LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Vergelijkbare documenten
LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

Seminarie4: Differentiatie in de lessen aardrijkskunde.

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

Aan de slag met geografische werkbladen

Didactiek aardrijkskunde Portfolio. Taak Werkbladen

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESVOORBEREIDING ALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING

In een weerbericht vind je steeds vier elementen terug die het weer bepalen.

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Les 5: Factoren van weer en klimaat

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Gebruikte bronnen voor de leerlingen: bundel verzorging - ziek zijn, instrumenten van een dokter

1. LESBEGIN. 2. Lesuitwerking De verschillende klimaten de Europese kaart situeren. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD

Naam: klas:1 nr: Datum: Lesuur:

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Integratie van creatieve en alternatieve werkvormen

THEMA 1 - TEMPERATUUR

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

Hoe determineren we het klimaat aan de hand van een klimatogram? Agenda: Het klimaat determineren WB p27-32

Workshop Studio Globo + Bezoek Open Veld

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

VERANDEREN VAN KLIMAAT?

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS

LESVOORBEREIDING ALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP Bachelor Secundair Onderwijs

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

DIDACTISCHE OPDRACHT AARDRIJKSKUNDE 3

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

HFDST 6. HET WEER IN ONZE STREKEN

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyu iopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdf ghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxc


Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

Klimaatzones - HV 2 - kopie 1

Werkwinkel: Geografische denkvaardigheden

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Klimaten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Benjamin Van Steyvoort Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: Nederlands - aardrijkskunde Stagebegeleider DLO: An Steegen School: Koninklijk Atheneum 2 Ring Onderwijsvorm: A-stroom Richting: Moderne optie sport Klas: 1MSm Lokaal: I232 Aantal leerlingen: 15 Les gegeven door: Benjamin Van Steyvoort Vak: Aardrijkskunde Onderwerp: Het klimaat in België Vakmentor: Stein Cras Datum/Data: 11 maart 2014 Lesuur/-uren: 11u15 12u05 (4 e lesuur) BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks De leerlingen zagen in dit thema reeds: hoe belangrijk het weer voor de mens is; weer- en klimaatelementen (temperatuur, luchtdruk en wind, bewolking en neerslag); factoren die het weer en klimaat beïnvloeden (temperatuur, neerslag, het verhoogde broeikaseffect). De leerlingen starten deze les aan het vierde onderdeel van het thema weer en klimaat. Tijdens deze les zullen de leerlingen: de kenmerken van het Belgische klimaat leren kennen; temperatuur- en neerslaggegevens op een klimatogram leren aflezen; de naam van het klimaat bepalen met een determineertabel; klimaatverschillen in ons land aangeven. De leerlingen behandelen later in dit thema nog; de klimaat- en vegetatiezones van Europa; de invloed van het klimaat (op de woning, plantengroei, voeding, kleding, recreatie en toerisme, gezondheid en verkeer + de economische gevolgen). Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) De leerlingen kennen: het verschil tussen weer en klimaat; wat een temperatuurcurve is; wat temperatuur, luchtdruk, wind en neerslag is; wat isothermen, isobaren en isohyeten zijn; verschillende weerselementen; factoren die de temperatuur bepalen; de factor die de neerslag bepaalt. De leerlingen kunnen: de atlas op een efficiënte manier gebruiken en weten dat er drie verschillende mogelijkheden zijn om hierin iets op te zoeken; elementen van het weer terugvinden in het weerbericht; overeenkomsten en verschillen tussen weer en klimaat verwoorden; temperatuurcurves lezen en begrijpen; dag-, maand- of jaargemiddelden bepalen; dag-, maand- of jaarschommelingen bepalen; op een isothermenkaart de temperatuur aflezen; gegeven windrichtingen verwerken in een windroos; van enkele factoren uitleggen hoe ze weer en klimaat beïnvloeden: oorzaken en gevolgen van het verhoogde broeikaseffect opnoemen. De leerlingen maken deze les voor het eerst kennis met een klimatogram. Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit Leerlingen horen of zien bijna dagelijks het weerbericht van België, maar ook van Europa. Ze hebben dus enig idee van de aanwezige verschillen in weer en klimaat. Leerlingen maken op vakantie kennis met ander weer en andere klimaten.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, De leerlingen hebben al heel wat kennis opgebouwd wat betreft het thema weer en klimaat en ook het opzoeken in een atlas lukt zeer goed. Hierdoor zullen vele lesfases vlot verlopen, ondanks de uitdagingen waar de leerlingen mee geconfronteerd worden, zoals individuele opdrachten en redeneringsoefeningen. De lesfases waar er nieuwe leerstof wordt aangereikt, zullen naar alle waarschijnlijkheid iets moeizamer verlopen. Daarom wordt er steeds gestart met een klassikale oefening, om vervolgens de overgang te maken naar complexere varianten. Aan de hand van mijn observaties kan ik opmaken dat het hier om een uitbundige klas gaat. Er zijn dus strenge, strikte regels nodig om deze groep in de hand te houden. Bij een groepswerk zijn er steeds enkele leerlingen die liever alleen werken. Zij zullen dus moeten worden aangemoedigd om alsnog samen te werken. DIDACTISCHE VERANTWOORDING Herhalingsprincipe: de leerlingen krijgen na elke lesfase een synthese van welke kennis werd aangereikt. Structuurprincipe: de les wordt duidelijk onderverdeeld in lesfases. Het aanschouwelijkheidsprincipe: er wordt gebruik gemaakt van figuren, maar ook van foto s. Omdat er een gebrek is aan onderwijsmedia, worden figuren, foto s op groter formaat afgedrukt, zodat deze aan het bord kunnen worden bevestigd. Op deze manier wordt het denken van de leerlingen ondersteunt of bijgestuurt. Activiteitsprincipe: de leerlingen zoeken, per twee of individueel, op in hun atlas. Ook andere taken worden de ene keer klassikaal gemaakt, de andere keer individueel of per twee. Deze activiteiten moeten de leerlingen stimuleren, met het oog op een actieve deelname aan de les. De leerkracht is hier in de meeste gevallen de begeleider en stimulator. Motivatieprincipe: vanaf de lesinstap wordt er getracht de leerlingen te motiveren en de interesse aan te wakkeren. Er wordt ook gewerkt met een stickersysteem (zie lesfase 3). Het geleidelijkheidsprincipe: in deze les gaat men van gemakkelijke naar moeilijke, of in dit geval nieuwe, leerstof. Eerst gaat men op zoek naar de kenmerken van het Belgische klimaat, om daarna nieuwe leerstof aan te reiken, zoals het leren werken met een klimatogram. EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: ET 20 gegevens over weer en klimaat van een gebied uit cijfers, grafische voorstellingen en kaarten aflezen. Situering in het leerplan: GO!, leerplan Aardrijkskunde 1 e graad A-stroom, Brussel, september, 2010. Weer en klimaat Het klimaat 34. Klimaten van lokale gebieden in België, Europa en de wereld. ALGEMEEN LESDOEL Welk klimaat heeft België, wat zijn de kenmerken van dit klimaat en welke klimaatverschillen treffen we aan in ons land? SCHOOLAGENDA Thema 22: Het klimaat in België (blz 88 t.e.m. 89) BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) GOYVAERTS, E., & VERSPAGEN, F., Meridiaan 1A, Plantyn, Mechelen, 2013. NEYTS, R., TIBAU, G., VAN BROECK, C., VAN CLEEMPUT, A., VERSTAPPEN, H., Geogenie 1, De Boeck, Antwerpen, 2010. LEERMIDDELEN & MEDIA Niet vergeten: Papieren bord Lokaal bevat: Krijtbord Leerlingen voorzien: Atlas Werkbladen ZRM Krijt Meridiaan 1A Magneten Atlas Stickers werkbladen

Leerdoelen Lesfasen & timing Motivatiefase 5 Didactisch lesontwerp KRACHTIGE LEEROMGEVING Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud De leerkracht heeft sinaasappels (met verpakking!) meegenomen. De sinaasappels komen niet uit België, want daarvoor is het niet warm genoeg in ons land. Waarom er sinaasappels groeien in bijvoorbeeld Sicilië komt doordat er in deze landen een ander klimaattype heerst. Door enkele vragen te stellen, moeten de leerlingen hier achter zien te komen. Zijn deze sinaasappels afkomstig uit België? Wie kan eens op de verpakking kijken waar de sinaasappels vandaan komen? Hoe komt het dat de sinaasappels die bij ons in de winkel liggen niet afkomstig zijn uit België? Sicilië Het is niet warm genoeg in België/ België heeft een ander klimaat dan Sicilië. Deze les gaan we kijken naar het klimaat in België. We gaan met andere woorden ontdekken waarom hier geen appelsienen groeien. Volgende les gaan we een stapje verder en kijken we naar de verschillende klimaat- en vegetatietypes in Europa. Dan komen we te weten waarom er in Sicilië wél sinaasappels kunnen groeien. Leerkracht overloopt lesschema van vandaag. 1. Kenmerken van het Belgische klimaat 2. Klimaatverschillen in ons land De leerlingen kunnen op een klimatogram temperatuur- en neerslaggegevens aflezen. Lesfase 1 15 22.1 Kenmerken van het Belgische klimaat OLG: De kenmerken van het Belgisch klimaat worden (t.e.m. de neerslagspreiding) ingevuld aan de hand van de tabel. WB (88) 22.1 Kenmerken van het Belgische klimaat

Wat is de temperatuur in januari voor Ukkel? Wat is de temperatuur in juli voor Ukkel? Hoe berekenen we de gemiddelde jaartemperatuur van Ukkel? Wat is de gemiddelde jaartemperatuur? Het gaat hier om een zachte winter en een frisse zomer. Waarom spreken we van een zachte winter? Waarom spreken we van een frisse zomer? We kennen nu de temperatuur in januari en in juli. Hoeveel C bedraagt de schommeling? Hoe heb je dit berekend? Is deze kleine of groot? Waarom? Hoeveel bedraagt de jaarneerslag? Hoe heb je dit berekend? Is de neerslag verspreid of slecht verspreid over het jaar? Waarom? 3,1 C 17,7 C som van alle gegevens / aantal gegevens 10,1 C In de winter is T niet zo laag (3,1 C) In de zomer is T niet zo hoog (17,7 C) 14,6 C max. T min. T Klein, want < 20 821mm som van alle gegevens Verspreid, want alle gemiddelden liggen vrij dicht bij elkaar (tussen 53 en 79mm) Wat is de overheersende windrichting in België? De leerlingen leerden de overheersende windrichting reeds kennen. Wanneer ze dit niet meer weten, kunnen ze terugbladeren naar bladzijde 81 in hun cursus. Een volgend kenmerk van het Belgische klimaat, is het aantal droge maanden. De leerlingen kunnen deze niet aflezen op de tabel die ze hebben gekregen in hun cursus. Hiervoor moeten ze leren werken met een klimatogram. De leerkracht deelt hiervoor een extra werkblad uit. Op dit werkblad leren ze een klimatogram ontleden. Wat geeft de temperatuur weer op het klimatogram? Weet iemand hoe we dit noemen? Wat geef de neerslag weer op het klimatogram? Weet iemand hoe we dit noemen? EXTRA WB ZW De rode lijn. We noemen dit de temperatuurcurve. De blauwe staafjes. We noemen dit de neerslagstaven.

Kijk naar de omcirkelde getallen. Wat valt je op? Waarvoor is dit handig, denk je? Wanneer spreken we van een droge maand? Wanneer spreken we van een natte maand? De leerlingen weten nu hoe ze op een klimatogram moeten aflezen of het om een droge of natte maand gaat. We gaan verder in de cursus. Hoeveel droge maanden zijn er nu in Ukkel, wanneer we naar het klimatogram kijken? Alles werd ingevuld en de leerkracht laat één van de leerlingen het tekstje onder het klimatogram lezen ter herhaling. Er moet ook nog iets doorstreept/ omcirkelt worden: Is het een droge of vochtige maand wanneer in het klimatogram de blauwe neerslagstaaf onder de rode temperatuurcurve zit? WB (88) Op dezelfde hoogte is het getal van de neerslag in mm het dubbele van het getal dat de gemiddelde temperatuur weergeeft. Om te kijken hoeveel droge en natte maanden er zijn. Wanneer de neerslagstaaf onder de temperatuurcurve zit (N < 2T). Wanneer de neerslagstaaf boven de temperatuurcurve zit (N > 2T). 0 / geen. droge/vochtige maand Lesovergang Alle gegevens werden verzameld om de naam van het Belgische klimaat te vinden. De leerlingen kunnen de naam van het klimaat bepalen met een determineertabel. De leerlingen kunnen de Belgische vegetatiezone aflezen op de kaart. Lesfase 2 15 23.3 Determineertabel klimaatzones OLG: Om de naam van het Belgische klimaat te vinden, moeten de leerlingen even doorbladeren naar de determineertabel op bladzijde 91. In deze determineertabel gebruiken we een aantal afkortingen i.v.m. temperaturen en neerslaghoeveelheden. Voor de leerlingen aan de slag kunnen met de determineertabel, gaan we klassikaal op zoek naar de betekenis van deze afkortingen. Wat zou TJ/TK/TW/NJ/NZ/NW/D kunnen betekenen? WB (91) 23.3 Determineertabel klimaatzones TJ = jaartemperatuur TK = temperatuur koudste maand

. Indien de leerlingen moeilijkheden zouden hebben, kan er gewezen worden op de afkortingen die ze al kennen: T van temperatuur en N van neerslag. Nu de leerlingen weten wat de afkortingen, kunnen we aan de slag gaan. Waar beginnen we bij een determineertabel? Is TW < 10 C? Is TK < -10 C? Is NJ < 200mm? Is TK < 18 C? Is NJ < 400mm? Is D < 1? Is TK < -3 C? Is TW < 22 C? Bij welk klimaattype komen we uit? TW = temperatuur warmste maand NJ = jaarlijkse neerslag NZ = neerslag in de zomer NW = neerslag in de winter D = droge maand (N < 2T) Links vanboven, bij TW < 10 C. Ja Ja Ja Koelgematigd klimaat met zachte winter. De leerlingen weten nu welk klimaattype bij België hoort. In de volgende les zullen we het verband zien tussen het klimaat en de natuurlijke vegetatie (of plantengroei). Bij elk klimaattype hoort immers een bepaalde vegetatie. De leerlingen bladeren naar bladzijde 90 en bekijken figuur 23.8 Europa vegetatie. De leerkracht vraagt om België te situeren op de kaart. In welke kleur gebied ligt België? Voor wat soort vegetatie staat de oranje kleur? Wat kunnen we nu besluiten? De leerkracht licht toe dat het hier inderdaad gaat om zomergroen woud, maar dat we specifieker spreken van zomergroen loofwoud. Wat groeit er in een loofwoud? Wat zijn loofbomen en struiken? Men gaat terug naar pagina 88 in de cursus en de leerlingen vullen het klimaattype en de vegetatie van België in. 22.1 Kenmerken van het Belgische klimaat De leerkracht vertelt dat de verklaring voor de zachte winters en de frisse zomers te vinden is in de WB (90) WB (88) Oranje Zomergroen woud Het vegetatietype van België is zomergroen woud. Loofbomen en struiken Bomen en struiken die hun bladeren verliezen. 22.1 Kenmerken van het Belgische klimaat

overheersende windrichting. Wat was weer de overheersende windrichting in België? Waar komen deze winden vandaan? Wanneer de leerlingen niet meteen het antwoord vinden, kunnen ze de atlas raadplegen. Kan iemand in zijn of haar eigen woorden uitleggen hoe het komt dat de ZW-wind, die van over de Atlantische Oceaan komt, zorgt voor een zachte winter en een frisse zomer in België? ATLAS ZW Atlantische Oceaan Zomer: zeewater warmt traag op. De winden die van over de zee naar ons waaien, zijn fris. Daarom is het in de zomer bij ons niet té warm. Winter: zeewater koelt traaf af. De zeewinden zijn zacht. Lesovergang We kennen nu het klimaat- en vegetatietype van België. Toch zijn er heel wat klimaatverschillen in ons land. Deze gaan we nu bekijken. De leerlingen kunnen klimaatverschillen in ons land verklaren en de oorzaken hiervan aangeven. Lesfase 3 13 22.2 Klimaatverschillen in ons land INDIVIDUELE OPDRACHT: De leerlingen kregen aan het begin van de les een extra werkblaadje. Op dat werkblaadje plakt een gekleurde sticker. Elke kleur staat voor een andere plaats. Om het opzoekwerk in de atlas wat sneller te laten verlopen, zoeken de leerlingen de plaats op in de atlas die bij een bepaalde kleur hoort. EXTRA WB WB (89) ATLAS 22.2 Klimaatverschillen in ons land Kleurencode: Rood: Kleine Brogel Blauw: Koksijde Groen: St. Hubert Geel: Ukkel Wie kan er op de kaart Kleine Brogel/ Koksijde/St. Hubert/Ukkel komen aanduiden? OLG: Op welke plaats is het het koudst, wanneer we naar de klimatogrammen kijken? Hoe kan je dat zien? DUOWERK: St. Hubert De temperatuurcurve ligt lager dan bij de andere klimatogrammen. In de winter ligt hij zelfs onder het vriespunt. De leerlingen gaan nu op zoek naar 2 mogelijke oorzaken voor de lagere temperaturen in St. Hubert. WB (89) ATLAS

De leerkracht laat weten dat ze moeten terugdenken aan de factoren die het weer en klimaat beïnvloeden. Ze krijgen hier 5 minuten voor en mogen gebruik maken van hun atlas. Welke oorzaak/oorzaken heb je gevonden? OLG: Kan je verklaren waarom dit een oorzaak is? Op welke plaats valt de meeste neerslag? Hoe kan je dat zien? Waarom valt er in St. Hubert meer neerslag? Wat zijn dat weer, stijgingsregens? St. Hubert is hoger gelegen en ligt verder van de zee. Hoe hoger, hoe kouder en hoe verder van de zee, hoe kouder de winter. Ardennen St. Hubert ligt in de Ardennen en zijn neerslagstaven zijn beduidend hoger. Stijgingsregens 1. Zeewater verdampt. 2. Damp gaat afkoelen en condenseert. 3. Ontstaan van waterdruppels en zelfs ijskristallen die samen wolken vormen. 4. Wolken trekken landinwaarts en de temperatuur daalt nog meer. 5. Druppels en ijskristellen worden groter en zwaarder! vallen neer. Lesovergang We zagen net dat er klimaatverschillen in ons land zijn. Op sommige plaatsen is het kouder en valt er meer neerslag. Synthese 2 Leerkracht overloopt lesschema en vertelt wat er volgende les op het programma staat. 3. Kenmerken van het Belgische klimaat Zachte winters Frisse zomers Neerslag over het jaar verdeeld! Koelgematigd klimaat met zachte winter 4. Klimaatverschillen in ons land