DSM 5 Nascholing d.d Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen Eetstoornissen. Santoucha Setroikromo AIOS, LUMC

Vergelijkbare documenten
Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek

Een cognitief gedragstherapeutisch behandelprotocol voor jongeren met een selectieve en/of restrictieve voedselinname stoornis (ARFID)

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Van somatoforme stoornissen naar somatisch symptoom stoornis

Paniekaanval als specificatie

Diaboulimia. Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes. Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog

Vroeggeboorte : Als de baby geboren wordt na een zwangerschap korter dan 37 weken (WHO).

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO

Buro PUUR Missie. Soorten. Wat voor u?

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden

Psychotische stoornissen in DSM V. Mirjam Klein (supervisor Erik Giltay) Afdeling Psychiatrie LUMC, Leiden

Verwijzen naar het Centrum voor Eetstoornissen

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II

DSM-5: de algemene wijzigingen ten opzichte van de DSM-IV

Somatoforme stoornissen

CBT-E; transdiagnostische CGT. Martie de Jong Klinisch psycholoog/ Specialismeleider

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae

Bijlage van DSM V naar ICPC 1

Procedure Van DSM-IV naar DSM-5 v1. Hoofdstuk 1 Inleiding

Eetstoornissen. Drs. A. Geilen-van Hulst GZ-psycholoog/psychotherapeut. Unit Eetstoornissen RVE Psychiatrie en Psychologie Maastricht UMC+

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen

Zorgpad OSC. Inleiding

Gewichtsbeheersing: van gezond naar ziek

Inference-based approach: Obsessieve-compulsieve stoornis met ontbrekend realiteitsbesef

Stemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ

Impact van de ingebruikname van de DSM-5

SCID-5-S. Gestructureerd klinisch interview voor DSM-5 Syndroomstoornissen. Michael B. First Janet B. W. Williams Rhonda S. Karg Robert L.

Inhoud. 1 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen...25

Onderhuids. Workshop Zelfverwonding en Eetstoornissen. 9 december 2005

DECISION TOOLS De juiste zorg op de juiste plaats

De inhoud van dit thema: 2 Achtergronden en uitingsvormen. 3 De meest voorkomende eetstoornissen

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Behandeling van OCD. tony de clippele klinisch psycholoog

Wijzigingen Nevid, Psychiatrie, een inleiding, 9e editie ten opzichte van de vorige (8 e ) editie

Op naar DSM 5. Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie

Eetstoornissen bij jongeren. Verschillende eetstoornissen. Jongeren. Epidemiologie DOK h Stichting Deskundigheidsbevordering.

Angststoornissen. (Anxiety Disorders)

Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Heb ik een eetstoornis?

Somatoforme stoornissen. Bert van Hemert, psychiater

Stemmings-en angststoornissen

Centrum Eetstoornissen. Informatie voor verwijzers

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

Correcties DSM 5 : Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen

Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder

SCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE

Voedings- en eetstoornissen in de DSM-5

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES

Uitleg aanspraken geneeskundige GGZ op basis van DSM-5 classificatie

Zorgstandaard Eetstoornissen

Wie normaal is beantwoordt aan een bepaalde norm van een specifieke sociale groep.

Eetstoornis bij obesitas. Een afstudeeropdracht naar de risicofactoren die kunnen duiden op een eetstoornis bij obesitas

Lesbrief Nationaal Jeugd Musical Theater, Modelkind.

Schizofrenie en andere psychotische stoornissen

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein

EETSTOORNISSEN EEN ANDERE KIJK.

Factsheet. DSM-5 in de dbc-systematiek

Kunnen we iets leren van CBT-E voor behandeling in het algemeen?

Hans Wijbrand Hoek is opleider psychiatrie bij de Parnassia Groep, Den Haag,

CAT VRAGEN OEFENEN Week 2. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 15 maart 2013

Codeer huidige toestand van de depressieve stoornis of bipolaire I stoornis met het vijfde cijfer:

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog

Leidraad voor regionale zorgprogrammering. Landelijk Basisprogramma. Eetstoornissen. Trimbos-instituut Anneke van Wamel Maria Wassink

Specialismegroep Voedings- en Eetstoornissen presenteert: De behandeling van eetstoornissen, uitdagingen in de transitiefase

Body Dysmorphic Disorder The self detested body image which no mirror or surgeon can correct Kan EMDR het lichaamsbeeld wel corrigeren?

Dwangspectrumstoornissen Autismespectrumstoornissen

Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014

Belangrijkste wijzigingen van DSM-IV naar DSM-5

Veranderingen in de DSM-V stemmingsstoornissen. R.A. van Elmpt AIOS psychiatrie

Samenwerkingsverband Vrijgevestigde Psychologen Amsterdam

Functionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

DSM-5. Belangrijkste wijzigingen van DSM-IV naar DSM-5. whitepaper

Richtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Eetstoornissen. Symptomen

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Aanleiding. Werkgroep ZVZ. Zorgvraagzwaarte. 29 november Congres Implementatie DBC-pakket Bestuurlijk akkoord toekomst ggz

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

Centrum voor Lichamelijk Onverklaarde Klachten (CLOK)

Cognitieve gedragstherapie bij eetstoornissen

TRANSMURAAL PROTOCOL PSYCHIATRIE Herziene versie mei/juni 2009.

Burn-out en Cluster C

Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht

Wat kan ik wél doen bij angst of dwang in mijn gezin?

Bijlage. Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes

Predictoren voor behandelsucces bij de behandeling van eetbuistoornis Mirjam Lammers Klinisch psycholoog psychotherapeut

Mijn kind, een eetstoornis? Stichting Universitaire en Algemene Kinder- en Jeugdpsychiatrie Noord-Nederland

Angst, obsessieve-compulsieve stoornis en trauma in de DSM-5 A.J.L.M. VAN BALKOM, L. GABRIËLS, O.A. VAN DEN HEUVEL

Modulenaam: D3 Zelfhantering 3 : Gecombineerd onderwijs : 75% contactonderwijs/25%afstandsonderwijs

DSM-5: een inleiding. J. De Fruyt

Operatie geslaagd! Patiënt tevreden?

CBT-E Richtlijnbehandeling geschikt voor alle eetstoornissen met aandacht voor individuele verschillen

Transcriptie:

DSM 5 Nascholing d.d. 20-09-2016 Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen Eetstoornissen Santoucha Setroikromo AIOS, LUMC

Casus Waarschuwing! Bevat schokkende beelden! https://www.youtube.com/watch?v=xy7m4kzyr4q 2

Casus Classificatie volgens DSM IV? Stoornis(sen)? 3

Casus Classificatie volgens DSM IV? Stoornis(sen)? 1. a. Angststoornissen -> obsessieve-compulsieve stoornis b. Persoonlijkheidsstoornis -> obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis 2. Voedings- en eetstoornissen op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd-> Pica Wordt vervolgd.. 4

5

DSM 5 6

Grootste verschillen DSM IV vs. DSM 5 Geheel nieuwe hoofdstuk is gebaseerd op enkele visies: OCS is gerelateerd aan een aantal zogenaamde OCS-spectrumstoornissen Overeenkomst tussen OCS en stoornissen in OCGS groter is dan tussen OCS en angststoornissen Hoge mate van co-morbiditeit tussen OCS en angst- en depressieve stoornissen (tot 70%), terug te zien aan positie van hoofdstuk (vlak na SAS) Gewijzigde groeps-indeling Morfodysfore stoornis (somatoforme stoornissen) Trichotillomanie (Impulscontrole stoornissen) Geheel nieuwe stoornissen Verzamelstoornis (Hoarding) Excoriatiestoornis (huidpulkstoornis) Anders gespecificeerde OCGS Ongespecificeerde OCGS 7

Obsessieve-compulsieve stoornis DSM IV DSM 5 A. Dwanggedachten (obsessies) en/of dwanghandelingen (compulsies) B. Ergens gedurende het beloop besef dat de obsessies/compulsies overdreven of onrealistisch zijn (niet bij kinderen). C. Duidelijke verstoring van het dagelijks functioneren, aanzienlijk lijden of kosten veel tijd (> 1 uur per dag) D. De stoornis kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische stoornis E. Niet veroorzaakt door de directe fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening. Specificeer: - met gering inzicht: indien voor het grootste deel van de tijd geen besef van onredelijkheid of overdrevenheid A. Dwanggedachten (obsessies) en/of dwanghandelingen (compulsies) B. Duidelijke verstoring van het dagelijks functioneren, aanzienlijk lijden of kosten veel tijd (> 1 uur per dag) C. De stoornis kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische stoornis D. Niet veroorzaakt door de directe fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening. Specificeer: inzicht - goed/redelijk - gering inzicht - ontbrekend inzicht/waanovertuigingen Specificeer indien: tic-gerelateerd - actueel vs. VG Mate van inzicht afgrenzen met psychotische/ waan stoornissen i.v.m. keuze van behandeling Aanwezigheid van tics (30%) vanwege beloop (vanaf de jeugd), presentatie (veel symmetriegedrag), co-morbiditeit (autisme/adhd) 8

Stoornis in de lichaamsbeleving (body dysmorphic disorder, BDD) DSM IV: Somatoforme stoornissen- BDD A. Preoccupatie met vermeende onvolkomenheid van het uiterlijk met duidelijk overdreven ongerustheid. B. Klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale/beroepsmatige functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen DSM 5: OCGS Morfodysfore stoornis A. Preoccupatie met vermeende misvormingen of onvolkomenheden in het uiterlijk die door anderen niet waarneembaar zijn, of door hen als onbeduidend worden beschouwd. B. Tijdens het beloop van de stoornis worden repetitieve handelingen verricht in reactie op de ongerustheid over het uiterlijk of psychische activiteiten uitgevoerd. C. De stoornis kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische stoornis C. Klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen. D. Kan niet beter worden verklaard door de ongerustheid over lichaamsvet of gewicht bij iemand van wie de symptomen voldoen aan de criteria voor een eetstoornis. Specificeer: inzicht - goed/redelijk - gering inzicht - ontbrekend inzicht/waanovertuigingen subtype -"met musculodysfore stoornis 9

Hoarding (verzamelstoornis) DSM 5 nieuwe stoornis A. Persisterende moeite bezittingen weg te doen of er afstand van te nemen B. Sterk gevoelde behoefte om bepaalde voorwerpen te bewaren, wegdoen van voorwerpen gaat gepaard met lijdensdruk C. Moeite om bezittingen weg te doen, leidend tot problemen D. Lijdensdruk of beperkingen in het sociale functioneren E. Niet toe te schrijven aan een somatische aandoening F. Niet te verklaren door een andere psychische stoornis Specificeer: - goed/redelijk realiteitsbesef - gering realiteitsbesef - ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen Typering: - Met excessief verwerven (80-90% voldoet hieraan) Kenmerkend: Moeilijk behandelbaar Co-morbiditeit: ASS, psychose Weinig tot afwezigheid van inzicht 10

Trichotillomanie en excoriatiestoornis Passend binnen OCGS? Tegen het advies van de werkgroep Impulsies vs. Compulsies Mogelijk familiair verwantschap met OCS 11

Trichotillomanie (Haaruittrekstoornis) DSM IV: Impulsstoornissen 'stoornissen in de impulsbeheersing, niet anders omschreven A. Terugkerend uittrekken van de eigen haren, hetgeen leidt tot waarneembaar haarverlies. B. Een toenemend gevoel van spanning vlak voor het uittrekken van het haar of bij pogingen dit gedrag te weerstaan. C. Het treedt niet uitsluitend op in het beloop van AN of BN. DSM 5: Hoofdstuk OCGS A. Recidiverend uittrekken van de eigen haar, hetgeen met haarverlies als gevolg. B. Herhaaldelijke pogingen om het haar uittrekken te stoppen. C. gevolg klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen. D. Het haar uittrekken of haarverlies kan niet worden toegeschreven te schrijven aan een somatische aandoening E. Het haar uittrekken kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische stoornis 12

Excoriatiestoornis (huidpulkstoornis) DSM 5- nieuw A. Recidiverend huidpulken met huidlaesies tot gevolg. B. Herhaaldelijke pogingen om met het huidpulken te stoppen. C. Het veroorzaakt significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen. D. Het kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of aan een somatische aandoening E. Het huidpulken kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische aandoening

Rest stoornissen binnen OCGS OCGS door een middel of medicatie: intoxicatie, onttrekking, medicatie OCGS door een somatische aandoening: dwang, preoccupatie uiterlijk, verzamelsymptomen, haar uittrekken, huidpulken Anders gespecificeerde OCGS: indien niet aan alle criteria wordt voldaan Obsessieve jaloezie: preoccupatie met ervaren ontrouw van de partner Lichaamsgericht-repetitief-gedragsstoornis: nagelbijten, lipbijten, op wang kauwen Morfodysforieachtige stoornis met aanwezige onvolkomenheden: met afwijkende door anderen duidelijk zichtbaar Morfodysforieachtige stoornis zonder repetitieve handelingen Ongespecificeerde OCGS Indien clinicus kiest om niet de reden te specificeren (bijv. SEH) 14

Toekomst DSM 5.1 OCS terug naar angststoornissen? Angst meer op de voorgrond, onrust fobische component Trichotillomanie, excoriatiestoornis Impulsstoornissen? 15

Eetstoornissen 16

Grootste verschillen DSM-IV vs. DSM 5 Voedingsstoornissen: Hoofdstuk Voedings- en eetstoornissen op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd verwijderd -> Voedings- en eetstoornissen vanwege levensloopbenadering Pica, ruminatiestoornis Voedingsstoornissen op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd -> vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis Criteria aangepast om diagnose ook op latere leeftijd te kunnen stellen Eetstoornissen -> Voedings-en eetstoornissen Revisie van de classificatiecriteria voor anorexia nervosa en boulimia nervosa Toevoeging: eetbuistoornis NAO vervallen Overweging: Obesitas, niet veroorzaakt door psychische disfunctie 17

Pica DSM IV: Voedings- en eetstoornissen op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd DSM 5: Voedings- en eetstoornissen A. Persisterend eten van niet voor consumptie bestemde stoffen >1 maand B. Past niet bij het ontwikkelingsniveau van de betrokkene C. Het eetgedrag maakt geen deel uit van een cultureel geaccepteerde gewoonten of sociale norm D. Indien voorkomen binnen een context van een andere psychische stoornis, een somatische aandoening of een zwangerschap, is het ernstig genoeg om afzonderlijk aandacht te rechtvaardigen E. Specificeer indien: in remissie Co-morbiditeit: mentale retardatie, ASS, schizofrenie 18

Ruminatiestoornis DSM IV: Hoofdstuk Voedings- en eetstoornissen op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd A. Herhaalde regurgitatie en herkauwen van voedsel >1 maand volgend op een periode van normaal functioneren. B. Kan niet worden toegeschreven aan een bijkomende gastro-intestinale of andere somatische aandoening C. Het treedt niet uitsluitend op in het beloop van AN of BN. DSM 5: Hoofdstuk Voedings- en eetstoornissen A. Herhaalde regurgitatie van voedsel >1 maand. Dit kan opnieuw worden gekauwd, ingeslikt of uitgespuugd B. Kan niet worden toegeschreven aan een samenhangende gastro-intestinale of andere somatische aandoening C. Het treedt niet uitsluitend op in het beloop van AN, BN, eetbuistoornis of een vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis. D. Indien voorkomen binnen een context van een andere psychische stoornis is het ernstig genoeg om afzonderlijk aandacht te rechtvaardigen Specificeer indien: in remissie 19

Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis DSM 5 nieuw A. Eet- of voedingsstoornis (gebrek aan interesse, vermijding, angst voor aversieve gevolgen) die blijkt uit een persisterend niet voorzien in de eigen voedings en/of energiebehoefte leidend tot >1 van de volgende: 1.gewichtsverlies, 2.deficiënties, 3.afh. sondevoeding of supplementen, 4.duidelijk interfereren met psychosociale functioneren. B. Niet beter verklaard doordat er te weinig voedingsmiddelen ter beschikking zijn of ermee samenhangende culturele gewoonte C. Treedt niet uitsluitend op in het beloop van AN of BN en er zijn geen aanwijzingen voor een vertekend lichaamsbeeld D. Kan niet worden toegeschreven aan somatische aandoening of een andere psychische aandoening. Indien voorkomen binnen een context van een andere stoornis is het ernstig genoeg om afzonderlijk aandacht te rechtvaardigen Specificeer indien: In remissie 20

Anorexia Nervosa DSM IV DSM 5 A. Weigering het lichaamsgewicht te handhaven op of boven een normaal gewicht (lichaamsgewicht van minder dan 85 procent van het te verwachten gewicht) B Intense angst in gewicht toe te nemen of dik te worden, terwijl er juist sprake is van ondergewicht. C.Vertekend lichaamsbeeld, onevenredige invloed op zelfwaardering, of aanhoudend gebrek aan erkenning van de ernst van de huidige lage lichaamsgewicht D. Bij meisjes, na de menarche, amenorroe, dat wil zeggen de afwezigheid van ten minste drie achtereenvolgende menstruele cycli Specificeer het type: - Restrictief: vasten, dieet, overmatig sporten - Purgerend: eetbuien of purgeergedrag A. Het beperken van de energie-inname resulterend in een significant te laag lichaamsgewicht (gewicht dat lager is dan het minimale te verwachten) normale gewicht B. Intense angst in gewicht toe te nemen of dik te worden of aanhoudend gedrag om gewichtstoename te vermijden terwijl er juist sprake is van ondergewicht C. Vertekend lichaamsbeeld, onevenredige invloed op zelfwaardering, of aanhoudend gebrek aan erkenning van de ernst van de huidige lage lichaamsgewicht Specificeer het type: - Restrictief: vasten, dieet, overmatig sporten - Purgerend: eetbuien of purgeergedrag Specificeer actuele ernst -Licht BMI 17 kg/m2 -Matig BMI 16-16.99 kg/m2 -Ernstig BMI 15-15.99 kg/m2 -Zeer ernstig < 15 kg/m2 21

Boulimia Nervosa DSM IV DSM 5 Recidiverende episodes van vreetbuien (grote hoeveelheden en controle verlies) Recidiverend inadequaat compensatoir gedrag A. Recidiverende episodes van vreetbuien (grote hoeveelheden en controle verlies) B. Recidiverend inadequaat compensatoir gedrag C. Beide >2x/per week gedurende drie maanden voor. C. Beide >1x/per week gedurende drie maanden voor. Het oordeel over zichzelf wordt in onevenredige mate beïnvloed door de lichaamsvorm en het lichaamsgewicht. Komt niet uitsluitend voor tijdens episodes van anorexia nervosa. Specifieer -Purgerende type -Niet purgerende type D. Het oordeel over zichzelf wordt in onevenredige mate beïnvloed door de lichaamsvorm en het lichaamsgewicht. E. Komt niet uitsluitend voor tijdens episodes van anorexia nervosa. Specifieer indien: -Gedeeltelijk in remissie -Volledig in remissie Specifieer ernst: inadequaat compensatoir gedrag -Licht: 1-3x p/wk -Matig: 4-7x p/wk -Ernstig: 8-13x p/wk -Zeer ernstig: >14x p/wk 22

Eetbuistoornis (Binge eating disorder) DSM 5 nieuw A. Recidiverende eetbuien (groot, controleverlies) B. Hierbij >3 van de volgende: 1. Sneller dan normaal; 2. Eten tot oncomfortabel vol; 3. Grote hoeveelheden eten zonder hongergevoel 4. (Uit schaamte) alleen eten; 5. Gevoel van walging of somber/schuldig voelen C. Duidelijk lijden door vreetbuien D. De eetbuien komen gemiddeld >1 dag/ per week gedurende de laatste 3 maanden E. Afwezigheid van compensatoir gedrag en de stoornis komt niet uitsluitend voor tijdens het beloop van AN of BN Specificeer indien -Gedeeltelijk in remissie -Volledig in remissie Specificeer actuele ernst: eetbuien -Licht 1 tot 3x per wk -Matig: 4 tot 7 p/wk -Ernstig: 8 tot 13 p/wk -Zeer ernstig: >14 p/wk DSM IV Appendix B, voorgestelde research criteria, onderdeel NAO Doel: reductie diagnose eetstoornis NAO 23

Resttypen voedings- en eetstoornissen Andere gespecificeerde voedings- of eetstoornis Atypische Anorexia Nervosa: gewicht binnen normale waarde Boulimia Nervosa met lage frequentie en/of beperkte duur (<1xp/wk en/of <3mnd) Eetbuistoornis met een lage frequentie en/of een beperkte duur (<1xp/wk en/of <3mnd) Purgeerstoornis: purgeergedrag zonder eetbuien Nachtelijke eetsyndroom: nachtelijk eten na snachts ontwaken of overdadige consumptie na de avondmaaltijd zonder verklaring in externe invloeden Ongespecificeerde voedings- of eetstoornis Indien clinicus kiest om niet de reden te specifieren (bijv. SEH) 24

Gevolgen Introductie eetbuistoornis Reductie NAO Criteria versoepeld overdiagnosticering Toekomst? Strengere criteria Obesitas? 25

Casus- vervolg Classificatie volgens DSM 5? Stoornis(sen)? 26

Casus- vervolg Classificatie volgens DSM 5? Stoornis(sen)? 1. Obsessieve-compulsieve gerelateerde stoornissen (OCGS) -> Hoarding, inzicht: ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen 2. Voedings- en eetstoornissen-> Pica 27

Vragen?