Autoimmune pancreatitis



Vergelijkbare documenten
Probleem-georienteerde kliniek Icterus. W. Van Steenbergen

Plaats van biologicals in reumatisch lijden. AZ Damiaan Oostende Dr. M. Maertens Reumatologie

Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC

Leverfunctiestoornissen

Luchtwegen: luchtpijp. luchtwegen spirometrie. Longblaasjes: Alveolen longvolumes diffusie

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Chapter 10. Samenvatting

Infectierisico na ERCP. Marcel Groenen MDL-arts

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven

Laatste onwikkelingen in de diagnose van coeliakie.. Blijft een dundarmbiopt noodzakelijk?

Auto-immune pancreatitis als oorzaak van geelzucht en een tumor in het pancreas

Beeldvorming van de Borst Meer dan zo maar een Foto

Rol van beeldvorming bij evaluatie van Morbus Crohn

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje

Multiple Sclerose Neurodegeneratieve ziekten. 13 september 2011

Klinische Dag NVvH 2 oktober Disclosure belangen Anke Bruns. Geen (potentiële) belangenverstrengeling

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B

BIJNIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove

Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011

Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming

Behandeling van bindweefselziekten en het secundair optreden van het Sjögrensyndroom. aandoeningen

Post HBO cursus Nederlandse Vereniging van Dietisten 1 oktober Peter J. Wahab MDL arts Rijnstate Ziekenhuis Arnhem

Stellingen. Stellingen 2. Post HBO cursus Nederlandse Vereniging van Dietisten 1 oktober 2012

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie

Gericht labo-onderzoek bij verdenking op leverlijden

MULTIPLE MYELOOM Doneer voor genezing

Themadag Specifieke Diagnoses Nefrotisch syndroom

IPMN OPEREREN OF NIET? Dr. JE van Hooft, MDL-arts. Mw. A Schoorlemmer, verpleegkundig specialist. Drs. NCM van Huijgevoort, arts-onderzoeker MDL

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg

Patiënteninformatie. Behandeling met orale immunosuppressiva

M. Crohn en Colitis ulcerosa; verschil en nieuwe ontwikkelingen in behandeling

Necrotiserende fasciitis vs Pyoderma gangrenosum

P a n c r e a t i t i s

SKML-sectie Pathologie CD15 CD30 CD79a PAX5

Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose

HOVON Educational Hodgkin lymfoom Biologie & Pathologie

Hypereosinofiel syndroom

Hoe belangrijk is herstel of genezing van het darmslijmvlies (mucosa) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa tijdens de behandeling?

Colorectale tumor met beperkte metastasen. Curatie en controle Dr. Sarah Verherstraeten Dr. Julie Bogaert Dr. Michel Martens

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

ONDERHOUDSBEHANDELING BIJ INFLAMMATOIR DARMLIJDEN

Niet invasieve angiografie. Dr.H.Mertens

Antwoordformulieren open vragen

Samenvat ting en Conclusies

Hepatologie; naar een volwaardige discipline. Jeoffrey Schouten

Auto-immune enteropathie. Roy van Wanrooij, MDL-arts

HELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER. Prof Dr. Anja Geerts Maag- darm en leverziekten

Autoantistoffen in auto-immuun leverziekten

Een zuigeling met een infectie

Samenvattingen en Conclusies

Alles onder controle? Dr. J.J. Uil, MDL-arts

Synergie: cytologie+immunologie+histologie

Interpretatie labo-resultaten


Acute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders

Gepersonaliseerde aanpak bij longkanker

24 september Van harte welkom!

IBD en bijwerkingen: Ziekte of medicatie Wat kan ik doen? Mariëlle Oosterveer Verpleegkundig Specialist MDL Alrijne ziekenhuis.

Acuut nierfalen bij Stafylococcus aureus endocarditis. IC-bespreking Rafke Schoffelen Internist in opleiding

Inflammatoire darmziekten bij kinderen

Nederlandse samenvatting

Medicatie keuzehulp Drs. K. Robbers, MDL-arts

Chirurgie. Acute Pancreatitis. Afdeling: Onderwerp:

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën

Richtlijn Q koorts. versie Jeroen Bosch Ziekenhuis. Richtlijn Q koorts

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Laparoscopisch, andere oorzaken klachten beter op te sporen en eventueel te behandelen, minder pijn/minder wondinfectie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

Ziekten van de lever en. alvleesklier LEVERZIEKTEN

Acute ontsteking van de alvleesklier. Acute pancreatitis

2. Perifere B- cel tumoren Monoklonale lichte ketens (IHC, PCR) FISH, Karyotypering B- cel merkers: CD20, CD79a, PAX5

ZIEKTE VAN CROHN. Sint-Lucas IBD-kliniek

Legionella. Annemarie Essink Longziekten

Nieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek

Galsteen & niersteenlijden

Ontregeling van het immuunsysteem bij psychose

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Coeliakie diagnostiek

1. RSV: testaanbod. 1.1 RSV antigeen = sneltest

De werkzaamheid van het product werd aangetoond in placebogecontroleerde studies (inert medicijn).

OLIJFdag 3 oktober 2015

Indeling systemische vasculitis

TRAUMATISCH PANCREASLETSEL

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog

Azathioprine (Imuran) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Bejaarden met buikpijn: beeldvorming op basis van een warrig verhaal. Hendrik Mertens Medische Beeldvorming Zaterdag 21 september 2013

KOPZORGEN... Stomatitis Parodontitis. Kopzorgen. Definitie: reversibele plaque geïnduceerde ontsteking van de gingiva

Cholestatische leverziekten PBC en PSC

Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel. Dr. P. Berteloot 10/2011

Bezinking óf CRP? Bezinking én CRP? Alleen CRP? W.V.Martina / Klin. Chem.

De waarde van MRI bij DCIS

Huisarts en longarts ernstig astma

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC

Je gaat het pas zien als je het doorhebt. (Johan Cruijff)

Transcriptie:

Oorzaken van chronische pancreatitis TIGARO-classificatie T: toxisch (alcohol/roken) I: idiopatisch G: genetisch A: auto-immuun R: na ernstige acute O: obstructief Autoimmune pancreatitis IgG4-gerelateerde Pancreatitis en cholangitis Casus 1 Man, 36 jaar Acute pancreatitisopstoten Biliaire pancreatitis en plan CCE Doch o Rood bloedverlies per anum, colitis ulcerosa o Distale galwegstrictuur Verwijzing GHB W. Van Steenbergen, Hepatologie Pentalfa, november 2013 Casus 1 Auto-immune pancreatitis Twee verschillende entiteiten IgG4-gerelateerde vorm: deel van spectrum van IgG4- gerelateerde aandoeningen IgG4: 3,12 g/l Autoimmune pancreatitis 1

Auto-immune pancreatitis Twee verschillende entiteiten IgG4-gerelateerde vorm: deel van spectrum van IgG4- gerelateerde aandoeningen IgG4-negatieve vorm Auto-immune pancreatitis: outline Auto-immune pancreatitis (twee entiteiten) o Kliniek o Beeldvorming o Pathologie o Therapie Pathogenese van IgG4-gerelateerde ziekten Pathogenese van IgG4-gerelateerde ziekten IgG4 o Geproduceerd door lymfoplasmocyten o Niet pathogeen antilichaam o Oiv Thelper2-respons IgG4-aandoeningen o Geen klassieke auto-immune ziekte (Thelper1) o Eerder immuno-allergische aard (Thelper2) Pathogenese van IgG4-gerelateerde ziekten Rol van Helicobacter pylori? Orgaanzwelling en schade Th2-cytokines (IL4, 5, 10, 13; TGFβ) in weefsels hoger dan bij klassieke autoimmune ziekten Zen et al; Hepatology, 2007 Predominant Th2 respons Hoog IgG4 Hoog IgE Eosinofielen Andere allergische ziekten Stone et al; NEJM, 2012 2

Casus 2 Diffusie opname MRI Auto-immune pancreatitis: outline Man, 64 jaar Gekend met verhoogde eosinofilie Opname koorts van onbekende oorsprong Gestoorde pancreasenzymen MRI pancreas: sterk toegenomen diffusie pancreas IgG4: 6,9 g/l Eosinofilie: 18% IGE: > 5000 ku/l FNAC pancreas Talrijke plasmacellen in pancreas Auto-immune pancreatitis (twee entiteiten) o Kliniek o Beeldvorming o Pathologie o Therapie Pathogenese van IgG4-gerelateerde ziekten AIP: beeldvorming (MRI, CT) AIP: beeldvorming (MRI, CT) AIP: beeldvorming (MRI, CT) Sausage shaped pancreas MRI hypo-intens T1 Diffuse AIP Perifere rim-sign MRI hyperintens T2 Scherp afgelijnd Geen dilatatie van wirsung Verbreed voorkomen pancreas Focale AIP: diff. diagnose met carcinoom Vaag, onregelmatig afgelijnd Dilatatie van wirsung Atroof pancreas Carcinoom 3

AIP: beeldvorming (MRI, CT) Dilatatie van wirsung Atroof pancreas Atypische presentatie AIP AIP: beeldvorming (ERCP, MRI) Langwerpige stenose Segmentaire stenose Entiteit 1: IgG4-gerelateerde pancreatitis o Klassiek: hoog serum IgG4 (IgG4-positieve groep) o Oudere leeftijd o Vooral bij mannen o In Azië merendeel der patiënten met AIP (Japans type) o Pancreatische manifestatie van en dus associatie met andere IgG4-ziektebeelden en met colitis ulcerosa Periductale lymfoplasmocytaire infiltraten Storiforme fibrose Entiteit 1: IgG4-gerelateerde pancreatitis o Obstructieve icterus door distale galwegstenose o Recidiverende opstoten van pancreatitis o Steatorree o Diabetes mellitus o (Let op fenomenen van allergie, eosinofilie en eosinofielen in weefsels, IgE) o (Noteer evt. antecedenten van HP) Entiteit 1: LPSP (lymphoplasmocytic sclerosing pancreatitis) o Periductale lymfoplasmocytaire infiltraten o Obliteratieve venulitis o Swirling fibrose o IgG4 positiviteit in >10 cellen/hpf (>30-50?) Obliteratieve venulitis 4

Entiteit 1: IgG4-LPSP vorm some pitfalls o Serum IgG4 negatief in ~ 30%: beperkte sensitiviteit Entiteit 1: IgG4-LPSP vorm some pitfalls o Cut-off serum IgG4 2,8 g/l: specificiteit 99% Papilbiopten mogelijk positief voor IgG4 (± 50%) o Serum en pancreasexpressie IgG4 mogelijk positief bij andere aandoeningen: beperkte specificiteit Chronische alcoholische pancreatitis Pancreas-, cholangiocarcinoom o Diffuse infiltraten van IgG4 positieve cellen in pancreasweefsel, > 30 IgG4-positieve cellen/hpf (>< focale aggregaten bij andere aandoeningen) Studie van IgG4 op colonbiopten bij geassocieerde CU Kim et al; Dig Surg, 2010 Studie van IgG4 op resectiestukken/biopten van andere weefsels Entiteit 2: IgG4-negatieve AIP o Normaal serum IgG4 (IgG4-negatieve groep) o Jongere leeftijd o Vrouwen = mannen o Europa > USA > Azië (Italiaans type) o Vooral presentatie met acute opstoten van pancreatitis o Enkel associatie met colitis ulcerosa Entiteit 2: IDCP (idiopathic duct-centric pancreatitis) o Neutrofiele infiltraten periductulair en acinair o Destructie van ducti o GEL-positief: granulocyte epithelial lesions o Obliteratieve venulitis en swirling fibrose minder uitgesproken o IgG4 positiviteit <10 cellen/hpf (of totaal afwezig) GEL s granulocyte epithelial lesions o Mijn oudste patient 61 jaar, man, obstructieve icterus 5

Entiteit 2: IDCP vorm o Normaal serum IgG4 sluit AIP niet uit o Doch hoe onderscheid? Seronegatieve IgG4 gerelateerde AIP Echte IgG4 negatieve vorm o Definitieve diagnose enkel door histologie pancreas Resectiespecimen, meestal na whipple Trucut biopsie pancreas Echo-endoscopisch geleide FNAC Autoimmune pancreatitis IgG4-gerelateerde Pancreatitis en cholangitis IgG4 gerelateerde cholangitis: casus Man, 70 jaar November 2005 o Obstructieve icterus, distale galwegstenose, vermoeden cholangiocarcinoom o Poging tot Whipple: diffuus fibrotisch pancreas, geen resectie Januari 2006 o Icterus o IgG4: 5 g/l o RX: Autoimmune Cholangio-pancreatitis o R/ Medrol in afbouwende dosis tussen 03/2006 en 7/2007 Recidieven met cholestase, steatorree in 2007 en 2010; tussentijds hoog IgG4 Telkens beter met hervatting steroiden; nu blijvende remissie met lage dosis Imuran IgG4 gerelateerde cholangitis: casus Langwerpige hilaire stenoses met distale dilatatie IgG4 gerelateerde cholangitis Vooral Hilaire galwegstricturen Beeld van hilaire inflammatoire pseudotumor Te differentiëren van Cholangiocarcinoom Primaire scleroserende cholangitis Onderscheid met klassieke PSC 6

Onderscheid met klassieke PSC > 90% geassocieerd met AIP Verhoogd serum IgG4 o Sensitiviteit 50% voor > 2,8 g/l Cave: verhoogd IgG4 mogelijk bij klassieke PSC (9%) Onderscheid met klassieke PSC Therapie Geen vaststaande schemata qua duur en dosis Klassiek en vertaald naar onze ervaring Medrol 32 mg een maand Aftemperen met 8 mg per 2 weken Totale duur 3 maanden Evt. biliaire stent verwijderd na 4-8 weken Opvolgen kliniek, labo, beeldvorming Therapie en herval LPSP, IgG4-positieve groep o Tot 60% relaps tijdens taper down of na therapie o Vooral eerste drie jaar o Herhaal therapie met corticoiden o Onderhoudsbehandeling Lage dosis corticoiden (doch tot 30% relaps) Azathioprine, mycophenolaat, methotrexaat Geen klinische trials met onderhoudsbehandeling Therapie en herval IDCP, IgG-negatieve groep o Mayo clinic ervaring: 0% relaps o Leuven ervaring: 31% relaps Therapie en herval Meer kans op relaps bij Proximale biliaire pathologie Diffuse pathologie pancreas Geen Whipple resectie Sah et al, Gastroenterology, 2010 7

Casus Autoimmune pancreatitis: besluiten (1) Autoimmune pancreatitis: besluiten (2) Proximale biliaire stenoses Diffuse pancreasaantasting Geen Whipple Herhaalde relapses Nu 2 jaar zonder relaps onder 25 mg Imuran Denk aan IgG4 pathologie en aan auto-immune pancreatitis Het zal je maar overkomen bij niet-herkende IgG4 ziekte * Whipple operatie * Bilaterale orchidectomie Normaal IgG4 in serum sluit AIP niet uit * Seronegatieve IgG4 ziekte * IgG4 negatieve AIP Verhoogd IgG4 in serum of focale aanwezigheid in weefsels is niet specifiek voor IgG4 gerelateerde ziekte Hanteer * IgG4 in serum 2.8 g/l * Diffuse IgG4 bevattende infiltraten in weefsels Onderscheid IgG4 cholangitis van PSC Hou rekening met relaps na steroiden, zowel bij LPSP als bij IDCP 8