Vragenlijst tips Vragenlijsten maken voor kwantitatief (markt)onderzoek



Vergelijkbare documenten
Imago onderzoek en KS techniek Het meten van imago

Gebruikershandleiding

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen

Template voor Lost sales/ business onderzoek verloren prospects eenvoudige verkorte versie. Inhoudsopgave. Vragenlijst...1. Afsluitende pagina...

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie

Klanttevredenheidsonderzoek Zakelijk Centraal Beheer Achmea

Auteurs: Marijke Hoftijzer en Piet Korte isbn:

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Jaarrapport Cenzo totaal 2013

Tips voor het maken van een goede online vragenlijst

(Hoe) houden organisaties zich bezig met duurzame inzetbaarheid? Uitkomsten onderzoek. Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid

BUE Feedbackgevers LK

Nationale-Nederlanden

Gemeente Breda. Omnibusenquête Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer

Vragenlijst Beoordelen van wetenschappelijke manuscripten

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Resultaten. LimeSurvey Eenvoudige statistieken Vragenlijst 'Enquête elektrische auto' Vragenlijst 36685

In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname!

Klanttevredenheidsonderzoek

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Ervaringen met de zorg van de huisarts

Vragenlijst Samen Werken

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Emcart. Vestiging Arnhem Periode onderzoek: 2011

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

Ellen van Wijk - Ruim baan voor creatief talent B 3. Survey commitment van medewerkers

VRAGENLIJST. Als u op verder klikt verlaat u deze vragenlijst.

Handleiding Docenten/Begeleiders

Enquête woongroep Surinaams-Javaanse ouderen

Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben over het onderzoek, dan kunt u contact opnemen met Gerd Weitkamp via of

Rapportage. Peiling onder mkb ers en zzp ers. 20 april 2017

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO

Hacken. oktober 2018

Template voor Website evaluatie geavanceerde uitgebreide versie. Inhoudsopgave. Hoofdsectie Algemeen (vaste sectie)...2

Gemeente Breda. Onderzoek en Informatie. Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012

Onderzoeksopzet. Trends in Service 2010

Meetinstrument Samen Werken

Allen Vrouw Man N= % % % % % % % % % 97,1 97,5 96,8 98,2 100,0 97,2 95,5 97,0 95,7

(Voor)oordelen over parttimers

AFM Consumentenmonitor Q Kredietwaarschuwingszin

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep de heer Consultant

Klanttevredenheidsrapportage ARAG Rechtsbijstand

Jongeren en Starters op de Heetense Woningmarkt

Klantenpanel RVO.nl Resultaten peiling 36: Koopsubsidie Januari 2016

B&W-Aanbiedingsformulier

6 Valkuilen bij het maken van testvragen die eenvoudig zijn te ontwijken. Meer informatie? Bezoek ons op

Template voor Naamsbekendheid onderzoek eenvoudige verkorte versie. Inhoudsopgave. Vragenlijst...1. Afsluitende pagina...8. Variabelen...

Huidig economisch klimaat

Klantevredenheidsonderzoek Ditzo schade December 2016

Vraag C Beslist het hoofdkantoor over sponsoraanvragen of doet elke vestiging dat apart? 1. Hoofdkantoor 2. Elke vestiging apart

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

VAN EUNEN MARKETING. Nederlanders en geld: verslag van een onderzoek

Reader Rapporteren in grafieken

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007

Werkbelevingsonderzoek 2013

VRAGENLIJST. Zorgvrager, vervolgmeting

PENSIOEN ZZP-ERS. Een kwantitatief onderzoek onder ZZP-ers in opdracht van Indexus JORIS DE JONGH MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, DECEMBER 2018

Onderzoek Passend Onderwijs

Handleiding bij het invullen

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Template voor Lost sales/ business onderzoek verloren prospects geavanceerde uitgebreide versie. Inhoudsopgave. Hoofdsectie...1

De status van mobiel intranet

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

30 mei Onderzoek: Racisme in Nederland?

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Trend People: dé perfecte matchmaker.

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

MKB ICT-onderzoek 2009

Online onderzoek Uw werknemers

Klanttevredenheidsonderzoek

Online onderzoek Uw evenement

Flitspeiling plastic tasjes

Rapport Incassotraject van Vitens Beleving en waardering van klanten

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Enquête Participatiewet

Onderzoeksresultaten Nationaal onderzoek Over Duurzame Inzetbaarheid

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Thuiszorg Dichtbij Groningen. Ervaringen met de Palliatieve Zorg Verslagjaar 2014

Klanttevredenheidsonderzoek

Aanmeldingsformulier Alexander Concept

Klanttevredenheidsonderzoek

Praktische tips voor het voeren van een gesprek

1 INLEIDING ALGEMENE VRAGEN... 3

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Spijkerkwartier. Kerncijfers Wijk Stad, 2013 Spijkerkwartier Gemeente Arnhem

Marktonderzoek naar de markt van personeelsplanningssystemen, tijdregistratiesystemen en urenverantwoordingssystemen.

Handleiding Docenten

Klanttevredenheidsonderzoek

CONTACT QUESTIONNAIRE

Ervaringen met de zorg van de huisarts. Huisartsenpraktijk de Pelikaan

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% %

ONLINE VIDEO MONITOR 2013 CUSTOMER TOUCHPOINT

Transcriptie:

Vragenlijst tips Vragenlijsten maken voor kwantitatief (markt)onderzoek

Vragenlijst tips (1): structuur Wanneer u een vragenlijst voor kwantitatief onderzoek maakt, kunt u veel tijd (en dus geld...) besparen door vragen op een goede manier te structureren. Onderstaande voorbeelden zullen dit verduidelijken. 1. Houd vraag en antwoord kort en bondig Een respondent wordt gevraagd om een oordeel uit te spreken over een reclamespot die hij zojuist via internet gezien heeft. De volgende vraag wordt gesteld: Hoe vindt u het om naar deze reclame spot te kijken? vind het heel leuk om ernaar te kijken vind het tamelijk leuk om ernaar te kijken het maakt niet uit om ernaar te kijken vind het niet zo leuk om ernaar te kijken vind het helemaal niet leuk om ernaar te kijken Beter is: Hoe vindt u het om naar deze reclamespot te kijken, vindt u dit: heel leuk tamelijk leuk maakt niet uit niet zo leuk helemaal niet leuk 2. Maak zoveel mogelijk gebruik van dezelfde antwoordcategorieën Door zoveel mogelijk gebruik te maken van dezelfde antwoordcategorieën hoeven mensen niet voortdurend "om te schakelen" in hun gedachten naar een nieuwe set antwoordmogelijkheden. Door gebruik te maken van "batterijen" waar vragen over hetzelfde onderwerp en met dezelfde antwoordcategorieën in staan kan in een vragenlijst veel meer informatie in minder tijd verzameld worden. U kunt hierbij het best gebruik maken van de functie "tabellen" in uw tekst opmaak programma. 2

Een voorbeeld met een eens/oneens schaal: Medewerkers A1 Iedereen in de organisatie voelt zich verantwoordelijk voor het leveren van kwaliteit. A2 Medewerkers weten welk belang het management hecht aan kwaliteit. A3 Medewerkers hebben een klantgerichte houding. A4 Medewerkers volgen regelmatig cursussen / trainingen op het gebied van klantvriendelijkheid / kwaliteitszorg. 1 2 3 4 5 9 Volledig oneens Oneens Niet eens/ niet oneens Eens Volledig eens Weet niet/nvt ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) A5 Indien u op één van de voorgaande vragen "oneens" of "volledig oneens" geantwoord heeft, kunt u dat dan hieronder toelichten? Een voorbeeld met een kwaliteitsschaal: De account manager 1 2 3 4 5 9 Hoe beoordeelt u de accountmanager ten aanzien van: Slecht Matig Goed Zeer goed Weet niet/nvt B1 Klantvriendelijkheid. ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) B2 Telefonische bereikbaarheid. ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) B3 Snelheid van reageren op uw vragen. ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) B4 Bieden van oplossingen bij problemen. ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) B5 Indien u op één van de voorgaande vragen "slecht" of "matig"geantwoord heeft, kunt u dat dan hieronder toelichten? Een voorbeeld met een frequentieschaal: 1 2 3 4 5 9 Nooit Zelden (1x per maand) Soms (1x per week) Weet niet/nvt Uitstekend Regelmatig (meerdere keren per week) (Bijna) altijd (vrijwel iedere dag) C1 Hoe vaak maakt u gebruik van intranet? ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 3

Een voorbeeld van een imago onderzoek: Wat is uw algemene indruk van de volgende sportmerken (het gaat slechts om een algemene indruk): 1 2 3 4 5 9 Slecht Matig Goed Zeer goed Uitstekend Weet niet/nvt D1 Adidas ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D2 Nike ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D3 Asics ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D4 Reebok ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D5. Als u denkt aan Adidas, wat is het eerste dat bij u opkomt? Omschrijf dit met minimaal drie kernwoorden (open vraag).. In hoeverre passen de hieronder genoemde associaties bij Adidas? 1 2 3 4 9 Past geheel niet Past niet Past goed Past zeer goed Geen indruk D6 Degelijk ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D7 Trendy ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D8 Sportief ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D9 Betrouwbaar ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D10 Vrijheid ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D11 Gezelligheid ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D12 Uitdagend ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) D13 Toonaangevend ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 4

3. Maak een bewuste keuze voor een even of oneven aantal antwoordcategorieën Indien uit een even aantal antwoordmogelijkheden gekozen moet worden, wordt de respondent in een bepaalde mate "gedwongen" om een positief of negatief antwoord te kiezen, er is geen "middencategorie". Dat kan heel goed werken, bijvoorbeeld met zaken die met imago te maken hebben, waar mensen toch snel geneigd zijn om maar "in het midden" te gaan zitten. Bij vragen die over heel concrete onderwerpen gaan wordt meestal gekozen voor een oneven aantal categorieën. 4. Zorg voor een goede balans van positieve en negatieve mogelijke antwoorden Als er vijf antwoordmogelijkheden zijn, formuleer dan 2 positieve en 2 negatieve antwoordmogelijkheden plus een middencategorie. 5. Kies een goede set basis antwoordmogelijkheden Een goede schaalverdeling is de volgende: uitstekend zeer goed goed matig slecht Deze schaalverdeling heeft de volgende voordelen: Goede differentiatie. De categorie "goed" is een antwoord dat respondenten nogal snel zullen geven. Pas wanneer iemand "uitstekend" of "zeer goed" antwoordt, dan differentieert hij/zij op positieve wijze. Wanneer "matig" of "slecht" als antwoord gegeven wordt, dan wordt op negatieve manier gedifferentieerd. Goede benadering normale verdeling. De categorie "goed" functioneert in praktijk dus eigenlijk als een soort middencategorie Veel onderzoekers denken dat het een positieve antwoordcategorie is en de schaal dus 3 positieve en 2 negatieve antwoorden bevat. Met andere woorden: een bias (vertekening). Dat blijkt niet waar te zijn, uit onderzoek en meeluisteren met onderzoek blijkt dat het antwoord "goed" door mensen heel snel in de mond genomen wordt. De uiteindelijke antwoorden blijken meestal de normale verdeling goed te benaderen (van belang voor de statistische verantwoording en toetsen). Goed toepasbaar voor veel verschillende soorten vraagstellingen. Heel veel vragen kunnen op een dusdanige manier gesteld worden dat zij in bovenstaande categorieën gecodeerd kunnen worden. Respondenten zullen sneller antwoord kunnen geven op vragen en u kunt dus meer vragen stellen in dezelfde tijd of een gelijk aantal vragen in minder tijd. Kortom: het levert efficiency voordeel. Deze antwoordset kan dus goed als basis dienen voor veel vragen uit de vragenlijst. 5

6. Stel de belangrijkste vragen ergens aan het begin van de vragenlijst Wanneer het onderzoek bijvoorbeeld over de kwaliteitsperceptie van een bepaald product of dienst gaat, stelt u bijvoorbeeld de volgende vraag: Wanneer u denkt aan de kwaliteit van dit product, vindt u dit dan: 1 2 3 4 5 9 Slecht Matig Goed Zeer goed Uitstekend Weet niet/nvt ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) Dit soort belangrijke vragen kunnen het best aan het begin van de vragenlijst gesteld worden omdat: De respondent dan nog heel "fris" is en het best met zijn gedachten bij het onderzoek Er altijd een risico is dat een gesprek afgebroken wordt zonder dat het vervolgd kan worden. In dat geval heeft u de belangrijkste gegevens al verzameld die alsnog in het onderzoek meegenomen kunnen worden. 7. Stel gevoelige vragen aan het eind van de vragenlijst Vragen over inkomen zijn bijvoorbeeld vaak heel gevoelig en brengen het risico met zich mee dat een gesprek afgebroken wordt. Stel gevoelige vragen daarom aan het eind van de vragenlijst. 6

Vragenlijst tips (2) Onderstaande tips zijn algemene tips die met name met taalgebruik te maken hebben. 1. Pas het taalgebruik aan de respondent aan Denk voordat u de vragenlijst opstelt goed na over de doelgroep die u gaat ondervragen. Gebruik bijvoorbeeld geen (semi-)wetenschappelijke vaktermen bij een onderzoek, gericht op scholieren. 2. Omschrijf moeilijke begrippen Moeilijke begrippen dienen in de inleiding van de vraag uitgelegd te worden. Zo voorkomt u verschillende interpretaties van het begrip. 3. Let op de vraagvolgorde Bepaalde vragen, zoals inkomensvragen en vragen over persoonlijke of gevoelige informatie, kunnen vaak het beste achter in de vragenlijst worden opgenomen. Verder moet de opbouw logisch zijn. Vragen die bijvoorbeeld gaan over de bekendheid van merken kunnen het beste voor in de vragenlijst opgenomen worden. Anders loopt u het risico dat de naam al gevallen is voordat de vraag is gesteld. 4. Vermijd suggestieve vragen Pas op dat u respondenten niet een bepaalde richting opstuurt met het geven van hun antwoord. Voorkom dus vragen als: 'U bent toch ook tegen rekeningrijden?' 5. Wees concreet Dus niet: 'Heeft u wel eens met de bus gereisd?' maar 'Wanneer heeft u voor het laatst met de bus gereisd?' 6. Vermijd twee vragen ineen Dus niet: 'Hoeveel kilometer heeft u vandaag met het openbaar vervoer afgelegd?' Maar: 'Heeft u vandaag met het openbaar vervoer gereisd?' En zo ja: 'Hoeveel kilometer?' 7. Gebruik geen onbepaaldheid in tijd Vermijd zoveel mogelijk vragen met termen als 'soms', 'regelmatig' en 'vaak'. Beter is 'dagelijks', 'een enkele keer per week', 'hoe vaak per week' etc. 8. Vermijd dubbele ontkenning Stel dus geen vragen als: 'Bent u het ONEENS met de stelling dat rekeningrijden in Nederland NIET ingevoerd moet worden' 9. Gebruik geen emotioneel geladen woorden Vermijd vragen als: 'Vindt u dat meer geld aan openbaar vervoervoorzieningen verspild moet worden?' Het woord 'verspild' heeft een veel te zware emotionele lading. 7

10. Probeer sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen Voor bepaalde gedragingen komen mensen niet graag openlijk uit. Zo zullen in een onderzoek naar stemgedrag maar weinig respondenten aangeven te stemmen op een extreem-rechtse partij. Sociaal wenselijke antwoorden vertekenen de resultaten van een onderzoek. In een dergelijk geval is het beter ervoor te zorgen dat de enquêteur er niet achter kan komen wat de respondent ingevuld heeft. Ook vraagstellingen zoals 'sommigen zeggen dit, anderen zeggen dat, wat is uw mening?' kunnen tot betere resultaten leiden. 11. Noem antwoordalternatieven Dus niet: 'Bent u een tegenstander van rekeningrijden?' Maar: 'Bent u een voorof tegenstander van rekeningrijden?' Door maar één antwoordalternatief te noemen kunt u respondenten in een bepaalde richting duwen. 12. Groepeer vragen op onderwerp of type Het is handig om alle vragen over één onderwerp bij elkaar te zetten. Dit bespaart tijd. Ook is het handig vraagtypen van een zelfde soort bij elkaar te zetten, bijvoorbeeld alle schaalvragen achter elkaar. 13. Vermijd het toekennen van kansen Veel respondenten kunnen niet goed met kansen en percentages omgaan. Percentages die tot 100% moeten optellen komen vaak veel hoger of lager uit. 14. Gebruik waar nodig hulpmiddelen Toon bladen met antwoordcategorieën en antwoordkaartjes om items te ordenen werken vaak prettig en tijdsbesparend. Ook de mogelijkheid om digitaal printadvertenties of tv- en radiocommercials te tonen en te laten horen kan een uitkomst zijn. 15. Zorg voor een goede enquêteurinstructie Zorg dat de enquêteur goed weet hoe bepaalde vragen gesteld moeten worden. Ook moet hij bijvoorbeeld weten dat vragen letterlijk opgelezen moeten worden. 16. Zorg voor een goede lay-out Let op dat enquêteurinstructies, doorverwijzingen en het gebruik van toonbladen heel duidelijk aangegeven staan. Dit mag door niemand over het hoofd gezien kunnen worden. 17. Leg de nadruk op anonimiteit Respondenten geven veelal alleen eerlijke en betrouwbare antwoorden als duidelijk benadrukt wordt dat alle antwoorden anoniem verwerkt worden. Neem daarom in de tekst voor de enquêteur op (enquêteurinstructies) dat hij de respondent voor de start van het vraaggesprek meedeelt dat alle antwoorden anoniem verwerkt worden. 18. Denk aan een proefonderzoek Om er zeker van te zijn dat vragen begrepen worden en hanteerbaar zijn voor de enquêteur, is het verstandig een proefonderzoek (pilot) te doen. 8

Vragenlijst tips (3): achtergrond vragen U heeft aan de hand van voorgaande tips een goede structuur aan uw vragenlijst kunnen geven en heeft enkele achtergrond gegevens nodig. Hoe stelt u die vragen? Onderstaand wordt weergegeven hoe deze vragen gesteld kunnen worden. Wellicht heeft u niet al deze gegevens nodig, maak uw selectie aan de hand van hetgeen van belang is voor uw onderzoek. "Voor de statistische verwerking wil ik u nog een aantal achtergrondvragen stellen. Die zijn nodig om uitspraken over bepaalde groepen mensen in het onderzoek te kunnen doen. Uw antwoorden worden anoniem verwerkt, hetgeen wil zeggen dat wij niet over individuele personen rapporteren." 1. Wat is uw leeftijd in jaren?..... jaar 2. Wat zijn de vier cijfers van uw postcode? postcode cijfers:..... 3. Wat is uw burgerlijke staat? ( ) alleenstaand ( ) getrouwd ( ) gescheiden/weduwe/weduwnaar ( ) samenwonend met partner ( ) inwonend bij ouders ( ) anders 4. Bent u van oorsprong Nederlander? ( ) ja ( ) nee ( ) weet niet/wil niet zeggen 5. Uit hoeveel volwassenen (18 jaar en ouder) bestaat uw huishouden, inclusief uzelf? ( ) aantal: 6. En hoeveel kinderen (jonger dan 18 jaar) leven er in uw huishouden? ( ) aantal: 9

7. Wat is uw hoogstgenoten afgeronde opleiding? ( ) lager onderwijs ( ) lager beroepsonderwijs ( ) middelbaar algemeen voortgezet onderwijs ( ) middelbaar beroepsonderwijs ( ) hoger algemeen voortgezet onderwijs en VWO ( ) hoger beroepsonderwijs ( ) wetenschappelijk onderwijs 8. Bent u werkzaam (betaalde arbeid)? ( ) ja, werkzaam volledig / full-time ( ) ja, werkzaam gedeeltelijk/ part-time ( ) nee, ik ben met pensioen / niet langer werkzaam ( ) nee, ik ben in opleiding ( ) nee, ik ben niet werkzaam 9. Welk soort beroep heeft of had U? ( ) eigenaar van een eigen bedrijf ( ) directeur of leidinggevende in een bedrijf ( ) zelfstandige boer of tuinder ( ) vrij beroep ( ) middenkader, hogere employee in loondienst ( ) werkzaam bij de overheid ( ) in een andere functie 10

10. Kunt u aangeven in welke branche u werkzaam bent? ( ) Landbouw en visserij ( ) Delfstoffenwinning ( ) Industrie ( ) Nutsbedrijven ( ) Bouw- en installatiebedrijven ( ) Groot- en tussenhandel ( ) Detailhandel en reparatie ( ) Horeca ( ) Transport, opslag en communicatie ( ) Bank- en verzekeringswezen ( ) Zakelijke dienstverlening ( ) Automatisering / informatietechnologie ( ) Onderwijs / opleidingen ( ) Gezondheidszorg ( ) Overheid ( ) Dienstverlening overig 11. Wat is de aard van uw werkzaamheden? ( ) algemeen management ( ) personeel / administratie ( ) financiën / administratie ( ) marketing / verkoop ( ) automatisering / IT ( ) produktie / logistiek / transport / opslag ( ) staf / secretariaat / ondersteunde diensten ( ) bestuurlijk ( ) onderwijs ( ) consultancy ( ) accountancy ( ) overig 12. Aan hoeveel personen geeft u leiding? ( ) geen ( ) 1 persoon ( ) 2-10 personen ( ) meer dan 10 personen 11

13. Hoeveel werknemers telt de vestiging van het bedrijf waarin u werkt? ( ) 1 ( ) 2-4 ( ) 5-9 ( ) 10-19 ( ) 20-49 ( ) 50-99 ( ) 100-199 ( ) 200 of meer 14. Indien u alles bij elkaar optelt, wat is dan het maandelijkse netto inkomen van uw totale huishouden (na aftrek van belastingen en sociale verzekeringspremies) ( ) geen inkomen ( ) tot 500 Euro ( ) 500 tot 1.000 Euro ( ) 1.000 tot 1.500 Euro ( ) 1.500 tot 2.000 Euro ( ) 2.000 tot 2.500 Euro ( ) 2.500 tot 3.000 Euro ( ) 3.000 Euro of meer 15. In wat voor soort woning woont u? ( ) eengezinswoning, vrijstaand ( ) eengezinswoning, 2 onder 1 kap ( ) eengezinswoning, hoekwoning ( ) eengezinswoning, tussenwoning ( ) flat, etagewoning, appartement ( ) boerderij ( ) woning met winkel of bedrijfsruimte ( ) op kamers / onzelfstandige wooneenheid ( ) woongroep ( ) studentenhuis / verpleegstershuis ( ) woonboot ( ) andere woonruimte 16. Bent u, of een van de leden van uw huishouden, eigenaar van deze woning? ( ) ja ( ) nee 12