Gemeente Loon op Zand Uitgangspunten parkeerbeleid Concept 18 september 2015
Gemeente Loon op Zand Uitgangspunten parkeerbeleid
2015 Met Graumans, Doorwerth Tekst en samenstelling: Ed Graumans Foto s in rapport: Ed Graumans Foto voorblad: Ed Graumans Projectnummer: 676-01 In opdracht van: Gemeente Loon op Zand Contactpersoon: Annelies van der Lee
Inhoudsopgave 1 Ontwikkeling nieuw parkeerbeleidsplan 7 1.1 Nieuwe ontwikkelingen 7 1.2 Werkwijze 7 1.3 Inventarisatie afgerond 8 2 Uitgangspunten parkeerbeleidsplan 9 2.1 Doel en gebruik van de uitgangspunten 9 2.2 Parkeercapaciteit woonomgeving 9 2.3 Parkeercapaciteit centrum- en winkelgebieden 10 2.4 Parkeercapaciteit bedrijvenlocaties 11 2.5 Parkeernormen 11 2.6 Fietsparkeren 11 2.7 Parkeren rondom scholen 12 2.8 Parkeeroverlast en handhaving 13 2.9 Gebruikersgroepen 13 GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 5
GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 6
1 Ontwikkeling nieuw parkeerbeleidsplan 1.1 Nieuwe ontwikkelingen Het parkeerbeleid in de gemeente Loon op Zand dateert van 2006 (waaronder de parkeernormen). Voor diverse ontwikkelingen en thema s zijn geen of slechts gedateerde kaders aanwezig. Daarom is het tijd om het parkeerbeleid opnieuw tegen het licht te houden en te actualiseren. In acht jaar verandert er veel zoals: Verandering van de parkeervraag (toename autobezit). Verandering van parkeeraanbod (uitbreiding en vermindering van parkeervoorzieningen). Wijziging van functies, ruimtelijke structuur en nieuwe ambities (bijvoorbeeld leisure in de regio). Wijziging van inzichten op het gebied van parkeerbeleid en technische mogelijkheden. Nieuwe ontwikkelingen (demografie, economisch en ruimtelijk, elektrische auto). 1.2 Werkwijze Het Parkeerbeleidsplan wordt in vier stappen ontwikkeld en vastgesteld: 1. Inventarisatie en evaluatie 2. Uitgangspunten en doelstellingen 3. Parkeerbeleidsplan 4. Besluitvorming Voordat specifieke oplossingen ontwikkeld worden, worden uitgangspunten opgesteld die gehanteerd worden bij het actualiseren van het parkeerbeleid. Deze uitgangspunten hebben betrekking op onder andere de volgende thema s: parkeerdruk, parkeeroverlast, openbare ruimte en straatbeeld, parkeerregulering, parkeerexcessen en verkeersveiligheid, Kiss + Ride (scholen), uitritten, toegankelijkheid hulpdiensten, handhaving, personen met een beperking, grote voertuigen, elektrische auto s, deelauto s en fietsparkeren. De uitgangspunten worden bestuurlijk vastgesteld en vormen daarmee het fundament voor het Parkeerbeleidsplan. GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 7
1.3 Inventarisatie afgerond In 2014 is in de gemeente Loon op Zand een parkeeronderzoek uitgevoerd. De parkeerdruk in de nacht is gemeten. Dit geeft inzicht in de parkeerdruk ten gevolge van het autobezit van bewoners. In het dorpshart van Kaatsheuvel en Loon op Zand zijn tevens overdag parkeertellingen uitgevoerd op vrijdag en zaterdag. De inventarisatie bestond tevens uit het in beeld brengen van meningen en ervaringen van: Gemeentelijke medewerkers, die betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van het parkeerbeleid. Deelnemers uit de klankbordgroep die is samengesteld uit een aantal bewoners (buurtpreventieteams) en vertegenwoordigers van de Fietsersbond, het Gehandicaptenplatform, de toeristische sector (LTA, VVV), WMOadviesraad en ondernemers (Ondernemers Loon op Zand, SOL). Vertegenwoordigers van raadsfracties (raadsgesprek). De gesprekken leverden onder andere de volgende aandachtspunten en thema s op: Basisscholen: Kiss & Ride voorzieningen, parkeerchaos, verkeersveiligheid, wild parkeren en gedrag (bijvoorbeeld bij De Horst). Bestelbussen: op trottoir parkeren, belemmeren uitzicht. De Efteling: uitwijkgedrag bezoekers naar woonbuurten (bijvoorbeeld in Heikant en t Rooi Dorp), uitwijkgedrag werknemers. Het aantal bezoekers aan de Efteling zal in de toekomst nog toenemen. Elektrische auto s: beschikbaarheid van laadpalen en criteria. Er is een vastgesteld oplaadpuntenbeleid (2014). De kans is zeer groot dat het aantal elektrische auto s toe gaat nemen. Er is dan meer nodig dan hier en daar een laadpaal. De vraag is dan welke rol de gemeente hierin moet spelen. Fietsparkeren: kwalitatief (aanbindmogelijkheden) en kwantitatief aanbod, diefstalpreventie, attractiepunten (waaronder haltes openbaar vervoer, winkelvoorzieningen, natuurgebieden zoals bij de Moer en de natuurpoorten van de Loonse en Drunense Duinen), weesfietsen. Handhaving: zie ook toegankelijkheid (voetgangers en hulpdiensten), parkeerexcessen, schoolomgeving, uitritten, wegsleepverordening. Invalidenparkeerplaats: bij wie worden de kosten in rekening gebracht? Ouderen blijven langer thuis wonen en de vraag naar invalidenparkeerplaatsen zal toenemen. De invalidenparkeerkaart is nu gratis. Dit geldt ook voor de aanleg van een exclusieve invalidenparkeerplaats op kenteken. Parkeercapaciteit: benutten extra mogelijkheden bij herinrichting (plaats van bomen en verlichting, snippergroen), verlies aan parkeerplaatsen door parkeerruimte (aan achterzijde) om te zetten in tuin, hoe wordt omgegaan met pieken in de parkeervraag?, hoe wordt de openbare ruimte verdeeld (groen, spelen, parkeren)?, mogelijkheden tot het beperken van de parkeervraag (bewoners, werknemers). Parkeernormen: de parkeereis bij het afgeven van een omgevingsvergunning (verbouw, nieuwbouw). De parkeernormen en de toepassing zijn toe aan een herziening. Een specifiek probleem is de situatie bij de Lakei en Chalet Fontaine, en op welke wijze wordt omgegaan met het parkeren bij voorstellen tot uitbreiding van Bed & Breakfast? Parkeerregulering: is er aanleiding om deze nog uit te breiden en, blijven de parkeervergunningen en de bezoekersvergunningen gratis in de toekomst? Recreatieverkeer: rond de Loonse en Drunense Duinen wordt chaotisch geparkeerd (bijvoorbeeld op de locatie Roestelberg). Dat is lastig voor fietsers en kan de doorgang voor hulpdiensten belemmeren. Toegankelijkheid hulpdiensten: bijvoorbeeld Aldrinstraat, Willibrordusstraat, Ecliptica en bij drukke recreatiegebieden. Toegankelijkheid voor voetgangers: parkeren op trottoir (waaronder bedrijfsbussen), wild parkeren van fietsen. Winkelcentra en voorzieningen: locaties zoals het Oranjeplein vrijhouden voor kort parkeren: geen recreatieverkeer en werknemers) en in en rond het dorpshart Kaatsheuvel parkeerplaatsen vrijhouden voor bezoekers en bewoners. Differentiatie: het parkeerbeleid is niet altijd en voor iedereen hetzelfde. Er zijn verschillende type gebied en (bijvoorbeeld centrumgebied, winkelomgeving, woonbuurt, bedrijven), functies (bijvoorbeeld scholen, recreatie) en gebruikersgroepen (bijvoorbeeld grote voertuigen, personen met een beperking, elektrische auto s, deelauto s). Dit kan tevens leiden tot een parkeerbeleid dat tijdsafhankelijk is (zoals het parkeren voor vergunninghouders).. GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 8
2 Uitgangspunten parkeerbeleidsplan 2.1 Doel en gebruik van de uitgangspunten Voordat het Parkeerbeleidsplan wordt opgesteld is het nodig om de koers te bepalen. Deze koers wordt opgenomen in de Uitgangspunten Parkeerbeleidsplan. De Uitgangspunten bevatten richtinggevende uitspraken en ambities over de wijze waarop met parkeervraagstukken in de toekomst in de gemeente Loon op Zand wordt omgegaan. De Uitgangspunten worden vastgesteld door het college van B en W en worden vervolgens gebruikt bij het opstellen van het Parkeerbeleidsplan. Het is niet per definitie zo dat bij de uitvoering altijd aan alle uitgangspunten voldaan kan worden. Er zijn altijd afwegingen te maken, bijvoorbeeld op financieel gebied. 2.2 Parkeercapaciteit woonomgeving Het autobezit is in de loop der jaren fors toegenomen. Ook voor de komende jaren wordt nog een stijging van het autobezit voorspeld. Dit effect is zichtbaar in vele woonwijken, zo ook in de gemeente Loon op Zand. Een hoge parkeerdruk leidt tot klachten van bewoners maar ook tot verkeersonveilige situaties, een slechte doorgang voor voetgangers en hulpdiensten en irritaties. Indien (vooral) in de avonduren en in de nacht de hoge parkeerdruk wordt veroorzaakt door de bewoners zelf zijn andere oplossingsrichtingen nodig dan parkeerregulering. Immers parkeerregulering leidt in dit geval niet tot het weren van parkeerders van buitenaf. Een hoge parkeerdruk is het gevolg van privaat autobezit. Bij een toename van het autobezit is het geen automatisme dat dit het probleem van de gemeente is. Uitgangspunt 01: prioriteiten stellen voor het uitbreiden van parkeercapaciteit in woonbuurten (interne oorzaak) Er is geen parkeerprobleem in de woonomgeving als er binnen een loopafstand van 100 m tot de woning nog voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn. In het geval van een hoge parkeerdruk in de avond en/of nacht (door het autobezit van de bewoners zelf) ligt er mogelijk wel een rol voor de gemeente Loon op Zand als: 1. De toegankelijkheid van hulpdiensten en de veiligheid van personen in het geding is. De oplossingsrichtingen liggen primair op het vlak van handhaving en fysieke maatregelen. 2. De parkeerdruk hoog is. het parkeeraanbod laag en de loopafstand groter wordt dan ongeveer 100 m. In het parkeerbeleidsplan wordt, op basis van spelregels, aangegeven wat de grootste probleemgebieden zijn. Daar staat tegenover dat gebieden met een hoge parkeerdruk maar tevens met een hoog parkeeraanbod geen urgentie voor een gemeentelijke aanpak hebben. Als één van de problemen wordt geconstateerd, is een oplossing wenselijk. Dit hoeft echter niet altijd een uitbreiding van de parkeercapaciteit te zijn. De parkeerbehoefte fluctueert namelijk ook in de loop der jaren afhankelijk van de demografische opbouw van een wijk. Bij het stellen van prioriteiten wordt ook op de benuttingsmogelijkheden gelet (zoals meer gebruik van de eigen parkeervoorzieningen, exclusieve opritten, wel of juist niet toestaan van parkeren in eigen voortuin in samenhang met straatbeeld en de noodzaak voor een uitrit). Voor woningen wordt gedefinieerd wanneer er sprake is van een eigenparkeervoorziening en of deze voor gebruik in aanmerking komt (bijvoorbeeld parkeergarages, carports). Oplossingsrichtingen zullen altijd moeten worden getoetst op hun haalbaarheid (ruimtelijk, financieel, termijn en draagvlak). GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 9
Vervolg uitgangspunt 01 In het geval van groot onderhoud en herinrichting van straten wordt, indien mogelijk, werk-met-werk gemaakt. Dan wordt beoordeeld of de parkeersituatie kan worden verbeterd. In alle gevallen wordt ook een afweging gemaakt wat betreft het aanbod van groen- en speelvoorzieningen en het gewenste straatbeeld. Overdag is het parkeeraanbod voor bewoners vrijwel altijd voldoende. Problemen treden op als er sprake is van uitwijkgedrag (vanuit gebieden met parkeerregulering) en of parkeren door werknemers van bedrijven in de wijk die zelf niet over voldoende parkeerplaatsen beschikken. In dat geval kan parkeerregulering (vergunningen, parkeerschijfzone) een oplossing zijn, echter uitsluitend als andere oplossingen niet haalbaar zijn en indien het probleem daadwerkelijk wordt veroorzaakt door een hoge mate van wijkvreemd parkeren. Parkeerregulering kosten de gemeente en de gemeenschap geld (administratie, beheer, handhaving, beleidsprocessen). De parkeerregulering is nu volledig gratis. In feite betalen alle inwoners (indirect) mee aan de parkeerregulering ongeacht het aantal auto s dat men in bezit heeft of het aantal mutaties op een vergunning. Een huishouden zonder auto betaalt evenveel als een huishouden met bijvoorbeeld 3 of 4 auto s. Uitgangspunt 02: parkeerregulering uitbreiden alleen als het niet anders kan en binnen financiële grenzen Uitbreiding van parkeerregulering is een optie indien een hoge parkeerdruk in een woonwijk wordt veroorzaakt door uitwijkgedrag (werknemers of bezoekers) of door werknemers in het gebied zelf en er geen andere haalbare en robuuste oplossingen zijn om dit probleem op te lossen. In het parkeerbeleidsplan wordt (objectief en meetbaar) gedefinieerd wanneer er sprake is van overlast. Voor uitbreiding van parkeerregulering moet er draagvlak zijn bij de bewoners. Bij uitbreiding van parkeerregulering zal het kostenniveau voor de gemeente stijgen. De gemeente hanteert de volgende financiële uitgangspunten: Er wordt geen betaald parkeren ingevoerd. De kosten worden verdeeld over alle inwoners (dekking uit de Algemene Middelen). De stijging van het kostenniveau kan aanleiding zijn om voor bepaalde producten een financiële vergoeding in rekening te brengen (bijvoorbeeld in het geval van meer dan 2 vergunningen of frequente mutaties). 2.3 Parkeercapaciteit centrum- en winkelgebieden In centrum- en winkelgebieden zijn in het algemeen drie groepen gebruikers: bewoners, bezoekers (van bewoners, winkels en voorzieningen) en werknemers (inclusief winkel- en bedrijfseigenaren). In deze gebieden is balans nodig tussen de parkeervoorzieningen en de verblijfskwaliteit en tussen parkeren voor auto s en fietsen. Uitgangspunt 03: prioriteit voor bewoners en bezoekers in centrum- en winkelgebieden in het geval van een hoge parkeerdruk (overdag) Als er op bepaalde momenten een tekort aan parkeerplaatsen is, wordt prioriteit gegeven aan het gebruiken van de beschikbare parkeercapaciteit door bewoners (leefbaarheid) en bezoekers (economisch functioneren). Er wordt gezorgd voor goede fietsparkeermogelijkheden voor bezoekers. In bestaande en nieuwe situaties zorgen we voor een evenwichtige verdeling van de parkeerplaatsen voor auto s en fietsen conform de parkeernormen die wij hanteren. Parkeervrije of parkeerarme winkelstraten behoren tot de mogelijkheden. Wij beoordelen dit, mede op basis van wensen van ondernemers, op de parkeerbalans in en rond de winkelstraat. Er worden alternatieven in beeld gebracht voor de werknemers zoals: minder autogebruik (stimuleren fietsgebruik, parkeren op een andere locatie of als het niet anders kan het invoeren van parkeerregulering (waarbij tevens het financiële uitgangspunt genoemd onder 02 van toepassing is) of het uitbreiden van parkeervoorzieningen. Voor de uitvoering van één of meerdere alternatieven is samenwerking met de werkgevers noodzakelijk. GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 10
2.4 Parkeercapaciteit bedrijventerreinen Voor het parkeren op bedrijvenlocaties met een 100% werkfunctie zou een dezelfde benadering als voor woonwijken kunnen worden toegepast. Er zijn echter wel belangrijke verschillen met de woongebieden: Het parkeren op een bedrijventerrein is niet het resultaat van autobezit maar van autogebruik en de parkeerdruk wordt dus primair bepaald door het mobiliteitsgedrag in het woon-werkverkeer. De acceptabele loopafstand voor de werkfunctie is aanzienlijk groter dan voor de woonfunctie. Het parkeren zal in grotere mate op eigen terrein zijn geregeld. De bedrijven kunnen zelf prioriteit geven aan het parkeervraagstuk en het vrij houden van parkeergelegenheid voor hun bezoekers. Uitgangspunt 04: het oplossen van parkeervraagstuk op bedrijvenlocaties is primair een verantwoordelijkheid voor de bedrijven. De bedrijven kunnen samen zorgen voor een optimale benutting van hun totale parkeercapaciteit en het beperken van de parkeervraag. In het geval van het toepassen van mobiliteitsmanagement kan de gemeente een samenwerkingspartner zijn. De gemeente speelt eventueel wel een rol in het geval er parkeeroverlast in omliggende woonbuurten ontstaat (zie uitgangspunt 02). 2.5 Parkeernormen Bij nieuwbouw, verbouw en functiewijziging is een omgevingsvergunning nodig. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning wordt tevens een parkeereis opgelegd. Deze parkeereis is bedoeld om parkeeroverlast te vermijden en te voorzien in een toename van de parkeerbehoefte. De kosten voor het realiseren van de parkeereis liggen bij de aanvrager. De kosten van parkeervoorzieningen en ruimteproblemen kunnen belemmerend werken om een (gewenste) ontwikkeling die past binnen het planologisch kader (bestemmingsplan) tot stand te brengen. Daarom is in de regelgeving maatwerk en flexibiliteit gewenst. Uitgangspunt 05: het toepassen van parkeernormen wordt flexibeler Meer flexibiliteit is mogelijk door meer benutten van eventuele bestaande restcapaciteit, soepelere regels voor mini-bouwplannen, afkoopmogelijkheden bij ruimtelijke problemen die wel door de gemeente kunnen worden opgelost. Bij mini-bouwplannen (bijvoorbeeld parkeereis < 5 parkeerplaatsen) spelen meerdere zaken een rol: de realistische mogelijkheid om parkeren op eigen terrein te realiseren, het eerlijk verdelen van de bestaande openbare parkeercapaciteit, een vrijstellingsmogelijkheid of de mogelijkheid van betalen van een realistisch afkoopbedrag en de wijze waarop dat besteed kan worden. Voor het verlenen van een omgevingsvergunning wordt in het vervolg naast een parkeereis voor auto s ook een parkeereis voor fietsen gehanteerd. De gemeente Loon op Zand streeft vanuit economisch oogpunt naar het vergroten van het aantal overnachtingsaccommodaties (zoals Bed & Breakfast). Voor de parkeereis van deze voorzieningen geldt tevens het uitgangspunt van parkeren oplossen op eigen terrein. Er zijn echter, zoals ook bij andere ontwikkelingen, situaties mogelijk waarin dat ruimtelijk en/of financieel niet realistisch uitvoerbaar is. Dat houdt in de toekomst nog niet automatisch een afwijzing van de vergunning in. Er wordt in het parkeerbeleidsplan voor verschillende gebieden aangegeven wanneer een ontheffing mogelijk is en hoeveel ontheffingen maximaal verleend kunnen worden. In de te onderscheiden gebieden wordt de toetsing dan meer uniform en minder afhankelijk van hele specifieke parkeeromstandigheden in de omliggende straat. Dit ontheffingenbeleid wordt opgesteld en toegepast voor meerdere functies. Voor een duurzame oplossing van het toepassen van de parkeernormen en het uitvoeren van de parkeereis, wordt gedefinieerd wat wordt verstaan onder parkeren op eigen terrein (inclusief de handhaving). Voor grote publiekstrekkers zoals de Efteling en multifunctionele locaties (centra) wordt een parkeerplan opgesteld samen met belanghebbenden en ontwikkelaars. Een dergelijk parkeerplan dient te worden goedgekeurd door de gemeente en kan dan als toetsingskader dienen voor omgevingsvergunningen. GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 11
2.6 Fietsparkeren De fiets wordt veel gebruikt, vooral voor boodschappen doen, als voortransport voor het openbaar vervoer en recreatief. Fietsdiefstal en vandalisme kunnen een belemmering vormen voor het fietsgebruik, zeker als de waarde van de fietsen groot is (zoals bij de populaire elektrische fiets). Hoe langer men wil parkeren, hoe hoger de eisen aan de bescherming tegen diefstal, vandalisme en weersinvloeden. Dit vraagt om goede en voldoende voorzieningen. Daarmee kan ook chaos rondom drukke punten verminderd worden. Uitgangspunt 06: de gemeente Loon op Zand blijft het gebruik van de fiets stimuleren door een goed en voldoende aanbod van fietsparkeervoorzieningen. Rondom voorzieningen en attractiepunten wordt het aanbod van kwalitatief goede fietsparkeermogelijkheden afgestemd op de vraag. Het gaat dan vooral om winkelvoorzieningen, haltes van het openbaar vervoer, natuurgebieden en andere voorzieningen, die veel door fietsers worden gebruikt. De fietsparkeervoorzieningen voldoen aan de kwaliteitseisen FietsParkeur (met uitzondering van de zogenaamde nietjes ) en wordt rekening gehouden met de toenemende diversiteit in tweewielers. Daarnaast wordt ingezet op het opruimen van weesfietsen, diefstalpreventie en handhaving op locaties waar voldoende aanbod is en waar sprake is van parkeerchaos of hinderlijk parkeren. Bij het verstrekken van omgevingsvergunningen wordt tevens een parkeereis voor het fietsparkeren opgenomen. 2.7 Parkeren rondom scholen Veel kinderen worden met de auto gebracht en gehaald terwijl ze mogelijk binnen loop- of fietsafstand wonen. Doordat deze kinderen (al dan niet onder begeleiding) niet deelnemen aan het verkeer, worden ze minder getraind om later zelfstandig deel te nemen. Het autogebruik leidt tot een grote parkeervraag in een hele korte tijd. Rondom de school is vaak sprake van een parkeerchaos en daardoor onveilige situaties. Kiss & Ridevoorzieningen worden vrijwel nooit gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn: parkeren zodat het kind daarna zelfstandig naar de school kan lopen. Ouders parkeren hun auto zo dicht mogelijk bij school en lopen met de kinderen de school in. Uitbreiden van parkeervoorzieningen is vaak niet mogelijk of heeft geen nut omdat men toch zo dicht mogelijk bij de school parkeert (meestal fout: bijvoorbeeld op het trottoir of dubbel). Uitgangspunt 07: rondom de basisscholen wordt uitgegaan van, een juist gebruik van de parkeervoorzieningen, gedragsverandering en handhaving. Per basisschool worden parkeerprojecten uitgevoerd. Deze bestaan uit de volgende elementen: gedragsverandering (parkeergedrag, meer gebruik van fiets en lopen), uitbreiden van de stallingsvoorzieningen als dat nodig is, Kiss & Ride voorzieningen en indien nodig parkeerverboden (indien nodig ondersteund door inrichtingsmaatregelen) rondom de scholen en handhaving (door politie of BOA s)als daar aanleiding toe is. GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 12
2.8 Parkeeroverlast en handhaving Handhaving is het sluitstuk maar is in een aantal gevallen noodzakelijk. De handhavingscapaciteit is beperkt. 2.9 Gebruikersgroepen Voor specifieke gebruikersgroepen en locaties is specifiek beleid op maat nodig. Uitgangspunt 08: periodiek benoemen we speerpunten voor de handhaving. De speerpunten (actuele problemen) voor de handhaving worden opgesteld op basis van: overleg met het Gehandicaptenplatform (obstakelvrije looproutes), de hulpdiensten (toegankelijkheid straten), schoolomgeving en klachten (onveilig parkeren, hinderlijk parkeren, voor uitritten parkeren, parkeren op het trottoir door onder andere bestelbussen). Indien nodig vinden aanpassingen plaats van de APV, de wegsleepverordening en het uitrittenbeleid. Uitgangspunt 09: knelpunten benoemen ten gevolge van het parkeren van bestelbussen Voor bestelbussen wordt een toetsingscriterium opgesteld. Dit toetsingscriterium (met als ingrediënten parkeercapaciteit, belemmering uitzicht en wegnemen daglicht), geeft aan wanneer er sprake is van een probleemsituatie en of er aanleiding is om in samenwerking met de eigenaren van de bestelbussen tot een mogelijke oplossing te komen (veilige alternatieven). Uitgangspunt 10: Voor specifieke gebruikersgroepen en locaties is specifiek beleid op maat nodig. Personen met een beperking: de aanleg en kosten voor een gehandicaptenparkeerplaats (exclusief op kenteken), het aanbod van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen (bij voorzieningen en winkels), de gehandicaptenparkeerkaart en de kosten. Vrachtwagens: parkeerverboden en voorzieningen. Elektrische voertuigen: beleid op het gebied van laadpalen en toekomstige ontwikkelingen. De Efteling: bij uitbreiding is een parkeerplan nodig en worden parkeereisen (auto en fiets) gesteld in de omgevingsvergunning. Uitwijkgedrag kan aanleiding zijn voor specifieke maatregelen (zoals uitbreiden parkeerregulering, handhaving en of onderlinge afspraken). Natuurgebieden: een combinatie van aanbod, inrichting, communicatie en informatie en handhaving. Evenementen: parkeereisen (fiets en auto) opnemen in vergunning. GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 13
GEMEENTE LOON OP ZAND, UITGANGSPUNTEN PARKEERBELEIDSPLAN, CONCEPT 18 SEPTEMBER 2015 14