2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18

Vergelijkbare documenten
Competentiegericht leren en begeleiden

Competentieprofiel werkbegeleider

Competentieprofiel Werkbegeleider

Checklist competenties begeleiding

Checklist competenties begeleiding

Hoe is de training Waarde-vol Werkbegeleiden opgebouwd?

Trainingen en workshops voor praktijkopleiders en leidinggevenden. Jouw talent, onze ambitie!

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Inhoud en competenties leer-werkboeken

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)

Professioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN?

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Praktijkopleider

Zakboek Werkbegeleiden in Zorg en Welzijn

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Training Resultaatgericht Coachen

Competentieoverzicht Totaal

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Beroepspraktijkvorming Zorghulp. Praktijkopdrachten voor kwalificatieniveau 1

Vul hieronder als eerste jouw naam in en de datum waarop je deze scan hebt ingevuld!!

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september

BPV infomap Dikkertje Dap

2.4 Als begrijpen extra aandacht vraagt 10

Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen)

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Gevraagd: Bekwame praktijkopleiders!

Servicedocument. Profiel. Werkbegeleider in het leerbedrijf

Gelderland. Dit is een uitgave van de samenwerkingsverbanden. Gelderland en Oost-Overijssel/Twente en is mede mogelijk gemaakt door BKK.

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Instituut voor Gezondheidszorg

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

BPV Begeleidingsmap Groenhorst Almere Cursusjaar

Begeleiden en coachen. Wanneer welke begeleidingsvorm? B. De Leede R. Schmitz

Competenties De Fontein

Krachtvelden 15 februari Bea Voorbeeld

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Organisatie van werkzaamheden

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Beoordelen met de 360 feedback-methode

Keuzedeel mbo. Gezonde leefstijl. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0219

FORMULIER PERSOONLIJK ONTWIKKELINGSPLAN

HOE LAAT IK MEDEWERKERS

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Initiatiefase fase 1 Initiatie betekent met iets beginnen of iets opstarten.

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

HET FUNCTIONERINGSGESPREK

ver an de ring in uitvoering coaching intervisie training

Inge Test

OVERZICHT INHOUD TRAINING

Handleiding. voor. praktijkbegeleiders

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding.

Handleiding Voor de Personeelscyclus!

Coachvaardigheden, onderzoeken, adviseren en verkopen

Trendanalyse

Beoordeling en evaluatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

WERKBEGELEIDING. Stage opdracht leerjaar 4. Mellisa van der Linden Studentennummer:

Leer- en Ontwikkelingsspel

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Gras groeit sneller door eraan te trekken!

De route van secretaresse naar VAKvrouw van de toekomst

Verrijking leervaardigheden

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

Je functie, taken en planning van werkzaamheden

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

Dat leren, dat werkt echt goed!

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

Haal het beste uit jezelf met het. Individueel Ontwikkelings Plan!

Effectief opleiden voor praktijkopleiders

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

opleiding Leergang Train de Trainer Trainers in

Vul hieronder als eerste jouw naam in en de datum waarop je deze scan hebt ingevuld!!

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Workshop Goed kan Beter V&VN congres 27 januari 2011

De cliënt en leefomgeving: Zorg Thuis. Leereenheid 1.4. Maatschappelijke Zorg

READER STUDENTENCOACH EERSTEJAARS

COACHEND LEIDERSCHAP. vierdaagse training. Heb je vragen over deze training? Bel ons op telefoonnummer:

Dit is het woordenboek behorend bij de digitale cursus van Taal voor het Leven - Werk ze!.

Innovatieve stages in UZ Leuven LIC (leer- en innovatiecentrum)

Krachtvelden 30 januari Daan Demo

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Product Werkdocument BPV-portfolio MBO Amersfoort Welzijn Jaar 1

Handleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Opleiders in de school: Els Hagebeuk Sjef Langedijk Begeleiden van pabostudenten

Zorg & Welzijn Opleiding Verzorgende IG Periode 3-1 integrale opdracht

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

BIO training VOOR BEGELEIDERS IN OPLEIDING. Bijeenkomst

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Soa Aids Nederland. Competentieprofiel MI-coach binnen de soa-bestrijding

Transcriptie:

15 De werkbegeleider Samenvatting De werkbegeleider heeft een belangrijke rol binnen zorg- en welzijnsorganisaties. Zij helpt de student zich het vak eigen te maken en leert tegelijkertijd zelf hoe zij in de verschillende rollen van werkbegeleider het beste van zichzelf kan geven. In dit hoofdstuk staat beschreven wie de werkbegeleider is, wat de werkbegeleider doet en met welke rollen de werkbegeleider te maken heeft. Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Welke competenties horen bij een goede werkbegeleider? Wat is methodisch werken en hoe pas je dit toe in de praktijk van alledag?.1 Wie is de werkbegeleider? 16. Wat doet een werkbegeleider? 16.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? 17.4 Methodisch werken als werkbegeleider 18.5 Hoe verbeter ik mijn eigen competenties als werkbegeleider? 19.6 Randvoorwaarden voor werkbegeleiding 0 Literatuur 0 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV 016 N. van Halem, T. Stuut, H. Verbeek, De werkbegeleider in zorg en welzijn, DOI 10.1007/978-90-368-11-_

16 Hoofdstuk De werkbegeleider.1 Wie is de werkbegeleider? In de organisatie waar de student werkt, of de afdeling waar de student stage loopt, wordt zij begeleid door een werkbegeleider. Een werkbegeleider kan een gediplomeerde collega zijn of een student die al verder is in haar opleiding. In de thuiszorg kan de werkbegeleider de wijkverpleegkundige of wijkverzorgende zijn. In een tandartsenpraktijk zal het de tandartsassistent zijn of de mondhygiënist. De werkbegeleider moet in ieder geval iemand zijn die het vak geheel in de vingers heeft.. Wat doet een werkbegeleider? De werkbegeleider begeleidt studenten. In de dagelijkse praktijk betekent dit dat zij samen met de student bespreekt wat er geleerd moet worden, hoe ze dit samen kunnen aanpakken en welk resultaat de student wil behalen. De werkbegeleider is een vakkundige medewerker die de directe begeleiding van de deelnemer op de werkvloer op zich neemt; zij werkt samen met de student en kijkt over de schouder mee hoe zij vordert. Deze werkbegeleiders kunnen worden aangestuurd door een coördinerende opleidingsfunctionaris met de rol en takenpakket op het niveau van de praktijkopleider. In veel organisaties zie je tegenwoordig dat deze werkzaamheden binnen de teams worden opgelost en dat kan werkdruk veroorzaken bij zowel de student als de werkbegeleiders. Als werkbegeleider heb je te maken met verschillende rollen: 4 opleider: je bent de professional/expert die laat zien wat er verwacht wordt; 4 begeleider: je staat naast degene die moet leren in de praktijk; 4 beoordelaar: je geeft een oordeel over de prestaties. Om deze rollen goed te kunnen vervullen en je werk als werkbegeleider goed te kunnen uitvoeren heb je te maken met verschillende kerntaken (Servicedocument Profiel Werkbegeleider in het Leerbedrijf 011). Een van de kerntaken van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de werkbegeleiding is het ondersteunen van de student in haar leerproces op de werkvloer. Dit gebeurt door: 4 aansturen; 4 begeleiden; 4 samenwerken en overleggen; 4 overtuigen en beïnvloeden; 4 presenteren; 4 formuleren en rapporteren; 4 analyseren; 4 plannen en organiseren; 4 zich op de behoeften en verwachtingen van de cliënt te richten.

.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? 17. Figuur.1 De ideale werkbegeleider. Als je voor het eerst een student gaat begeleiden, kun je aan de hand van het overzicht mbo-competenties (zie bijlage 1) zelf beoordelen in hoeverre je de kerntaken beheerst. Noteer zelf ook wat je nog kunt en wilt leren, hoe je dit wilt gaan doen en wie je hiervoor wilt inschakelen. Je maakt dus eerst voor jezelf een POP en je zet afspraken over de uitwerking daarvan in je eigen PAP (zie 7par. 3.5)..3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Zoals met veel zaken in het leven en zeker in je werk, passen bepaalde werkzaamheden en taken beter bij je dan andere. Als je gevraagd wordt om werkbegeleider te worden, ga je eerst bij jezelf na of je dit leuk vindt. Enthousiasme is een belangrijke eigenschap om een ander te laten zien hoe leuk je beroep is. Ook onmisbaar is dat je je verantwoordelijk voelt voor het meehelpen anderen het vak te leren. We sommen hier de eigenschappen op die je nodig hebt om een goede werkbegeleider te zijn of te worden. Alles wat je misschien nu nog niet helemaal beheerst, leer je zelf door te oefenen, feedback te vragen en op zoek te gaan naar leermogelijkheden (zie ook.fig..1). Eigenschappen van een goede werkbegeleider: 4 enthousiasme; 4 verantwoordelijkheidsgevoel; 4 geduld; 4 geen vooroordelen hebben; 4 vertrouwen kunnen geven; 4 aandacht hebben voor anderen; 4 je kunnen concentreren op een ander; 4 zelfbewust zijn; 4 opmerkzaam zijn; 4 planmatig/methodisch kunnen werken;

18 Hoofdstuk De werkbegeleider 4 vertrouwelijk kunnen omgaan met gegevens; 4 consequent kunnen handelen; 4 helder en duidelijk zijn in afspraken; 4 ruimte kunnen geven aan een student binnen de aanwezige kaders..4 Methodisch werken als werkbegeleider Een werkbegeleider heeft een structuur nodig om haar werk de begeleiding van studenten goed te kunnen doen. Er is dan sprake van methodische werkbegeleiding. Dit betekent: een doelgerichte, bewuste, procesmatige en systematische manier van begeleiden. Dit werkt vooral goed bij de planning en uitvoering van begeleidingsgesprekken, zeker als het gaat om een reeks gesprekken in het kader van de begeleiding van een student. Je plant samen met de student een aantal begeleidingsgesprekken. De praktijkopleider zal misschien een deel van de begeleiding op zich nemen, maar ook als werkbegeleider kun je deze methode toepassen om bijvoorbeeld gedrag van een student te helpen verbeteren. Manneke (003) beschrijft de kenmerken van methodische werkbegeleiding als volgt: 4 Doelgericht; een student werkt met leerdoelen die gaan over het halen van competenties, met alle aspecten die daarbij horen, zoals welke vaardigheden, kennis, inzicht, houding, motivatie en persoonlijke eigenschappen zijn daarvoor nodig? 4 Bewust; je begeleidt een student niet alleen intuïtief of op basis van eigen ervaringen, maar via een bewust gekozen werkwijze, met oog voor de interacties in de begeleidingssituatie. 4 Procesmatig; als werkbegeleider houd je rekening met het effect van de ene stap op de andere in het handelen. Dat betekent dat je de situatie steeds opnieuw moet inschatten en moet openstaan voor het bijstellen van de leerdoelen die een student zelf heeft geformuleerd. 4 Systematisch; als werkbegeleider werk je stap voor stap volgens een bepaalde ordening. Dat betekent dat je volgordelijk werkt. Tijdens de werkbegeleiding gaat het om het oplossen van concrete (probleem)situaties. Bij methodische begeleiding is de werksituatie het middel dat het gedrag van de student op langere termijn kan beïnvloeden. Gedrag laat zich immers niet snel veranderen. Voorbeelden zijn: 4 Een student durft geen nee te zeggen. 4 Een student heeft erg veel moeite met ernstig zieken. 4 Een student kan niet met kritiek omgaan. 4 Een student kan moeilijk omgaan met haar eigen emoties. Door het toepassen van methodische werkbegeleiding kun je een student helpen met het zelf oplossen van problemen. Dat is belangrijk voor het ontwikkelen van een goede beroepshouding. De student krijgt zo meer duidelijkheid over haar eigen functioneren en meer inzicht in haar eigen beroepshouding en hoe ze deze verder kan ontwikkelen.

.5 Hoe verbeter ik mijn eigen competenties als werkbegeleider? 19 Tijdens een beoordelingsgesprek bespreek je samen met de student (vaak in bijzijn van de praktijkopleider) ook de beroepshouding van de student. Heeft de student moeite om deze te veranderen en vinden jullie beiden dat methodische werkbegeleiding daarbij kan helpen, maak hierover dan goede afspraken. Zo leer je zelf ook weer meer te halen uit dit onderdeel van je beroep..5 Hoe verbeter ik mijn eigen competenties als werkbegeleider? Zoals aan het begin van het hoofdstuk al is genoemd heeft de werkbegeleider te maken met verschillende rollen. In deze paragraaf werken we de rollen verder uit. Rollen van de werkbegeleider: 4 Coach/begeleider: je staat naast de student, sluit aan op haar mogelijkheden en geeft feedback. 4 Instructeur/opleider: je geeft instructie over het uitvoeren van bepaalde handelingen. 4 Expert: de student kan bij jou terecht met vragen die met de beroepsinhoud te maken hebben. 4 Beoordelaar: je beoordeelt samen met de student en de praktijkopleider of de student een competentie beheerst. Hoe kun je leren een goede werkbegeleider te zijn? Welke competenties kun je ontwikkelen en verder verbeteren? Allereerst door je als werkbegeleider voortdurend bewust te zijn van de verschillende rollen die je vervult. Vaak lopen de verschillende rollen in elkaar over, maar als je leert om daar bewust tussen te schakelen, zal het je het steeds beter afgaan en wordt het ook voor de student duidelijk welke rol je vervult. Als je als werkbegeleider de rol van coach wilt ontwikkelen, kun jij je op jouw beurt laten coachen door de praktijkopleider van je organisatie. Een handige manier daarvoor is de vierstappenmethode van oplossingsgericht coachen. De praktijkopleider of je leidinggevende helpt je bij het beantwoorden van onderstaande vragen: 1. Problemen bij het oplossingsgericht coachen onderkennen. Bij deze eerste stap zien de praktijkopleider en de werkbegeleider het probleem of vraagstuk onder ogen, zonder in te gaan op de oorzaken van het probleem. Wat is de kern van het probleem en in welke zin heb je er last van?. Succes benoemen: wat wil je als werkbegeleider dat er in de plaats komt van het probleem? Welk succes zoek je? Wat zal er dan beter gaan? Hoe kun je je anders gedragen? 3. Positieve uitzonderingen aangeven en ontrafelen. Wanneer heeft dit succes zich al voorgedaan, al is het maar een klein beetje? Probeer de situatie te beschrijven en te vertellen wat er anders was. Wat veroorzaakte het succes? Wat was jouw bijdrage aan dit proces? 4. Kleine stapjes vooruit zetten: de praktijkopleider of leidinggevende denkt na over de vorige stap en gaat na welke aspecten uit de positieve uitzonderingen opnieuw bruikbaar zijn. Welke kleine stap zou je morgen kunnen nemen? Het nemen van bewuste kleine stapjes is belangrijk. Ze vragen weinig inspanning, maar kunnen grote resultaten opleveren.

0 Hoofdstuk De werkbegeleider Bespreek eens met je praktijkopleider of leidinggevende om dit samen met jou te doen. Als je merkt dat het bij jou werkt, kun je het later toepassen bij een student. In 7H. 4 wordt het onderwerp coaching verder uitgewerkt. Daarnaast zijn er verschillende mogelijkheden die je kunt benutten om de kwaliteit van je begeleidingsactiviteiten te verbeteren. Je kunt dit doen door: 4 een collega te vragen mee te kijken bij een beoordeling en je achteraf feedback te geven; 4 tijdens je functioneringsgesprek kenbaar te maken dat je je graag verder wilt bekwamen en vragen naar opleidingsmogelijkheden; 4 gebruik te maken van intervisie; 4 deel te nemen aan overleg tussen werkbegeleiders of stel zelf voor een overleg te plannen; 4 jezelf te trainen in positief waarderen en het geven van feedback; door dit dagelijks te doen, ga je merken dat dit steeds beter gaat; 4 op internet of in de bibliotheek te zoeken naar materiaal om je verder te verdiepen in werkbegeleiding; 4 een training werkbegeleiding te volgen..6 Randvoorwaarden voor werkbegeleiding Werkbegeleiding kan alleen succes hebben als de organisatie voldoende middelen ter beschikking stelt om de werkbegeleiders te faciliteren bij het uitvoeren van hun taak. Kortom, er dienen voldoende randvoorwaarden te zijn. De werkbegeleider is medeverantwoordelijk om de student voldoende tijd en ruimte te geven om haar competenties te ontwikkelen. Dat betekent bijvoorbeeld dat er een vervanger aanwezig is bij ziekte of vakantie van de werkbegeleider. Maar ook dat de werkbegeleider voldoende tijd heeft is om gesprekken te voeren, collega s te betrekken en zorgt dat er tijd en ruimte is om de begeleidingsgesprekken te voeren. Omdat niet in alle organisatie voldoende tijd en middelen beschikbaar zijn, vraagt het soms veel creativiteit en doorzettingsvermogen van de werkbegeleider. Literatuur Calibris en MBO Raad. (011). Servicedocument Profiel Werkbegeleider in het Leerbedrijf. Bunnik/Woerden: Calibris en MBO Raad. Manneke, A. (003). Methodisch werkbegeleiden, Leerlingbegeleiding in de gezondheidszorg. Soest: Uitgeverij Nelissen.

http://www.springer.com/978-90-368-111-5