Raadsavond : 13 januari 2014 Agendapunt : 5 Registratienummer : 14.001 Portefeuillehouder(s) : A.J.M. van Velzen Opsteller : R. Damink E-mail : rdamink@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) 3327 363 Onderwerp: Gemeentelijk Beslispunten: 1. het Gemeentelijk vast te stellen, waarmee wordt ingestemd met de daarin geformuleerde doelen: a. de inzameling van stedelijk afvalwater; b. het transport van stedelijk afvalwater; c. de inzameling van hemelwater; d. de verwerking van ingezameld hemelwater; e. het zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet belemmert; 2. in te stemmen met het hanteren van kwaliteitsniveau middel voor de rioleringsvoorzieningen in de gemeente Kaag en Braassem, dat wil zeggen in te stemmen met de volgende beleidsuitgangspunten: a. een mix van correctief en preventief onderhoud; b. de stelsels zijn berekend op zware buien en bij kritieke locaties op zeer zware buien; c. afkoppelen en aanleg van gescheiden stelsels waar nodig en mogelijk, aanpassingen in watersysteem; d. plaatselijk toepassen grotere buizen en waar nodig aanpassen straten; 3. in te stemmen met het hanteren van een tariefshorizon van 10 jaar voor het vaststellen van de rioolheffing; 4. in te stemmen met een tarief voor de rioolheffing voor 2015-2018: a. voor aansluitingen met en watermeter met een capaciteit tot en met 3,5 m 3 /u een tarief van 303,00 (exclusief inflatiecorrectie); b. voor huishoudens en bedrijven met een watermeter met een capaciteit > 3,5 m 3 /u een tarief van 2.288,00 (exclusief inflatiecorrectie); c. een tarief van 26,00 (exclusief inflatiecorrectie) voor panden/percelen welke alleen maar over een hemelwateraansluiting beschikken. Publiekssamenvatting Het Gemeentelijk Rioleringsplan voor de gemeente Kaag en Braassem is per 1 januari 2014 verlopen. De gemeente heeft vanuit de Wet milieubeheer een zorgplicht voor de doelmatige inzameling en transport van al het op haar grondgebied vrijkomende afvalwater en hemelwater. In deze wet is vastgesteld dat iedere gemeente verplicht is een actueel GRP te hebben. Sinds 1 januari 2008 is daar vanuit de Waterwet daar de zorgplicht voor het doelmatig inzamelen en transporteren van grondwater bijgekomen. Een GRP is een beleidsdocument met betrekking tot de rioleringszorg. Belangrijke aandachtpunten zijn de volksgezondheid, wateroverlast, milieu en grondwateroverlast. Voor de komende planperiode zijn de volgende doelen geconcretiseerd: a. de inzameling van stedelijk afvalwater; b. het transport van stedelijk afvalwater; 13 januari 2014 Pagina 1 van 11
c. de inzameling van hemelwater; d. de verwerking van ingezameld hemelwater; e. het zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet belemmert. Voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken (afvalwater, hemelwater en grondwater) worden in het GRP financiële middelen gereserveerd. De financiering van de benodigde middelen komt tot uitdrukking in een rioolheffing. Deze heffing komt ten laste van de inwoners en bedrijven van onze gemeente. Inleiding Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Kaag en Braassem is per 1 januari 2014 verlopen. Ons college heeft daarom een nieuw GRP voor de planperiode 2014-2018 laten voorbereiden. Aan u als raad vragen wij hierover besluiten te nemen. Op hoofdlijnen kan worden gesteld dat dit nieuwe GRP aansluit bij de landelijke wettelijke richtlijnen, inzicht verschaft in de kosten en de hoogte van het riooltarief voor de komende 5 jaar. Voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken (afvalwater, hemelwater en grondwater) worden in het GRP financiële middelen gereserveerd. De financiering van de benodigde middelen komt tot uitdrukking in een rioolheffing. Deze heffing komt ten laste van de inwoners en bedrijven van onze gemeente. Beoogd resultaat Vastgesteld GRP voor de planperiode 2014-2018 voor de gemeente Kaag en Braassem, inclusief benodigde middelen (rioleringstarief). Wat is een GRP en wat is het wettelijk kader Een GRP is een beleidsdocument op de rioleringszorg. Belangrijke aandachtpunten zijn de volksgezondheid, wateroverlast, milieu en grondwateroverlast. Voor de komende planperiode zijn de volgende doelen geconcretiseerd: a. de inzameling van stedelijk afvalwater; b. het transport van stedelijk afvalwater; c. de inzameling van hemelwater; d. de verwerking van ingezameld hemelwater; e. het zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet belemmert. De gemeente heeft vanuit de Wet milieubeheer een zorgplicht voor de doelmatige inzameling en transport van al het op haar grondgebied vrijkomende afvalwater en hemelwater. In deze wet is vastgesteld dat iedere gemeente verplicht is een actueel GRP te hebben. Sinds 1 januari 2008 is daar na de wetswijziging in verband met de gemeentelijke watertaken zorgplicht voor het doelmatig inzamelen en transporteren van grondwater bijgekomen. Reeds vastgesteld beleidskader Is de voorgaande GRP s is beleid geformuleerd. Het voorliggende GRP sluit aan bij dit beleid en wordt, daar waar van toepassing, geactualiseerd naar huidige richtlijnen rond de watertaken. Het voorliggende GRP verschaft inzicht in de benodigde financiële dekking op de korte en lange termijn voor het uitvoeren van de wettelijke taken. Welk ambitieniveau wordt met het GRP nagestreefd? Bij de invulling van de watertaken zijn verschillende ambitieniveaus mogelijk en dit kan per zorgplicht (afvalwater, hemelwater, grondwater) verschillen. Figuur 1 toont de verschillende ambitieniveaus en wat dit betekent voor de invulling per zorgplicht. In het verleden zijn door het rijk en de gemeente al keuzes gemaakt wat heeft geresulteerd in het ambitieniveau wat de gemeente tot nu toe met haar GRP s heeft nagestreefd; het basis ambitieniveau. Dit is vooral ingegeven door wetgeving en beleid van het hoogheemraadschap van Rijnland. 13 januari 2014 Pagina 2 van 11
Vanuit deze basis kan de gemeente de invulling van de zorgplichten verder uitbouwen. De mate waarin dit gebeurt, hangt af van de ambitie en de mogelijkheden van de gemeente. Gesteld kan worden dat een hoger ambitieniveau doorgaans hogere kosten met zich meebrengt en meer eisen stelt aan de omvang en kwaliteit van de gemeentelijke organisatie. Het hoogste ambitieniveau is meestel voorbehouden aan de grotere gemeenten die door hun grotere organisatie en beschikbare middelen beter in staat zijn hier invulling aan te geven. Zij zijn vaak de pioniers en bereiden de weg voor de kleinere gemeenten, die later met de stroom meegaan en volgen. Vanuit de basis die vanuit de wetgeving en eerder gevoerd beleid is gelegd en de grootte van de gemeente Kaag en Braassem wordt voorgesteld een sobere en doelmatige koers te varen. Dit houdt in: alleen te doen wat wettelijk verplicht is het huidige voorzieningenniveau in stand te houden, maar waar nodig dit te verbeteren het rioleringsbeheer doelmatig in te vullen, door maatregelen zo veel mogelijk integraal uit te voeren, met weg- en groenbeheer en ruimtelijke ontwikkeling Gezien de klimaatveranderingen in de vorm van zwaardere buien en daardoor vaker voorkomende overlast en problemen bij overstorten is het bij de zorgplicht Hemelwater aan te raden hierin, voor zover mogelijk en doelmatig, met de stroom mee te gaan. Voor de zorgplicht Stedelijk afvalwater zou uw raad ervoor kunnen kiezen met de stroom mee te gaan, maar hiervoor is nog onvoldoende inzicht in het functioneren van de riolering en het omliggende watersysteem. Door tijdens de komende planperiode in de riolering te meten en samen met het hoogheemraadschap de waterkwaliteit van het omliggend water te monitoren wordt dit inzicht vergaard. Voor de zorgplicht Grondwater kan de gemeente nog geen hoger ambitieniveau aanhouden, omdat hiervoor nog onvoldoende inzicht is in de grondwaterproblemen. In het GRP zijn wel onderzoeksinspanningen opgenomen om vast te stellen in hoeverre er grondwaterproblemen zijn die aangepakt moeten worden. Dit vloeit voort uit de wetgeving. In bijlage 4 van het GRP zijn de onderliggende beleidskeuzes per zorgplicht nader toegelicht. Figuur 1: Ambitieniveaus per zorgplicht 13 januari 2014 Pagina 3 van 11
Welke kwaliteitsniveaus zijn denkbaar? Een GRP is een veelomvattend plan met op verschillende abstractieniveaus veel (inhoudelijke) variabelen. Het kiezen van de juiste combinatie van variabelen is een specialistische aangelegenheid, waarvoor voldoende inzicht in het feitelijk gedrag van de riolering, risico s beheerkosten, etc. nodig is. De vakspecialisten van de gemeente hebben deze combinatie voor u samengesteld. Uw raad kan hierin voor de rioleringsvoorzieningen een kwaliteitsniveau kiezen. Ter illustratie is een vergelijking gemaakt tussen drie kwaliteitsniveaus van de rioleringszorg: laag, middel en hoog. Bij ieder niveau zou gestuurd kunnen worden op kernwaarden zoals duurzaamheid, veiligheid, milieu, gebruikscomfort; hoe hoger het niveau, hoe hoger de score op de kernwaarden. Het komt voor het GRP uiteindelijk neer op de mate waarin de burger zijn afvalwater kan lozen, de mate waarin men droge voeten houdt, de mate waarin voorkomen wordt dat de riolering voor overlast zorgt en de mate waarin geanticipeerd wordt op toekomstige ontwikkelingen. Uiteraard geldt bij ieder kwaliteitsniveau dat voldaan moet worden aan vigerende wet- en regelgeving en dat alles tegen de laagste maatschappelijke kosten wordt gerealiseerd. In onderstaande tabellen zijn voor enkele (voor de kosten relevante) beleidsuitgangspunten weergegeven en hoe de invulling en de gevolgen daarvan per kwaliteitsniveau verschillen. Tevens is aangegeven waar de gemeente nu staat en welke ontwikkeling al via het huidige GRP was ingezet. Kernwaarde Mate van functioneren Mate van droge voeten Mate van voorkomen van stank/overstorten Mate van anticiperen op toekomst (klimaat) Minimaal Kwaliteitsniveau Robuust laag middel hoog Nadruk op correctief Mix van correctief en Nadruk op preventief onderhoud preventief onderhoud onderhoud Stelsels zijn berekend op zware buien (huidige buizen) Riolering voldoet aan basisinspanning (voldoende berging met bergbezinkbassins) Capaciteit uitbreiden na toename water op straat Tabel 1: Beleidsuitgangspunten per kwaliteitsniveau Stelsels zijn berekend op zware buien en bij kritieke locaties op zeer zware buien (plaatselijk grotere buizen) Afkoppelen en aanleg van gescheiden stelsels waar nodig + mogelijk en anders aanpassingen in watersysteem Plaatselijk toepassen grotere buizen en waar nodig worden straten aangepast, zodat water niet percelen op stroomt Stelsels zijn berekend op zware buien en op kritieke locaties op een wolkbreuk (op meeste locaties grotere buizen) Alle stelsels gescheiden aanleggen + afkoppelen; Subsidie voor afkoppelen door burgers Overal grotere buizen toepassen en waar nodig maaiveld aanpassen, zodat water niet percelen op stroomt Kernwaarde Mate van functioneren Mate van droge voeten Minimaal Kwaliteitsniveau Robuust laag middel hoog Aantal storingen en claims beheersbaar; Precies op tijd vervangen. Veel storingen; groter risico voor claims; Slechte beheersbaarheid kosten Regelmatig water op straat/wateroverlast; Claims; Lage kosten (aanleg/onderhoud) Enkele keren water op straat; Bij extreme buien wel kans op schade Weinig storingen; Kapitaalvernietiging/ te vroeg vervangen Weinig risico s/claims; Hoge kosten Relatief weinig water op straat Mate van voorkomen van Niet efficiënt en Efficiënt gebruik van Grootste veiligheid 13 januari 2014 Pagina 4 van 11
Kernwaarde stank/overstorten Mate van anticiperen op toekomst (klimaat) duurzaam; Niet alle BBB s werken en bij toename neerslag minder efficiënt Claims; Lage kosten; Tabel 2: Uitwerking/gevolgen per kwaliteitsniveau Minimaal Kwaliteitsniveau Robuust overstorten (= overdrukventiel); Meer acceptabel effect bij toename neerslag Claims beheersbaar; Bij vervanging hogere kosten tegen overstorten; Vervangingskosten ca. 1,5 keer zo hoog (dus ook heffing) Hoge kosten; Voortijdige duurdere vervangingen In onderstaande Tabel 3 is aangegeven welke kwaliteit de gemeente op het gebied van rioleringszorg nu levert en welke ontwikkeling via het huidig GRP (2009-2013) al is ingezet. Veel is al verbeterd, maar er zijn nog wel enkele knelpunten. Bij voortzetting van deze ontwikkeling via het nieuwe GRP worden deze aangepakt. Kernwaarde Minimaal Kwaliteitsniveau Robuust laag middel hoog Mate van functioneren Drukriolering (storing gestuurd onderhoud) Mate van droge voeten Mate van voorkomen van stank/overstorten Mate van anticiperen op toekomst (klimaat) Plaatselijk water op straat bij hevige buien, door enkele knelpunten in de riolering Riolering voldoet net aan basisinspanning, maar dit is theorie en sluit niet overal aan bij praktijk Stelsel is nog niet voorbereid op klimaatontwikkeling Steeds meer passende mix van correctief/preventief onderhoud Minder onacceptabele storingen, goede beheersbaarheid claims Bij vervanging en kritieke locaties grotere buizen meer zekerheid Laatste knelpunten bij overstorten worden op doelmatige wijze aangepakt Voor toekomst consequenties van zwaardere buien in beeld Tabel 3: Huidig kwaliteitsniveau en reeds in huidig GRP ingezette ontwikkeling Vrijverval riolering (veel preventief onderhoud; vervanging voor einde restlevensduur; is grootste kostenpost) Wat is nodig voor een zorgvuldige keuze tussen de kwaliteitsniveaus? Zoals uit voorgaand overzicht blijkt nemen bij de keuze voor een lager kwaliteitsniveau over het algemeen de risico s toe en beheersbaarheid af, bij een hoger kwaliteitsniveau nemen de risico s af en beheersbaarheid toe. Op dit moment heeft de gemeente de omvang en kwaliteit van haar areaal tot een redelijk niveau in beeld gebracht. Komend jaar wordt deze inventarisatie afgerond. Het nieuwe GRP voorziet in de middelen en inspanningen die benodigd zijn om een goed onderbouwde technische keuze te maken. Dit zijn inspanningen zoals het meten in de riolering, het vergelijken van deze meetgegevens met de modelberekeningen, het uitvoeren van een risico-inventarisatie, het bijhouden van onderhoudshistorie, etc. In het GRP is een evaluatie voorzien in 2015. Indien nodig en mogelijk kan tijdens deze evaluatie worden bijgestuurd op financiële en beleidsmatige aspecten. Een volledig onderbouwde keuze in kwaliteitsniveau zal bij het volgend GRP pas mogelijk zijn. 13 januari 2014 Pagina 5 van 11
bedragen in miljoen euro Advies na te streven ambitie- en kwaliteitsniveau In de aanloop naar het opstellen van het nieuwe GRP bleek dat het samenvoegen van de beheerarealen vanuit de voormalige gemeenten complex was. Het samenvoegen is in de afgelopen planperiode GRP (2009-2013) aangepakt, wat veel tijd vergde. Na het samenvoegen is de organisatie nu toe aan het optimaliseren van haar beheer en te bezien welke koers hierin te kiezen is. Gezien de wens in 2013 een nieuw GRP vast te stellen en gezien waar de beheerorganisatie op dit moment staat, wordt voorgesteld in dit GRP uit te gaan van een voorlopige voortzetting van de koers van het vorige GRP (2009-2013). Qua ambitieniveau is dit een inhoudelijk sobere en doelmatige koers, maar in de kwaliteit van de voorzieningen wordt wel gestuurd op voldoende veiligheid, optimalisatie en een vergroting van de doelmatigheid. Dit is het best te vergelijken met het kwaliteitsniveau middel. Het voldoen aan wet- en regelgeving tegen de laagste maatschappelijke kosten zijn hierbij vanzelfsprekend uitgangspunten. Het hoogste kwaliteitsniveau brengt hoge kosten met zich mee. Het laagste kwaliteitsniveau zal leiden tot hogere exploitatiekosten en belasting (werkdruk) voor de organisatie. Dit wordt veroorzaakt doordat er alleen maar correctief gehandeld wordt. De waan van de dag regeert en er is geen langeretermijnplanning. Op de lange termijn zal het tot hogere kosten leiden dan het kwaliteitsniveau middel, omdat de doelmatigheid sterk gaat afnemen. Voor de rioleringszorgplicht is het voorstel om kwaliteitsniveau middel te kiezen. Een koers met een hoger ambitieniveau (innovatief & vooraanstaand) vraagt een grotere organisatie en meer specialistisch personeel dan momenteel binnen de gemeente beschikbaar. Het hoogste ambitieniveau, vergelijkbaar met pionieren, is doorgaans voorbehouden aan grotere gemeenten die door hun grotere organisatie en beschikbaar personeel beter in staat zijn hier invulling aan te geven. Voor de zorgplichten afval- en grondwater te kiezen voor ambitieniveau basis. Voor de zorgplicht hemelwater gaan we uit van ambitieniveau met de stroom mee. Uitwerking tariefsbepaling variant middel Voor het toelichten van het systeem van tariefsbepaling zijn we uitgegaan van het hierboven voorgestelde kwaliteitsniveau middel. De hoogte van de rioolheffing wordt grotendeels bepaald door exploitatielasten en investeringen (en de daaruit voortvloeiende kapitaallasten). De exploitatielasten en nieuwe investeringen voor de komende jaren, bij kwaliteitsniveau middel, zijn in onderstaande Figuur weergegeven. 14,0 Uitgavenpatroon 12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 2014 2019 2024 2029 2034 2039 2044 2049 2054 2059 2064 2069 Exploitatielasten Investeringen Figuur 2: Uitgavenpatroon 13 januari 2014 Pagina 6 van 11
bedragen in euro reserve in miljoen euro In bovenstaande figuur is per jaar aangegeven wat de hoogte van de exploitatielasten en investeringen is. Hoe verder in de toekomst, hoe onzekerder het is of de uitgaven op dat moment moeten worden gedaan en hoe groot de investeringen zullen zijn. De uitgaven brengen lasten met zich mee welke gedekt moeten worden. Het lastenpatroon, behorende bij bovenstaand uitgavenpatroon, is in onderstaande Figuur weergegeven. 8,0 Lastenpatroon bedragen in miljoen euro 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 2014 2019 2024 2029 2034 2039 2044 2049 2054 2059 2064 2069 Exploitatielasten BTW Lopende kapitaallasten Nieuwe kapitaallasten Figuur 3: Lastenpatroon Om kostendekkend te zijn moeten de lasten namelijk de: exploitatielasten, nieuwe kapitaallasten (als gevolg van nieuwe investeringen), lopende kapitaallasten en BTW, gedekt worden door inkomsten. De benodigde inkomsten worden gegenereerd door de rioolheffing. Op basis van het lastenpatroon en het aantal heffingseenheden is de benodigde rioolheffing per jaar berekend. In onderstaande Figuur is de benodigde rioolheffing en het verloop van de egalisatiereserve riolering inzichtelijk gemaakt. Deze heffing is kostendekkend, het inzetten van de egalisatiereserve is buiten beschouwing gelaten. De reserve neemt dan jaarlijks toe met 2,5% rente. 600 Rioolheffing en reserve 12,0 500 10,0 400 300 200 100 0 2014 2019 2024 2029 2034 2039 2044 2049 2054 2059 2064 2069 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 Figuur 4: Benodigde heffing en reserve Rioolheffing benodigd Reserve Riolering 13 januari 2014 Pagina 7 van 11
bedragen in euro reserve in miljoen euro Bovenstaande figuur geeft de jaarlijks benodigde rioolheffing weer. Dit resulteert in een tarief dat per jaar fluctueert. De heffing kan ook per planperiode van het GRP worden bepaald. Onderstaande Figuur geeft de gemiddelde benodigde rioolheffing per planperiode GRP en het verloop van de egalisatiereserve weer. Hierbij is er uitgegaan dat een planperiode GRP 5 jaar is. 600 500 Rioolheffing en reserve 12,0 10,0 400 300 200 100 0 2014 2019 2024 2029 2034 2039 2044 2049 2054 2059 2064 2069 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 Gemiddeld per planperiode GRP Reserve Riolering Figuur 5: Gemiddeld benodigde heffing en reserve Om het tarief niet steeds te laten schommelen, kan er een tariefshorizon worden vastgesteld, waarbinnen de jaartarieven gemiddeld worden en wat dan leidt tot een gemiddeld tarief voor die periode. In Figuur is dit weergegeven voor een tariefhorizon van 5 jaar, gekoppeld aan de periode van het GRP. Maar een tariefshorizon kan ook langer zijn, bijvoorbeeld 10, 15 of 30 jaar. Het tarief echter wordt steeds bij iedere GRP-periode opnieuw bekeken en vastgesteld. De tariefshorizon is de periode welke beschouwd wordt om het tarief voor 2014-2018 te bepalen. Hierbij zijn afwegingen als schommelingen van het tarief, toekomstige stijgingen van de rioleringslasten en dus noodzakelijke stijgingen van inkomsten, meegenomen in de keuze voor de tariefshorizon en de bepaling van het riooltarief. De inzet en het gebruik van de reserve komt later in het voorstel nog aan de orde, ook in relatie tot het tarief. Rioolheffing en tariefshorizon variant middel De rioolheffing wordt voor de looptijd van het GRP (2014-2018) door de raad vastgesteld. Onderstaande Tabel 4 geeft de benodigde rioolheffing voor de jaren 2014-2073 bij variant middel weer. De opties geven aan welke tariefshorizon er meegenomen wordt voor het bepalen van het rioleringstarief voor de periode 2015-2018. Door meerdere periodes te gebruiken voor het bepalen van het tarief vindt er een middeling plaatst en wordt er, in meer of mindere mate, rekening gehouden met toekomstige tarieven. 13 januari 2014 Pagina 8 van 11
Periode Optie 1: 5 jaar Tarief in (excl. inflatiecorrectie) excl. inzet reserve Optie 2: 10 jaar Tarief in (excl. inflatiecorrectie) excl. inzet reserve Optie 3: 15 jaar Tarief in (excl. inflatiecorrectie) excl. inzet reserve 0 2014 290 2014 290 2014 290 1 2015 t/m 279 2015 t/m 303 2015 t/m 328 2018 2023 2028 2 2019 t/m 324 2024 t/m 393 2029 t/m 421 2023 2033 2043 3 2024 t/m 380 2034 t/m 428 2044 t/m 487 2028 2043 2058 4 2029 t/m 407 2044 t/m 486 2059 t/m 461 2033 2053 2073 5 2034 t/m 412 2054 t/m 474 2038 2063 6 2039 t/m 447 2064 t/m 465 2043 2073 7 2044 t/m 473 2048 8 2049 t/m 498 2053 9 2054 t/m 491 2058 10 2059 t/m 456 2063 11 2064 t/m 460 2068 12 2069 t/m 2073 471 Tabel 4: Tarief en tariefshorizon Voor alle opties geldt dat het tarief voor 2014 290,00 (exclusief inflatiecorrectie) bedraagt en dat er (nog) geen gebruik gemaakt wordt van de egalisatiereserve. De egalisatiereserve mag echter niet oneindig stijgen en zal op een gegeven moment ingezet moeten worden om tarieven te egaliseren. Optie 1, tariefshorizon 5 jaar Deze mogelijkheid houdt in dat er de bepaling van het rioleringstarief voor de periode 2015-2018 alleen de lasten van deze periode (2015-2018) worden meegenomen. In periode 1 wordt 2,5% rente van de reserve bij deze reserve geschreven. Aan het eind van periode 1 (31-12-2018) bedraagt de reserve circa 2,6 miljoen. De reserve kan in latere perioden ingezet worden om de tarieven af te vlakken. Optie 2, tariefshorizon 10 jaar Bij deze optie wordt er voor de bepaling van het rioleringstarief voor de periode 2015-2018 tevens het berekende tarief voor de periode 2019-2023 meegenomen. Er wordt 10 jaar vooruit gekeken. In periode 1 wordt 2,5% rente van de reserve bij de reserve geschreven. Aan het eind van periode 1 (31-12-2023) bedraagt de reserve circa 2,9 miljoen. De reserve kan in latere perioden ingezet worden om de tarieven af te vlakken. Optie 3, tariefshorizon 15 jaar Bij deze mogelijkheid wordt er voor de bepaling van het rioleringstarief voor de periode 2015-2018 tevens het berekende tarief voor de periode 2019-2028 meegenomen. Er wordt 15 jaar vooruit gekeken. In periode 1 wordt 2,5% rente van de reserve bij de reserve bijgeschreven. Aan het eind van periode 1 (31-12-2028) bedraagt de reserve circa 3,3 miljoen. De reserve kan in latere perioden gebruikt worden om de tarieven af te vlakken. 13 januari 2014 Pagina 9 van 11
Advies rioolheffing De hoogte van de rioolheffing voor de komende planperiode GRP is afhankelijk van de tariefshorizon. Enerzijds geldt hiervoor dat er naar de toekomst gekeken moet worden en anderzijds dat hoe verder in de toekomst er steeds meer onzekerheid is over het berekende tarief. Bij een tariefshorizon van 5 jaar worden alleen de lasten voor de komende 5 jaar meegenomen in de bepaling van het tarief, dit resulteert in een tarief van 279,00 voor de jaren 2015 t/m 2018. De erop volgende periodes zal het tarief moeten gaan stijgen. Bij een tariefshorizon van 15 jaar wordt er voor de bepaling van het tarief van 2015-2018 ook de periode t/m 2028 meegenomen. Dit resulteert in een tarief van 328,00. De keuze voor een bepaalde tariefshorizon heeft geen invloed op de het kwaliteits- en ambitieniveau. Het advies is om een tariefshorizon van 10 jaar te kiezen. Het tarief voor 2014 is nog gebaseerd op het GRP 2009 2013, verhoogd met het inflatiecorrectiecijfer. Voor 2015-2018: voor aansluitingen met en watermeter met een capaciteit tot en met 3,5 m 3 /u een tarief van 303,00 (exclusief inflatiecorrectie) voor huishoudens en bedrijven met een watermeter met een capaciteit > 3,5 m 3 /u een tarief van 2.288,00 (exclusief inflatiecorrectie) een tarief van 26,00 (exclusief inflatiecorrectie) voor panden/percelen welke alleen maar over een hemelwateraansluiting beschikken. Reserve riolering De reserve riolering heeft als doel om tariefsschommelingen te egaliseren. Toekomstige stijgingen kunnen hiermee worden afgevlakt. De reserve riolering is geen spaarvoorziening. Het éénmalig inzetten van de reserve riolering om de boekwaarde van investeringen te verlagen, is volgens de BBV regels geen mogelijkheid. Het inzetten van de reserve riolering om in de komende periode (2014-2018) de tarieven laag te houden is een mogelijkheid waarover de raad zich kan uitspreken. Gezien de verwachtte stijging van het rioleringstarief voor de periode 2024 en verder, adviseren wij om de reserve riolering op dit moment nog niet in te zetten om egalisatie van het tarief op toe te passen. Draagvlak Afstemming van het GRP heeft plaatsgevonden met het hoogheemraadschap van Rijnland Financiële consequenties Voor de begroting van 2014 zullen er geen veranderingen plaatsvinden op basis van de besluitvorming. Begrotingswijzingen voor de jaren 2015 t/m 2018 worden vanaf 2015 doorgevoerd en volgen na besluitvorming. De financiële consequenties zijn in bijlage 8 van het GRP beschikbaar. Bij het opstellen van het GRP is rekening gehouden met een rekenrente van 2,5% vanaf 1 januari 2014. Risico s BTW-compensatiefonds De rijksoverheid is voornemens een plafond in te stellen voor het BTW-compensatiefonds. Zodra de landelijke (macro-economische) compensatie van de BTW hoger is dan het landelijk plafond, dan worden wij als gemeente voor ons aandeel in het BTW-compensatiefonds gekort op de algemene uitkering. Dit betekent dat als de gemeenten in totaal meer BTW compenseren dan het door het rijk aangegeven plafond, wij als gemeente voor ons aandeel in het BTW-compensatiefonds worden gekort op de algemene uitkering. Dit risico bestaat vanaf 1 januari 2015 bij alle (grote) investeringen. 13 januari 2014 Pagina 10 van 11
Wet Hof (EMU-saldo) Naar verwachting treedt op 1 januari 2014 de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) in werking (ligt momenteel bij de Eerste Kamer). Via de Wet Hof wordt door de overheid gestuurd op het verlagen van het EMU-saldo met als doel de overheidsschulden af te bouwen. Dit betekent dat als gemeenten in totaal een te hoog EMU-saldo hebben, wij een sanctie opgelegd krijgen in de vorm van een lagere algemene uitkering. Communicatie Na het vaststellen van het GRP 2014-2018 zal het worden toegezonden aan het hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie Zuid-Holland. Het vastgestelde GRP wordt tevens bekend gemaakt via de gemeentelijk website. Roelofarendsveen, 26 november 2013 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel GRP 2014-2018 Bijlagen ter inzage - 13 januari 2014 Pagina 11 van 11