Waarom wordt de regeling aangepast?

Vergelijkbare documenten
Samenvatting DEPF reglementen

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Aanpassingen Basis-pensioenregeling C&T per 1 januari 2014

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen?

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Brochure Toeslagverlening

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Pensioenfonds Update September 2013

Toeslagverlening. Versie

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Extra nieuwsbrief 2014 nummer 6

Toeslagverlening. Versie

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Principeakkoord cao-pensioenregeling Q&A Intern

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Extra nieuwsbrief 2017 nummer 1

Ons kenmerk Bijlage(n) Telefoon 1 (050)

Pensioen Maandag 4 juli Extern actuarieel adviseur

Het AVEBE Pensioen samengevat

Toeslagverlening. Versie

Pensioen Nieuws. Wat komt er op ons af? #10 januari 14. Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis

Presentatie met uitleg per slide

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Brochure. Toeslagverlening

Verslag deelnemersvergadering 2013, gehouden op dinsdag 10 december 2013 om uur in het Golden Tulip Alkmaar, Arcadialaan 6 te Alkmaar.

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI bpfhibin.nl

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

stichting jan huysman wz.fonds

Een nieuwe pensioenregeling

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Extra informatie pensioenverlaging

NieuwsbriefPensioen. DEPF gesloten fonds: hoe verder? (update 3) In deze uitgave o.a.: December 2017

AMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005

VRAGEN STEEDS STELLEN s.v.p.

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

Addendum op de collectieve arbeidsovereenkomst UWV. Looptijd 1 augustus 2016 tot en met 31 december 2018

Vragen & Antwoorden over BudgetControle

Van de voorzitter KUNNEN WE DE PENSIOENEN VERHOGEN, JA OF NEE?

Uw eigen pensioenregeling bij Pensioenfonds PGB

Informatiebijeenkomst voor Nalco 24 januari 2019

Wijziging pensioenregeling

Stichting Pensioenfonds Sara Lee Nederland uit het dekkingstekort te komen.

Deelnemersbijeenkomsten Mei 2013

ONDERDEEL Leven Zakelijk

Vragen & Antwoorden over BudgetControle

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

NPR 2005 Stichting Algemeen Pensioenfonds Aruba

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL.

27 september Deelnemersvergadering

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

EXCEDENT REGELINGEN BIED UW WERKNEMERS EEN HOGER PENSIOEN. In deze brochure

Pensioennieuws is een uitgave van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie en het Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

excedent Wilt u uw werknemers iets extra s bieden? In deze brochure

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Stichting Douwe Egberts Pensioenfonds

Pensioen Nieuws. Uw pensioenregeling verandert opnieuw. #12 februari 15 P4 P6. Pensioenfonds

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

De dekkingsgraad van het Pensioenfonds is bijna elke maand anders. Dat komt vooral door de rentestand en onze beleggingsopbrengsten.

Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort

Uit dienst bij ABN AMRO pensioen laten staan of meenemen?

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Brochure. Toeslagverlening

VERKORT JAARVERSLAG 2015

Dit plan geeft de te hanteren kritische ondergrenzen, de te nemen maatregelen en de te volgen besluitvormingsprocessen en communicatietrajecten aan.

Collectieve arbeidsovereenkomst inzake pensioenen NYSE Euronext

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Uw pensioen in onzekere tijden

Aanpassingen BPR regeling C&T per 1 januari 2014

AkzoNobel en vakbonden bereiken op de valreep een principe-akkoord

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Pensioenregeling in het kort

Vraag-antwoord voor Pensioenfonds ANWB

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei Waarom een extra nieuwsbrief?

Transcriptie:

Per 1 april 2011 is de C&T-pen sioen regeling op drie punten aangepast: verlaging van de maximumgrens van het jaarinkomen in de middelloonregeling; de beschikbare premieregeling (BPR) start dus vanaf een lager salarisniveau; vervanging van de onvoorwaardelijke toeslagverlening voor actieve deelnemers door een voorwaardelijke toeslagverlening, met een overgangsregeling; een bijdrage in de kosten van de pensioen regeling voor alle medewerkers, zonder minimum- of maximumsalarisgrens. Voor medewerkers die reeds voor 1 april 2011 in dienst waren geldt een 8-jarige ingroeiregeling (2011-2018). Dit informatiebulletin is bedoeld om de C&T deelnemers over de wijzigingen en de gevolgen te informeren. Dit informatiebulletin is opgedeeld in twee blokken: A. Informatie van Koninklijke Douwe Egberts (KDE). In dit blok legt KDE de achtergrond van de aanpassingen uit, noemt de hoofdlijnen van de aanpassingen in de arbeidsvoorwaarde pen sioen en geeft KDE uitleg over de deelnemersbijdrage. Ook worden hierbij enkele veel gestelde vragen en antwoorden behandeld. B. Informatie van Stichting Pen sioen fonds Sara Lee Nederland (PSLN). In dit blok geeft het pen sioen fonds uitleg over de gevolgen van de wijzigingen in de uitvoering en de communicatie. Ook wordt aandacht besteed aan de planning van de update van de documenten (brochure, reglementen). Daarnaast wordt informatie gegeven over hoe en wanneer de nieuwe BPR deelnemers welkom worden geheten in de BPR regeling. Ook het pen sioen fonds geeft antwoord op enkele veelgestelde vragen. KDE en de vakbonden hebben als partijen van de C&T CAO overeenstemming bereikt over de drie hierboven genoemde wijzigingen. Wij hebben hier op 20 mei jl. via een Interne Mededeling kort over gecommuniceerd en daarbij beloofd meer informatie via een Informatiebulletin te geven. In deze uitgave komen we deze belofte na. Een deel van de informatie is al eerder verstrekt, maar voor de nieuwkomers en ter opfrissing van het geheugen leek het ons goed dit te herhalen. Waarom wordt de regeling aangepast? In het CAO-overleg van mei 2010 zette de onderneming aanpassingen van de C&T pen sioenregeling op de agenda. Aanleiding daarvoor waren de hoge kosten van de regeling, die in de jaren daarvoor tot recordhoogte waren gestegen. De premie voor het fonds bedroeg op dat moment 31% van de totale loonsom. Voor verreweg het grootste deel wordt die premie door de onderneming betaald, omdat medewerkers geen eigen bijdrage betalen tot een inkomen van zo n 89.000 euro. Omdat het risico ook in belangrijke mate bij de onderneming ligt, moest in de afgelopen jaren bovendien een paar keer tientallen miljoenen extra premie worden betaald om de voorziening op peil te houden. Uit een onafhankelijk onderzoek van het bureau Towers Watson was daarnaast gebleken dat de C&T pen sioen regeling tot de beste regelingen in Nederland behoort. Helaas betekent dat ook dat het een van de duurste regelingen is. Bij ongewijzigd beleid zou de premie in de komende jaren stijgen tot een niveau van rond de 40%. De vakbonden en de onderneming waren het met elkaar eens dat zo n hoge premie op termijn geen haalbare kaart is, en dat aanpassingen van de regeling noodzakelijk waren. In het CAO-overleg van vorig jaar lukte het echter niet onmiddellijk om tot concrete afspraken te komen over de pen sioen regeling. Afgesproken werd om een CAO voor slechts zes maanden overeen te komen en die tijd te gebruiken om in een gezamenlijke werkgroep aanpassingen van de pen sioen regeling af te spreken. Dat overleg werd uiteindelijk in december 2010 afgerond. Daarna volgde een toetsing van de afspraken door het bestuur van het pen sioen fonds en toezichthouders. In mei 2011 werden de afspraken goedgekeurd door de vakbondsleden. Hierbij is een aanpassing gemaakt op de afspraken, namelijk een verandering van de termijn waarbinnen voor bestaande medewerkers een eigen bijdrage in de pen sioenpremie van 4% wordt ingevoerd: van 4 jaar naar 8 jaar. Door invoering van de veranderingen zal de totale premie dalen van 31% naar 26%. Daarnaast gaan medewerkers zelf een deel van de premie betalen. Het resultaat is een pensioen regeling die de vergelijking met andere fondsen nog steeds prima kan doorstaan, maar die qua kosten op een aanvaardbaar niveau zit.

Aanpassingen in de pen sioen opbouw De CAO partijen zijn overeengekomen dat de pen sioen opbouw in de C&T pen sioen regeling vanaf 1 april 2011 op twee punten zal worden aangepast. In de punten a en b geven we een korte toelichting. In de artikelen van het pen sioen fonds is meer informatie over deze punten terug te vinden. A. Verlaging van het maximum jaarinkomen in de middelloonregeling. De pen sioen regeling bestaat voor hogere inkomens uit twee onderdelen: de middelloonregeling tot een maximum jaarinkomen en de beschikbare premie regeling (BPR) voor het inkomen daarboven. De grens van het maximum jaarinkomen waarvoor de middelloonregeling geldt, wordt verlaagd van 89.067 naar 70.000. Deze aanpassing heeft in 2011 tot gevolg dat meer medewerkers (ongeveer 130) het inkomensdeel boven 70.000 naar de BPR regeling? Antwoord: Nee, voor deze groep geldt dat het inkomen volledig voor de opbouw in de middelloonregeling zal blijven. Als u pas na 1 april 2011 in de SBR komt of exit-wao-er wordt, geldt de nieuwe regeling uiteraard wel. Vraag: Ik heb een inkomen boven 89.067, zit al in de BPR en ben een volger van de CAO van C&T. Geldt de verlaagde grens dan ook voor mij? Deze onvoorwaardelijke toeslagverlening wordt nu gewijzigd in een voorwaardelijke toeslagverlening. Er wordt alleen nog een toeslag verleend als de financiële positie van het fonds dat toelaat. De collectieve loonsverhoging in de C&T CAO blijft wel uitgangspunt. Het bestuur van het pen sioen fonds besluit jaarlijks welke toeslag voor actieve deelnemers verantwoord is. Om de hoogte van de toeslag voor actieve deelnemers te ondersteunen, heeft Sara Lee een bedrag van 60 miljoen ter beschikking gesteld. Dit bedrag wordt als reserve apart gezet binnen het pen sioen fonds. Het pen sioen fonds zal uit de toeslagreserve actieven, afgekort als Tra, putten als de algemene middelen van het fonds onvoldoende zijn voor een volledige toeslag aan de actieve deelnemers. De impact van deze verandering speelt voor het eerst per 1 januari 2012. Vraag: Geldt deze aanpassing voor alle actieve deelnemers? Antwoord: Ja, de aanpassing geldt voor reguliere actieve deelnemers, maar ook voor alle postactieve deelnemers (SBR, exit-wao e.d.). voor een deel van hun salaris onder de BPR regeling gaan vallen. Voor degenen die nu al deelnemen aan de BPR regeling zal een groter deel van hun salaris onder de BPR regeling komen. Vraag: Gaat deze grens ieder jaar omhoog met de CAO-verhoging? Antwoord: Nee, afgesproken is dat deze grens voorlopig bevroren blijft op 70.000. Pas na een behoorlijk aantal jaren wordt de grens weer verhoogd. Dat gebeurt namelijk pas als een grensniveau van 55.000 door jaarlijkse CAO-stijgingen boven de afgesproken grens van 70.000 uitkomt. Daarna zal deze grens van 70.000 met de CAO-verhogingen worden verhoogd. Vraag: Ik heb een inkomen tussen 70.000 en 89.067, maar heb op 1 april 2011 een SBRregeling of ik ben exit-wao-er. Ga ik ook voor Antwoord: Ja, alle aanpassingen worden van toepassing, ongeacht de vraag of sprake is van actief dienstverband. De enige uitzonderingsgroepen zijn de mensen die een andere werkgever hebben (desinvestments zoals Bodycare en dergelijke) en formeel wel de C&T CAO volgen en ook enkele personen die binnenkort 65 jaar worden zodat de BPR rekening inmiddels al is opgeheven. B. Geen onvoorwaardelijke toeslagverlening meer gedurende de periode van pen sioenopbouw. Tot nu toe wordt het opgebouwde pen sioen van deelnemers jaarlijks automatisch verhoogd met de collectieve loonsverhoging. Dit heet een onvoorwaardelijke toeslag en deze wordt betaald door de premiebetaling aan het pensioen fonds. Vraag: Hoe wordt bepaald welke voorwaardelijke toeslag de actieve deelnemers krijgen? Antwoord: Het bestuur van het pen sioen fonds bepaalt jaarlijks eerst welke basistoeslag voor actieven uit de algemene middelen mogelijk is. Vervolgens gaat het bestuur na of en zo ja in hoeverre een aanvullende toeslag uit de Tra gegeven kan worden. Het bestuur hanteert hierbij een interne richtlijn voor toeslagen, waar zij rekening mee houdt als het besluit wordt genomen. Voor meer informatie: zie verderop bij het deel van het pen sioen fonds. Vraag: Zal de onderneming de hoogte of bestemming van de Tra in de toekomst nog aanpassen? Antwoord: Nee, dat is niet de bedoeling. Het bedrag van 60 miljoen euro is bedoeld als een eenmalige storting om gedurende een langere periode ondersteuning te geven aan de toeslagverlening voor actieve deelnemers. Als het meezit of tegenzit bij de aanwending van dit bedrag is dat voor de onderneming geen reden om geld terug te vragen of bij te storten. De CAO partijen hebben afgesproken dat dit bedrag uitsluitend bestemd kan worden ten behoeve van de toeslagverlening voor actieve deelnemers. Aanpassing van deze bestemming kan alleen in bijzondere omstandigheden, waar het pen sioen fonds verder op in zal gaan.

Eigen premiebijdrage van 4% voor alle medewerkers Naast de twee aanpassingen in de pen sioen opbouw heeft de onderneming ook met de vakbonden afgesproken dat alle medewerkers die voor 1 april 2011 in dienst waren op termijn een eigen bijdrage van 4% van de pen sioen grondslag gaan betalen. Dit percentage wordt in de komende acht jaren opgebouwd. De eigen bijdrage wordt niet berekend over het hele salaris, maar alleen over het deel waarvoor pen sioen wordt opgebouwd, de zogenaamde pen sioen grondslag. Dit is het pen sioen gevend jaarinkomend minus de franchise, op dit moment 12.898. Naar verwachting zal in de CAO worden afgesproken dat u vanaf 1 april 2011 0,5% over de pen sioen grondslag gaat betalen als bijdrage in de pen sioen premie. Per 1 april 2012 wordt dat dan 1,0%, enzovoorts, totdat per 1 april 2018 het eindniveau van 4,0% is bereikt. Op dit moment betalen C&T medewerkers alleen pen sioen premie over het inkomen tussen 89.067 en 124.842. De eigen bijdrage bedroeg tot nu toe 8%. Deze regeling vervalt. In plaats daarvan gaan de betreffende medewerkers ook 4% eigen bijdrage betalen over de gehele pen sioen grondslag. Dit percentage wordt ook opgebouwd in de komende 8 jaar. Uiteraard zal in de tussentijd het inkomen waarschijnlijk stijgen, met als gevolg dat de in te houden bijdragen zullen meestijgen. Afhankelijk van de precieze CAO-verhogingen en andere wijzigingen in bijvoorbeeld de belastingtarieven en (sociale) verzekeringspremies is het mogelijk dat onder aan de streep van de salarisstrook per saldo een plus van toepassing blijft. Vraag: Wat betekent dit voor mijn bruto en netto maandsalaris? Antwoord: Bij het bereiken van de 4% bijdrage per 2018 gaat het om de volgende bruto en netto maandbedragen bij een viertal voorbeeld jaarinkomens: Jaarinkomen Bruto p/m Netto p/m 30.000 57 31 60.000 157 77 90.000 257 124 150.000 457 220 Nadat er een definitieve CAO-afspraak over het groeipad naar 4% is gemaakt, zal de verschuldigde pen sioen premie worden verrekend met de salarisbetaling, met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2011. Nadat er duidelijkheid over de invulling voor 2011 is, zal hierover informatie worden verstrekt. Vraag: Geldt deze aanpassing voor alle actieve deelnemers? Antwoord: Nee, er zijn twee uitzonderingen: Voor nieuwe medewerkers (vanaf 1 april 2011) zal de eigen bijdrage van 4% direct van toepassing worden en is dus geen ingroeiregeling van toepassing. Dit zal vanaf de juni-salarissen worden verwerkt, voor zover van toepassing met met één of twee maanden terugwerkende kracht. Voor degenen die op 1 april 2011 exit-wao-er waren, zal geen wijziging in de bijdrage meer worden doorgevoerd. Vraag: In hoeverre zijn de ontwikkelingen in politiek Den Haag al verwerkt in de aanpassingen? Antwoord: De voorgenomen verhoging van de pen sioen leeftijd naar 66 jaar en verlaging van het maximum opbouwpercentage van 2,25% naar 2% per 2013 (wetsvoorstel bij Tweede Kamer) zijn niet verwerkt. Ook wachten we de landelijke discussie (tussen vakbonden en werkgeversorganisaties) over de mate van zekerheid en uiteindelijke risicodragers af. De verlaging van de BPR grens en het afschaffen van de garantie op toeslagen voor actieve deelnemers kunt u natuurlijk wel plaatsen tegen de achtergrond van de argumenten die in de landelijke discussie terugkomen, zoals langer leven en herverdeling van risico s. In de hierna opgenomen bijdrage van PSLN wordt het effect van de aanpassingen op de uitvoering van de pensioenregelingen toegelicht. COLOFON Redactie blok KDE: Anton van Dijk en Peter Thijssen Redactie blok PSLN: Roel Burema, Anton van Dijk, Elvin van den Hoek, Bart van der Kwast en Annemieke Nijland. Oplage: 2.500 Reageren? Graag per email naar pen sioen fonds@saralee.com of 030 297 2270. Vragen van administratieve aard? Graag per email naar pen sioenfondssaralee@tkppen sioen.nl of 050-582 7950.

STICHTING PEN SIOEN FONDS SARA LEE NEDERLAND Inleiding Wat heeft het pen sioen fondsbestuur in de periode van januari tot en met april 2011 gedaan? Op 21 december 2010 hebben CAO partijen over de hiervoor genoemde pen sioenaanpassingen een afspraak gemaakt. De onderneming heeft op 12 januari 2011 de bedoelingen bij het pen sioen fonds kenbaar gemaakt en aan PSLN gevraagd de afspraken over de pen sioen regelingen (middelloon en beschikbare premie) te toetsen op goede uitvoerbaarheid. Dit is noodzakelijk omdat voor pen sioen en veel landelijke regels gelden, waar PSLN rekening mee moet houden. Het bestuur van het pen sioen fonds heeft daarom alle voorgenomen pen sioen aanpassingen uitvoerig getoetst en zich gebogen over de interne PSLN-richtlijn voor toeslagverlening. Deze toetsing heeft plaatsgevonden in de periode van januari tot en met april 2011. Waarop heeft deze toetsing door PSLN zich gericht? De hoofdmoten waren toetsen op duidelijkheid, op compleetheid, op evenwichtigheid, op wet- en regelgeving en tot slot op uitvoerbaarheid. Bij de toetsing is overleg gevoerd met de accountant, actuaris, juridisch adviseur, TKP en De Nederlandsche Bank. Bij de toetsing zijn onder andere de volgende onderwerpen aan de orde geweest: de precieze omschrijving van de uitzonderingsgroepen; de bedoelingen van CAO partijen ten aanzien van het aangepaste toeslagbeleid voor actieven; de gevolgen voor het contract tussen KDE en PSLN (de Uitvoeringsovereenkomst). Deze punten zijn in maart en april nader uitgewerkt en vastgelegd. Eind april kon het bestuur groen licht vanuit het pen sioen fonds geven voor de uitvoering per 1 april 2011. Op de relevante punten zullen we in dit Informatiebulletin uiteraard verder inhoudelijk ingaan. Wat kan PSLN over de inhoud van de aanpassingen zeggen? De aanpassingen in de pen sioen regeling zijn in het arbeidsvoorwaardenoverleg tot stand gekomen. PSLN gaat daar niet over. Wel is PSLN er verantwoordelijk voor dat de onderdelen van het totaalpakket (niveau van de opbouw, mate van zekerheid, verwachtingen rondom toeslagverlening en de premie) met elkaar in overeenstemming zijn. Ook moet de regeling uitlegbaar blijven en bovenal natuurlijk goed uitvoerbaar zijn. Welke punten zijn bij de aanpassingen in de pen sioen opbouw voor de deelnemers van het pen sioen fonds van belang? Hieronder lichten we de volgende punten inhoudelijk vanuit de pen sioen uitvoering en gevolgen toe: De verlaging van de grens tussen de middelloonregeling en de beschikbare premieregeling. Het nieuwe voorwaardelijke toeslagbeleid voor actieve deelnemers. De planning van het doorvoeren van de wijzigingen en de communicatie worden in de vragen en antwoorden behandeld. Verlaging van de grens tussen middelloon en beschikbare premie Zoals is vermeld in het deel van KDE wordt voor deelnemers met een pen sioen gevend jaarinkomen boven 70.000 in het vervolg minder in de middelloonregeling en meer in de beschikbare premie regeling opgebouwd. Dit betekent een verschuiving van risico naar de deelnemers. Als het meezit, kunt u in de BPR uiteindelijk meer pen sioen aankopen, maar als het tegenzit wordt het BPR pen sioen minder dan wat in de middelloonregeling opgebouwd zou worden. Gemiddeld zou het pen sioen in de BPR vergelijkbaar moeten zijn met de middelloonregeling. Degenen die dit betreft krijgen een extra pen sioen regeling, waarin ook keuzemogelijkheden zijn opgenomen. In verband hiermee wordt aan iedere nieuwe BPR deelnemer een starterspakket toegestuurd. Dit bestaat uit een startbrief en een brochure. Voor PSLN betekent de aanpassing ook dat er premievolume verschuift van de middelloonregeling naar de BPR regeling en dat er op 1 april 2011 ongeveer 125 extra BPRdeelnemers bijkomen. Eind mei zijn deze medewerkers aangeschreven en vanaf juni zullen zij maandelijks BPR stortingen ontvangen (eerste storting betreft dus 3 maanden). Hierover zijn zij inmiddels geïnformeerd. Door de bevriezing van de grens van het maximum jaarinkomen zal het aantal BPR deelnemers jaarlijks toenemen in tegenstelling tot de oude regeling, toen de grens wel mee steeg met de CAO-verhogingen. De processen zullen zodanig worden opgezet, dat de rekeningen voor nieuwe BPR deelnemers jaarlijks uiterlijk in februari zijn opgestart. Vraag: Mijn jaarinkomen is lager dan 70.000. Ik merk hier dus niets van? Antwoord: In 2011 merkt u inderdaad nog niets van de verlaagde grens. Maar als uw inkomen omhoog gaat, kunt u de komende jaren wel boven de grens uitkomen. We peilen dit ieder jaar per 1 januari. Vanaf dat moment zal het salarisdeel dat boven de 70.000 valt in de beschikbare premieregeling gaan meetellen en krijgt u het starterspakket van de BPR regeling. Vraag: Ik deed nog niet mee met de beschikbare premieregeling en mijn jaarinkomen is wel hoger dan 70.000. Ik krijg hier nu dus wel mee te maken? Antwoord: Ja, u heeft eind mei van ons een startbrief en brochure ontvangen voor deelname aan de BPR regeling. Alleen als u postactief bent (SBR of Exit-WAO) blijft de oude, hogere, grens van toepassing. Hierover heeft u in dat geval ook een kort bericht van het pen sioen fonds ontvangen. STICHTING PEN SIOEN FONDS SARA LEE NEDERLAND

Vraag: Maar heeft deze verlaagde grens ook invloed op mijn opgebouwde pen sioenrechten? Antwoord: Nee, als u in de BPR gaat deelnemen, blijven de opgebouwde pen sioenrechten in stand. Alleen voor de toekomstige pen sioen opbouw zal minder in de middelloonregeling en meer in de BPR regeling worden opgebouwd. Vraag: Dus het heeft wel invloed op mijn op pen sioen datum te bereiken pen sioen rechten? Antwoord: Ja, uw te bereiken pen sioen rechten in de middelloonregeling worden lager en in de BPR regeling hoger. U ontvangt vanaf 2012 dan ook 2 Uniforme Pen sioen overzichten: één voor de middelloonregeling en één voor de BPR regeling. In het UPO 2011 zijn de oude regelingen nog verwerkt. Het UPO 2011 geeft immers de situatie per 1 januari 2011 weer. Vraag: Mijn jaarinkomen is hoger dan 70.000. Wanneer krijg ik een update? Antwoord: Als uw pen sioen gevend jaarinkomen hoger is dan 70.000, dan zal de nieuwe verdeling tussen middelloon en BPR worden verwerkt in het UPO 2012 die in het tweede kwartaal van 2012 zal worden verzonden. Voor deze deelnemers zullen we de HRplanner-gesprekken tijdelijk opschorten, totdat de juiste gegevens over de te bereiken pen sioen rechten in beide pen sioen regelingen beschikbaar zijn. Waarschijnlijk kunnen we in het vierde kwartaal deze HR-plannergesprekken ook weer voeren met de nieuwe te bereiken pen sioen rechten. Voorwaardelijke toeslagverlening actieve deelnemers In de aanpassingen per 1 april 2011 wordt de toeslagverlening niet langer gegarandeerd, maar voorwaardelijk gemaakt. Dat betekent een extra verantwoordelijkheid voor het pen sioen fonds: het is de bedoeling dat PSLN zoveel mogelijk van de CAO-verhoging als toeslag aan actieve deelnemers kan blijven toekennen, maar daarbij ook duidelijk is over de verwachtingen en risico s. PSLN zal jaarlijks nagaan wat verantwoord is, rekening houdend met alle beschikbare informatie, en het uiteindelijk genomen besluit duidelijk communiceren. De opzet van de toeslagen zoals CAO partijen dit beogen, werken we hieronder nader uit. Wij zullen dit hieronder nader uitwerken. In de vragen en antwoorden worden enkele bijzonderheden toegelicht. Het bestuur stelt enkele kerngegevens vast die nodig zijn voor de besluitvorming: de CAO-verhoging van het afgelopen kalenderjaar (zoals omschreven in het reglement); de laatst bekende geschatte dekkingsgraad van PSLN; in deze dekkingsgraad wordt geen rekening gehouden met de middelen van de Tra; de hoogte van de toeslagreserve actieven (Tra); het deel van de actieve deelnemers in de voorzieningen. Vraag: Hoe luidt de interne richtlijn voor de basistoeslag? Antwoord: Het bestuur bepaalt of en zo ja in hoeverre een basistoeslag voor actieven mogelijk is. De basistoeslag wordt betaald uit de algemene middelen van PSLN. Hierbij is dus de dekkingsgraad van PSLN van belang. Als interne richtlijn voor de basistoeslag geldt dat gedeeltelijke toeslagverlening mogelijk is bij een dekkingsgraad vanaf 110% en volledige toeslagverlening bij een dekkingsgraad vanaf 120%. Voor tussenliggende dekkingsgraden, bijvoorbeeld 113%, levert de interne richtlijn een gedeeltelijke basistoeslag op van 30% van de CAO-verhoging. Vraag: Hoe wordt bepaald of de Tra ingezet wordt? Antwoord: Als PSLN als basistoeslag een volledige toeslag van de CAO-verhoging kan verlenen, is een aanvulling uit de Tra niet nodig. Maar als de basistoeslag niet of maar gedeeltelijk kan worden verleend, dan komt het gebruik van de Tra voor een aanvullende toeslag in beeld. Het bestuur stelt daarvoor een aparte fictieve dekkingsgraad voor de actieve deelnemers vast. Hierbij wordt de formule voor de dekkingsgraad fictief doorgerekend voor actieve deelnemers, waarbij de middelen van de Tra wel worden meegerekend. Bij de gewone dekkingsgraad is dat niet het geval. De uitkomst hiervan noemen we de Leidraad actieventoeslag, oftewel de Lat. Bij een Tra van 60 miljoen ligt de Lat ruim 20%-punten hoger dan de dekkingsgraad van PSLN. In het voorbeeld wordt de Lat dus ongeveer 135%. Vraag: En hoe luidt die interne richtlijn bij deze Lat? Antwoord: De totale toeslag voor actieven wordt in de interne richtlijn als volgt vastgesteld: gedeeltelijke toeslagverlening bij een Lat vanaf 110% en volledige toeslagverlening bij een Lat vanaf 120%. Voor tussenliggende niveau s van de Lat weer pro rata. In het voorbeeld is de Lat 135%, zodat de interne richtlijn een volledige toeslag van de CAO-verhoging oplevert. De basistoeslag was in het voorbeeld 30% van de CAO en de aanvullende toeslag wordt dus 70% van de CAO (aanvulling tot 100%). De aanvullende toeslag wordt betaald uit de Tra. Vraag: Welke uitkomsten mogen we verwachten voor de toeslagen van actieven? Antwoord: Dat is lastig te zeggen, omdat het van veel factoren afhangt en er geen garanties meer gegeven kunnen worden. Het risico van negatieve financiële ontwikkelingen komt nu voor een gedeelte bij de deelnemers te liggen. Maar bij gemiddelde omstandigheden voor wat betreft de ontwikkeling van de dekkingsgraad van PSLN is de huidige verwachting dat op de lange termijn ongeveer 80% van de CAOverhoging als toeslag kan worden toegekend. Vraag: Hoe wordt de Tra belegd? Antwoord: De Tra wordt om diverse redenen apart van de andere beleggingen gehouden. Ook is er een eigen beleggingsmix voor de Tra afgesproken. Deze bestaat voor 2/3 uit Europese bedrijfs-obligaties en voor 1/3 uit Duitse en Franse Inflatiegerelateerde Staatsleningen. In de verslaglegging zal de Tra ook apart zichtbaar zijn. De beleggingsresultaten van de Tra worden weer aan de Tra toegevoegd. Vraag: Wat gebeurt er met de Tra als PSLN een dekkingstekort heeft? Antwoord: In dat geval heeft PSLN een kortetermijn-herstelplan en mag geen risico aan het pen sioen fonds worden toegevoegd. De basistoeslag is dan uiteraard nihil. Ook al komt de Lat hoger uit dan 110%, dan mag het bestuur niet zonder meer een aanvullende toeslag toekennen. Als het bestuur dat wil, dan moet een zeer uitgebreid onderzoek worden gedaan, advies worden ingewonnen en contact met De Nederlandsche Bank worden gezocht. Het bestuur houdt hierbij zowel rekening met de bedoelingen van de CAO partijen als met de eisen die uit wet- en regelgeving naar voren komen. Vraag: Stel PSLN verkeert in zwaar weer en kan niet binnen de wettelijke maximumtermijn herstellen, zodat ze pen sioen rechten moet gaan afstempelen (verlagen). Wat gebeurt er met de Tra in een dergelijke crisissituatie? STICHTING PEN SIOEN FONDS SARA LEE NEDERLAND

Antwoord: In die situatie is het bestuur verplicht om de bestemming van de Tra (tijdelijk) te wijzigen, voordat een besluit tot afstempelen mag worden genomen. Hierdoor is de Tra niet langer een bestemde reserve, maar wordt deze tot de algemene middelen van PSLN gerekend. Gevolg is dat de middelen van de Tra dan dus ook mee zullen tellen bij de vaststelling van de dekkingsgraad. Deze zal hierdoor omhoog gaan, zodat niet of minder afgestempeld hoeft te worden. De Tra wordt fysiek niet gebruikt en blijft ook in stand als aparte balanspost. Na de crisis kan het bestuur de bestemming weer via een besluit terugzetten naar de oorspronkelijke bestemming. Vraag: Zijn er ook andere wijzigingen in de bestemming van de Tra mogelijk? Antwoord: Alleen als zowel de CAO partijen als het bestuur van PSLN hier goedkeuring aan geven. Vraag: Wat zijn de gevolgen voor de toeslagen van de postactieven in de C&T regeling? Antwoord: Alle postactieven (SBR en exit- WAO-ers) gaan ook over naar het systeem van voorwaardelijke toeslagen. Zij worden ten aanzien van de aanvullende toeslag en aanwending van de Tra als actieven behandeld. Vraag: Wat zijn de gevolgen voor de toeslagen voor de inactieven? Antwoord: De inactieven (pen sioengerechtigden en slapers) hebben al decennia lang een voorwaardelijke toeslagverlening op basis van de afgeleide consumentenprijsindex. Het bestuur besluit hierbij dus al jaarlijks op basis van de financiële situatie of er een gehele of gedeeltelijke toeslag wordt verleend. Dit systeem wijzigt niet. Ongeveer 4 jaar geleden heeft het bestuur voor de inactieven voor het eerst een interne richtlijn afgesproken. Ook hier gold een niveau van 110% voor de dekkingsgraad als startniveau voor gedeeltelijke toeslagen. Het niveau in de oude interne richtlijn voor volledige toeslagen was 125%, in de nieuwe richtlijn is dat verlaagd naar 120%. Helaas is in verband met onvoldoende financiële middelen aan de inactieven in 2011 geen toeslag toegekend. Vraag: Kan PSLN de werking van de interne richtlijnen voor de toeslagen voor actieven en inactieven in een paar voorbeelden uitwerken? Antwoord: Ja, in onderstaande tabel zijn 5 voorbeelden van diverse situaties opgenomen. De huidige situatie is het best vergelijkbaar met voorbeeld 3, waarbij het fonds zelf nog geen toeslagen kan verlenen. Omdat de Lat 20%-punten hoger ligt dan de dekkingsgraad en uitstijgt boven 120% levert de richtlijn een aanvullende toeslag van de volledige CAO-verhoging voor actieven op. In de andere voorbeelden is het verschil tussen de Lat en de dekkingsgraad kleiner en zijn de voorbeelden meer gericht op mogelijke toekomstige scenario s. Uiteraard gelden deze uitkomsten alleen als voorbeeld van de interne richtlijn; afhankelijk van de omstandigheden kan het bestuur ook met andere regels en ontwikkelingen rekening houden. Onderwerp Omschrijving 1 2 3 4 5 CPI afgeleid Tbv inactieven 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% CAO Tbv actieven 2,5% 2,5% 2,5% 2,5% 2,5% Dekkingsgraad Nominaal 100% 105% 105% 115% >120% Lat Inclusief Tra 115% 115% 125% 125% n.v.t Uitkomsten Toeslag Inactief 0% 0% 0% 1,00% 2,00% op basis van Interne richtlijn Toeslag Actief *) 1,25% 2,50% 2,50% 2,50%. uit alg.midd. 0% 0% 0% 1,25% 2,50%. uit Tra *) 1,25% 2,50% 1,25% n.v.t. *) Het bestuur besluit in deze situatie over de mogelijkheid van toeslagverlening uit de Tra na een zorgvuldige toetsing. Planning en communicatie Vraag: Wanneer heeft PSLN de reglementen, website en de brochure aangepast aan de nieuwe regeling? Antwoord: Er wordt druk gewerkt aan de aanpassing van alle stukken. De brochure wordt gebruikt voor het informeren van nieuwe deelnemers en is als eerste (medio juni) gereed. Ook de informatie over de hoofdlijnen van de pen sioen regeling, zoals deze op de website zijn opgenomen, zal voor 1 juli aangepast zijn. De reglementen moeten worden afgestemd met diverse partijen en zullen iets langer in beslag nemen. De formalisering hiervan is gepland op de bestuursvergadering van 7 september. Vraag: Zijn de aanpassingen al verwerkt in het UPO 2011? Antwoord: Uw UPO 2011 is gebaseerd op de regeling zoals deze op 1 januari 2011 van toepassing was. De aanpassingen in de pen sioen regeling per 1 april 2011 zijn hier dus nog niet in verwerkt. Overigens komen de toeslagverlening en deelnemersbijdrage niet terug in de cijfers van het UPO. Maar de tekst voor de toeslagverlening is in het UPO 2011 nog gebaseerd op de onvoorwaardelijke toeslagen. Deelnemers met een pen sioengevend jaarinkomen lager dan 70.000 kunnen UPO 2011 dus blijven hanteren voor de indicatie van de toekomstige opbouw. Voor deelnemers met een hoger inkomen is meer informatie opgenomen bij de antwoorden bij de grensverlaging. Vraag: Worden de aanpassingen in de pensioen regeling nog toegelicht in een presentatie? Antwoord: Voor BPR deelnemers zijn op 6, 7 en 9 juni presentaties gehouden over de deelname aan de BPR regeling. Wij gaan er vanuit dat de andere twee aanpassingen in dit Informatiebulletin vooralsnog voldoende zijn toegelicht. Onder de informatie over de C&T-pen sioen regeling op het HR Plein van KDE is een powerpoint presentatie opgeslagen, die als technische uitleg is gebruikt bij de achterbanraadplegingen door de vakbonden. Deze kunt u indien gewenst nalezen of printen. Het is wel de bedoeling om na de zomer (in september/oktober) vanuit PSLN weer algemene deelnemerspresentaties te geven over de inhoud van het pen sioenpakket. Daarbij zullen de aanpassingen per 1 april 2011 uiteraard ook aandacht krijgen. STICHTING PEN SIOEN FONDS SARA LEE NEDERLAND