken, dus was het super gemakkelijk. Enkel de inhoud vond ik interessant. leerkracht, beschrijving opdracht,...) De vragen uit het boek hielpen. Soms helpt de juf of mogen we samenwerken, maar nu niet. De juf liet ons gewoon doen nadat ze de opdracht had gezegd. Ze las het gewoon voor. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee. 5) Wat heb je de laatste week allemaal bij andere vakken aan grotere teksten geschreven? Wat was de laatste grotere tekst die je schreef bij andere vakken? (Ik vermeldde de les om verder te kunnen onderzoeken, namelijk schrijven over hoe je met druk omgaat.) Hoeveel tijd heb je daaraan besteed? Weet ik niet, maar ik kreeg genoeg tijd. Alles was rond. interessant of waar leerde je veel uit? Soms is het moeilijk het je voor te stellen. Per twee is het gemakkelijker want je bent dubbel zo slim. We moeten de tekst wel altijd allebei opschrijven. Je leert uit elkaar omdat je vraagt hoe je buur erop komt. Je leert ook veel van de juf. We moeten er wel op letten dat het duidelijk leesbaar is. leerkracht, beschrijving opdracht,...) We werkten samen en de prenten in het boek hielpen. De juf had met ons de opdracht overlopen en aan ons gevraagd waar we op moesten letten. Had je graag nog meer hulp gehad? Hoe? Nee. 6) Wat zou je bij Nederlands / taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? De opstelling. Slot en begin gaat, maar het midden is moeilijk voor de volgorde. En je mag niet altijd hetzelfde beginnen. Niet ik... ik... ik... Vragenlijst leerkracht: juf K. 18 / 20

Duiding van de taak 1) Hebben de leerlingen deze week moeten schrijven bij taal en/of andere vakken? 2) Wat was de opdracht? 1) Bij Mega (wero): Schrijven hoe je omgaat met druk. 2) Bij Mega (wero): Schrijven hoe de bloedsomloop werkt. 3) Bij begrijpend lezen: Mening schrijven of het je het ok vindt dat een pand gekraakt wordt of niet. 4) Bij Godsdienst: Schrijven hoe je een vuur kan zijn voor anderen. 3) Wat was het doel? 1) Een situatie verzinnen. 2) De bloedsomloop beschrijven. 3) Een eigen mening verkondigen. 4) Een eigen voorbeeld geven. Relatie met vorige taken 4) Was er iets nieuws met vorige taken? Nee Fasering van de les/taak 5) Welke fases overlopen de leerlingen? Er wordt vaak in interactie met elkaar gegaan. Een opdracht wordt eerst in een klasgesprek besproken. 6) Welke oefeningen gingen aan de opdracht vooraf? Bij deze soorten opdrachten niet veel. De opdracht wordt geduid en er wordt eventueel even over gesproken. Bij een echte les stellen ligt dit anders. Dan begin je met een brainstorm en wijs je waar ze op moeten letten: variatie, niet te lange zinnen, leestekens, opbouw, enz. Feedback 7) Welke ondersteuning kregen de leerlingen of specifieke leerlingen? 1) Ze mochten per twee werken. 2) Ze mochten hun lesboek gebruiken. 3) Ze kregen vooraf een babbeltje. 4) Er werden hun woorden gegeven die er zeker moesten inzitten. 8) Welke feedback krijgt de leerling? o Op vorm, inhoud of taalgebruik? Ik werk met codes: ZB +- (zinsbouw goed of slecht), SP +- spelling goed of slecht), H (hoofdletters), L (leestekens), WK (woordkeuze) o Gebruik je hulpmiddelen? Niet bepaald. Ik volg ook bijna nooit bijscholingen over schrijven. Evaluatie door de leerkracht 19 / 20

9) Wat waren sterke punten? Zou je volgende keer iets anders doen? Het ging goed Beoordeling van het resultaat 10) Wie beoordeelde het resultaat? Welke hulpmiddelen gebruik je? Bij een toets is dat de leerkracht, maar bij sommige momenten zoals bij de weroles over druk, leggen ze de situatie aan elkaar uit. Zo krijgen ze feedback van elkaar en moet de rest ook mee het denkwerk doen en niet alleen ik. Die feedback kan positief, maar ook negatief zijn. 11) Hoe wordt de leerling beoordeeld? Bij deze opdrachten kijk ik vooral naar de inhoud en of ze zeker bij het onderwerp blijven. 20 / 20