Hierbij treft u het voorstel aan om te besluiten de wettelijke onteigeningsprocedure te volgen ter verkrijging van bovengenoemd perceel.

Vergelijkbare documenten
RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status.

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

2007. Nr. : Dnst. : BOWO. Voorbereidingsbesluit ROC Lammenschans. Leiden, 27 februari SAMENVATTING

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

1. Plangebied Het plangebied van het voorbereidingsbesluit omvat de Trafolocatie ten zuidwesten van het station Leiden Centraal.

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

ontwerpvoorstel aan de raad

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

2006. Nr. : Dnst. : BOWO. Gemeentegarantie verlenen aan de Stichting Huisvesting Werkende Jongeren. Leiden, 11 april 2006.

2007. Nr. : Dnst. : C& E

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604)

2006. Nr. : Gemeentegarantie verlenen aan de Stichting Huisvesting Werkende Jongeren. Leiden, 7 februari 2006.

Belangrijkste wijzigingen in taken en bevoegdheden:

2006. Nr. : Dnst. : M&B. Instellen voorziening walmuren en beschoeiing. Leiden, 29 augustus 2006.

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

2006. Nr. : Dnst. : C&E. Krediet t.b.v. parkeervoorziening Stedelijk Gymnasium Leiden Leiden. Leiden, 31 oktober 2006

Heerhugowaard Stad van kansen

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar

Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd onder voorbehoud van goedkeuring van het deelsaneringsplan door de Milieudienst West-Holland.

RAADSVOORSTEL Inclusief erratum d.d. 13 september Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: 11.

Onteigening. Hoofdstuk 1

Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voor 2006 zal ten behoeve van deze faciliteit een bedrag in de begroting worden opgenomen van , te regelen bij de programma rapportage 2006.

2007. Nr. : Dnst. : BOWO. Financiering versnelling woningbouwprojecten. Leiden, 8 juni 2007.

2007. Nr. : Dnst. : BOWO. Planschadeverzoeken Oude Vest 49 en 53. Leiden, 7 augustus 2007.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

a. vier leden, waaronder de voorzitter, op voordracht van het College; b. vier leden op voordracht van de Commissie.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Raadsvoorstel. drs. D.M.P.G. Smolenaers 27 september juli De raad wordt voorgesteld te besluiten:

2006. Nr. : Dnst. : ID. Gemeenschappelijke regeling archiefbeheer Noordwijk. Leiden, 30 mei 2006.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 : Vestiging voorkeursrecht ex artikel 8 Wvg 'Vroonlandseweg en Goessestraatweg'

2006. Nr. : Dnst. : Griffie. Burgerinitiatief oplossing parkeerproblematiek wijk De Bockhorst. Leiden, 28 februari 2006

Wijziging van de onteigeningswet

2005. Nr. : Planschadeverzoek de heer Van Groen. Leiden, 6 december 2005.

ERRATUM Nr. : Dnst. : C&E

Toelichting over de behandeling van:

Raadsbijlage Voorstel tot het bekrachtigen van het besluit inzake het instellen van beroep in cassatie (bestemmingsplan PIROC Strij psche Kampen)

Voorstel. (2003) nummer 103

B&W-Aanbiedingsformulier

: Vestiging voorkeursrecht percelen Vorden

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel.

Datum Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Bijlagen 8 april

Raad V (gewijzigd ) Onderwerp: Vestiging voorkeursrecht plangebied Ten noordoosten van de Kasteeldreef / Bosscheweg in Drunen

Raadsvoorstel Weigeren verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van een woning aan de Nieuwe Achtse Heide 70

2. Vervangend P&R-terrein naast Naturalis (Mendelweg) en Groenoordhallenterrein

2005. Nr. : Dnst. : BOWO

G E N N E P. : Verzoek aan Kroon tot onteigening. Geachte raad,

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

tijdelijke milieustraat in het stadsdeel BESLUITEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 16 oktober 2012 Agendapunt:

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

B&W-Aanbiedingsformulier

Onderwerp Ontwikkeling Peize Zuid: vestiging voorkeursrecht in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten

B&W-Aanbiedingsformulier

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raad V (gewijzigd ) Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018

Afsluiten convenant Integrale en structurele aanpak verenigingsondersteuning BESLUITEN

Concept planschade en anterieure overeenkomst tussen Gemeente Gooise Meren en H. van Haare Heijmeijer inzake Brediusweg 77 te Bussum procedure

Wet voorkeursrecht gemeenten

13 september 2017 / 77/2017

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Wet voorkeursrecht gemeenten plan Kop van de Noordstraat te Terneuzen

ECLI:NL:PHR:2005:AT2656 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C04/224HR (1411)

Artikel 19, lid 2 WRO procedure bouw serre Golden Tulip BESLUITEN

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING

26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn.

beschikking omgevingsvergunning Registratienummer:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijzigingsplan Burgemeester Buijsstraat 22 te Herpt

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

Voorgeschiedenis Overeenstemming over realisering Erfpachtuitgifte van de grond

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Transcriptie:

2007. Nr. : 07.0104 Dnst. : BOWO Onteigening Stationsplein 10-22. Leiden, 28 augustus 2007. Het voornemen tot onteigening. Ter realisering van het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I", ten behoeve van de realisering van de bestemming "Gemengde doeleinden I", is het noodzakelijk dat de gemeente de eigendom vrij van lasten en rechten verkrijgt van het perceel kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie L, nr. 1846. Hierbij treft u het voorstel aan om te besluiten de wettelijke onteigeningsprocedure te volgen ter verkrijging van bovengenoemd perceel. Het voorgestelde raadsbesluit is een voorwaarde om zonodig een gerechtelijke onteigeningsprocedure te kunnen voeren, waarbij de rechtbank de onteigening kan uitspreken. Het raadsbesluit dient echter eerst door de Kroon goedgekeurd te worden. Pas nadat de Kroon het raadsbesluit heeft goedgekeurd kan eventueel een gerechtelijke procedure worden gestart. Bovendien kan uitsluitend een gerechtelijke onteigeningsprocedure worden gestart, nadat het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" onherroepelijke rechtskracht heeft verkregen voor het te onteigenen perceel. De bestuurlijke besluitvorming omtrent een voorgenomen onteigening en een eventueel daaropvolgende gerechtelijke onteigeningsprocedure staan los van het overleg dat de gemeente met de eigenaar tracht te voeren over minnelijke verkrijging van het perceel. Tot nu toe is het helaas niet mogelijk gebleken het perceel minnelijk te verwerven. Het voorstel om de wettelijke onteigeningsprocedure te volgen moet gezien worden als waarborg om op een zo kort mogelijke termijn over de benodigde grond te beschikken voor het geval geen minnelijke overeenstemming kan worden bereikt. Dat de gemeente een onteigeningsprocedure volgt ontslaat de gemeente niet van de verplichting om te blijven proberen de benodigde grond in der minne te verwerven. In dit raadsvoorstel treft u een zakelijke beschrijving aan van het te onteigenen perceelsgedeelte. Vervolgens wordt ingegaan op de rechtsbescherming, het vervolg van de procedure en de communicatie. II DE ZAKELIJKE BESCHRIJVING: Het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" is vastgesteld op 28 februari 2006 en goedgekeurd op 31 oktober 2006. Het plangebied betreft de entree van Leiden vanaf het NS-station Leiden Centraal. De ontwikkeling van het gebied bevindt zich in een vergevorderd stadium.

De gemeente is bezig met het verbeteren van de ruimtelijke uitstraling van het Stationsplein. Het te onteigenen perceel aan het Stationsplein 10 tot 22 is een locatie, die een prominente plaats inneemt aan het Stationsplein. Het perceel ligt thans al geruime tijd braak. Het onbebouwd laten van deze plek vormt dan ook een ernstige aantasting van de ruimtelijke kwaliteit van het plein. Het perceel heeft de bestemming "Gemengde doeleinden I" en heeft de aanduiding "horeca toegestaan" gekregen. Op het perceel zijn de bepalingen zoals opgenomen in artikel 4 van de planvoorschriften van toepassing. De gewenste inrichting van het perceel is nader uitgewerkt in het "Stedenbouwkundig model locatie Stationsplein 10-22 te Leiden" d.d. 22 januari 2007. Nieuwe inzichten brengen met zich dat thans een andere stedenbouwkundige invulling van het gebied wordt beoogd dan die waarnaar in het voormelde stedenbouwkundige model wordt gerefereerd als het "Beckaplan" of het plan "Becka". Thans wordt een invulling van de locatie gewenst met een opbouw die beter aansluiting vindt bij de naast liggende bebouwing dan het Beckaplan, dat een té dominante verschijning van de opbouw voorzag. Het bestaande gebruik van het perceel wijkt af van het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik en dient te worden beëindigd. De gemeente gaat niet over tot onteigening zolang geen sprake is van een onherroepelijk bestemmingsplan. Nu het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is goedgekeurd bevat het voorgestelde raadsbesluit een opschortende en een ontbindende voorwaarde. De opschortende voorwaarde houdt in dat niet wordt overgegaan tot dagvaarding van de eigenaar voordat het bestemmingsplan onherroepelijk rechtskracht heeft verkregen. De ontbindende voorwaarde houdt in dat het onteigeningsbesluit vervalt indien en voor zover in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan ten aanzien van het in het onteigeningsbesluit begrepen perceel. De onteigening zal geschieden ten name van de gemeente Leiden. III INGEKOMEN ZIENSWIJZEN: Het ontwerpbesluit tot onteigening (het onteigeningsplan) is op de wettelijk voorgeschreven wijze openbaar gepubliceerd en voorafgaand aan publicatie toegezonden. Het concept van dit raadsvoorstel met zakelijke beschrijving alsmede de daarbij behorende stukken heeft met ingang van 26 februari 2007 gedurende een periode van zes weken openbaar ter visie gelegen. Gedurende deze termijn konden belanghebbenden naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het onteigeningsplan naar voren brengen. Belanghebbenden zijn hierover voorafgaand aan publicatie per afzonderlijke brief geïnformeerd. Gedurende deze termijn zijn in totaal drie zienswijzengeschriften ingediend door: 1. mr. R.H. van de Beeten te Zevenaar, namens de besloten vennootschap Koop Bronbemalingen Utrecht B.V. gevestigd te Utrecht bij brief d.d. 26 februari 2007; 2. NUON bij brief d.d. 23 maart 2007; 3. mr. A.R.M. van der Pluijm, namens de besloten vennootschap Plesman Ontwikkeling B.V. en de besloten vennootschap Bonavella Holding B.V., beiden gevestigd te Wassenaar, bij brief d.d. 4 april 2007.

ad 1. Koop Bronbemalingen Utrecht B.V. Samenvatting zienswijzegeschrift. Op de onderhavige onroerende zaak heeft Koop Bronbemalingen Utrecht B.V. een recht van opstal alsmede naar zij stelt - een retentierecht. Het recht van opstal staat als zodanig in de kadastrale registratie vermeld. Ingevolge de Onteigeningswet zal dit recht ook onteigend moeten worden indien over beëindiging van het recht geen minnelijke overeenstemming valt te bereiken. Koop Bronbemalingen Utrecht B.V., hierna ook: Koop Bronbemalingen, is belanghebbende bij dit besluit. De gemeente zal rekening houden met deze zienswijze. Koop Bronbemalingen geeft aan geen bezwaar tegen de onteigening te hebben, doch wenst dat de aan haar toekomende penningen aan haar worden voldaan. Ingevolge de regels van het Onteigeningsrecht heeft een ieder die meent belanghebbende te zijn het recht om tussenkomst te vragen in de na deze administratieve procedure te voeren gerechtelijke onteigeningsprocedure. In deze gerechtelijke onteigeningsprocedure heeft Koop Brombemaling voldoende en met voldoende waarborgen omgeven mogelijkheden om aan haar gestelde recht te komen. Het door Koop Brombemaling ter zake gestelde staat aan het onderhavige onteigeningsbesluit derhalve niet in de weg, zulks te meer niet nu wordt gesteld dat er tegen de onteigening als zodanig geen bezwaar bestaat. ad 2. Zienswijzen NUON Ook NUON heeft geen bezwaar tegen de voorgenomen onteigening. In het zienswijzegeschrift wordt gesteld dat NUON de gemeente zoveel mogelijk haar medewerking zal verlenen in geval van onteigening. NUON wijst er op dat zij ten behoeve van de openbare energievoorziening op onderhavig perceel een viertal transformatorstations heeft staan welke van grote betekenis zijn voor de lokale stroomvoorziening. Tevens liggen er ter plaatse diverse kabels en leidingen. NUON wenst uitdrukkelijk het recht van ongestoord gebruik en toegang van en naar haar eigendommen te behouden. NUON is belanghebbende bij de onteigening. Zij, in de persoon van NV Nuon Infra West, beschikt immers over een zakelijk recht op het te onteigenen perceel. Dit blijkt ook uit de kadastrale registratie. De gemeente realiseert zich dat NUON zorg draagt voor de openbare energievoorziening, alsmede voor de plaatselijke veiligheid op dit punt. De gemeente zal derhalve rekening houden met de belangen van NUON in het vervolg van de onteigeningsprocedure. Het door NUON ter zake gestelde staat aan het onderhavige onteigeningsbesluit derhalve niet in de weg, zulks te meer niet nu wordt gesteld dat er tegen de onteigening als zodanig geen bezwaar bestaat.

ad 3. Zienswijzen Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. en Bonavella Holding B.V. Bonavella Holding B.V. en Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. stellen hypotheekhouder respectievelijk economisch eigenaar te zijn van het te onteigenen perceel. De zienswijzen van Bonavella Holding B.V. en Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. worden gelijktijdig behandeld nu zij gelijkluidend zijn. Door Bonavella Holding B.V. en Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. wordt een zogeheten zelfrealisatieverweer gevoerd, stellende dat zij de bestemming waarvoor wordt onteigend zelf zouden kunnen uitvoeren maar dat door de onterechte intrekking van de aan Chesprop II B.V. verleende bouwvergunning door het college de herstart van de bouwwerkzaamheden wordt geblokkeerd. Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. en Bonavella Holding B.V. menen mitsdien dat er voor de gemeente geen noodzaak is om over te gaan tot onteigening omdat zij bereid en in staat zijn het bestemmingsplan zelf uit te voeren. De juridisch eigenaar van het perceel, de besloten vennootschap Ontwikkeling Regiobouw Haarlemmermeer B.V. heeft geen zienswijzen tegen het ontwerp besluit onteigening Stationsgebied Stadszijde I ingediend. Anders dan Bonavella Holding B.V. en Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. stellen brengt de feitelijke situatie ter plaatse van het te onteigenen perceel en de juridische situatie met zich dat geenszins aannemelijk is dat het bestemmingsplan, binnen de door de gemeente gewenste termijn en de door de gemeente gewenste wijze van uitvoering, tot uitvoering zou komen indien de gemeente niet de vrije en onbezwaarde eigendom van het te onteigenen perceel verkrijgt. Daartoe moge het volgende dienen. Bijna tien jaren geleden werd in verband met een voorgenomen onteigening tussen Chesprop II B.V. (thans Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. geheten), en de gemeente de overeenkomst gesloten die zich als productie I bij het zienswijzegeschrift van Plesman- laan Ontwikkeling B.V. en Bonavella Holding B.V. bevindt. De overeenkomst bestond uit twee delen: "Deel I sloop/nieuwbouw Stationsplein 10-22" en "Deel II: erfpachtuitgifte Plesmanlaan/Haagse Schouwweg". Deel I zag op het onder strikte uitvoeringstermijnen slopen van het destijds op het te onteigenen perceel staand opstal gevolgd door het realiseren van een bouwplan op die locatie. In afwachting van de uitvoering van de overeenkomst heeft de gemeente de onteigeningsprocedure opgeschort. Omdat Chesprop II B.V. ondanks dat de gemeente al op 5 april 2000 een bouwvergunning had afgegeven voor de nieuwbouw op de te onteigenen locatie nalatig bleef in de nakoming van de overeenkomst er werd geen aanvang gemaakt met de vergunde bouwwerkzaamheden - heeft de gemeente nadat Chesprop II B.V. in verzuim raakte, de hierboven genoemde overeenkomst per 1 juni 2002 ontbonden. Op 5 juli 2002 heeft de gemeente vervolgens Chesprop II B.V. en de heer R. van de Putte die zich persoonlijk borg had gesteld voor Chesprop II B.V. gedagvaard en onder meer gevorderd te verklaren voor recht dat de overeenkomst op voormelde datum van 1 juni 2002 was ontbonden. Bij vonnis van 9 februari 2005 heeft de rechtbank de gevraagde verklaring voor recht inderdaad uitgesproken en Chesprop II B.V. en/of van de Putte veroordeeld de boetes te betalen aan de gemeente die door de wanprestatie waren verschuldigd. Al die tijd heeft Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. geen serieuze aanvang gemaakt met de uitvoering van het bouwplan, ofschoon zij daar toch ruimschoots de gelegenheid voor had gehad. Uitsluitend is begin 2004 een aanvang gemaakt met de grondwerkzaamheden, slechts bestaande uit het installeren van grondbemalingsapparatuur en het bemalen, het slaan van damwanden op de erfafscheiding en het slopen en afvoeren van de restanten van de kelder, zoals in het zienswijzegeschrift wordt gesteld.

Kennelijk durfden Bonavella Holding B.V. en Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. het niet aan om het project zelf te realiseren want eind 2004 werd het gehele project inclusief het perceel verkocht aan Ontwikkeling Regiobouw Haarlemmermeer B.V. Evenwel werd door Ontwikkeling Regiobouw Haarlemmermeer B.V. geen aanvang met de daadwerkelijke bouwwerkzaamheden gemaakt. Feitelijk veranderde er niets aan het perceel. Toen feitelijk vast kwam te staan dat alle bij het perceel betrokken partijen niet binnen enige termijn tot realisering van het bestemmingsplan zouden overgaan, zag de gemeente zich genoodzaakt zelf het perceel te gaan verwerven en is zij ter waarborging van haar plannen de onderhavige onteigeningsprocedure begonnen. Verder heeft zij een voorkeursrecht van koop gevestigd op het perceel middels de Wet voorkeursrecht gemeenten. Eerder heeft het college op 26 oktober 2005 de afgegeven bouwvergunningen ingetrokken. Uit het hierboven weergegeven relaas blijkt dat Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. en Bonavella Holding B.V. gedurende een lange periode de gelegenheid hebben gehad om het te onteigenen perceel te gaan bebouwen in eigen exploitatie. Ondanks deze mogelijkheden hebben Bonavella Holding B.V. en Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. daarvan geen gebruik gemaakt om redenen die de rechterlijke toetsing niet hebben doorstaan. Bovendien hebben zij vlak voorafgaande aan de vonniswijzing door de rechtbank het perceel verkocht en geleverd aan een derde, zodat van zelfrealisatie al helemaal geen sprake meer kan zijn. Gedurende deze gehele periode hebben Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. en Bonavella Holding B.V. bovendien er blijk van gegeven geen boodschap te hebben aan het belang van de gemeente gericht op uitvoering van het bestemmingsplan door de onderhavige locatie braak te laten liggen en zo het zeer ontsierende "Gat van Van de Putte" te creëren in de directe nabijheid van het station, een zeer drukke in het oog springende locatie. Dit het geval zijnde kan worden aangenomen dat Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. noch Bonavella Holding B.V. bereid en in staat zijn aan de door de gemeente voorgestane planuitvoering te kunnen en willen voldoen. Hadden Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. en Bonavella Holding B.V. het plan werkelijk zelf willen uitvoeren dat hadden zij daartoe ruimschoots de gelegenheid gehad. Voor de uitvoering van het bestemmingsplan is verwerving en zonodig onteigening van het betrokken perceel mitsdien noodzakelijk. Voor zover er in het zienswijzegeschrift nog ligt besloten dat de gemeente handelt in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur dan wordt daarover het volgende gesteld. Anders dan Plesmanlaan Ontwikkeling B.V. en Bonavella Holding B.V. stellen had de gemeente alle recht om de verleende bouwvergunning in te trekken. Op het moment van intrekking was de bouwvergunning inmiddels al meer dan vijf jaren daarvoor afgegeven, zonder dat het tot uitvoering daarvan was gekomen. Hiermee werd niet voldaan aan de bij de bouwvergunning gestelde voorwaarden. Dit alleen vormt al genoeg reden om de bouwvergunning in te trekken, nog los van de omstandigheid dat de vergunningshoudster in strijd handelde met een daarover met de gemeente gesloten overeenkomst. Voorts dient opgemerkt te worden dat de invulling van de locatie zoals de gemeente die thans voorstaat is gewijzigd. Gewijzigde inzichten brengen met zich dat de invulling door het plan Becka, dat eveneens de basis vormde voor de aan Chesprop II B.V. afgegeven bouwvergunning zijn gewijzigd. Overigens lijken financiële argumenten een belangrijke rol te spelen bij het indienen van de zienswijzen, daar waar wordt gesteld in punt 2.4. van het zienswijzegeschrift dat in het kader van de gewenste onteigening de waarde van de locatie op de grondslag van het vergunde bouwplan in aanmerking dient te worden genomen. Ook hieruit valt een argument te ontlenen voor het standpunt dat van een werkelijk zelfrealisatievoornemen geen sprake is.

De gemeente zal met daartoe rechthebbenden onderhandelen en gesprekken voeren. IV RECHTSBESCHERMING EN VERVOLG VAN DE PROCEDURE: Zoals aangegeven dient het raadsbesluit ter goedkeuring te worden voorgedragen aan de Kroon. Het raadsbesluit zal gepubliceerd worden in het Leids Nieuwsblad/Stadskrant. Belanghebbenden worden afzonderlijk per brief op de hoogte gesteld. Belanghebbenden die tijdig hun zienswijzen naar voren hebben gebracht kunnen eventueel bij de Kroon bedenkingen naar voren brengen. De Kroon betrekt deze bedenkingen in haar besluit omtrent de goedkeuring. De Kroon beslist uiterlijk negen maanden na de voordracht omtrent de goedkeuring. Indien de Kroon het besluit goedkeurt kan de gemeente binnen twee jaar na het Kroonbesluit de gerechtelijke onteigeningsprocedure starten door het (laten) uitbrengen van een onteigeningsdagvaarding (uiteraard mits aan de voorwaarde is voldaan dat het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" onherroepelijk wordt). De gemeente is gehouden om te blijven proberen een minnelijke overeenstemming te bereiken. De gemeente is verplicht een laatste aanbod te doen, alvorens de gerechtelijke procedure te starten. Het kan voorkomen dat een onteigende partij buiten het Koninkrijk woont of dat de woonplaats van de onteigende partij onbekend is, zodat het geding gevoerd moet worden tegen een derde, op verzoek van de gemeente door de rechtbank te benoemen op basis van artikel 20 van de Onteigeningswet. Op grond van artikel 88 lid 3 Onteigeningswet is het mogelijk, zodra de tervisielegging van het raadsbesluit als bedoeld in artikel 84 Onteigeningswet (na de vaststelling door de gemeenteraad) heeft plaatsgehad aan de rechtbank te verzoeken om de benoeming van een rechter-commissaris en van een of meer deskundigen in oneven getale, alsmede te verzoeken tot bepaling van de dag waarop de opneming (descente) door deskundigen van de ligging en de gesteldheid van het te onteigenen perceel zal plaatsvinden zoals bepaald in artikel 54a van de Onteigeningswet. Dit verzoekschrift kan tevens het verzoek tot benoeming van een derde als bedoeld in artikel 20 van de Onteigeningswet bevatten. Omdat het kan voorkomen dat verweerders buiten het Koninkrijk wonen of hun woonplaats onbekend is, alsmede vanwege het feit dat een spoedige descente geboden kan zijn gezien de geboden spoed bij de uitvoering van de plannen ter plaatse, stellen wij u voor om reeds nu, nog voordat uw besluit tot onteigening door de Kroon is goedgekeurd, een besluit te nemen tot gerechtelijke procederen. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. LENFERINK.

De Raad van de gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (nummer 07.0104 van 2007), mede gezien het advies van de commissie. Gelet op de bepalingen in de Onteigeningswet in het bijzonder artikel 77 lid 1 onder ten 1. BESLUIT: 1. reclamanten Koop Bronbemalingen Utrecht B.V., Plesmanlaan B.V., Bonavella Holding B.V. en NUON in hun zienswijzen te ontvangen; met inachtneming van de weerlegging de naar voren gebrachte zienswijzen van reclamanten voor zover hierin bezwaren worden aangevoerd ongegrond te verklaren; 2. ten name van de gemeente Leiden te onteigenen het perceel zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondplantekening en daarmee corresponderende lijst, vermeldende de grootte en het kadastrale nummer van het te onteigenen perceel alsmede de namen van de eigenaar en zakelijk gerechtigden volgens de registers van het kadaster, zulks ter verkrijging van de vrije beschikking over de eigendom en de daarop rustende rechten, ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I", onder de: - opschortende voorwaarde dat de gemeente geen dagvaarding houdende een vordering tot onteigening zal doen uitbrengen op basis van dit onteigeningsbesluit voordat het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" onherroepelijk rechtskracht heeft verkregen; - ontbindende voorwaarde dat dit onteigeningsbesluit vervalt indien en voorzover in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" ten aanzien van het in het onteigeningsplan begrepen perceel; 3. ten name van de gemeente Leiden te procederen tot benoeming van derden als bedoeld in artikel 20 Onteigeningswet; tot opneming van deskundigen voor de aanvang van het geding als bedoeld in artikel 54a van de Onteigeningswet; tot onteigening (in eerste aanleg en zonodig in hoger beroep en cassatie, zowel eisende als zonodig verwerende), indien en voor zover bovenvermeld perceel niet door de gemeente bij minnelijke verwerving, vrij van lasten en rechten in eigendom is of kan worden verkregen. Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier, de Voorzitter, BW070850

Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: A.M. Kluit Dienst: BoWo Telefoon: 5832 Verantwoordelijk portef.houder: M. Witteman B&W-besluit d.d: 28-08-2007 Meningsvormend x Besluitvormend Informatief (t.k.n.) Naam Programma + onderdeel: LCP, Plein Onderwerp: Onteigening Stationsplein 10-22 Voorgenomen besluit: 1.reclamanten Koop Bronbemalingen Utrecht B.V., Plesmanlaan B.V., Bonavella Holding B.V. en NUON in hun zienswijzen te ontvangen; met inachtneming van de weerlegging de naar voren gebrachte zienswijzen van reclamanten voor zover hierin bezwaren worden aangevoerd ongegrond te verklaren. 2.ten name van de gemeente Leiden te onteigenen het perceel zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondplantekening en daarmee corresponderende lijst, vermeldende de grootte en het kadastrale nummer van het te onteigenen perceel alsmede de namen van de eigenaar en zakelijk gerechtigden volgens de registers van het kadaster, zulks ter verkrijging van de vrije beschikking over de eigendom en de daarop rustende rechten, ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I", onder de: - opschortende voorwaarde dat de gemeente geen dagvaarding houdende een vordering tot onteigening zal doen uitbrengen op basis van dit onteigeningsbesluit voordat het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" onherroepelijk rechtskracht heeft verkregen; - ontbindende voorwaarde dat dit onteigeningsbesluit vervalt indien en voorzover in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" ten aanzien van het in het onteigeningsplan begrepen perceel. 3. ten name van de gemeente Leiden te procederen -voor het geval de verweerder is overleden, buiten het Koninkrijk woont of zijn of haar woonplaats onbekend is, tot benoeming van derden als bedoeld in artikel 20 van de Onteigeningswet die de verweerder vertegenwoordigen in het onteigeningsproces; -tot opneming door - op verzoek van de gemeente door de rechtbank benoemde - onafhankelijke deskundigen voorafgaande aan de dagvaarding van de in het onteigenings Koninklijk Besluit

aangewezen eigenaars dan wel rechthebbenden op een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik of gebruik; -tot onteigening (in eerste aanleg en zonodig in hoger beroep en cassatie, zowel eisende als zonodig verwerende), indien en voor zover bovenvermeld perceel niet door de gemeente bij minnelijke verwerving, vrij van lasten en rechten in eigendom is of kan worden verkregen. INHOUD Aanleiding: Teneinde een invulling van deze locatie gelegen binnen het LCP te realiseren, is met de eigenaar getracht tot minnelijke verwerving te komen voor dit perceel. Gezien de gecompliceerde verhouding tussen onder meer de eigenaar en de hypotheekhouder is dit tot op heden niet gelukt. Het ziet er ook niet naar uit dat een der partijen op kort termijn zelf tot realisatie zal overgaan. Het voortdurend braak liggen van dit terrein is een ongewenste situatie zodat thans wordt voorgesteld dat de gemeente zelf het perceel door middel van onteigening verwerft en na verkrijging het perceel zelf (laat) ontwikkelen. Doel: Het doel van voorliggend besluit is te bereiken dat het perceel verworven wordt zodat de locatie ontwikkeld kan worden. Kader: LCP Overwegingen: Door het inzetten van het onteigeningsinstrument wordt getracht na de lange periode van het braak liggen - om tot ontwikkeling van het perceel te komen omdat het er niet naar uitziet dat de huidige eigenaar dit zelf zal gaan doen. Pogingen om tot minnelijke verwerving zijn tot op heden niet geslaagd. Het minnelijke verwervingsproces wordt onverwijld doorgezet. Procedure: Naar aanleiding van de eerste ter visielegging zijn drie zienswijzen ingediend. De reactie op deze zienswijzen zijn in het voorstel verwerkt. Na het raadsbesluit volgt een tweede ter visielegging onder gelijktijdige toezending naar de Kroon van het besluit met bijlagen. Na goedkeuring door de Kroon van het besluit kan de gerechtelijke onteigeningsprocedure worden gestart. Financiën: De kosten van de juridische procedure komen ten laste van de grondexploitatie van het LCP. De kosten van de uiteindelijke verwerving van het perceel zijn thans onbekend. Te zijner tijd zal het PRIL hierop worden geactualiseerd. Bijgevoegde informatie: n.v.t.

OVERIGEN Communicatie: De bekendmaking van de eerste ter visielegging is gepubliceerd. Het ontwerpbesluit met bijlagen is toegezonden aan de eigenaar en overige belanghebbenden. De bekendmaking van de 2 e ter visielegging zal eveneens worden gepubliceerd. De eigenaar en rechthebbenden worden persoonlijk geïnformeerd. Evaluatie: n.v.t. In te vullen door de griffie: Raadsbesluit Raadsvoorstelnr. Onderwerp: De raad van de gemeente Leiden, Besluit: 1.reclamanten Koop Bronbemalingen Utrecht B.V., Plesmanlaan B.V., Bonavella Holding B.V. en NUON in hun zienswijzen te ontvangen; met inachtneming van de weerlegging de naar voren gebrachte zienswijzen van reclamanten voor zover hierin bezwaren worden aangevoerd ongegrond te verklaren. 2. ten name van de gemeente Leiden te onteigenen het perceel zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondplantekening en daarmee corresponderende lijst, vermeldende de grootte en het kadastrale nummer van het te onteigenen perceel alsmede de namen van de eigenaar en zakelijk gerechtigden volgens de registers van het kadaster, zulks ter verkrijging van de vrije beschikking over de eigendom en de daarop rustende rechten, ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I", onder de: - opschortende voorwaarde dat de gemeente geen dagvaarding houdende een vordering tot onteigening zal doen uitbrengen op basis van dit onteigeningsbesluit voordat het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" onherroepelijk rechtskracht heeft verkregen; - ontbindende voorwaarde dat dit onteigeningsbesluit vervalt indien en voorzover in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" ten aanzien van het in het onteigeningsplan begrepen perceel. 3.ten name van de gemeente Leiden te procederen:

voor het geval de verweerder is overleden, buiten het Koninkrijk woont of zijn of haar woonplaats onbekend is, tot benoeming van derden als bedoeld in artikel 20 van de Onteigeningswet die de verweerder vertegenwoordigen in het onteigeningsproces; tot opneming door - op verzoek van de gemeente door de rechtbank benoemde - onafhankelijke deskundigen voorafgaande aan de dagvaarding van de in het onteigenings Koninklijk Besluit aangewezen eigenaars dan wel rechthebbenden op een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik of gebruik; tot onteigening (in eerste aanleg en zonodig in hoger beroep en cassatie, zowel eisende als zonodig verwerende), indien en voor zover bovenvermeld perceel niet door de gemeente bij minnelijke verwerving, vrij van lasten en rechten in eigendom is of kan worden verkregen. Gedaan in de openbare raadsvergadering van Voorzitter raad, griffier, Advies van de commissie is: Hamerstuk Hamerstuk met stemverklaring van de fracties van Het besluit van de raad is: Ongewijzigd aanvaard Gewijzigd aanvaard Verworpen Aanvaarde moties/amendementen: Kort bespreekpunt Uitgebreide discussie

B&W.nr: 07.0850, d.d. 28-08-2007 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp onteigening Stationsplein 10-22 BESLUITEN Behoudens advies van de commissie Ruimte en Bereikbaarheid de Raad voor te stellen: 1. reclamanten Koop Bronbemalingen Utrecht B.V., Plesmanlaan B.V., Bonavella Holding B.V. en NUON in hun zienswijzen te ontvangen; met inachtneming van de weerlegging de naar voren gebrachte zienswijzen van reclamanten voor zover hierin bezwaren worden aangevoerd ongegrond te verklaren. 2. ten name van de gemeente Leiden te onteigenen het perceel zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondplantekening en daarmee corresponderende lijst, vermeldende de grootte en het kadastrale nummer van het te onteigenen perceel alsmede de namen van de eigenaar en zakelijk gerechtigden volgens de registers van het kadaster, zulks ter verkrijging van de vrije beschikking over de eigendom en de daarop rustende rechten, ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I", onder de: - opschortende voorwaarde dat de gemeente geen dagvaarding houdende een vordering tot onteigening zal doen uitbrengen op basis van dit onteigeningsbesluit voordat het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" onherroepelijk rechtskracht heeft verkregen; - ontbindende voorwaarde dat dit onteigeningsbesluit vervalt indien en voorzover in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan "Stationsgebied Stadszijde deel I" ten aanzien van het in het onteigeningsplan begrepen perceel. 3. ten name van de gemeente Leiden te procederen:

voor het geval de verweerder is overleden, buiten het Koninkrijk woont of zijn of haar woonplaats onbekend is, tot benoeming van derden als bedoeld in artikel 20 van de Onteigeningswet die de verweerder vertegenwoordigen in het onteigeningsproces; tot opneming door - op verzoek van de gemeente door de rechtbank benoemde - onafhankelijke deskundigen voorafgaande aan de dagvaarding van de in het onteigenings Koninklijk Besluit aangewezen eigenaars dan wel rechthebbenden op een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik of gebruik; tot onteigening (in eerste aanleg en zonodig in hoger beroep en cassatie, zowel eisende als zonodig verwerende), indien en voor zover bovenvermeld perceel niet door de gemeente bij minnelijke verwerving, vrij van lasten en rechten in eigendom is of kan worden verkregen. - Samenvatting (verschijnt in persbriefing) Besloten is om voor het Stationsplein 10-22 het Onteigeningsinstrument in te zetten. Helaas is het niet gelukt met de eigenaar tot minnelijke verwerving te komen. Ter realisering van het bestemmingsplan is het noodzakelijk dat derhalve een onteigeningsprocedure wordt gestart.