JAARVERSLAG 2014. Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum

Vergelijkbare documenten
JAARVERSLAG Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum

JAARVERSLAG Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum

JAARVERSLAG Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum

JAARVERSLAG Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014

Stichting CHAVAH. Jaarrekening. Stichting CHAVAH

Stichting Kennisbank Filantropie Hilversum. Jaarrapport 2014

Huurdersvereniging Middelburg. Jaarrekening 2016

Stichting Gate 48 te Amsterdam JAARREKENING 2015

Stichting Opvangcentra de Elandsstraat. Elandsstraat 84. Amsterdam. Jaarrekening 2015

STICHTING SING gevestigd te DEN HAAG. Jaarrekening 2013

Stichting Het Erfdeel - wonen Werkensedijk PR WERKENDAM JAARVERSLAG RAPPORT Inzake jaarverslag 2014 C O N C E P T

Vereniging Sociaal Verhaal. Noordwal EA DEN HAAG JAARREKENING 2016

Stichting ProSea Marine Education Drieharingstraat BH Utrecht. Rapport inzake de jaarrekening 2012

STICHTING VRIENDEN VAN HET CULTUREEL ERFGOED T PANNEKOEKENHUISJE IN HET BLOEMENDAALSE BOS BLOEMENDAAL

VAN SLAGEREN Administratieve Dienstverlening

Stichting Dierentehuis Waalwijk en Omstreken Jaarrekening 2014

Stichting Moskee El Islam. gevestigd te Den Haag. Jaarrekening 2014

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

Financiele gegevens Stichting Hospice Hoeksche Waard

Stichting Stad & Natuur Almere gevestigd te Almere. Jaarrekening 2013

JAARRAPPORT Stichting Jongeren Cultuur Centrum Vlaardingen Kon. Wilhelminahaven ZZ 2 A 3134 KG Vlaardingen

Online administraties & Financieel professionals

RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van Stichting Grafisch Museum te GRONINGEN. Blad 1

VERENIGING BWT NEDERLAND TE 'S-GRAVENHAGE JAARREKENING 2010

Stichting Kennisbank Filantropie Hilversum. Jaarrapport 2013

Stichting Moskee El Islam. gevestigd te Den Haag. Jaarrekening 2015

Stichting Present Enschede. Jaarrekening gevestigd te Enschede. Stichting Present Enschede 1

Stichting Moskee El Islam. gevestigd te Den Haag. Jaarrekening 2017

Jaarrekening Stichting Vrijwilligers Terminale Zorg Oost Achterhoek Gevestigd te Winterswijk

Samenstellingsrapport Stichting Zorgboerderij De Enghoeve

Rapport inzake jaarrekening. 1 september 2012 t/m 31 augustus Vineyard Gemeente Wageningen. te Wageningen

Financiele gegevens Stichting Hospice Hoeksche Waard

ALGEMEEN. De stichting staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam onder nummer

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA

Stichting Steun Sonshine

Stichting Filmhuis Gouda

Stichting Filmhuis Gouda

Stichting MicroHulp Helmond

31 december Vorderingen (1) Overige vorderingen en overlopende activa Liquide middelen (2)

Jaarrekening Stichting Vrijwilligers Terminale Zorg Oost Achterhoek Gevestigd te Winterswijk

Stichting Kunstfort Activiteiten JAARVERSLAG 2016

JAARVERSLAG en JAARREKENING 2018

Vlottende activa Vorderingen (2) Liquide middelen (3)

Ingevolge artikel 396 lid 7 Titel 9 Boek 2 BW is afgezien van het opstellen van een bestuursverslag over 2012.

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps A Groningen. Financieel verslag Dossiernummer:

Stichting Dierentehuis Waalwijk en Omstreken Jaarrekening 2013

4. Financieel jaarverslag 2018

STICHTING SAM AMSTELVEEN

FINANCIEEL VERSLAG OVER HET BOEKJAAR Stichting Theater op Katendrecht Sumatraweg ZP ROTTERDAM

NEDERLANDSE FEDERATIE VOOR NEFROLOGIE TE UTRECHT. Rapport inzake jaarstukken maart 2019

Rapport inzake jaarrekening. 1 september 2013 t/m 31 augustus Vineyard Gemeente Wageningen. te Wageningen

Kroese & van Catz. RAPPORT Aan het bestuur van Stichting Ichthus Evangelische Gemeenschap Etten-Leur. inzake de jaarrekening 2013

ALGEMEEN. De stichting staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam onder nummer

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

JAARVERSLAG Stationsweg 6-B 3862 CG NIJKERK

Stichting Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Land van Cuijk Sint Anthonis

Balans per 31 december 2015

Financieel verslag Nederlandse Bowling Federatie Veenendaal

Directieverslag. Stichting Museum voor Religieuze Kunst

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Stichting Moskee El Islam. gevestigd te Den Haag. Jaarrekening 2016

Stichting Good Works gevestigd te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Stichting Martinikerk Groningen Martinikerkhof JG Groningen Rapport inzake de jaarrekening 2014

JAARREKENING Stichting Urgente Noden Delft en omgeving T.a.v. het bestuur Phoenixstraat AL DELFT

specimen specimen specimen specimen specimen van specimen

Jaarrekening. Stichting Geboren Om Vrij Te Zijn te Aalten. Inhoudsopgave

gebouwen en -terreinen

Administratief verslag Stichting Euregio Christengemeente te Aalten. Inhoudsopgave

JAARREKENING Stichting Urgente Noden Delft en omgeving T.a.v. het bestuur Phoenixstraat AL DELFT

Stichting Stadsherstel Gorinchem te Gorinchem Financieel verslag 2017

JAARREKENING Stichting Urgente Noden Delft en omgeving T.a.v. het bestuur Phoenixstraat AL DELFT

Jaarrekening Stichting Chabad Central Amsterdam Dr. Eijkmanstraat WG Amstelveen

Jaarrekening 2012 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

Stichting Ambassadors Dieren. Rapport inzake Jaarstukken 2012

Jaarrekening Stichting Chabad Central Amsterdam Max Havelaarlaan LM Amstelveen

Stichting MicroHulp Helmond

Jaarverslag 2014 stichting theater het Kruispunt

City Life Church Utrecht Utrecht. Jaarverslag 2016 INHOUDSOPGAVE. Jaarverslag 2016 A. Algemeen FINANCIEEL VERSLAG. Jaarrekening

Stichting Prosea Marine Education Mariahoek 16/ LG Utrecht. Rapport inzake de jaarrekening 2014

RAPPORT Aan het bestuur van Stichting de Heilbode Zeewolde. inzake de jaarrekening 2011

JAARREKENING Algemene informatie 2. Balans per 31 december 3. Rekening van Baten en Lasten 4. Toelichting op de Balans 5 t/m 7

JAARSTUKKEN 2018 STG ARCHITECTUURCENTRUM EINDHOVEN Eindhoven

Stichting "De Kopermolen" Vaals. gevestigd te Vaals. Jaarrekening 2014

Stichting Filmhuis Gouda

Stichting Thas, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestem ming) 31 december december 2015 ACTIVA

Jaarrekening 2016 Stichting Predik Het Woord

STICHTING INDISCH HERINNERINGSCENTRUM TE ARNHEM JAARREKENING

Stichting Dierentehuis Waalwijk en Omstreken Jaarrekening 2012

Vaste activa Materiële vaste activa 4 Inventaris Transportmiddelen Apparatuur

Jaarrekening Stichting Chabad Central Amsterdam Max Havelaarlaan LM Amstelveen

Stichting Zorgboerderij BuitenGewoon 3. Jaarrekening 2018

STICHTING RECYCLING TECHNOLOGISCHE APPARATUUR. te Leusden. Rapport inzake de jaarrekening 2011

City Life Church Utrecht Utrecht. Jaarverslag 2015 INHOUDSOPGAVE. Jaarverslag 2015 A. Algemeen FINANCIEEL VERSLAG. Jaarrekening

Jaarrekening Stichting behoud kasteel de Keverberg. KvK-nummer

Het Bestuur van de Stichting Hospice IJsselThuis Batavierlaan NIEUWERKERK A/D IJSSEL. KvK-nummer

Transcriptie:

Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum Jaarverslag 2014 1

Inhoud Blad 1. Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi 3 2. Jaarverslag 2014 4 2.1. - Directieverslag 2.2. - Bestuursverslag 3. Fiscale positie 15 4. Balans per 31 december 2014 16 5. Resultatenrekening over 2014 17 6. Financiële positie 18 7. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 19 8. Toelichting op de balans 20 8.1. - Activa 21 8.2. - Passiva 22 9. Toelichting op de resultatenrekening 27 9.1. - Baten 28 9.2. - Lasten 29 10. Accountantsverklaring 33 Bijlage 35 Overzicht materiële vaste activa 2

1. Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi De Trombosedienst voor het Gooi is gevestigd te Hilversum en wordt beheerd door de Stichting Trombosedienst voor het Gooi. Het bestuur van deze stichting was in het jaar 2014 als volgt samengesteld: De heer F.F.L. Vlak, arts n.p. voorzitter Blaricum De heer drs. J.A. Muurling MMC, bestuurskundige secretaris Baarn De heer Drs.R.M. Reetraa, belastingadviseur penningmeester Amsterdam Mevrouw drs. S.A. Luykx-de Bakker, internist/oncoloog lid Hilversum De heer dr. M.G.L.M. Elisen, klinisch chemicus lid Bilthoven De heer J. van der Horst, huisarts lid Hilversum Directie: Mevrouw B.D. van Dolder, arts 3

JAARVERSLAG 2014 DIRECTIE TROMBOSEDIENST voor het GOOI In dit jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen en activiteiten, die in 2014 bij de Trombosedienst voor het Gooi (TDG) hebben plaatsgevonden. PATIENTENZORG Reguliere bepalingen Het aantal reguliere bepalingen in 2014 bedroeg 103.472. Dit aantal is ten opzichte van 2013 gedaald met 1,7 % (in 2013 105.198 reguliere bepalingen). Het percentage huisbezoeken bij reguliere patiënten bedroeg in 2014 47 %, dit is t.o.v. 2013 met 8 % gestegen (in 2013 44 %). Door de hoge gemiddelde leeftijd van de populatie in het Gooi is het steeds moeilijker om patiënten tot bezoek aan een prikpost te motiveren. Landelijk gezien bedroeg het gemiddelde percentage huisbezoek over 2013 42 %. ( in 2012 35 %.). N.B. Vanaf 2014 worden patiënten, die volgens een nieuw concept door de thuiszorg worden geprikt en door de trombosedienst worden gedoseerd ook bij de reguliere thuiszorg patienten geteld. Het aantal nieuwe patiënten over 2014 bedroeg 1419. Dit aantal is t.o.v. 2013 met ca. 15 % gedaald (in 2013 bedroeg het aantal nieuwe patiënten 1668). Het percentage patiënten met indicatie atriumfibrilleren is opnieuw met 2% toegenomen, namelijk 71 % ( in 2013 69 % van de totale populatie patiënten), het aantal patiënten met een zgn. preventieve indicatie is stabiel gebleven (in 2013 0.3 %). Deze ontwikkelingen volgen de landelijke trend. Aantal reguliere Bepalingen Percentage huisbezoek Nieuwe Reguliere Patiënten Percentage atriumfibrilleren Percentage Preventieve indicaties 2008 101.500 44 % 1489 68 % 3 % 2009 101.712 45 % 1595 68 % 2 % 2010 103.921 46 % 1435 65 % 1 % 2011 103.923 46 % 1432 65 % 0,5 % 2012 107.090 48 %. 1411 65 % 0,3 % 2013 105.198 44 % 1668 69 % 0,3 % 2014 103.472 47 % 1419 71 % 0,2 % Aan de FNT (Federatie Nederlandse Trombosediensten) werd het medisch jaarverslag over 2014 verstrekt, opdat dit in het gemeenschappelijk jaarverslag 2014 kan worden verwerkt. 4

Zelfmeten In 2014 werden 169 patiënten getraind voor het gebruik van zelfmeetapparatuur (begroot was 100). Voor deze training maakten 153 patiënten gebruik van de mogelijkheid om via internet getraind te worden. De digitale trainingsmethode heeft het voordeel, dat de training op het door de patiënt gewenste tijdstip en tempo kan worden gevolgd. Op 31 december 2014 maakten in totaal 1350 patiënten gebruik van zelfmeetapparatuur. In 2014 zijn 53 patiënten getraind in het zelf doseren, per 31 december 2014 bedroeg het aantal zelf doserende patiënten 263. Aantal patiënten zelfmanagement eind van het jaar 2008 600 141 2009 696 164 2010 808 219 2011 1077 227 2012 1091 219 2013 1128 223 2014 1350 263 Aantal Zelfdoserende Patiënten MEDEWERKERS Het aantal formatieplaatsen voor de werknemers met een vast dienstverband bedroeg in 2014 21,2 FTE; aangevuld met de oproepkrachten in totaal 23,2 FTE. Opnieuw zijn enkele medewerkers opgeleid tot doseeradviseur. Het paramedisch doseren is in de dagelijkse routine opgenomen, zodat de artsen meer ruimte hebben om de specifieke doseerproblemen op te lossen en om supervisie te geven op de doseeradviseurs van de Trombosedienst Flevoland. Er werd ruim gebruik gemaakt van het aanbod tot scholing. Dit past in het streven om alle medewerkers ook via opleiding en examens te kwalificeren. Dit is extra van belang met het oog op mogelijk nieuwe ontwikkelingen als gevolg van de introductie van de zgn. Nieuwe antistollingsmiddelen. Het verzuimpercentage bedroeg in 2014 9,57 %. Dit betekent meer dan een verdubbeling t.o.v. 2013 (3,9 %). Helaas zijn een tweetal medewerkers geconfronteerd met ziekte. De personeelsvertegenwoordiging (PVT), die in 2005 werd geïnstalleerd, telt thans vier leden en functioneerde ook in 2014 weer naar wens. Er werd volgens plan vergaderd mét en zonder de directeur en zoals gebruikelijk één maal met twee afgevaardigden van het bestuur, er werd een medewerkerstevredenheid onderzoek georganiseerd (MTO). 5

KWALITEIT Transitie In 2014 werd gestart met de transitie van het kwaliteitssysteem naar de ISO 15189 normen. Klachtafhandeling 2014 2013 Bloedafname 14 12 Lab 1 1 Administratie 23 34 Doseren 25 40 Zelfmeten 1 3 Diversen 4 TOTAAL 68 94 De ingediende klachten betroffen hoofdzakelijk onzorgvuldigheden in de diverse werkzaamheden, met name het doseren en de administratie. Er waren in 2014 geen klachten van medewerkers over onheus gedrag van een patiënt. Alle ingediende klachten zijn intern nagetrokken, waar nodig besproken met de betreffende medewerkers en waar mogelijk zijn punten ter verbetering geformuleerd. Alle klachten werden naar tevredenheid van de klager opgelost, interventie van de Gemeenschappelijke Klachtencommissie was derhalve niet nodig. In 2014 werd verdere ervaring opgedaan met het programma Manual Masters. Omdat Manual Masters in een beheersysteem van klachten voorziet, zal in de toekomst meer differentiatie van klachten mogelijk zijn. Kwaliteitsindicatoren -- Steekproeven reguliere en Zelfmanagementpatiënten Conform het voorschrift van de FNT werd het niveau van de antistolling op twee peildagen bepaald, apart voor de zgn. reguliere patiënten en voor de patiënten in de groep van het zelfmanagement. Deze steekproeven worden uitgevoerd bij de patiënten, die langer dan 6 maanden onder behandeling zijn en er wordt gedifferentieerd naar het gewenste streefniveau. Het resultaat over 2014 was als volgt: Gemiddelde resultaten reguliere patiënten % Long-term patiënten binnen eerste streefniveau % Long-term patiënten binnen tweede streefniveau 2008 75.4 % 73.3 % 2009 76.8 % 71.4 % NB: Vanaf 2010 inclusief de zelfmanagement patiënten, die niet zelf doseren! 2010 76.6 % 72.9 % 2011 75.7 % 74.1 % 2012 77.4 % 73.4 % 2013 77.7 % 71.8 % 6

2014 80.7 % 71.0 % Sinds 2010 wordt conform de afspraak binnen de Federatie Nederlandse Trombosedienst tevens getoetst door middel van lineaire interpolatie. Long-term patiënten binnen eerste streefniveau 2010 77.6 % 73.9 % 2011 78.0 % 75.3 % 2012 80.6 % 75.8 % 2013 78.6 % 73.8 % 2014 80.2 % 73.5 % % Long-term patiënten binnen tweede streefniveau Gemiddelde resultaten zelfmanagement-patiënten ( uitsluitend zelfdoseerders) % Long-term patiënten binnen eerste streefniveau % Long-term patiënten binnen tweede streefniveau 2008 80.4 % 71.4 % 2009 82.2 % 79.8 % NB: Vanaf 2010 worden in deze patiëntengroep uitsluitend de zelfdoseerders opgenomen! 2010 86.3 % 81.1 % 2011 87.9 % 81,1 % 2012 87.4 % 82.4 % 2013 84.3 % 79.5 % 2014 87.5 % 77.5 % Lineaire interpolatie zelfmanagementpatienten. Long-term patiënten binnen eerste streefniveau 2010 86.6 % 85.0 % 2011 87.6 % 85.7 % 2012 88.6 % 82.5 % 2013 87.9 % 82.1 % 2014 86.5 % 81,5 % % Long-term patiënten binnen tweede streefniveau -- Bloedingenregistratie Jaarlijkse evaluatie van ernstige complicaties (bloeding, CVA, trombo-embolie): De TDG voert een actief beleid t.a.v. het consequent registreren van (ernstige) complicaties - bloedingen, icva, CVA onbekende aard en arteriële / veneuze trombo-embolie. Zij doet dat o.a. door actieve navraag van de reden van ziekenhuis opname, oorzaak van overlijden en door het opvragen van aanvullende gegevens van complicaties bij de behandelend arts. Daarnaast registreert de coördinator medische zaken van een ernstige complicatie de relatie met het gevoerde doseringsbeleid om calamiteiten - verwijtbare complicaties, opgetreden t.g.v. onjuist medisch handelen- of een structurele fout in het doseerbeleid tijdig te onderkennen en passende maatregelen te kunnen nemen. Alle ernstige complicaties zijn gecontroleerd op de juistheid van de registratie en op de relatie met de antistollingsbehandeling. De FNT heeft in september 2014 de complicatie re-trombose, veneus en/of arterieel geïntroduceerd als kwaliteitsparameter. De FNT beraadt zich echter nog op de meest optimale wijze van registreren en evalueren. De TDG is in 2014 wel gestart met het verzamelen en 7

analyseren van deze trombotische complicaties. In afwachting van de FNT evaluatie criteria worden van deze complicaties in dit verslag alleen overall data getoond. Regulier + zelfmeten Bloedingen Aantal Fenp Trauma Overleden Evaluatie relatie dosering ¹ 1 2 wv L 4 3 / 5 CVA / intra-craniëel 23 6 5 8 8 4 2 11 0 Tr.digestivus 24 7 1 1 9 11 4 4 0 Gewrichten 1 0 0 1 0 Hematurie 5 3 1 1 3 0 1 0 Hemoptoë 0 Oog: conjunctiva 0 Oog: intraoculair 2 1 1 1 0 1 0 Vaginaal 0 Neus 7 2 3 1 0 3 0 Huid 2 2 1 0 1 0 1 0 Spier 2 1 0 1 0 Elders 9 5 4 2 2 1 0 6 0 Totaal overige locaties 27 13 7 2 8 6 0 13 0 Totaal ernstige bloedingen 75 26 13 11 25 21 6 29 0 Overige complicaties icva / waarvan geen recidief 15 / 2 1 3 9 4 3 2 0 Veneuze trombo-embolie 0 Arteriële trombo-embolie 2 Totaal overige 17 complicaties Onbekend CVA 2 1 0 1 1 1 0 Evaluatie relatie complicatie / antistollingsbehandeling (o.b.v. INR t.t.v. de complicatie) 1= INR binnen therapeutisch gebied 2= INR buiten therapeutisch gebied, adequaat voorafgaand doseerschema; wv L = waarvan laag 3= INR buiten therapeutisch gebied, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst 4= INR niet bekend, adequaat voorafgaand doseerschema 5= INR niet bekend, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst 8

Zelfmanagement = zelfdoseerders Bloedingen Aantal Fenp Trauma Overleden Evaluatie relatie dosering ¹ 1 2 wv L 4 3 / 5 CVA / intra-cranieel 0 Tr.digestivus 0 Gewrichten 0 Hematurie 0 Hemoptoë 0 Oog: conjunctiva 0 Oog: intraoculair 0 Vaginaal 0 Neus 1 1 0 0 0 0 Huid 0 Spier 0 Elders 0 Totaal overige locaties 1 1 0 0 0 0 Totaal ernstige bloedingen 1 1 0 0 0 0 Overige complicaties 0 icva / waarvan geen recidief 0 veneuze trombo-embolie 0 arteriële trombo-embolie 0 Totaal overige complicaties 0 Onbekend CVA 0 Evaluatie relatie complicatie / antistollingsbehandeling (o.b.v. INR t.t.v. de complicatie) 1= INR binnen therapeutisch gebied 2= INR buiten therapeutisch gebied, adequaat voorafgaand doseerschema; wv L = waarvan laag 3= INR buiten therapeutisch gebied, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst 4= INR niet bekend, adequaat voorafgaand doseerschema 5= INR niet bekend, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst In 2014 zijn 76 ernstige bloedingen geregistreerd: 75 bij de reguliere patiënten, incl. zelfmeters en NPT; 1 bij zelfdoseerders. Het relatief grootste aandeel vormen 23 intracraniële bloedingen en 24 gastro-intestinale bloedingen. Daarnaast werd een ischaemisch CVA of CVA van onbekende aard resp. 15 en 2 maal gemeld, allen bij de reguliere patiënten. 13 van de 15 icva betrof een recidief van de antistollingsindicatie, in alle gevallen AF. Het aantal ernstige complicaties valt ruimschoots binnen de, op basis van literatuur, te verwachten incidentie. Er hebben zich geen calamiteiten voorgedaan; m.a.w. er was geen ernstige complicatie die verwijtbaar was aan het behandelbeleid van de trombosedienst. In vergelijking met andere trombosediensten scoort de TDG relatief hoog in het aantal complicaties, een gevolg van het actief registreren. Bij patiënten met een ernstige bloeding was de INR ten tijde van het optreden ervan bij 40% onbekend, maar er was wel sprake van een adequaat voorafgaand doseerschema. Bij 33% bevond de INR zich binnen de therapeutische grenzen, bij 8% was de INR verlaagd en bij de resterende 19% te hoog. 9

Bij patiënten met een ischaemisch CVA was de INR bij 12% onbekend, bij 60% therapeutisch, bij 19% verlaagd en bij 9% verhoogd. Het aandeel te hoge INR bij bloedingen of juist verlaagde INR bij het ischaemisch CVA is relatief klein; de complicaties kunnen evengoed optreden bij goed ingestelde antistolling. Ten opzichte van 2013 zijn meer gastro-intestinale bloedingen gemeld. Bij slechts 7/24 was de INR boven het streefgebied ten tijde van de bloeding, bij geen daarvan was sprake van een doseerfout of calamiteit. Bij de overige ernstige bloedingen zijn geen significante verschuivingen in aantal en aard geconstateerd Evenals vorig jaar is er een groter relatief aandeel van fenprocoumon gebruik: 35% van de ernstige bloedingen. Dit gaat echter niet gepaard met een minder goede instelling op fenprocoumon noch met significant meer ontregelde antistolling of frequentere fatale afloop. Het blijft een punt van aandacht en nauwkeurige monitoring van de relatie tussen de opgetreden complicatie en het behandelbeleid bij de patiënt. Relac-controles Bij deze externe bewaking van de kwaliteit van de stollingsbepaling werd over 2014 wederom- een score van 100 % behaald. Arbo-zaken Het plan van Aanpak, opgesteld naar aanleiding van de RIE & E 2010, werd uitgevoerd. De samenwerking met de ARBO-Unie verliep soepel. FINANCIELE ASPECTEN De overheid heeft middels NZa bepaald dat het principe van de marktwerking voor trombosediensten zijn intrede zal doen. Trombosediensten dienen met de koepels (van zorgverzekeringen) apart prijsafspraken te maken. Dit leidt regelmatig tot verschillende tarieven voor dezelfde verrichtingen. Begrijpelijkerwijs levert dit vragen op van patiënten, die door de trombosedienst helaas niet bevredigend kunnen worden beantwoord. 2014 is voor trombosediensten aangemerkt als het transitiejaar Het boekjaar 2014 werd afgesloten met een positief resultaat van 60.253. ORGANISATORISCHE ASPECTEN Samenwerking binnen de keten Met de partners binnen de keten van de antistollingszorg werden bestaande afspraken en werkwijzen op schrift gesteld conform de landelijke richtlijnen, te weten de LSKA2 (Landelijke Standaard ketenzorg Antistolling) en de LESA (Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak Antistolling). De Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling (LSKA) is opgesteld door de Landelijke Stuurgroep Keten Antistollingsbehandeling. De LSKA is in 2012 ontwikkeld in een projectgroep van zorgprofessionals en velddeskundigen afgevaardigd door de landelijke stuurgroep. In deze projectgroep waren vertegenwoordigd de FNT, NVK, NIV, NMT, NHG, NVN, NVA, KNMP, NVZA, NVvC, NVvH, Verenso en De Hart&Vaatgroep. 10

De LESA beschrijft de taken en verantwoordelijkheden van huisarts, apotheker, trombosedienstarts en tandarts bij de behandeling en begeleiding van patiënten die worden behandeld met een antistollingsmiddel. Verder geeft deze LESA aanbevelingen voor het maken van werkafspraken over taken en verantwoordelijkheden bij patiënten die een antistollingsmiddel gebruiken. Op initiatief van het EDC (Eerstelijns Diagnostisch Centrum) werd een regio breed overleg opgestart betreffende de introductie van de NOAC s, de nieuwe orale antistollingsmiddelen, die per 1 december 2013 door de zorgverzekeraars worden vergoed, mits voorgeschreven volgens de zgn. Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen. In 2014 werden deze NOACs in onze regio op beperkte schaal voorgeschreven. In totaal stapten ruim 120 patiënten over op de NOAC s. Ruim 50 patiënten zijn weer teruggegaan op de Vitamine K- antagonisten, meestal wegens bijwerkingen. Deze leidraad, opgesteld op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, bevat adviezen betreffende de geleidelijke en veilige introductie van nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s). Deze leidraad is opgesteld door vertegenwoordigers van de direct betrokken wetenschappelijke verenigingen (NVVC, NIV, NVN, NOV, VAL/NVKC, NVZA/KNMP) en vervolgens in een separate bijeenkomst besproken met andere wetenschappelijke verenigingen en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). De leidraad is gebaseerd op de (inter-)nationale literatuur, nationale en internationale richtlijnen en het recent verschenen rapport van de Gezondheidsraad Nieuwe antistollingsmiddelen: een gedoseerde introductie, waarin een uitgebreide wetenschappelijke analyse van de literatuur over de NOAC s wordt gegeven. Near patiënt testing In 2014 werd het zgn. near patient testing (NPT) verder uitgebreid. Bij NPT worden verzorgingstehuizen/verpleegtehuizen gefaciliteerd om een actieve rol te spelen in de antistollingsbehandeling van hun bewoners. Hiertoe wordt door de trombosedienst een samenwerkingscontract met de instelling aangegaan en worden zelfmeet-apparaten in bruikleen verstrekt. ICT Het digitale archief van de patiënten werd overgezet in een ander programma, wat toegankelijker is. De verwachting en de hoop is dat de data in het digitale archief in voorkomende gevallen eerder zullen worden geraadpleegd. In oktober 2013 werd het basis registratiesysteem van alle reguliere patiënten (TDAS genaamd) geconverteerd naar een moderner web-based programma, genaamd Portavita. Voor de registratie van - en communicatie - met de zelfmanagement patiënten maakt de TDG als sinds vele jaren naar tevredenheid gebruik van dit Portavita programma. Genoemde conversie had een zeer grote impact op de organisatie. Ondanks een terdege voorbereiding bleken meer aanpassingen in werkwijze van diverse functionarissen noodzakelijk dan tevoren was voorzien. In overleg met andere trombosediensten en in samenwerking met Portavita werd een programma van eisen opgesteld en werd overeengekomen dat de benodigde functionaliteiten in 2015 binnen de programmatuur van Portavita zullen worden ingebouwd. Samenwerking met andere trombosediensten De samenwerking met de Trombosedienst Delft e.o. op managementniveau werd voortgezet. 11

Mevr. van Dolder vervult sinds 2003 de functie van medisch leider. Er was intensief contact tussen de kwaliteitsfunctionarissen van beide diensten, er werden over en weer audits verricht, er werd intensief samengewerkt met het oog op transitie naar certificering naar ISO normen. De evaluatie van de conversie van TDAS naar Portavita werd in beide trombosediensten uitgevoerd en het resultaat werd met Portavita besproken. De samenwerking met de Trombosedienst Flevoland werd gecontinueerd. In het kader hiervan wordt sinds 2005 vanuit de Trombosedienst voor het Gooi dagelijks supervisie op de doseeradviseurs van Flevoland gegeven. Mevr. A. Th. M. van Holten- Verzantvoort, coördinator medische zaken bij de Trombosedienst voor het Gooi, vervult bij de Trombosedienst Flevoland de functie van medisch leider op basis van detachering door de TDG. Mevr. van Holten vervult tevens de functie van medisch leider voor de Trombosedienst Schiedam. Mogelijkheden worden onderzocht om ook op het gebied van de dagelijkse supervisie samen te werken met de Trombosedienst Schiedam, sinds juni 2010 wordt één van de doseerartsen door de TDG gedetacheerd naar de Trombosedienst Schiedam. Samenwerking Klinisch Chemisch Lab Tergooiziekenhuizen (KCHL) De samenwerking met het KCHL van TGZ inzake bloedafname op de prikposten, als pilot in 2009 gestart, werd in 2014 naar tevredenheid verder gecontinueerd. Inmiddels heeft de TDG een intentieverklaring getekend om in het nieuw te bouwen Tergooiziekenhuis in te trekken. Waarschijnlijk betekent dat de TDG voor een periode van vier jaar moet worden geherhuisvest. Hiertoe worden de verschillende mogelijkheden bezien. In het kader van de transitie van het kwaliteitssysteem naar de ISO normen, is er frequent overleg met de Klinisch Chemicus van TGZ. CONCLUSIE Ook in 2014 heeft de Trombosedienst voor het Gooi zich, door de enthousiaste en professionele inzet van haar medewerkers, verder ontwikkeld tot een gezonde, moderne zorgorganisatie voor een specifieke doelgroep. De trombosedienst blijkt in staat om op professionele wijze in te spelen op de ontwikkelingen in de zorgmarkt, voor 2014 betekende dit de start van de marktwerking. In het jaar 2014 is de samenwerking met zorgpartners in de regio verder uitgebreid. Ook de banden met collega trombosediensten werden nader aangehaald. Hierbij wil ik alle medewerkers bedanken voor hun enthousiaste inzet in 2014. Het bestuur wil ik danken voor haar betrokkenheid en haar belangenloze inzet voor de Trombosedienst voor het Gooi in het jaar 2014. Hilversum, mei 2015. Mevr. Drs. B.D. van Dolder, directeur. 12

Bestuursverslag 2014 Stichting Trombosedienst voor het Gooi. De Stichting Trombosedienst voor het Gooi heeft ten doel het in stand houden en exploiteren van een trombosedienst, gericht op het bevorderen van een adequate behandeling van patiënten met antitrombotica en/of andere behandeling gericht op de diagnostiek en preventie van trombose. De dienst richt zich op cliënten in de regio Gooi en Vechtstreek. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. De dagelijkse leiding van de stichting berust bij de directeur/medisch leider. Samenstelling van het bestuur per 31 december 2014 Naam Eerste benoeming Functie Dr. M.G. Elisen, klinisch chemicus 2003 Lid Drs. J. van der Horst, huisarts 2008 Lid Drs. S.A. Luykx-de Bakker, internist/oncoloog 2007 Lid Drs. J.A. Muurling MMC, bestuurskundige 2007 Secretaris Drs. R.M. Reetraa, belastingconsulent 2008 Penningmeester Drs. F.F.L. Vlak, arts n.p. 2006 Voorzitter 2014 in grote lijnen Het bestuur is in 2014 vier maal bijeengeweest. De Trombosedienst zal de komende jaren als zelfstandige stichting voortbestaan. Dit perspectief is uitgangspunt geweest bij de besluitvorming over de toekomstige huisvesting. Op dit moment is de dienst gehuisvest in een pand van de Stichting tot bijstand van het Diakonessenhuis Hilversum. Te zijner tijd zal de dienst gehuisvest worden in de nieuwbouw van Tergooi locatie Hilversum. Tijdens de voorbereiding van de nieuwbouw van het ziekenhuis zijn diverse scenario s de revue gepasseerd. In sommige zou de trombosedienst tijdelijk elders huisvesting moeten vinden. In andere kon de huidige huisvesting in stand blijven tot de verhuizing naar het ziekenhuis. Rekening houdend met deze onzekerheid is contact gezocht met de eigenaar van het huidige gebouw. Deze heeft de dienst verzekerd dat er bij alle mogelijke scenario s, rekening zou worden gehouden met de afspraken die zijn vastgelegd in de huidige huurovereenkomst en met de eisen die aan huisvesting van een Trombosedienst worden gesteld. Rekening houdend met de veranderingen in de zorg rond de patiënt met Trombose, zoals geschetst door de Federatie Nederlandse Trombosediensten, is eind 2014 met de Trombosedienst van het Meander medisch Centrum afgesproken te streven naar samenwerking. Daarbij is de mogelijkheid opengehouden om op termijn mogelijk te fuseren tot een regionaal antistollingscentrum voor Het Gooi en Eemland. Ook in 2014 is er in het bestuur ruime aandacht geweest voor de mogelijke gevolgen van de nieuwe middelen op de werkwijze en de toekomst van de dienst. Geconstateerd is dat er in het Gooi vooralsnog geen trendbreuk zichtbaar is. Er is nog steeds sprake van een stijging van de dienstverlening van de dienst. Daarnaast zijn er nog weinig overstappers naar de nieuwe middelen.. 13

De trombosedienst heeft eind 2014, verwijzend naar landelijke ontwikkelingen, de betrokken zorgaanbieders, huisartsen en medisch specialisten in de regio geattendeerd op de ketenveiligheid. Ze heeft in dat kader aangeboden bereid te zijn een regisserende rol te vervullen. Het bestuur heeft de begroting 2014 en het jaarplan van de directie 2014 op 10 december 2013 vastgesteld. Enkele maanden later, eind april 2014, is de jaarrekening 2013 na een bestuur overleg per e-mail door het bestuur vastgesteld. Deze vaststelling is later tijdens een formele bestuursvergadering bekrachtigd. Jaarlijks vindt er een overleg plaats tussen een delegatie van het bestuur, de directie en de personeelsvertegenwoordiging (PVT). Het bestuur stelt dit jaarlijkse overleg zeer op prijs Op 9 december 2014 is gesproken over het jaarplan van de Trombosedienst, de ontwikkelingen m.b.t. de huisvesting in het nieuwe ziekenhuis en de ontwikkelingen rond de NOAC s. De leden van het bestuur van de Stichting ontvangen voor hun werkzaamheden geen honorering. Er worden geen onkostenvergoedingen verstrekt en zijn er in 2014 geen overige kosten door leden van het bestuur gedeclareerd. Het bestuur en de directie hebben bij de uitoefening van hun taken uitdrukkelijk de keuze gemaakt om de Zorgbrede Governance Code toe te passen als leidraad voor bestuur, toezicht en verantwoording van het beleid in de Trombosedienst. De richtlijnen bieden waarborgen voor kwaliteit en onafhankelijkheid van bestuur en toezicht. De Trombosedienst voor het Gooi toonde ook in 2014 weer aan een stabiele en betrouwbare zorgorganisatie te zijn. Het bestuur spreekt haar tevredenheid uit over het feit dat, dankzij de inzet van directie en medewerkers, de financiële exploitatie over 2014 binnen de begroting en het beschikbare verzekeraarsbudget is gerealiseerd. Het bestuur is de medewerkers en de directie dan ook zeer erkentelijk voor hun inzet en betrokkenheid. Namens het bestuur, Florent F.L.Vlak, voorzitter Jan Muurling, secretaris 14

3. Fiscale positie Sinds 1 januari 2014 met de invoering van de prestatiebekostiging is de Trombosedienst belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. 31-12-2014 Resultaat voor belasting 76.024 Af: investeringsafrek -1.925 Bij: niet aftrekbare bedragen 4.400 2.475 Belastbaar bedrag 2014 78.499 Vennootschapsbelasting 20% van 78.495 15.699 15

4. Balans per 31 december 2014 Activa Vaste activa 31-12-2014 31-12-2013 Materiële vaste activa 538.869 656.384 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 537.981 528.141 Liquide middelen 351.115 120.828 889.096 648.969 Passiva 1.427.965 1.305.353 Eigen vermogen Af te bouwen vermogen 275.480 458.947 Nog in tarieven te verrekenen 0 45.378 Weerstandsvermogen 289.170 0 564.650 504.325 Voorzieningen 253.074 208.652 Langlopende schulden 36.000 63.915 Kortlopende schulden en overlopende passiva 574.241 528.461 1.427.965 1.305.353 16

5. Resultatenrekening over 2014 exploitatie begroting exploitatie 2014 2014 2013 Baten Opbrengst trombo-testbepalingen 1.795.916 1.350.000 800.670 Opbrengst zelfmeting training, begeleiding 649.472 958.000 1.321.541 NPT-kwartalen 91.855 85.000 133.521 Opbrengst detachering 108.881 105.000 100.241 Totale baten 2.646.124 2.498.000 2.355.972 Lasten Salarissen 1.033.223 900.000 881.947 Sociale lasten en overige personeelskosten 326.292 260.000 358.814 Medische middelen 566.501 500.000 458.001 Huishoudelijke kosten 24.453 25.000 22.302 Algemene kosten 413.467 511.000 397.158 Afschrijvingen materiële vaste activa 191.857 277.000 214.566 Rentelasten 14.307 25.000 16.796 2.570.100 2.498.000 2.349.584 Verrekening exploitatieresultaat 2011 0 0-170.774 Totale lasten 2.570.100 2.498.000 2.178.810 Resultaat voor belastingen 76.024 0 177.162 Vennootschapsbelasting -15.699 0 0 Resultaat na belastingen 60.325 0 177.162 Dotatie weerstandsvermogen 60.325 249.800 0 17

6. Financiële positie 31-12-2014 31-12-2013 Beschikbaar op lange termijn: Af te bouwen vermogen 275.480 458.947 Weerstandsvermogen 289.170 0 Nog in de tarieven te verrekenen 0 45.378 Voorzieningen 253.074 208.652 817.724 712.977 Geïnvesteerd op lange termijn: Materiële vaste activa 538.869 656.384 Werkkapitaal 278.855 56.593 De toename van het werkkapitaal ad 222.262 is hierna in de staat van herkomst en besteding van de middelen gespecificeerd: Staat van herkomst en besteding van de middelen Herkomst van de middelen: Voordelig resultaat 60.325 Afschrijvingen 191.857 Toename voorzieningen 44.422 296.604 Besteding van de middelen: Investeringen in materiele vaste activa 74.342 Toename werkkapitaal 222.262 18

7. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Algemene grondslagen voor de bepaling van de jaarrekening Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van algemeen aanvaarde richtlijnen voor financiële verslaglegging conform de regels van RJZ (Regeling Jaarverslaglegging Zorgsector). Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Ter vergelijking is opgenomen de begroting 2014, zoals vastgesteld door het bestuur op 10 december 2013. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van de aanschafbedragen en indien van toepassing onder aftrek van behaalde boekwinsten bij verkoop. Afgeschreven wordt volgens de regels van de Nederlandse Zorgautoriteit. Er wordt afgeschreven vanaf de datum van ingebruikname. Een overzicht van de materiële vaste activa is opgenomen in de bijlage. Voorzieningen Er zijn voorzieningen opgebouwd ter gelijkmatige verdeling van de onderhoudskosten van het pand, ter gelijkmatige verdeling van de jubilea-uitkeringen aan personeel, ter gelijkmatige verdeling van de lustrumviering en ter gelijkmatige verdeling reorganisatiekosten. Jaarlijks wordt beoordeeld of er ten laste van het resultaat de voorziening wordt gedoteerd, terwijl hiervoor in aanmerking komende kosten ten laste van de voorziening worden gebracht. Grondslagen van de resultaatbepaling Opbrengsten en kosten worden verwerkt in het jaar waarop zij betrekking hebben. 19

8. Toelichting op de balans 8.1 Activa 8.1.1. Vaste activa Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is: 2014 Boekwaarde per 1 januari 656.384 Investeringen: CoaguChek 62.319 Computerapparatuur 6.874 Auto's 5.149 74.342 730.726 Afschrijvingen -191.857 Boekwaarde per 31 december 538.869 31-12-2014 31-12-2013 Verbouwing 146.021 146.021 Inventaris laboratorium 5.929 5.929 Inventaris kantoor 35.396 35.127 CoaguChek 230.726 165.789 Computerapparatuur 50.704 44.528 Auto's 70.093 82.000 538.869 479.394 20