Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna Iwan Mijke van Oosterend naar Hoorn km van de Bosplaat naar West-Terschelling km 1,900 km rekentrainer Fietsen op Terschelling. Teken en vul in.
Groep 7 blad 1 Maak de puzzels. 6 8 48 520 475 45 16 4 4 + + + 4 12 669 122 547 10 5 2 2 2 4 1189 597 592 160 20 8 Getallenspelletje. Kies een getal van drie cijfers, bijvoorbeeld 21. Maak hiervan een getal van zes cijfers door het getal twee keer achter elkaar te schrijven, bijvoorbeeld 2121. Deel dit getal door 7. Deel dit getal door 11. Deel dit getal door 1. 21.21 45.90 417 45.90 417 21 7 11 1 Wat valt je op? Kun je dit ook verklaren? Probeer het ook eens met de getallen hieronder. Kies zelf ook twee getallen. 581 75 581.581 75.75 8.08 105.105 7 7 8.08 105.105 755 11 11 9555 755 9555 581 1 1 75 De kapotte rekenmachine. De -knop van de rekenmachine werkt niet. Hoe kun je de volgende sommen toch op de rekenmachine uitrekenen? Schrijf op hoe je dat doet. 5 767 5 767 44 76 767 40.651 26.845.572 25.11 10.989
Groep 7 blad 2 Maak zo veel groepjes van drie. samen 1 meter samen 75 cm 00 mm 70 cm 120 mm 28 cm 50 cm 15 cm 20 cm 20 mm 5 cm 400 mm 100 mm 450 mm 50 cm 15 cm 20 cm 40 cm cm 400 mm 1 cm 12 cm 270 mm 700 mm 10 mm 0,25 m 15 cm 0,40 m 0 cm 200 mm 20 cm 0 mm 520 mm 6 cm 0,50 m 18 cm 12 cm 50 cm 1 m 0,25 m 10 mm 5 cm 250 mm 5 cm 25 cm 50 mm Vul in. noord A B C D E F G 1 2 4 west 5 6 Teken. 7 7 8 8 H A B C D E F G H zuid Maak het vierkant twee keer zo groot. Het moet wel een vierkant blijven. 1 2 4 5 6 oost ik sta op ik kijk naar ik zie E8 F4 B5 A2 C7 F H5 D4 het noorden het oosten het zuiden het oosten het westen het zuiden het oosten het noorden Maak de zeshoek twee keer zo groot. Het moet wel een zeshoek blijven. boom huis niets molen niets niets niets niets
Groep 7 blad Samen 1000. Zoek combinaties van drie getallen. Kleur telkens drie vakjes onder elkaar of naast elkaar. 250 65 50 210 125 50 525 55 750 10 65 510 115 85 795 415 120 755 640 405 115 425 205 145 65 285 50 160 175 100 Zoek de weg van start naar finish. De getallen worden steeds groter. start 42.000 42.250 42.00 42.500 52.200 finish 5.750 42.205 42.125 4.750 42.250 51.125 5.125 42.100 4.900 4.575 4.250 51.250 49.750 42.150 45.700 47.750 46.750 49.900 49.800 42.175 45.150 46.900 48.750 47.900 48.650 Honingraatpuzzel. Zet de getallen 1 tot en met 9 in de honingraten. Twee of drie getallen verticaal of diagonaal vormen de som. De uitkomst staat in de driehoeken. Je hoeft niet alle getallen te gebruiken. Hetzelfde getal mag vaker worden gebruikt, maar in een som mag elk getal maar één keer voorkomen. Welke getallen staan in de honingraten? 16 5 11 14 7 9 9 10 15
Groep 7 blad 4 Vul in. kies uit: 15:0 18:45 21:00 1:15 20:0 17:00 12:15 Als ik zo rond 12:15 thuiskom uit school, dan laat ik eerst de hond uit. Ik moet me haasten met eten, want om 1:15 begint de school weer. We hebben s middags eerst gym en daarna tekenen. De tijd vliegt voorbij. Het is zo 15:0. Mijn voetbaltraining begint om 17:00. Na anderhalf uur ben ik weer thuis. Ik ben net klaar met eten als het Jeugdjournaal begint om 18:45. Ik lig lekker onderuit op de bank tot mijn moeder begint te zeuren dat het bedtijd is. Ik moet om 20:0 naar bed. Belachelijk! Vera hoeft pas om 21:00 naar bed. Samen 1. Kleur. samen 1 meter samen 1,00 1/4 m 9/1 0 m 1/10 euro 1/2 euro 0,50 m 0,80 m 0,75 0,50 0,75 m 1/5 m 0,10 m 1/2 m /4 euro 0,90 1/4 euro 0,25 Kan dat? Laat zien hoe je rekent. Ik loop 90 meter per minuut. Ik fiets 4 meter per seconde. Onze auto rijdt 25 meter per seconde.
Groep 7 blad 5 1 7 Vul de puzzel in. 2 4 5 6 2 5 1 6 8 6 8 6 5 6 9 8 10 11 12 1 8 8 0 4 8 14 15 16 1 2 5 6 5 0 17 18 5 0 4 0 Vul in. horizontaal 1 210 + 115 4 200 64 7 1000 14 8 220 + 4 10 8 11 12 6 8 14 /2 250 16 2 25 17 / 150 18 1000 960 verticaal 1 12 2 7 4 1000 944 4 0/2 5 12 6 9 7 9 /8 640 10 9 9 11 1225 400 12 5 90 1 900 820 15 /5 250 16 8 8 25 125 50 75 16 18 24 17 5 125 625 250 75 5 80 90 120 85 8 200 1000 400 600 8 128 144 192 16 7 175 875 50 525 4 64 72 96 68 75 75 150 225 6 96 108 144 102 Tel handig. In de dierentuin vliegen de vlinders in deze formatie rond. De vlinderverzorger is vergeten hoeveel vlinders hij ook alweer had. Kun jij hem helpen tellen? Doe dit op een handige en snelle manier. 45 vlinders
Groep 7 blad 6 Reken uit. a + b b b + 1 b b a 12 b 8 12 + 8 20 20 8 160 160 8 152 /8 152 19 19 + 1 20 20 8 12 a b a b Kies voor a en b twee andere getallen. Reken met de slang. Wat valt je op? Getalspelletje. Doe de volgende opdrachten: 1 schrijf op een blaadje een getal dat uit drie verschillende cijfers bestaat; 2 schrijf het getal nog een keer op maar nu in omgekeerde volgorde; trek het kleinste getal van het grootste getal af; 4 schrijf dat getal op in omgekeerde volgorde; 5 tel deze twee getallen bij elkaar op. Wat is de uitkomst? Doe de opdrachten nog een keer, maar nu met andere cijfers. Laat je vader en moeder maar eens rekenen! Schrijf de uitkomst van tevoren op een blaadje dat je omgekeerd voor je op tafel neerlegt. voorbeeld: 14 41 41 14 297 792 297 + 792 1089 Maak de puzzels. 547 + 827 174 979 68 296 + + 219 + 258 477 229 + 204 4 28 + 569 897 1208 479 729
Groep 7 blad 7 Bedenk sommen met de uitkomst 125 en 56. Je mag aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 125 56 Welke sommen hebben dezelfde uitkomst? Trek een lijn. 167 + 12 1250 500 2075 1050 19 + 61 8 12,5 27 25 + 425 2000 1002 210 7 00 0,1 129 79 416 126 0 25 6 125 499 + 499 475 + 550 40 0, 144 12 Maak de reeksen af. 819 9 9100 91 5 7 10 14 19 25 2 7 14 28 14 28 56 28 7 12 22 27 7 42 52 4 8 24 96 480 2880 20.160 1 2 5 8 1 21
Groep 7 blad 8 Vul in. 50 1275 1425 1925 50 925 500 925 1000 210 140 785 25 175 750 250 105 105 5 750 Welk getal past niet in de rij? Waarom niet? 75 100 25 250 115 115 omdat: Je kunt het niet door 25 delen. 56 24 18 40 64 18 omdat: Je kunt het niet door 8 delen. 4 110 99 66 22 4 omdat: Je kunt het niet door 11 delen. 27 155 09 21 186 155 omdat: Je kunt het niet door delen. 497 67 50 154 565 565 omdat: Je kunt het niet door 7 delen. Hoeveel driehoeken? 16 22
Groep 7 blad 9 Reken uit en kleur per rij de sommen met dezelfde uitkomt groen. uitkomst 5 5 2 50 250 2000 10 25 2 25 50 100 1150 150 40 50 50 1000 250 750 250 1000 2 125 5 5 5 125 875 + 125 1000 8 125 125 25 75 2025 1950 75 4 5 140 00 4 75 5 5 4 100 75 6 25 150 2 5 25 250 200 2000 25 8 8 250 2500 2250 250 250 5 25 125 250 075 175 7 5 5 175 50 2 175 125 + 75 200 175 Reken uit en zoek het dier. Kleur de letter bij de juiste uitkomst. De gekleurde letters samen vormen een dier. Zie jij welk dier het is? Het dier is een d i n o s a u r u s 647 + 297 944 O 950 K 709 + 192 901 R 891 L 519 + 2 844 O 842 D 428 + 297 725 S 72 D 249 + 658 907 I 997 S 998 27 759 R 761 U 704 28 76 N 74 O 852 426 416 G 426 S 511 190 21 A 01 P 666 9 27 U 5 V Kleur. cm 2 geel 4 cm 2 rood 5 cm 2 groen 6 cm 2 blauw
Groep 7 blad 10 Welk figuur krijg je als je de drie figuurtjes samenvoegt? Teken. Maak sommen. Gebruik de cijfers 1, 2,, 7, 8 en 9. Maak een som met de grootst e uitkomst. H T E Maak een som met de kleinst e uitkomst. H T E H T E H T E 6 9 2 Vul in. + 10 7 1 + 4 + 2 5 + + + 9 16 + 16 + 6 6 1 9 7 8 4
Groep 7 blad 11 Samen 750. Zet de getallen op de juiste plaats. 800 250 1250 1050 1950 800 1050 1000 280 100 900 250 700 900 280 1250 220 1500 950 1050 1250 700 000 900 850 500 220 1950 1500 850 750 750 750 750 750 Reken uit. Gooi 6 keer en haal precies 1000 punten. In welke vakken moet je gooien? 40 + 160 + 10 + 270 + 180 + 220 Gooi 6 keer en haal precies 100 punten. In welke vakken moet je gooien? 250 + 500 + 10 + 220 + 160 + 40 of: 220 + 180 + 270 + 10 + 250 + 250 Vul in. 1 Vul de getallen 1 tot en met 9 zo in dat de getallen van elke zijde van de driehoek bij elkaar opgeteld steeds 20 zijn. 8 1 2 4 9 6 7 5 5 2 4 9 6 7 8
Groep 7 blad 12 Maak de doos vol. Hoeveel blokken passen er nog bij? 19 blokken 27 blokken Zoek uit. 12 4 11 7 Kijk naar de lijn. Die loopt door vier hokjes op een rij. De getallen samen zijn 1 + 12 + 8 + 12 45. 1 5 12 6 8 17 12 9 Teken een rode lijn door de getallen op rij die samen meer zijn dan 45. Teken een blauwe lijn door getallen die samen minder zijn dan 45. Geef elkaar opdrachten als: teken een gele lijn door vier getallen op rij die samen 7 zijn. 19 14 1 Welke getallen kun je delen door? Vul in en kruis aan. Kun je het getal 7845 delen door? Tel de cijfers bij elkaar op: 7 + 8 + 4 + 5 24. 24 kun je delen door. Dan is het getal 7845 ook deelbaar door. 7845 Controleer of dit klopt: 2615 Kun je de volgende getallen delen door? 1287 7604 654 467 ja ja ja ja nee nee nee nee
Groep 7 blad 1 Bedenk sommen met breuken. + + + 1 1/2 + + + Welk stukje past er precies tegenaan? Kleur. Maak een vierkant. Maak een rechthoek. Delen door en 9. Maak vast. Weet je nog hoe je kunt bepalen of een getal deelbaar is door? Bij delen door 9 werkt het net zo. Kun je het getal 7821 delen door 9? Tel de cijfers bij elkaar op: 7 + 8 + 2 + 1 18. 18 kun je delen door 9. Dan is het getal 7821 ook deelbaar door 9. Maak de deling. Klopt het? Is het getal ook deelbaar door? deelbaar door deelbaar door 9 5742 698 8265 7821 5724 7845
Groep 7 blad 14 Vul de ballentoren verder in. 164 61 7 295 6 97 18 157 179 218 65 7 84 95 12 7 28 45 9 56 67 Maak de sommen. Vul de ruiten in. Welke breuken maak je? + 4 5 5 18 9 6 12 4 8 2 100 Vul in. Vul de getallen 1 tot en met 9 in. Zorg dat de getallen van elke zijde van de driehoek bij elkaar opgeteld steeds 17 zijn. 5 9 5 1 7 2 6 9 8 4 2 7 8 6 4 1
Groep 7 blad 15 Welke sommen hebben dezelfde uitkomst? Trek een lijn. 127 27 4 0,5 6 17 1224 : 12 6 27 857 756 /8 1/8 1/8 + 1/8 10 : 4 625 + 525 8 125 4 250 575 + 575 5 : 2 72 202 98 408 2 81 64 5 558 + 442 8 0,25 Vul de puzzel in. 8 7 1 2 5 5 6 2 1 2 5 7 2 1 5 5 1 0 0 8 1 0 1 6 8 4 6 5 6 9 2 4 0 6 9 9 horizontaal 5 25 741 179 750 : 6 9 9 2 256 : 16 1692 846 15 16 154 965 8 9 11 5 1121 284 8 12,5 verticaal 2 7 8 1221 859 1110 : 2 22 0,5 800 0,125 12 12 120 0,5 1 1 9 8 46 + 421 294 900 : 4 Teken en vul in. Hoeveel verschillende vloeren van 5 vierkantjes kun je tekenen? De eerste is voorgedaan. aantal verschillende vloeren:
Groep 7 blad 16 Hoeveel vierkanten zie je? 6 12 Zoek de weg. Zoek de weg met de grootste uitkomst. Zoek de weg met de kleinste uitkomst. 1/2 2/4 1/6 1/2 /4 1/4 1/8 1 /6 /8 5/8 4/8 /8 2/8 2 /8 1/4 1/8 1 1/2 1/2 /6 /4 /4 1/8 2 1/2 4/8 /4 5/8 1/4 1/4 5/8 /4 1/4 1 1/4 1/8 1/8 6/8 2/ 1/5 7/8 1/2 /6 1/5 1/2 1 1/8 6/8 1/8 1/4 1/8 /4 /8 1 14 1/8 5 Verdeel in vier stukken. De stukken hebben dezelfde vorm als het grote stuk. voorbeeld Het gekleurde stukje heeft dezelfde vorm als het grote stuk.
Groep 7 blad 17 Vul de tabellen in. 9 6 2 5 4 7 5 15 45 0 10 9 27 45 6 6 8 24 72 48 16 2 6 10 8 14 7 21 6 42 14 6 18 0 24 42 4 12 6 24 8 8 24 40 2 56 Van welke figuren is 2/ deel zwart? Kruis aan. Reken uit en vul in. Door deze buis stroomt water. Bij punt A stroomt 1/4 deel van het water weg. Het water dat overblijft, stroomt door naar punt B. Daar stroomt weer 2/ deel weg. De rest stroomt weg bij punt C. Hoe groot is dat deel? 1/4 deel A B C Ik laat 120 liter water door de buizen stromen. Schrijf op elke ton hoeveel water erin terechtkomt. 0 l 60 l 0 l
Groep 7 blad 18 Welke figuren kun je maken met deze twee driehoeken? Kruis aan. Let op: je mag de twee driehoeken een beetje over elkaar leggen. Vul de tabellen in. 5 9 7 9 8 6 8 6 8 40 72 7 5? 4 28 6 5 40 0 9 6 42? 24? 12 72 54 96?? 6? 54? 18? 72 Bereken de oppervlakte en de omtrek. 1 cm 1 cm 2 Teken zelf een figuur met dezelfde oppervlakte maar met een andere omtrek. 1 cm oppervlakte omtrek 16 cm 2 oppervlakte 16 cm 2 16 cm omtrek 22 cm oppervlakte omtrek
Groep 7 blad 19 Heb jij het beste timmermansoog? 100 cm 90 cm 80 cm 70 cm 60 cm 50 cm Je hebt nodig: - rolmaat of centimeter - potlood - kladblaadjes Spelregels: Speel het spel met twee, drie of vier personen. Speel om beurten. De speler die aan de beurt is, wijst in het lokaal een recht voorwerp aan. Bijvoorbeeld een boek, een tafel, de deur of een vaas. Iedereen schat de lengte, hoogte en breedte van het voorwerp en schrijft de schattingen op. De speler die aan de beurt is, meet het voorwerp. Rond af op hele centimeters. Het verschil tussen de schatting en het gemeten aantal centimeters zijn strafpunten. Iedereen heeft in zijn oefenboek een strook met 100 cm. Kleur hier je strafpunten in. Begin bij 0 cm. De speler met de beste schatting mag nu het volgende voorwerp aanwijzen. Schat, meet en noteer het verschil op je meter. Als je bij 100 cm komt, ben je af. De speler die als laatste overblijft, is de winnaar. 100 cm 90 cm 80 cm 70 cm 60 cm 50 cm 40 cm 40 cm 0 cm 0 cm 20 cm 20 cm 10 cm 10 cm
Groep 7 blad 20 Weg van de honderd Dit heb je nodig: - 2 dobbelstenen - potlood of pen of of optellen aftrekken vermenigvuldigen delen Spelregels Je speelt het spel met twee tot vier spelers. Bij de start van het spel heeft iedere speler 100 punten. Gooi om de beurt met twee dobbelstenen. De worp met de eerste dobbelsteen geeft aan welke bewerking je moet doen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen. De worp met de tweede dobbelsteen geeft aan met welk getal je dat moet doen. Het resultaat van de bewerking tel je op bij het aantal punten dat je op dat moment hebt. Bijvoorbeeld: Je gooit een 5 en een. De 5 betekent dat je moet vermenigvuldigen. De betekent dat je moet vermenigvuldigen met. Dus: je vermenigvuldigt het aantal punten dat je op dat moment hebt met. Daarna tel je alles samen. Je schrijft dit op als: 100 00 400 punten bij de start 100 verdiende punten 100 00 totaal 100 + 00 400 hier komen de volgende worpen Bij een deling mag je een rest weglaten. Iedere speler komt 10 keer aan de beurt. De winnaar is degene die na 10 beurten het hoogste getal heeft en dus het verst van de 100 is. 100 100 100 100