Jaarverslag 2012 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij



Vergelijkbare documenten
2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Deelnemersbestand en uitvoeringskosten

Jaarverslag 2011 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Bestuursverslag 2014 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij

Verkort jaarverslag 2013

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Verkort jaarverslag 2016

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Terugblik 2011 in cijfers

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

stichting pensioenfonds wonen

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Het Garantiepensioen met collectief beleggen en kasstroommatch

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling november 2014

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Beschikbarepremieregeling (x 1.000) Beleggingen voor risico deelnemers (Robeco)

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Verkort jaarverslag PHI 2012

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Beschikbare premieregeling (x 1.000) Beleggingen voor risico deelnemers (Robeco)

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Verkort jaarverslag 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Premie en pensioenuitkeringen Totale premie Pensioenuitkeringen Toeslagverlening inactieven 0,0% 0,0%

Memo. Van TKP. Kenmerk. Datum 15 juni Onderwerp Communicatie-verplichtingen IORP II. Aantal pagina s 7 1/7

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Later AOW en pensioen

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Stichting Norit Pensioenfonds

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

J a a r v e r s l a g

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

Haarlem 19 juni 2018 Boxmeer 21 juni 2018 Oss 21 juni 2018

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds voor de Accountancy en Administratieve en Fiscale Dienstverlening

HERSTELPLAN 31 maart 2009

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Verkort jaarverslag 2013

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Grens volledige indexatie 141% 1 114% 115% complex 125% Indexatie 2.53% 0.00% 0.00% 0.00% 0.00%

Transcriptie:

Jaarverslag 2012 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij Datum rapport 25 juni 2013 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur

1

Inhoudsopgave Bestuursverslag 4 1. Voorwoord 5 Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 6 2. Algemene informatie 7 2.1 Juridische structuur 7 2.2 Doelstelling 7 2.3 Herverzekering pensioenaanspraken 8 2.4 Personalia 8 3. Financiële positie en beleid in 2012 11 3.1 Beleid 11 3.2 Risicobeheer 12 3.3 Financiële positie 14 4. Beleggingen 17 4.1 Algemeen 17 4.2 Beleggingen in het garantiecontract 17 4.3 Overige beleggingen 18 4.4 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 19 4.5 Vooruitblik 2013 19 4.6 Z-score 20 5. Pensioenen 21 5.1 Inleiding 21 5.2 Pensioencommunicatie 21 5.3 Pensioenadministratie 22 5.4 Uitvoeringskosten 24 5.5 Pensioenregeling 25 5.6 Nieuwe wetgeving 26 6. Actuariële analyse 31 7. Besturing en naleving wetgeving 33 7.1 Algemeen 33 7.2 Bestuursaangelegenheden 33 7.3 Goed pensioenfondsbestuur 33 7.4 Rapport van de visitatiecommissie 35 7.5 Informatie vanuit toezicht van DNB en AFM 36 7.6 Gedragscodes 36 7.7 Organisatie en uitvoering 37 7.8 Statuten en reglementswijzigingen in 2012 37 8. Verwachte gang van zaken 38 Jaarrekening 39 9. Jaarrekening 40 9.1 Balans (na bestemming van het saldo van baten en lasten) 40 9.2 Staat van baten en lasten 41 9.3 Kasstroomoverzicht 42 9.4 Toelichting op de jaarrekening 43 Overige gegevens 66 10. Overige gegevens 67 10.1 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten 67 10.2 Gebeurtenissen na balansdatum 67 10.3 Actuariële verklaring 68 2

10.4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 70 10.5 Statutaire zeggenschapsrechten 72 Bijlagen 73 Bijlage 1 Deelnemersbestand Bijlage 2 Begrippenlijst 3

Bestuursverslag 4

1. Voorwoord Graag bieden wij u het jaarverslag 2012 van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij (hierna het fonds ) aan. In dit jaarverslag legt het bestuur verantwoording af over het gevoerde beleid in 2012, de achterliggende overwegingen bij de vaststelling van het beleid en de uitkomsten hiervan voor het pensioenfonds. In dit verslag wordt ook vooruitgekeken naar enkele ontwikkelingen in 2013. De jaarrekening is gecontroleerd door Deloitte Accountants B.V. De controleverklaring van de onafhankelijke accountant en de verklaring van de certificerend actuaris AON Hewitt B.V. zijn achter in het jaarverslag opgenomen. Het afgelopen jaar was economisch wederom een moeilijk jaar. De Europese schuldencrisis bleef ook in 2012 voortduren. Toch zijn de beleggingsresultaten van ons fonds goed te noemen. Helaas wordt dit effect deels weggenomen door de stijgende verplichtingen van het fonds, wat weer een gevolg is van de dalende marktrente. De herverzekering zorgt ervoor dat het effect op onze dekkingsgraad zeer gering is. Zo zijn de deelnemers ervan verzekerd dat het opgebouwde pensioen wordt uitbetaald en toegekende uitkeringen intact blijven. Door deze garantie is het korten van pensioenrechten bij ons fonds niet aan de orde. In 2012 heeft het fonds zelfs na vele jaren een toeslag kunnen verlenen op de opgebouwde en de ingegane pensioenen ter grootte van 1,2%. De garantie is overigens niet gratis, daar betaalt ons fonds een prijs voor. De FTK dekkingsgraad is ten opzichte van 2011 met 0,7 %-punt gestegen tot 109,6%. Het totaalrendement op de beleggingen bedroeg in 2012 19,6 % (2011: 15,25%). Bij het bestuur staat een evenwichtige belangenafweging ten aanzien van alle bij het pensioenfonds betrokken partijen voorop. Het bestuur is van mening dat er structurele wijzigingen in de pensioentoezegging doorgevoerd moeten worden om tot een solide financiële opzet van het fonds te komen. Gestreefd moet worden naar evenwicht tussen ambitie in de pensioenregeling en de premie die betaald wordt voor pensioenopbouw. Hierbij dient ook aandacht te zijn voor de ontwikkeling van de kosten en van de bestuurslast. Aan cao-partijen is verzocht om hiervoor in 2013 samen met het bestuur een visie te ontwikkelen. Het pensioenfondsbestuur heeft aangegeven hiervoor de noodzakelijke analyses en projecties beschikbaar te willen stellen. De cao-partijen hebben hier inmiddels gehoor aan gegeven en zijn een onderzoek gestart. Eind 2013 zullen de resultaten hiervan bekend zijn. Ook in 2013 zorgt nieuwe wetgeving ervoor dat het onderwerp van de aansturing van het pensioenfonds en de invulling van de nodige beleidsmaatregelen op het gebied van risicobeheersing, deskundigheidsbevordering en governance weer de nodige aandacht gaat vergen. Wij nodigen u graag uit tot het lezen van dit jaarverslag. Amsterdam, 25 juni 2013 A. van den Brink C. Blonk (Vice-voorzitter) (Secretaris) 5

Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen Bedragen x 1.000 2012 2011 2010 2009 2008 Aantal verzekerden* Werkgevers 33 34 33 33 33 Deelnemers 863 857 812 799 729 Gewezen deelnemers 1.820 1.917 1.963 2.996 2.986 Pensioengerechtigden 861 849 846 862 860 Pensioenen Kostendekkende premie 2.974 2.690 2.937 3.090 2.379 Gedempte premie 2.510 2.466 2.596 2.312 0 Feitelijke premie (exclusief afrekening oude jaren) 2.838 2.857 3.019 2.629 2.566 Herverzekeringspremie 3.565 3.147 nvt nvt nvt Uitvoeringskosten 499 529 876 792 545 Uitkeringen 1.667 1.586 2.446 1.375 1.265 Financiële gegevens Technische voorzieningen 73.095 66.324 57.109 49.693 49.967 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 73.095 66.324 nvt nvt nvt Algemene reserves 6.999 5.273 0 0 0 Beleggingsreserves** 0 665 665 2.142 0 Opbrengst uit vermogen*** 5.220 7.121 6.212 3.973-5.458 Resultaat boekjaar 1.061 5.273-1.477 4.961-17.549 Actuele dekkingsgraad in % 109,6% 108,9% 101,2% 104,3% 94,4% Vereiste dekkingsgraad in % 101,0% 101,0% 117,6% 115,7% 116,6% Beleggingen Actieve portefeuille (AEGON) 77.628 64.942 nvt nvt nvt Overige beleggingen (F&C en SAV) 244 998 57.589 51.614 46.406 Beleggingsrendement per jaar Portefeuille**** 19,6% 15,25% 10,6% 9,7% -10,2% Z-score -6,355 6,529 0,236-0,050-2,310 P-toets***** -0,87 1,76-1,21-1,05-1,52 *De groep gewezen deelnemers bestaat uit 1446 gewezen deelnemers en daarnaast 374 deelnemers die formeel wel uitkeringsgerechtigd zijn, maar geen uitkering hebben opgevraagd. Deze groep is als aparte groep onder de gewezen deelnemers geclassificeerd. **Omdat de beleggingen voor risico pensioenfonds ultimo 2012 nagenoeg geheel verkocht zijn, is besloten de gevormde beleggingsreserves vrij te laten vallen ten gunste van de algemene reserves. ***betreft de baten uit herverzekering alsmede rendementen op de overige beleggingen ****betreft het rendement van de actieve portefeuille (AEGON). *****betreft de P-toets exclusief het vrijstellingsbesluit van 1,28. 6

2. Algemene informatie 2.1 Juridische structuur De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij is in 1964 in het leven geroepen en voert de pensioenregeling uit voor werknemers die vallen onder de cao Trawlvisserij en/of cao Haringpakkers, schuur-, erf- en technisch personeel. Het pensioenfonds is opgericht en wordt in stand gehouden door de volgende organisaties: Redersvereniging voor de Zeevisserij te Rijswijk Nederlandse Bond van Haringhandelaren te 's-gravenhage CNV Vakmensen te Utrecht FNV Bondgenoten te Utrecht. Het bedrijfstakpensioenfonds is een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds (de verplichtstelling geldt vanaf de start van het pensioenfonds in 1964). Het pensioenfonds is statutair gevestigd in Amsterdam. 2.2 Doelstelling De doelstellingen van het pensioenfonds zijn: te voorzien in een oudedagsvoorziening voor de werknemers in de bedrijfstak zeevisserij en/of groothandel in gezouten haring; een pensioen te garanderen voor de nabestaanden van deelnemers en pensioengerechtigden; de pensioenopbouw van deelnemers zeker te stellen ingeval van arbeidsongeschiktheid. Het pensioenfonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de in de pensioenovereenkomst gedefinieerde pensioenregelingen voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. De ambitie is een duurzaam en betrouwbaar pensioenfonds te zijn dat zijn financiële verplichtingen en ambities nu en in de toekomst waar kan maken. Het pensioenfonds voorziet hiertoe in het op lange termijn verstrekken van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten en streeft hierbij naar het waardevast houden van de opgebouwde pensioenen, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Dat wil zeggen dat er geen recht op toeslagverlening is en dat het op de langere termijn niet zeker is of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het pensioenfonds heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, toeslagverlening, beleggingen en communicatie om de genoemde doelstellingen te bereiken. Dit beleid is vastgelegd in diverse documenten, waarvan de Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) het belangrijkste is. Met het jaarverslag legt het bestuur aan belanghebbenden verantwoording af over het gevoerde beleid. 7

2.3 Herverzekering pensioenaanspraken Het pensioenfonds heeft de pensioenregeling herverzekerd bij AEGON Levensverzekering N.V. Het verzekeringstechnische risico is bij deze maatschappij ondergebracht en vastgelegd in een garantieovereenkomst die loopt tot en met 31 december 2015. De herverzekeringsmaatschappij garandeert de tarieven tot en met de einddatum van de uitbestedingsovereenkomst en daarna levenslang de op 31 december 2015 gefinancierde pensioenen. 2.4 Personalia Het bestuur Het bestuur van het fonds is paritair samengesteld en bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Het bestuur is belast met het besturen van het pensioenfonds, het bepalen van het beleid, het beheer van het fondsvermogen, en met het innen van de pensioenpremies en het doen van uitkeringen. Als eindverantwoordelijke voor de uitvoering van de door sociale partners overeengekomen pensioenregeling, streeft het bestuur naar optimale verhouding tussen kosten en kwaliteit. De kernwaarden betrouwbaarheid, zorgvuldigheid, openheid en soberheid zijn de leidraad voor het handelen van het bestuur. Zowel het algemeen strategisch als het dagelijks beleid wordt vastgesteld door het volledige bestuur. Bevoegdheden Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het pensioenfonds. De bevoegdheden worden gebruikt in overeenstemming met de vastlegging van het beleid in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Besluitvorming Geldige besluiten kunnen genomen worden in bestuursvergaderingen, waarin tenminste één werkgeverslid en één werknemerslid aanwezig zijn, mits niet vóór de vergadering hiertegen bezwaren zijn ingediend. De besluiten van het bestuur worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. In de vergadering van het bestuur is de volgende stemverdeling van kracht: - twee stemmen voor het bestuurslid namens de Redersvereniging voor de Zeevisserij; - één stem voor het bestuurslid namens de Nederlandse Bond van Haringhandelaren; - twee stemmen voor het bestuurslid namens CNV Vakmensen; - één stem voor het bestuurslid namens FNV Bondgenoten. Bij afwezigheid van een bestuurslid brengt ieder van de werkgeversleden respectievelijk van de werknemersleden van het bestuur evenveel stemmen uit als er leden van de andere groep aanwezig zijn. 8

Per 31 december 2012 was de samenstelling van het bestuur als volgt: Bestuursleden Functie Plaatsvervangers Organisaties Bestuurslid sinds M. Schaap* Voorzitter 01.10.2011 C. Blonk Secretaris C. Ansink J. Jansen Bestuurslid Vacature Redersvereniging voor de Zeevisserij Nederlandse Bond van Haringhandelaren 23.05.2001 01.01.2006 A van den Brink Vice-voorzitter Th. De Jong CNV Vakmensen 01.02.2011 A. Sta Plv. secretaris H. Hylkema FNV Bondgenoten 21.11.2008 * Het bestuur heeft een onafhankelijk voorzitter zonder stemrecht Wijzigingen in het bestuur Per 1 januari 2013 heeft de heer Sta zijn bestuurslidmaatschap neergelegd. Momenteel loopt de benoemingsprocedure voor mevrouw M. Kremers (FNV Bondgenoten) als de beoogde opvolger van de heer Sta. Deelnemersraad en verantwoordingsorgaan per 31 december 2012 Het fonds heeft een deelnemersraad en een verantwoordingsorgaan ingesteld. Beide organen waren aan het eind van het verslagjaar nog niet actief omdat ook in 2012 geen invulling gegeven kon worden aan de bemensing binnen de volgens het reglement aangegeven voorwaarden. Visitatiecommissie In 2012 heeft een visitatieronde plaatsgevonden. Het verslag van de visitatie is in dit jaarverslag opgenomen. Vermogensbeheerders Het vermogensbeheer is uitbesteed aan de volgende uitvoerders: AEGON Asset Management B.V. te Den Haag (ongeveer 99,7% van het vermogen) F&C Netherlands te Amsterdam en Syntrus Achmea Vastgoed te Amsterdam (samen ongeveer 0,3% van het vermogen). Certificerend actuaris De heer Ir. P.M. Wouda AAG, verbonden aan Aon Hewitt, gevestigd te Amsterdam. De certificerend actuaris waarmerkt jaarlijks de aan De Nederlandsche Bank te verstrekken actuariële staten - waaronder begrepen het actuarieel verslag met de daarin opgenomen actuariële verklaring. Certificerend accountant De heer drs. M. van Luijk RA, verbonden aan Deloitte Accountants B.V., gevestigd te Amsterdam. De certificerend accountant controleert jaarlijks, de onder verantwoordelijkheid van het bestuur, opgestelde jaarrekening en DNB-staten. Adviserend actuaris In 2012 was de heer J. Dankers, verbonden aan AON Hewitt, de adviserend actuaris. Vanaf 2013 laat het fonds zich voor actuariële adviezen bijstaan door de heer Y. Hauet, verbonden aan Sprenkels en Verschuren. 9

Pensioenbeheer De pensioenadministratie, uitkeringsadministratie en financiële administratie alsmede de bestuursondersteuning zijn uitbesteed aan TKP Pensioen B.V. te Groningen. Herverzekering AEGON Levensverzekering N.V. treedt op als herverzekeraar van het fonds. Compliance Officer De compliance officer van het fonds is de heer B. Peters van het Nederlands Compliance Instituut (NCI). De compliance officer heeft onder andere als taak toe te zien op de naleving van de gedragscode door de bestuursleden. Organogram 10

3. Financiële positie en beleid in 2012 3.1 Beleid Het bestuur heeft beleid ontwikkeld op het gebied van beleggingen, premie en toeslagen om de risico s en de financiële positie van het pensioenfonds te beheersen. Bij het maken van beleidskeuzes worden de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig afgewogen. Het beleid moet worden uitgevoerd binnen de kaders van de pensioenregeling. Dit beleid staat omschreven in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). 3.1.1 Beleggingsbeleid Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het strategische beleggingsbeleid. Onder het strategisch beleggingsbeleid wordt verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische beleggingsportefeuille en bandbreedtes, de benchmarks en de selectie en aanstelling van de vermogensbeheerders. De vermogensbeheerder is binnen de geformuleerde randvoorwaarden vrij in de wijze van belegging en herbelegging. De vermogensbeheerder is verantwoordelijk voor het administreren van de beleggingen en rapporteren over de beleggingen aan bestuur en beleggingscommissie. De beleggingsportefeuille is ondergebracht in het Strategic Allocation Fund Equity, Strategic Allocation Fund Fixed Income en Strategic Allocation Fund Fixed Income LDO long duration. Op deze manier wordt voor 65% belegd in vastrentende waarden en voor 35% belegd in zakelijke waarden, waarbij gestreefd wordt dat 75% van de durationgap afgedekt wordt. Er wordt belegd in een gediversifieerde portefeuille van vastrentende waarden (hypotheken, staats- en bedrijfsobligaties, Emerging Market Debt Fund en Asset Backed Securities) en zakelijke waarden (aandelen, vastgoed, grondstoffen, high yield, hedge funds en private equity). Deze mix heeft een optimale strategische allocatie gemeten naar risico (ten opzichte van de verplichtingen) en rendement. Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van een actief beleid over en binnen de beleggingscategorieën, landen, sectoren, individuele bedrijven en door het innemen van duration- en yieldcurve posities bij obligaties. De strategische verdeling ultimo 2012 was als volgt: 11

3.1.2 Premiebeleid Het bestuur heeft besloten om per 1 januari 2012 de premie ongewijzigd te laten, mede gezien de te verwachten politieke besluitvorming rondom wijzigingen in het pensioenstelsel. De pensioenpremie is verschuldigd over het loon voor de werknemersverzekeringen. De premie- en de pensioengrondslag zijn voor het fonds in beginsel gelijk aan het, zo nodig gemaximeerde, loon voor de werknemersverzekeringen minus een franchise. Voor vaststelling van de pensioenpremie en de premiegrondslag zijn de hoogte van het maximumloon en de hoogte van de franchise voorts evenredig aan het deeltijdpercentage. Hierbij moet worden opgemerkt dat voor de deelnemende vissers niet met een deeltijdpercentage gewerkt wordt. Voor hen wordt gerekend met loondagen en wordt altijd het deeltijdpercentage 100,00 gehanteerd. 3.1.3 Toeslagbeleid Het beleid zoals dat door het pensioenfonds wordt gevoerd, is in overeenstemming met categorie D.1 van de toeslagenmatrix. Het toeslagbeleid is per 1 januari 2012 gewijzigd en luidt: Een toeslagambitie van tenminste 50 % van de stijging van het CPI-prijsindexcijfer, alle huishoudens o.b.v. de indexcijfers van april van ieder jaar; De toeslag is strikt voorwaardelijk; Een eventuele aanpassing geschiedt per 1 juli van elk jaar; De dekkingsgraad na het verlenen van de toeslag moet tenminste 105 % bedragen en Bij een voldoende dekkingsgraad in enig jaar kan besloten worden om de in het verleden ontstane indexatieachterstand alsnog (voor een deel) toe te kennen. Het bestuur van het pensioenfonds voor de Zeevisserij beslist jaarlijks of het een toeslag verleent. Dit kan alleen als daarvoor voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Besloten is om per 1 juli 2012 een toeslag te verlenen van 1,2%. 3.2 Risicobeheer Een goede beheersing van de interne bedrijfsprocessen bij pensioenfondsen is noodzakelijk om de aangegane verplichtingen jegens deelnemers en pensioengerechtigden te kunnen nakomen. Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de risico s verbonden aan de uitvoering van de pensioenregeling die door het pensioenfonds zelf gedragen worden. Deze risico s worden geïnventariseerd en periodiek vastgesteld in de ABTN, waarin ook de verzekeringstechnische aspecten van de regeling worden omschreven en waarmee het pensioenfonds uitvoering geeft aan de wettelijke vereisten. Ten behoeve van het interne beheersingssysteem heeft het bestuur de risico s van het fonds geanalyseerd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen financiële risico s en uitbestedingsrisico s. Financiële risico s Het fonds heeft zijn nominale pensioenverplichtingen (risico s die verband houden met langleven, sterfte en arbeidsongeschiktheid) volledig herverzekerd bij AEGON. De herverzekering betreft een zogenaamd garantiecontract. Ook het beleggingsrisico is middels 12

dit garantiecontract herverzekerd. Ter zake hiervan wordt door de verzekeraar voor het pensioenfonds een gesepareerd beleggingsdepot aangehouden. Garantiecontract/ Herverzekering Het pensioenfonds heeft per 1 januari 2011 voor een periode van vijf jaar zijn pensioenregeling herverzekerd bij AEGON Levensverzekering N.V. Het verzekeringstechnische risico (risico s die verband houden met langleven, sterfte en arbeidsongeschiktheid) is bij deze maatschappij ondergebracht en vastgelegd in een garantieovereenkomst die loopt tot en met 31 december 2015. De herverzekeringsmaatschappij garandeert de tarieven tot en met de einddatum van de uitbestedingsovereenkomst en daarna levenslang de op 31 december 2015 gefinancierde pensioenen. De uitkeringen van de binnen de contractperiode opgebouwde pensioenen zijn hiermee gegarandeerd. De herverzekeraar heeft de als tegenwaarde van de pensioenverplichtingen aangehouden beleggingen ondergebracht in een gesepareerd beleggingsdepot, hiermee is het beleggingsrisico ook herverzekerd. Het pensioenfonds heeft recht op de overrente die met dit gesepareerde beleggingsdepot wordt gerealiseerd. Het pensioenfonds deelt voor 63% in de technische resultaten welke de herverzekeraar behaalt. Het bestuur heeft een zogenaamd FTK-garantiecontract afgesloten. Dit is een contract op basis van volledige herverzekering met garantie, echter volledig op basis van marktwaarde. Waardering volledig herverzekerde contracten binnen het FTK Binnen de kaders van het FTK wordt de uitbestedingsovereenkomst van het pensioenfonds gezien als volledige herverzekering om de volgende redenen. Wanneer het pensioenfonds na contractsbeëindiging kiest voor premievrije voortzetting van de uitbestedingsovereenkomst zal de herverzekeraar geen betaling van eerder genoemde garantiekosten vragen, maar zal deze verrekenen met de gegenereerde overrente. Indien in enig jaar de overrente niet voldoende is om daaruit de kosten geheel te financieren, zal het niet verrekende deel van de kosten doorschuiven naar volgende jaren ter verrekening met toekomstige overrente. Geactiveerde (negatieve) overrente in gesepareerd beleggingsdepot In het bij de herverzekeraar aangehouden gesepareerde beleggingsdepot is sprake van een zogenaamde geactiveerde overrente. Het fonds kent deling in de in het depot behaalde overrendementen (verschil tussen behaald beleggingsrendement en benodigde intrest); positieve resultaten worden ten gunste van het fonds in rekening-courant geboekt. Eventuele negatieve rendementen worden niet ten laste van het fonds gebracht, maar worden in het depot geactiveerd. Deze zullen worden verrekend met eventuele toekomstige positieve rendementen voordat die weer volledig zullen bijdragen aan een stijging van het vrije vermogen van het fonds. In de met de herverzekeraar afgesloten verzekeringsovereenkomst is bepaald dat, indien het fonds de overeenkomst niet verlengd en de op de einddatum van de overeenkomst opgebouwde aanspraken achterlaat bij de verzekeraar, de op dat moment aanwezige negatieve overrente volledig ten laste van de verzekeraar zal komen. Indien bij het niet verlengen van de overeenkomst de opgebouwde aanspraken worden overgedragen naar een andere uitvoerder, zal de negatieve overrente worden verrekend met de overdrachtswaarde. Beleggingsrisico s van de overige beleggingen Het bestuur stelt de strategische beleggingsmix en tactische bandbreedtes vast alsmede de benchmark. Voor de beleggingen wordt gebruik gemaakt van beleggingsfondsen. Het bestuur 13

van het pensioenfonds heeft derhalve geen rechtstreekse invloed op het beleggingsbeleid binnen de beleggingsfondsen. De risicobeheersing binnen de beleggingsfondsen is op hoofdlijnen vormgegeven door randvoorwaarden. De vermogensbeheerders zijn verantwoordelijk voor het tactische en operationele beleggingsbeleid en zijn binnen de hier geformuleerde randvoorwaarden vrij in de wijze van belegging en herbelegging. Verder is de vermogensbeheerder verantwoordelijk voor het verzamelen van gegevens, administreren en rapporteren over de beleggingen aan het bestuur. Uitbestedingsrisico Bij de uitbesteding handelt het bestuur conform de Pensioenwet, waarbij ervoor wordt zorg gedragen dat er sprake is van een adequate beheersing van de risico s die zijn verbonden aan het uitbesteden van werkzaamheden door een fonds. Uitbesteding is alleen geoorloofd indien er voldoende waarborgen kunnen worden verkregen voor het handhaven van een beheerste en integere bedrijfsvoering evenals ter zake van fraudepreventie. Het fonds zal met derden een uitbestedingsovereenkomst aangaan. In voorkomende gevallen worden met de uitvoerende organisatie nadere afspraken omtrent procedures, processen, informatieverschaffing en te leveren diensten vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA). In een SLA worden tenminste ook afspraken vastgelegd over de administratieve organisatie, de autorisatie en procuratiesystemen en de interne controle van de uitvoerende organisatie. Door de administrateur wordt inzake het jaarwerk een managementverklaring aan het bestuur verstrekt. Kredietrisico herverzekeraar Als gevolg van een herziening van het Besluit Financieel Toetsingskader pensioenfondsen (Besluit FTK) op 1 februari 2011, is het pensioenfondsen toegestaan het kredietrisico buiten beschouwing te laten bij de berekening van het Vereist Eigen Vermogen en de waardering van de vordering op de herverzekeraar op marktwaarde. Het bestuur heeft, gezien de ongewijzigde ontwikkeling in de solvabiliteitrating van AEGON Levensverzekering N.V. (hetgeen onder meer is te zien door de ongewijzigde rating door Standard en Poor s ), besloten om geen kredietafslag te bepalen op de vordering op de herverzekeraar ultimo boekjaar. 3.3 Financiële positie Algemeen Een maatstaf om de financiële positie van een pensioenfonds te bepalen is de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft het pensioenvermogen als percentage van de contante waarde van de pensioenverplichtingen weer. Per 1 februari 2011 is een herziening voor herverzekerde pensioenfondsen in werking getreden in het Financieel Toetsingskader (FTK). Op grond van deze herziening mogen pensioenfondsen die hun risico s bij een verzekeraar hebben verzekerd het kredietrisico op die verzekeraar buiten beschouwing laten bij de berekening van het vereist eigen vermogen. Het vereist eigen vermogen van het fonds bedraagt 1,0% van de technische voorziening. Volgens de verslagleggingregels voor herverzekerde garantiecontracten staan de beleggingen niet op de balans van het fonds. Tegenover de verplichtingen op de passivazijde van de balans staan op de activazijde de vorderingen op de herverzekeraar. Door deze wijze van presenteren worden de risico s welke het fonds loopt inzichtelijk gemaakt; door het gelijkstellen van de vordering op de herverzekeraar aan de verplichting van het fonds (en de beleggingen feitelijk niet op de balans zichtbaar te maken) ontstaat de situatie dat het beleggingsrisico niet tot uitdrukking komt in de jaarcijfers van het fonds. Dit sluit aan op de gedachte achter het met de herverzekeraar afgesloten garantiecontract. Het fonds ontvangt jaarlijks haar aandeel in de 14

behaalde positieve overrente. Indien de overrente in enig jaar negatief is, zal deze niet met het fonds worden verrekend, maar binnen het depot worden geactiveerd en verrekend met toekomstige positieve overrente. Wanneer in enig jaar het beleggingsresultaat negatief is, vertaalt dit zich dat in een onttrekking aan de vrije reserve van het fonds. Deze vrije reserve betreft een overschot aan middelen welke het fonds in het gesepareerd beleggingsdepot aanhoudt. Aangezien tegenover deze middelen geen voorziening wordt aangehouden, betreffen dit feitelijk vrije middelen van het fonds; een eventueel negatief beleggingsrendement in enig jaar zal dan ook (voor het respectievelijke deel) aan de vrije reserve worden onttrokken. Een eventueel negatief rendement wat wordt behaald over de middelen welke ter dekking van de pensioenverplichtingen worden aangehouden, zal niet direct bij het fonds in rekening worden gebracht, maar worden verrekend met toekomstige positieve resultaten. Voor het beleid is een aantal vermogensposities van belang. De volgende grenzen worden onderscheiden. Minimaal vereist eigen vermogen: het minimaal vereist eigen vermogen is de ondergrens van het vereist eigen vermogen. Indien het fonds niet over het minimaal vereist vermogen beschikt, is sprake van een dekkingstekort. In 2012 is de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen 101,0% van de voorziening pensioenverplichtingen (2011: 101,0%). Vereist eigen vermogen: het vereist eigen vermogen is het vermogen dat nodig is om te bewerkstelligen dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen een jaar het eigen vermogen na één jaar negatief wordt. Indien het fonds niet over het vereist eigen vermogen beschikt, is sprake van een reservetekort. Ultimo 2012 bedraagt de dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen 101,0% (2011: 101,0%). Ontwikkeling dekkingsgraad De dekkingsgraad kan wijzigen door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de marktrente. De toename van de dekkingsgraad in 2012 wordt grotendeels veroorzaakt door de positieve overrente die het fonds in 2012 heeft behaald ( 4.100 duizend). Deze bedroeg, na aftrek van de negatieve overrente uit 2011, 3.473 duizend. Dit positieve resultaat wordt verklaard doordat het beleggingsresultaat in 2012 ( 12.800 duizend) hoger was dan de benodigde interest voor de pensioenopbouw binnen het depotverslag ( 8.700 duizend). De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op marktwaarde met behulp van rentetermijnstructuur. Iedere maand wordt deze door de DNB gepubliceerd. Op 10 september 2012 heeft het Actuarieel Genootschap de nieuwe AG-prognosetafel 2012-2062 gepubliceerd. In overeenstemming met het advies van het AG om ervaringssterfte, zijnde onder,- of oversterfte ten opzichte van de gehele bevolking, niet langer middels leeftijdsterugstellingen in de prognosetafels te verwerken, maar volgens een leeftijdsafhankelijke correctiefactor, heeft in 2012 wederom een sterfteonderzoek plaatsgevonden. Daarop heeft het bestuur besloten de pensioenverplichtingen te waarderen volgens de nieuwe prognosetafels na toepassing van leeftijdsafhankelijke correctiefactoren. Het negatieve effect van deze schattingswijziging op de voorziening bedraagt 698 duizend of 1%-punt. Voor de dekkingsgraad van het fonds heeft dit geen gevolgen omdat het herverzekeringsdeel van de technische voorziening exact het tegenovergestelde effect laat zien. 15

Tegen de achtergrond van het Septemberpakket pensioenfondsen heeft de overheid besloten vanaf 30 september 2012 de methodiek voor de vaststelling rentetermijnstructuur (RTS) voor pensioenfondsen aan te passen. Op grond van artikel 2 lid 2 van het Besluit FTK dient vanaf die datum de Ultimate Forward Rate (UFR) gebruikt te worden voor de discontering van pensioenverplichtingen. Deze overgang is aan te merken als schattingswijziging en had in 2012 een positief effect op de voorziening van circa 6% punt en bedraagt 4.515 duizend. Voor de dekkingsgraad van het fonds heeft dit geen gevolgen omdat het herverzekeringsdeel van de technische voorziening exact het tegenovergestelde effect laat zien. Voor nadere analyse wordt verwezen naar pagina 44. Uiteindelijk steeg de dekkingsgraad ten opzichte van eind 2011 met 0,7%. Financiële positie De werkelijke dekkingsgraad is 109,6% en daarmee hoger dan de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen van 101,0%. Daarmee is ultimo 2012 sprake van een financiële positie die voldoende is. 16

4. Beleggingen 4.1 Algemeen De wereldwijde economische groei was door de intensivering van de Europese schuldencrisis in 2012 lager dan in 2011. De economie van de Verenigde Staten groeide echter wel gestaag door en ook de Amerikaanse financiële sector staat er goed voor. Daar is de kredietcrisis voortvarend aangepakt, zodat banken in staat zijn om geld uit te lenen tegen een lage rente. Bovendien vormen de Verenigde Staten, in tegenstelling tot Europa, een fiscale unie, waardoor individuele staten makkelijker geld kunnen lenen. Verder werden pijnlijke bezuinigingsmaatregelen uitgesteld vanwege het verkiezingsjaar 2012 en voert de Amerikaanse centrale bank een zeer ruim monetair beleid, onder andere via diverse opkoopprogramma s. Macro-economisch gezien was 2012 voor veel Europese landen een moeilijk jaar met stagnerende groei, oplopende werkloosheid en forse begrotingstekorten. Dit remde de binnenlandse vraag, zodat deze landen het vooral van hun export naar buiten de Europese Unie moesten hebben. Ook China had last van de Europese recessie omdat het minder kon exporteren. Verder zat China door een grote investeringsgolf met omvangrijke, maar wel onrendabele bouw- en woningprojecten in zijn maag. Door al deze problemen was het twijfelachtig of China zijn hoge groeipercentages kon handhaven. In de loop van 2012 bleek de Chinese economie toch goed te presteren. Het jaar 2012 was een sterk beleggingsjaar voor het pensioenfonds. Het rendement, inclusief het Long Duration overlay (LDO), voor de beleggingsportefeuille van Zeevisserij is uitgekomen op 19,6%. Het resultaat van het LDO (afdekking van het renterisico) was, als gevolg van de sterk gedaalde rente, 111,50%. 4.2 Beleggingen in het garantiecontract De beleggingsportefeuille zoals opgenomen in het beleggingsmandaat bestaat uit een drietal Strategic Allocation Funds: Strategic Allocation Fund Equity Strategic Allocation Fund Fixed Income Strategic Allocation Fund Fixed Income LDO Het Strategic Allocation Fund Equity beleggingsbeleid is gericht op risicoreductie door middel van spreiding over en binnen verschillende beleggingscategorieën. Het beleggingsproces is tevens gericht op waardetoevoeging door middel van het door de Beheerder te voeren beleid. Het Fonds belegt, direct of indirect, hoofdzakelijk in zakelijke waarden, daarbij streeft het naar een optimaal risico-rendement profiel door te beleggen in verschillende goed gespreide beleggingscategorieën. Het Strategic Allocation Fund Fixed Income hanteert eenzelfde beleggingsbeleid, alleen belegt dit fonds, direct of indirect, hoofdzakelijk in vastrentende waarden. Het Strategic Allocation Fund Fixed Income Long Duration beleggingsbeleid is gericht op risicoreductie door middel van spreiding over en binnen verschillende beleggingscategorieën. Het beleggingsproces is tevens gericht op waardetoevoeging door middel van het door de Beheerder te voeren beleid. Het Fonds belegt, direct of indirect, hoofdzakelijk in vastrentende waarden waarbij de duration wordt verlengd middels derivaten. Het Fonds streeft naar een verlenging van de duration van de vastrentende waarden in het Fonds met 20 jaar. De 17

Beheerder mag nieuwe beleggingscategorieën toevoegen indien deze waarde toevoegen en/of het risico reduceren. Het Fonds streeft naar een optimaal risico-rendement profiel door te beleggen in verschillende goed gespreide beleggingscategorieën. In de volgende tabel wordt het rendement over 2012 per Strategic Allocation Funds in vergelijking met de benchmark weergegeven. Tevens wordt het rendement van de totale beleggingsportefeuille weergegeven. Deze bedraagt 19,6% over 2012. Rendement Beleggingsfonds Benchmark Strategic Allocation Fund Equity 15,07% 14,28% Strategic Allocation Fund Fixed Income LDO (excl. LDO) 13,05% 10,10% Totaal excl. LDO (gewogen) 13,54% 11,15% LDO 111,50% Totaal incl. LDO voor kosten (gewogen) 20,06% Totaal incl. LDO na kosten (gewogen) 19,60% Deze Strategic Allocation Funds bestaan uit een aantal beleggingsfondsen. In de volgende tabel wordt de performance over 2012 per beleggingsfonds in vergelijking met de benchmark weergegeven. Beleggingsfonds Rendement Rendement fonds benchmark Aandelen 16,40% 15,22% Grondstoffen - 0,02% - 1,39% Hedge Funds 5,30% 3,69% Tactische Asset Allocatie 1,45% 7,51% Private Equity 16,47% 14,35% Vastgoed 26,44% 27,00% Asset Backed Securities 19,14% 11,93% Emerging Market Debt 20,37% 16,82% Staatsobligaties 7,07% 7,12% Credits 15,25% 13,59% Hypotheken 8,77% 6,02% Tactical Interest Overlay 20,03% 8,91% High Yield 19,02% 17,06% Ultimo 2012 bedroeg de waarde van de beleggingsportefeuille ondergebracht in het depot circa 78 miljoen. 4.3 Overige beleggingen 4.3.1 Vastgoed Het fonds heeft de vastgoedportefeuille in 2012 volledig afgebouwd. Dit strookt met de intentie van het bestuur om de overige beleggingsportefeuille volledig af te bouwen. 4.3.2 Illiquide beleggingen F&C In 2012 is de portefeuille bij F&C Netherlands verder afgebouwd. Ultimo 2012 bedroeg het belegd vermogen bij F&C 244 duizend en ultimo 2011 522 duizend. 18

4.4 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zeevisserij heeft zijn beleggingen uitbesteed aan AEGON Asset Management. Het fonds hanteert in het kader van verantwoord beleggen een aantal uitgangspunten. Het fonds wenst uiteraard niet mee te werken aan een beleggingstransactie die bijvoorbeeld op grond van het internationale recht, verboden is. Voorts onthoudt het fonds zich van een belegging: indien daardoor strafbare of moreel verwerpelijke gedragingen worden bevorderd; indien de belegging - zo zij zou worden verricht - in onmiddellijk verband staat met een schending van mensenrechten of fundamentele vrijheden. Deze dienen in het beleggingsbeleid tot uitdrukking te komen. Het fonds voert het beleggingsbeleid uit conform het op de website van AEGON gepubliceerde Beleid Verantwoord Beleggen van AEGON Nederland. Dit beleid past binnen het advies van de pensioenfederatie. AEGON, als vermogensbeheerder van het pensioenfonds, baseert zijn beleggingsbeleid op de overtuiging dat het mogelijk is financiële en maatschappelijke rendementen te integreren. AEGON Nederland selecteert daarom beleggingen waarvan is vastgesteld dat deze in overeenstemming zijn met normen en waarden zoals die voortvloeien uit de Code of Conduct van AEGON. AEGON hanteert voor zijn beleggingsbeleid een zwarte lijst en een grijze lijst. De bedrijven op de zwarte lijst sluiten we direct uit van alle actieve beleggingen (het zogeheten uitsluitingenbeleid). De zwarte lijst wordt gepubliceerd op www.aegon.nl. De bedrijven op de grijze lijst sluit AEGON niet onmiddellijk uit van zijn beleggingen. Indien mogelijk gaat AEGON Nederland met dergelijke bedrijven een actieve dialoog aan om ze tot ander gedrag te bewegen. Dit wordt engagement genoemd. In bedrijven die niet op deze lijsten voorkomen, kan AEGON zonder belemmering investeren. AEGON ziet erop toe dat de beleggingsfondsen die aan klanten worden aangeboden het stembeleid van AEGON volgen. Bedrijven waarvan is aangetoond dat ze mensenrechten op ernstige wijze schenden, controversiële wapens produceren, ernstige milieuschade aanbrengen of veroordeeld zijn voor ernstige corruptie, komen in aanmerking voor uitsluiting. Indien mogelijk zal AEGON met deze bedrijven eerst een actieve dialoog aangaan om ze tot ander gedrag te bewegen. Levert deze dialoog na veelvuldig en herhaaldelijk engagement niet het gewenste resultaat op, dan gaat AEGON alsnog over tot uitsluiting van het bedrijf. AEGON maakt voor de invulling van dit beleid gebruik van de analyseresultaten van een gespecialiseerd extern bureau. Informatie over controversiële activiteiten is niet altijd beschikbaar of bekend. AEGON is verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid en de uitvoering van het beleid 4.5 Vooruitblik 2013 De vooruitzichten zijn gematigd positief. Europa heeft belangrijke stappen gezet om de schuldencrisis te bezweren, maar de kans op een terugval blijft bestaan. Verder lopen in de Verenigde Staten de tijdelijke belastingkortingen af. Naar verwachting worden deze echter verlengd, waarmee de kans op een recessie sterk afneemt. Ook heeft de Chinese economie zich ondertussen op een redelijk niveau gestabiliseerd, maar een stijging van de economische groei blijft er vooralsnog uit. Al met al blijven er dus flinke onzekerheden bestaan, maar toch gaan we uit van een gematigde wereldwijde economische groei. Hierbij 19

blijft het ruime monetaire beleid van de centrale banken vooral de risicovollere beleggingen ondersteunen. 4.6 Z-score Bedrijfstakpensioenfondsen met een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgegeven verplichtstelling, zijn wettelijk verplicht de beleggingsperformance van het pensioenfonds vast te stellen. Voor deze toetsing is een gestandaardiseerde norm, de z-score ontwikkeld. Voor het jaarlijks vaststellen van deze norm wordt het beleggingsrendement (de performance) van het pensioenfonds vergeleken met het rendement van de vooraf door het bestuur vastgestelde benchmark. Dit gebeurt op basis van een wettelijk voorgeschreven formule waarin ook de samenstelling van het belegde vermogen en de kosten voor de uitvoering meetellen. Vervolgens worden de z-scores over een periode van 5 jaar via een, ook weer wettelijk voorgeschreven, formule gemiddeld. Deze gemiddelde score wordt de performancetoets genoemd. Als de performancetoets lager is dan 0, kan een bij het fonds aangesloten werkgever vrijstelling van de verplichting tot deelneming aan het pensioenfonds krijgen, onder de voorwaarde dat hij een pensioenregeling treft die ten minste gelijkwaardig is aan die van het fonds. De jaarlijkse z-score van het pensioenfonds over de afgelopen vijf jaar is als volgt: 2012 2011 2010 2009 2008 Z-score (1-jaars) -6,355 6,529 0,236-0,050-2,310 Performance-toets -0,87 1,76-1,21-1,05-1,52 Het jaar 2012 was een sterk beleggingsjaar voor het fonds. Het rendement voor de beleggingsportefeuille (inclusief het Long Duration Overlay (LDO)) van het fonds is uitgekomen op 19,6%. Omdat het rendement van de benchmark 28,1% bedroeg, was de z-score in 2012 negatief. Het grootste deel van het verschil tussen de portefeuille en de benchmark wordt verklaard door het negatieve relatieve rendement van het LDO fonds, het renteafdekkingsinstrument. Het totaal van de overige fondsen was wel positief, zowel absoluut als relatief (vergeleken met de benchmark) namelijk 13,54% vs 11,15%, voor kosten). Omdat de Customized AEGON Benchmark LDO hoger was dan het feitelijke rendement van het fonds en omdat het relatieve belang van het LDO fonds groot was binnen de totale beleggingsportefeuille van het fonds in 2012, was de z-score in 2012 negatief. Overigens is de benchmark voor het LDO fonds geen benchmark in de traditionele zin. Deze wordt namelijk niet gebruikt voor de beoordeling van actief beleid. De performance van het LDO fonds kan in enig jaar sterk afwijken van de performance van de benchmark. De performancetoets over de laatste vijfjaarsperiode is vastgesteld op 0,41 met inachtneming van het aangepaste vrijstellingsbesluit, van 1,28. De wettelijke minimumscore die behaald moet worden bedraagt 0,0, zodat geconcludeerd kan worden dat het pensioenfonds van deze toets boven de kritieke grens zit. 20

5. Pensioenen 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op activiteiten op het gebied van pensioencommunicatie en -administratie die in 2012 hebben plaatsgevonden. Ook worden de uitvoeringskosten van het pensioenfonds en belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling toegelicht. Tot slot wordt in dit hoofdstuk ingegaan op (voorstellen voor) nieuwe wet- en regelgeving op pensioengebied. 5.2 Pensioencommunicatie Bij veel pensioenfondsen was er onrust rondom de financiële situatie. De pensioencommunicatie bij de fondsen die het betrof ging voornamelijk ook over dat thema. Voor ons pensioenfonds was dat niet aan de orde door de herverzekering bij AEGON Levensverzekering N.V. De pensioencommunicatie stond daarom vooral in het teken van stabiliteit en controle. Het pensioenfonds wil bereiken dat het kennisniveau van de eigen pensioenregeling voldoende is (kennis), de houding ten opzichte van de eigen pensioenregeling en het pensioenfonds positief blijft of wordt (houding) en dat tijdig de juiste keuzes gemaakt worden en actie wordt ondernomen (gedrag). Om dat te bereiken, stelt het fonds ieder jaar een communicatieplan vast waarin de communicatiedoelstellingen en de in te zetten communicatiemiddelen worden vermeld. Communicatie met deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers Begin januari 2011 hebben we onze doelgroepen het goede nieuws van de herverzekering bij AEGON Levensverzekeringen N.V. kunnen brengen. Door de herverzekering zijn de opgebouwde pensioenen gegarandeerd en hoeven zij niet gekort te worden. Halverwege 2012 kwam daar nog het nieuws over de toeslag bij. Beide onderwerpen zijn aan bod gekomen in de pensioenkranten PensioenVISie die we hebben uitgebracht. Tevens is gewerkt aan twee nieuwe brochures. De brochures Pensioen in het kort en Pensioen en Waardeoverdracht zijn ontwikkeld. Deze zijn op de website te raadplegen. In de zomer van 2012 is een artikel in een regionale krant in Zuid Holland verschenen over pensioen dat bij ons pensioenfonds over zou zijn. De strekking van het artikel was dat als men dacht dat ze nog pensioen van ons tegoed zouden moeten hebben, men zich moest melden. Hier werd door een groot aantal mensen gehoor aan gegeven. Het echte verhaal lag genuanceerder. Hier is via de PensioenVISie nogmaals aandacht aan gegeven. In 2012 zijn verschillende mailingen gestuurd naar de deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers. Zo kan gedacht worden aan de mailing rondom de indexatie, deze is verstuurd naar alle doelgroepen. En de werkgevers hebben een brief ontvangen over de kerncijfers. 21

Website De website wordt steeds meer een spil in de communicatie. In 2012 is de website al meer ingezet dan daarvoor. Dit wordt het komende jaar nog meer doorontwikkeld. In 2012 zijn met regelmaat nieuwsberichten geplaatst. In mailingen wordt standaard verwezen naar de website. Eens per 2 maanden is een nieuwe poll op de homepage geplaatst. Overige (reguliere) communicatie Naast bovenstaande middelen, verstuurt het pensioenfonds ieder jaar de volgende middelen: Toelichting op de uitkeringspecificatie Alle pensioengerechtigden ontvangen in januari een toelichting op de specificatie. Hierin staat of en hoeveel indexatie is doorgevoerd, betaaldata en bijvoorbeeld welke aanpassingen zijn doorgevoerd in belastingtarieven/zorgverzekeringswet. Uniform Pensioenoverzicht Het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) is in 2012 verstuurd naar alle actieve deelnemers. Hierin staat o.a. de volgende informatie: - opgebouwde en te bereiken rechten naar de stand van 1 januari; - A-factor. Het UPO is voor de deelnemers ook digitaal beschikbaar op het persoonlijke deel van de website. De verzending van het UPO is ondersteund op de website met extra informatie. Overzicht partnerpensioen / bijzonder partnerpensioen De pensioengerechtigden hebben in het najaar van 2012 het jaarlijkse overzicht van het partnerpensioen ontvangen. Startbrief De startbrief voor nieuwe deelnemers is gecheckt op de wettelijke verplichtingen. 5.3 Pensioenadministratie Gegevensaanlevering Per 2012 is een aantal werkgevers overgegaan van het salarisbureau CAB naar CTB. Deze overgang heeft in de eerste 4 perioden een vertraging opgeleverd. Vanaf periode 5 zijn de gegevens binnen de afgesproken termijn verwerkt in de pensioenadministratie. Controle premiebedragen en werknemersoverzichten De aangesloten werkgevers bepalen maandelijks zelf de hoogte van de premie. TKP controleert achteraf of deze berekeningen juist zijn en stemt deze af met de werkgevers. Als alle perioden vergeleken zijn, wordt er in het volgend jaar een eindafrekening opgesteld. Deelnemersvragen In 2012 hebben deelnemers ca. 800 vragen gesteld aan het pensioenfonds. In het derde en vierde kwartaal werden veel vragen gesteld over eventuele opgebouwde aanspraken in het verleden bij het pensioenfonds, naar aanleiding van berichtgeving in de media. Daarnaast werden veel vragen gesteld over de verzonden pensioenoverzichten. 22