h gemeente Hardinxveld-Giessendam Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam gelezen hebbende de voorstellen van het cluster P&O d.d. 19 juli 2007 en 19 augustus 2008; gelet op de overeenstemming bereikt met de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 23 juni 2008; b e s l u i t e n : vast te stellen de Bezoldigingsregeling 2008 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN In deze regeling wordt verstaan onder: Artikel 1 Begripsbepalingen werkgever: college: de gemeente Hardinxveld-Giessendam; het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld- Giessendam; werknemer: - de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 sub a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (Car/Uwo); - de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, als bedoeld in artikel 2:5 van de Car/Uwo is aangegaan; leidinggevenden: functie: functiewaardering: conversie: salaris: bezoldiging: salaris per uur: salarisschaal: periodiek: periodiekdatum: maximumsalaris: functionele schaal: aanloopschaal: uitloopschaal: overwerk: afdelingshoofden en leidinggevend clustercoördinatoren; het samenstel van de taken en/of werkzaamheden dat de werknemer op basis van een generieke functiebeschrijving (en een specifieke functiebeschrijving), dan wel aanvullende werkinstructies, dient uit te voeren; het bepalen van de functiewaarde van de generieke en specifieke functiebeschrijvingen met behulp van een vastgestelde methode; de vertaling van de gevonden rangorde van functiewaarderingen in salarisschalen; het salaris als bedoeld in artikel 3:1, lid 2 van de Car/Uwo; de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, lid 2 van de Car/Uwo; het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 sub o van de Car/Uwo; de schaal als bedoeld in artikel 3:1, lid 2 van de Car/Uwo, opgenomen in een tabel als bijlage IIa van de Car/Uwo; de onderscheiden bedragen per salarisschaal; datum waarop de eerstvolgende periodieke verhoging aan de werknemer wordt toegekend; het hoogste bedrag van een salarisschaal; de door conversie van de gevonden rangorde in functiezwaarte gevonden salarisschaal; de salarisschaal direct gelegen onder de functionele schaal; de salarisschaal direct gelegen boven de functionele schaal het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 sub l van de Car/Uwo.
Artikel 2 Besluitvorming 1. Het nemen van besluiten over salarisinpassingen bij aanstelling en salariswijzigingen niet zijnde wijzigingen als gevolg van toepassing van bijzondere beloningsvormen als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze regeling, is een bevoegdheid van het college. 2. De vaststelling van personeelsbeoordeling als genoemd in deze regeling is een bevoegdheid van de algemeen directeur/gemeentesecretaris. 3. Het nemen van besluiten over het toepassen van bijzondere beloningsvormen zoals genoemd in hoofdstuk 3 van deze regeling is gemandateerd aan de afdelingshoofden. HOOFDSTUK 2 SALARIS Artikel 3 Recht op salaris 1. Met ingang van de dag waarop het dienstverband met de werkgever ingaat, heeft de werknemer recht op het overeengekomen salaris. 2. Het salaris wordt per maand uitbetaald. 3. Het recht op salaris eindigt in geval van ontslag op de dag voorafgaand aan het ontslag. Artikel 4 Gebroken tijdvakken Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand. Artikel 5 Onvolledige betrekking Het salaris van de werknemer met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking. Artikel 6 Salarisbedragen De salarissen van de werknemers wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II-a van de Car/Uwo. Artikel 7 Inpassing salaris 1. Het college stelt met inachtneming van het gestelde in de Procedureregeling Organieke Functiebeschrijvingen en Functiewaardering Gemeente Hardinxveld-Giessendam bij elk functieprofiel het functieniveau c.q. de functionele schaal vast. 2. Het salaris van de werknemer wordt afgeleid van de functionele schaal. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 van dit artikel kan het college bepalen dat het salaris van de medewerker die bij aanstelling 1 niet over voldoende ervaring en/of opleiding beschikt, wordt afgeleid van de aanloopschaal. Indien uit de opgestelde personeelsbeoordeling blijkt dat wordt voldaan aan de gestelde criteria vindt plaatsing in de functieschaal plaats. 4. Anders dan in de hieronder opgesomde gevallen kan zonder voorafgaand ontslag voor een werknemer geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal: 1 Van toepassing op aanstelling van externe werknemers èn op doorstroming van interne werknemers naar een andere functie. - 2 -
a. bij het vrijwillig, als gevolg van sollicitatie, aanvaarden van een andere functie met een lagere salarisschaal; b. bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in hoofdstuk 16 van de Car/Uwo. Artikel 8 Jaarlijkse periodieke verhogingen 1. Het salaris van de werknemer die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, en die blijkt geeft van voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal verhoogd tot de naasthogere periodiek. 2. Een periodieke verhoging als bedoeld in lid 1 van dit artikel vindt niet vaker dan eens per jaar plaats en gaat in per 1 januari van het daarop volgende jaar. Artikel 9 Salarisverhoging als gevolg van herwaardering van het functieprofiel Indien voor een werknemer een hogere functionele salarisschaal gaat gelden als gevolg van herwaardering van zijn functieprofiel, wordt zijn salaris ingepast op het naasthogere salarisbedrag in de nieuw geldende functionele schaal. Artikel 10 Salarisverhoging bij bevordering 1. Wanneer de werknemer wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerstvolgende hogere bedrag in de nieuwe schaal, zodanig dat gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris van de werknemer tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de werknemer laatstelijk genoot en het naast hogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naast lagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal. 2. Ongeacht het moment waarop een salarisverhoging als bedoeld in lid 1 van dit artikel plaats vindt, blijft de periodiekdatum gehandhaafd op 1 januari. HOOFDSTUK 3 BIJZONDERE BELONINGSVORMEN Artikel 11 Extra periodieke verhoging 1. Aan de medewerker die gedurende tenminste één jaar blijk heeft gegeven van bovenmatig functioneren, kan een extra periodieke verhoging worden toegekend. 2. De ingangsdatum van een extra periodieke verhoging is bepaald op 1 januari. 3. Het bovenmatig functioneren als bedoeld in lid 1 van dit artikel dient te blijken uit een vastgestelde personeelsbeoordeling. Artikel 12 Onthouden periodieke verhoging 1. Indien er bij een werknemer sprake is van onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver, kan worden besloten een periodieke verhoging als bedoeld in artikel 8 achterwege te laten. 2. Een eenmaal onthouden periodieke verhoging kan in het lopende jaar alsnog worden toegekend, op het moment dat het functioneren van de medewerker naar behoren is verbeterd. Toekenning van deze periodieke verhoging vindt plaats vanaf de 1 e dag van de maand volgend op de vaststelling van de personeelsbeoordeling zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel. 3. Het onvoldoende functioneren als bedoeld in lid 1 van dit artikel alsook de verbetering in het functioneren als bedoeld in lid 2 van dit artikel dient te blijken uit een vastgestelde personeelsbeoordeling. - 3 -
Artikel 13 Inleveren periodieke verhoging 1. Indien er bij een werknemer sprake is van onvoldoende behaalde resultaten als gevolg van onvoldoende inzet en ijver, kan het college besluiten de werknemer een periodieke verhoging te laten inleveren. 2. Deze maatregel kan eerst worden toegepast indien: a. aantoonbaar gemaakt kan worden dat er met de werknemer duidelijke afspraken zijn gemaakt over de te behalen resultaten en b. geconstateerd moet worden dat de afgesproken resultaten door de werknemer niet worden behaald als gevolg van onvoldoende inzet en ijver c. er gedurende een periode van tenminste één jaar intensieve begeleiding van de medewerker in zijn functioneren heeft plaatsgevonden. 3. Het gestelde in lid 2 van dit artikel dient te blijken uit schriftelijke verslagen van gesprekken en een vastgestelde personeelsbeoordeling. 4. Het inleveren van een periodieke verhoging vindt plaats vanaf de 1 e dag van de maand volgend op de vaststelling van de personeelsbeoordeling zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel. Artikel 14 Bevordering naar de uitloopschaal 1. De werknemer die in zijn functioneren blijk heeft gegeven van buitengewone (persoonlijke) kwaliteiten en meer dan 3 achtereenvolgende jaren binnen de categorieën 3 of 4 van de regeling personeelsbeoordeling functioneert, kan worden bevorderd naar de uitloopschaal. 2. De buitengewone kwaliteiten en het langdurig buitengewoon functioneren als bedoeld in lid 1 van dit artikel dienen te blijken uit vastgestelde personeelsbeoordelingen. 3. De werknemer die op de datum van inwerkingtreding van deze regeling inmiddels het maximum van de functieschaal heeft bereikt krijgt de keuze of hij gebruik wil maken van de oude of nieuwe systematiek van het toepassen van de bevordering naar de uitloopschaal. De keuze zal schriftelijk worden vastgelegd. Artikel 15 Persoonlijke toelage 1. Aan de werknemer kan een persoonlijke toelage worden toegekend: a. op grond van artikel 3:7:8 van de Car/Uwo (buitengewone bekwaamheid, geschiktheid of ijver); b. ten behoeve van werving en behoud aan: - een nieuw aan te stellen werknemer wiens functie schaars is op de arbeidsmarkt en waarvan de salariswens uitstijgt boven datgene dat hem op grond van de voor zijn functie geldende salarisschalen geboden kan worden; - goed functionerende werknemers waarvan bekend is dat zij om financiële redenen de arbeidsorganisatie willen verlaten, waarvan voorkomen moet worden dat zij de organisatie verlaten en waarvoor wij binnen het normale salarisstelsel geen extra beloningsmogelijkheden meer hebben. c. op grond van een bijzondere, aan de werknemer gekoppelde, situatie waarin een niet incidentele beloning aan de orde dient te zijn en waarvoor geen andere beloningsvormen voorhanden zijn. 2. Het bedrag van de toelage is altijd gekoppeld aan een salarisbedrag dat voorkomt in één van de gemeentelijke salarisschalen en bedraagt maximaal het verschil tussen het huidige salaris van de werknemer en het maximumsalaris behorende bij de naasthogere salarisschaal. 3. Een persoonlijke toelage wordt toegekend voor de periode van maximaal één jaar. 4. De toelage wordt stopgezet indien de grond waarop de toelage is toegekend niet langer meer aanwezig is. Is de grond waarop de toelage is toegekend nog steeds aanwezig, dan kan de toelage opnieuw over een periode van maximaal één jaar worden toegekend. 5. Indien de werknemer gedurende de periode dat hij recht heeft op een persoonlijke toelage een salarisverhoging ontvangt, niet zijnde het gevolg van een generieke salarismaatregel of een - 4 -
jaarlijkse periodieke verhoging, wordt de toelage naar evenredigheid van de salarisverhoging verminderd. Artikel 16 Gratificatie 1. Aan de werknemer die een incidentele bijzondere prestatie heeft geleverd kan als beloning een gratificatie worden toegekend in de vorm van: a. een eenmalige uitkering in geld. De hoogte van de beloning dient in verhouding te staan tot de geleverde prestatie en bedraagt maximaal 750,-- netto. b. een beloning in natura, zoals een bloemetje, een boekenbon, een concertkaart, een weekendje weg etc. De hoogte van de beloning dient in verhouding te staan tot de geleverde prestatie en bedraagt maximaal 750,-- netto. c. het op kosten van de werkgever mogen volgen een cursus/training die op basis van de regeling opleidingsfaciliteiten niet wordt vergoed. De waarde van de cursus/training bedraagt maximaal 1.500,--. 2. Aan een groep werknemers die een bijzondere prestatie heeft geleverd kan ten behoeve van een teambuildingsactiviteit een gratificatie worden toegekend van 50,-- per persoon. HOOFDSTUK 4 OVERIGE VERGOEDINGEN EN TOELAGEN Artikel 17 Extra vergoedingspercentage overwerk 1. De werknemer aan wie volgens rooster in plaats van een zondag, een feestdag of een zaterdag een andere vrije dag wordt toegewezen, ontvangt voor overwerk op die vrije dag een geldelijke vergoeding van 80% van het voor hem geldende uurloon, tenzij a. de werknemer in de week volgend op een volledig gewerkt weekend of twee opeenvolgende feestdagen over meer dan twee vrije dagen kan beschikken b. de werknemer in de week volgend op een gewerkte zaterdag of zondag of feestdag over meer dan één vrije dag kan beschikken. 2. Indien er sprake is van een situatie zoals bedoeld onder lid 1 sub a of sub b van dit artikel, dan ontvangt de werknemer de normale overwerktoeslag op basis van artikel 3:2:1, lid 5 sub a, de Car/Uwo. Artikel 18 Toelage onregelmatige dienst 1. Op grond van artikel 3:3 van de Car/Uwo wordt aan de werknemer voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, en die anders dan bij overwerk, regelmatig of vrij regelmatig buiten de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur arbeid verricht, wordt een toelage toegekend. 2. De toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per uur en wel: a. 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur; b. 40% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur, alsmede voor de uren op zaterdag tussen 00.00 en 24.00 uur; c. 65% voor de uren op zondag en op de feestdagen, genoemd in artikel 4:2:1, lid 3 van de Car/Uwo, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur dat is afgeleid van het salaris behorende bij het maximum van salarisschaal 6 van de gemeentelijke salarisschalen. 3. Voor de in het vorige lid, onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen voor 07.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur. - 5 -
4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel heeft de werknemer geen recht op vergoeding indien in een week slechts op één aaneengesloten periode van ten hoogste 3 uur, op de in dat lid onder a of b genoemde tijdstippen, werktijd is vastgesteld. 5. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen welk het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt. Artikel 19 Afbouwregeling 1. Aan de werknemer wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van de toelage als bedoeld in artikel 18, een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende toelage toegekend, indien: a. die blijvende verlaging tenminste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage als bedoeld in artikel 18 b. de werknemer deze toelage direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste twee jaren zonder onderbreking van 2 maanden of meer heeft genoten. 2. De toelage wordt als volgt afgebouwd: a. gedurende 6 maanden na beëindiging of vermindering van de toelage ontvangt de werknemer 60% van de gemiddelde toelage per maand over het voorliggende kalenderjaar; b. gedurende de daarop volgende 6 maanden ontvangt de werknemer 30% van de gemiddelde toelage per maand over het voorliggende kalenderjaar. HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN Artikel 20 Onvoorziene gevallen Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling. Artikel 21 Titel Deze regeling kan worden aangehaald als Bezoldigingsregeling 2008. Artikel 22 Inwerkingtreding 1. Deze regeling treedt in werking op 1 september 2008. 2. Met ingang van de in lid 1 genoemde datum vervalt de Bezoldigingsverordening 1991 en de Regeling Personeelsvoorstellen 2004. Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam van 26 augustus 2008. de secretaris, de burgemeester, F. de Later. M. Wiebosch-Steeman. l.s. - 6 -