Kabels en kabelbomen. Algemeen

Vergelijkbare documenten
Algemene informatie over de console en stekkers van de carrosserie

C494 Stekker voor kabelboom van cabine naar frame

Activering zoemer op afstand. Beschrijving

Voertuigsnelheid. Beschrijving

Voorbereiding laadklep

Zwaailicht. Algemene beschrijving van de werking. Aangebrachte functie activeren

Carrosserie-interface. Beschrijving. Carrosserie-interface. BCI (Bodywork Communication Interface)

Aansluiten van extra contourverlichting. Beschrijving. Activering

Extra achterlichten. Algemene informatie over het aansluiten van extra achterlichten. Achterlichten PGRT

Centrale elektrische eenheid. Centrale elektrische eenheid

Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheden

Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheid. IP-classificatie PGRT

Voorbereidingen voor verlichting. Algemene informatie over voorbereidingen voor verlichting. Voorbereiding voor ID-lichten.

Bewaakt op afstand activeren van noodstopfunctie

Activering werkverlichting. Beschrijving. Algemeen. Drukknop achteraf aanbrengen. Aansluitopties PGRT

Activering van zichtbaarheids- en verlichtingsfuncties op afstand

Activeren van een EK-krachtafnemer via BWS. Algemene informatie. Veiligheidsvoorwaarden. Permanente veiligheidsvoorwaarden

Aansluiting van alarm op voorbereide bekabeling

Motortoerentalregeling tijdens kiepen. Achtergrondinformatie

C489 - Stekker voor standaard functies C489

Activering krachtafnemer automatische transmissie

Centrale elektrische eenheden

Activeren voetplaat volgens EN Functie

Achterlichten. Uitvoering

Brandstofkoeler aansluiten en luchtinlaat koeling verbeteren

Aansluiten van externe display-instrumenten. Functie PGRT

Aarden en voeding. Aarden op chassisframe BELANGRIJK!

Rijverlichting deactiveren

Constante motortoerentalbegrenzing

Alarmsensoren aansluiten. Algemeen

C449 - Stekker voor automatische transmissie en volgwagenaansluiting

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen

Koppelbegrenzer. Activering met behulp van analoge signalen. Activering via externe CAN

C259 - Stekker voor uitgebreide functies C259

Brandrisico en schade met betrekking tot hete componenten

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

Trekeenheden. Algemene informatie over trekeenheden PGRT

C449 - Stekker voor automatische transmissie en volgwagenaansluiting

Uitlaatsysteem aanpassen

Afstand tussen cabine en carrosserie. Algemene informatie

P Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding):

Parameters Zichtbaarheid

Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie

Afstelbare parameters - Signalering en zichtbaarheidssystemen

Montage aan de buitenzijde van de cabine. Algemeen. Gaten en gatmarkeringen. Gaten boren

Krachtafnemer in de aandrijflijn activeren. Functie

Het schema. FIG.1.

Pneumatisch systeem aanpassen. Aanpassings- en ombouwvoorwaarden PGRT BELANGRIJK!

Regeling rijhoogte. Handmatige rijhoogteregeling. Functies voor rijhoogteregeling via BICT

Beperkingen bij werkzaamheden aan het chassis. Algemeen

Tripmastermontage voor CRF1000L Africa Twin

Versnellingsbak, hybridevoertuig. Verwijderen WAARSCHUWING! Pas op voor hete olie! Draag beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.

Waarschuwingssysteem achteruitrijden

Saab Montagerichtlijn MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE. SITdefault

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen

Vrachtwagens met gesloten opbouw. Algemene informatie over vrachtwagens met gesloten opbouw

Trekhaak, bedrading en regeleenheid (Plug-in Hybrid)

Parameters Zichtbaarheid. Inleiding

Lumination TM LED-verlichting (BL-serie Optie ononderbroken bedrading)

Verlichtingsset of montageset voor verlichting T4240 maaier. Figuur 1

Voertuigen met verwijderbare opbouw. Algemene informatie over voertuigen met verwijderbare opbouw PGRT

Krachtafnemer in aandrijflijn via BWS. Algemene informatie over de functie. Bediening met voertuig in beweging en stilstaand voertuig

Cabine verwijderen. Gereedschap. Werkinstructie. Voorbeelden van geschikte gereedschappen van Scania:

Schakelaars voor carrosseriebouwers. Algemeen

Componenten voor hydraulische uitrusting

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen

WAARSCHUWING. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing

TECHNISCH BULLETIN LTB00420v3 20 mei 2014

Weglichten- en homologatieset/set met remlicht en richtingaanwijzers Workman MD-serie multifunctionele voertuigen

Elektrische functie printen DIMLICHT

Opties aan buitenzijde van cabine

DUMAN US-Module V1.5 2 ste druk Inbouw handleiding. Bedankt voor de aanschaf van de DUMAN US-Light Module V1.5

Boor de gaten in het spatbord. Diameter van de montagegaten: 5,5 mm, het gat voor de draaddoorvoer 10 mm.

Saab 9-3 (9400) M03, Saab 9-5

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!

Stylingpakket, onderspoiler en uitlaatsysteem

Elektrische motorblokverwarming. 220V

Wettelijke vereisten. Meer informatie over wetten en regelgevingen vindt u in de volgende documenten:

HP Power Distribution Rack

Handsfree, montageset (Ericsson & Nokia)

HANDLEIDING BUISMOTOREN SERIE 45, 55, 59, 64 M

E-reader, houder (Twin Engine)

Schakelingen Hoofdstuk 6

Media Server en Digitale TV

Wettelijke vereisten. Raadpleeg het document Typegoedkeuring voor meer informatie.

INSTALLATIE INSTRUCTIE LED VERLICHTING

CAN-interface voor FMS. Algemeen. Meer informatie over de FMS-standaard kunt u vinden op

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Installation instructions, accessories. Trekhaak, vast. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Instructienr. Versie Ond. nr

Installation instructions, accessories. Trekhaak, inklapbaar. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 40

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

SCdefault. 900 Montagerichtlijn

900 Montagerichtlijn. SITdefault F930A205

Maak deze plug los van de schakelaar ( op foto is aanpassing al gemaakt!)

Paneel bestuurderszijde Middenpaneel bestuurderszijde Paneel passagierszijde

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

Elektrische instaltatie 200 Um 95 series 3.1. Fig.16. Het elektrisbhe systeem

INSTALLATIE INSTRUCTIES

Transcriptie:

Algemeen Algemeen In dit document wordt beschreven hoe om te gaan met elektrische kabels en kabelbomen en de afmeting ervan vast te stellen. Om carrosseriewerkzaamheden te vergemakkelijken kan een aantal elektrische kabels en kabelbomen als opties af fabriek worden besteld. Deze worden beschreven in dit document en in andere documenten onder Voorbereidingen en opties af fabriek. BELANGRIJK! Alle kabels moeten tegen overbelasting worden beschermd door zekeringen of elektronische stroombegrenzers. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 1 (19)

Elektrische kabels Elektrische kabels Kabelafmeting vaststellen Bij het vaststellen van de kabelafmeting bepaalt de zekeringsterkte de kabeldoorsnede. In de volgende tabel wordt de relatie aangegeven tussen de zekering en de kabeldoorsnede. Zekering (A) Minimale kabeldoorsnede Maximale kabellengte (m) (mm 2 ) 5 0,75 3,9 7,5 1,0 2,6 10 1,5 3,9 20 2,5 3,2 30 6,0 5 N.B.: De tabel moet alleen worden gebruikt als referentie; iedere afzonderlijke kabel moet worden beoordeeld op basis van de relevante voorwaarden. Kabels buiten de cabine moeten altijd een doorsnede hebben van minimaal 1,5 mm 2 in verband met mechanische spanning. Als de kabels langer zijn dan de maximale kabellengte, moeten wellicht kabels worden gekozen met een grotere kabeldoorsnede dan staat aangegeven in de tabel om een te groot spanningsverlies te vermijden. Een spanningsverlies van 5% (1,2 V) is normaal. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 2 (19)

Elektrische kabels Spanningsverlies Bereken het spanningsverlies voor koperen geleiders met een weerstand van 0,0175 ohm/mm 2 bij een temperatuur van 20 C: U = I 0,0175 L A Verklaring van parameters: U = spanningsverlies in volt (V) I = vermogen in ampère, A L = kabellengte in meter A = kabeldoorsnede in mm 2 N.B.: Neem de gehele lengte van voeding naar massa-aansluiting op in de berekening. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 3 (19)

Elektrische kabels Kabels leiden Neem de volgende punten in acht bij het leiden van kabels: Breng schuurbescherming aan op de kabels als er een kans op schuren bestaat. De kabels mogen niet in contact komen met scherpe randen (radius < 0,5 mm), bijvoorbeeld snijranden of uiteinden van schroefdraden. Kabels die aan een rubberslang zijn vastgeklemd mogen de slangbeweging niet hinderen. De kabels moeten lang genoeg zijn om oprekken te voorkomen. De maximale afstand tussen de kabelklemmen, zoals kabelbinders, moet als volgt zijn: 150 mm in de cabine 400 mm op het chassis Breng de kabels zo ver mogelijk uit de buurt aan van hete oppervlakken (> 90 C). De volgende minimale afstanden gelden voor kabels die bestand zijn tegen minstens 105 C als geen hittebescherming wordt gebruikt. Meer informatie over hete componenten vindt u in het document Brand- en beschadigingsrisico met betrekking tot hete componenten. 200 mm van de uitlaatpijp, turbocompressor en uitlaatdemper. 100 mm van de uitlaatpijp voor motor en cabineverwarming 100 mm van koelvloeistofleidingen voor motor en retarders In en rond het instrumentenpaneel (in de buurt van luchtkanalen) kan de temperatuur oplopen tot 90 C. Gebruik daarom in de cabine en op het chassis altijd kabels die minimaal 105 C kunnen weerstaan. Afhankelijk van de plaats kan in de motorruimte een hogere warmteweerstand nodig zijn. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 4 (19)

Elektrische kabels Maatregelen wanneer kabels beschadigd zijn Vervang indien mogelijk de volledige kabel. Verleng de kabel als u niet de volledige kabel kunt vervangen. Gebruik bij voorkeur waterdichte stekkers bij het verlengen van kabels: Cannon Sure Seal, Deutsch serie DT of iets gelijkwaardigs. Als laatste alternatief kan een kabel worden verlengd met behulp van verbindingsmoffen, lijm en een krimpkous. Stekkers en verbindingsmoffen met lijm kunnen worden besteld bij Scania-dealers. Kies een geschikte plaats voor de verbindingsmof, zodat de mof niet blootstaat aan mechanische belasting. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 5 (19)

Elektrische kabels Verlengen met stekkers: Verleng de kabel rechtstreeks als de kabeluiteinden intact zijn en lang genoeg om de kabel zonder oprekken te verlengen. Maak een tussenstuk als de kabeluiteinden intact zijn maar te kort om de kabel rechtstreeks te verlengen. Werk de contacthuizen in beide gevallen op dezelfde manier af. Er zijn contacthuizen met 1 tot 10 pennen beschikbaar. 1 De artikelen zijn verkrijgbaar bij Scania dealers. Beschrijving van kabelverlenging met een tussenstuk: 1. Verwijder het beschadigde deel van de kabel. Kies een geschikte plaats voor de verbindingsmof, zodat de mof niet blootstaat aan buigingskrachten. Breng de beschermbussen van de stekkers op beide intacte kabeluiteinden aan. De beschermbus moet aan de kabelafmetingen zijn aangepast. 2. Verwijder ongeveer 35 mm buitenisolatie van de kabel en vervolgens 7-8 mm binnenisolatie aan beide uiteinden. 3. Gebruik persgereedschap om de bijbehorende pennen en bussen op de kabels vast te klemmen. De pen en bus moeten geschikt zijn voor de kabeldoorsnede. Druk de pen en bus vanaf de achterzijde van elke stekker vast met persgereedschap; zie afbeelding. 4. Druk de beschermbus over het contacthuis. 5. Maak een tussenstuk volgens stappen 1-4 met een bijbehorend contacthuis aan beide uiteinden. 2 3 4-5 344 944 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 6 (19)

Elektrische kabels Verbindingsmof met lijm aanbrengen 1. Verwijder het beschadigde deel van de kabel. Kies een geschikte plaats voor de verbindingsmof, zodat de mof niet blootstaat aan buigingskrachten. Verwijder 7-8 mm isolatie aan beide intacte kabeluiteinden. 2. Verwijder indien nodig 7-8 mm aan beide uiteinden van het tussenstuk. 3. Het verlengpunt moet met een krimpkous worden beschermd als het zich buiten de cabine bevindt. De krimpkous moet minimaal driemaal zo lang zijn als de verbindingsmof. Snijd een stuk krimpkous af en schuif dit op de kabel. 4. Breng de verbindingsmof zo aan dat de kabeleinden de onderzijde van de mof raken. Gebruik een mof die geschikt is voor de kabeldoorsnede. 5. Gebruik persgereedschap om de mof vast te klemmen op de delen van de kabeluiteinden waarvan de isolatie is verwijderd. 6. Verhit de mof vanuit het midden naar buiten toe met een heteluchtpistool (voorzien van reflector), totdat de uiteinden van de mof krimpen en de lijm naar buiten wordt geperst. BELANGRIJK! Zorg dat u de mof niet oververhit. 7. Borg de krimpkous op de verbindingsmof en verhit de krimpkous tot de verbinding goed en stevig vastzit. 8. Controleer de werking van de verbinding. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 7 (19)

Elektrische kabels Kabeldoorvoerstuk in cabinevloer Alle voertuigen hebben een kabeldoorvoerstuk naar de cabine aan de passagierszijde bij het overgangspunt tussen de vloer en het brandschot. Het kabeldoorvoerstuk is ontworpen voor een groot bereik van kabelmaten en is groot genoeg om een stekker met een diameter van ca. 70 mm door te voeren. 1 2 Gebruik van het kabeldoorvoerstuk Het kabeldoorvoerstuk is zowel vanaf de binnen- als de buitenzijde van de cabine toegankelijk. Vanaf de buitenzijde van de cabine is het kabeldoorvoerstuk toegankelijk achter het bovenste frontluik en cabinehoekstuk aan de passagierszijde. Daar ziet het kabeldoorvoerstuk eruit als een kegelvormige rubberhoes die uit de onderzijde van de cabinevloer steekt; zie afbeelding. Vanaf de binnenzijde van de cabine: 1. Verwijder het paneel voor de beenruimte aan de passagierszijde. 2. Verwijder de zijstrip voor de vloermat en trek de mat terug. 3. Verwijder de rubberhoes. 4. Verwijder het schuimrubber inzetstuk. 5. Snijd de rubberhoes zo dat de opening enigszins kleiner is dan de door te trekken stekker. 6. Gebruik een leiding met daarin de stekker en druk deze door de opening in de rubberhoes. 7. Trek de stekker door de leiding en verwijder vervolgens de leiding. 8. Breng het schuimrubber inzetstuk opnieuw in de rubberhoes aan zodat de hoes de kabels nauw omsluit. 9. Breng de rubberhoes opnieuw in de opening in de cabinevloer aan en zorg dat de volledige rubberring goed tegen de cabinevloer aanligt. Het kabeldoorvoerstuk bevindt zich aan de passagierszijde achter het frontluik en het cabinehoekstuk. 1. Voertuigen met stuur links. 2. Voertuigen met stuur rechts. 368 644 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 8 (19)

Elektrische kabels 10. Borg de kabel met behulp van een kabelklem rond de rubberhoes en zet deze goed vast. 11. Breng de vloermat, de zijstrip en het paneel aan. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 9 (19)

De hieronder beschreven kabelbomen zijn opties. worden gedetailleerd beschreven onder Voorbereidingen en opties af fabriek. Hieronder wordt beschreven hoe ze bij de installatie kunnen worden gebruikt. BELANGRIJK! Alle kabels moeten tegen overbelasting worden beschermd door zekeringen of elektronische stroombegrenzers. Kabelboom in plafondconsole De kabelboom is reeds vanaf de centrale elektrische eenheid via de A-stijl naar de plafondconsole aan bestuurderszijde geleid en is bedoeld voor het aansluiten van verschillende componenten in de plafondconsole en op het dak. De kabels zijn opgenomen als een afzonderlijke kabelboom; de kabels na de laatste helft in de plafondconsole zijn met tape bevestigd zodat ze gemakkelijk kunnen worden verwijderd om ze anders te leiden. Bij voertuigen die zijn geproduceerd vóór 20 januari 2006 zijn de geleiders geïntegreerd in de kabelboom in de plafondconsole. 333 317 Meer informatie over kabelbomen in de plafondconsole vindt u in het document Kabelboom in plafondconsole. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 10 (19)

Carrosseriekabelboom van cabine naar frame De kabelboom is nodig om uitrusting buiten de cabine aan te sluiten. Alle voertuigen kunnen worden besteld met deze kabelboom die vanaf stekker C494 in de carrosserieconsole naar het frame loopt. De kabelboom heeft op het uiteinde één, twee of drie 7-pens DIN-stekkers (zie de afbeelding). Elke DIN-stekker is voorzien van een C-nummer: C486, C487 of C488. C488 C487 C494 C494 C486 C494 326 962 Meer informatie over carrosseriekabelbomen vanaf de cabine naar het frame vindt u in het document Kabelboom cabine en frame. Meer informatie over kabeldoorsnede, pennummering en kleurmarkering vindt u in de documenten onder Aansluitingen. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 11 (19)

Overbrugging tussen contacten in de carrosserieconsole Afhankelijk van de uitrusting van het voertuig af fabriek, is er een aantal stekkers in de carrosserieconsole die de beschikbare elektrische signalen bevatten. Voor het aansluiten van signalen op C494 vanaf bijvoorbeeld de centrale elektrische eenheid, schakelaars of de andere stekkers. Op deze manier kan de carrosseriebouwer kiezen welke signalen op het frame beschikbaar zijn. Maak alle aansluitingen op het busgedeelte van de stekkers van de carrosserieconsole. Het busgedeelte is het buitenste, verwijderbare deel van de stekker. Voor bepaalde keuzes van de klant zijn mogelijk al enkele overbruggingen aangebracht in de fabriek en opgenomen in het buitenste gedeelte van de stekker. Het buitenste gedeelte is niet opgenomen in stekkers zonder overbrugging. C486 C488 C487 N.B.: Stekker C494 is afgestemd op een totale, continue stroom van maximaal 25 A. C494 326 963 Het volgende overbruggingsmateriaal kan worden besteld bij een Scania-dealer. Kabelaansluitingen en contacthuizen voor het maken van kabelbomen Complete kabels met kabelaansluitingen, 10 stuks van 400 mm lang zonder contacthuis 3 stuks 0,75 mm 2 3 stuks 1,0 mm 2 2 stuks 1,5 mm 2 2 stuks 2,5 mm 2 Carrosseriebouwers kunnen contacthuizen met voorbereide overbruggingen maken en deze bewaren als dezelfde elektrische functies worden gebruikt voor verschillende soorten carrosserieën. Om tijd te besparen in verband met kabelwerkzaamheden kan de carrosserie zijn voorbereid met een complete elektrische installatie voor aansluiting op DIN-stekkers tijdens docking met het chassis. Meer informatie over stekkers en hoe het aansluiten van overbruggingen van invloed is op de signalen in de stekkers vindt u in de documenten onder Aansluitingen. Meer informatie over contacthuizen en bussen met platte pennen vindt u in het document Algemene informatie over de carrosserieconsole en stekkers. Meer informatie over elektrische installaties af fabriek vindt u in de documenten onder In de fabriek aangebrachte optiepakketten. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 12 (19)

Carrosseriekabelboom in frame inclusief hoofdelektrobox De kabelboom in het frame is een verlengkabelboom om aansluitingen op de carrosserie mogelijk te maken waar dit het beste past. De kabelboom is ADR-geclassificeerd, is beschikbaar in lengtes van 2, 8 en 12 meter en beschikt niet over een stekker. De kabelboom heeft dezelfde markering, kleuren en kabeldoorsneden als kabelbomen voor de carrosserie van cabine naar frame en beschikt niet over een contacthuis. De kabels moeten worden aangesloten op de correcte DIN-stekker, zodat de kleurmarkering en de verdraaide geleiders overeenkomen. Meer informatie over verlengkabelbomen vindt u in de documenten onder Aansluitingen. BELANGRIJK! Bij voertuigen met V8-motoren is een zilveren hitteschild aangebracht om kabels en slangen te beschermen die naar het chassis worden geleid. Extra kabelbomen die parallel worden aangebracht moeten op dezelfde wijze worden beschermd met een vergelijkbaar hitteschild. Het artikelnummer voor het hitteschild is 1 783 099. De kabels van en naar de hoofdelektrobox moeten bij een dergelijke installatie kabels van het ADR-type zijn. De massa-aansluiting in de hoofdelektrobox (plaat voor massa-aansluiting in borgbout) mag alleen worden gebruikt als een verbindingspunt. De kabelboom en de hoofdelektrobox zijn aangebracht in de cabine en zijn niet aangesloten. Bij korte cabines bevinden de bedrading en de hoofdelektrobox zich op de vloer voor de passagiersstoel en bij slaapcabines in de ruimte onder het achterste bed. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 13 (19)

Pennen en kabelmarkeringen De verlengkabelboom is als volgt aangesloten op de carrosseriekabelboom van de cabine naar het frame: C424 tot C486 (tot C494) C413 tot C487 (tot C494) C413 tot C488 (tot C494) De kabelmarkering geldt voor voertuigen met de volgende chassisserienummers: Productieperiode voertuig Voorbereidingen af fabriek Productielocatie Chassisserienummer Optie Alternatief Variantcode 2014-11-01 - Carrosserieregeleenheid BWE Met 5837A Södertälje 2 105 298 - Zwolle 5 369 814 - Indien nodig Angers 9 191 854 - Carrosseriekabelboom van cabine naar frame 7+7+7-pens 2411F São Bernardo do Campo 3 868 309 - Carrosseriekabelboom in frame 2 m 3023A 8 m 3023D 12 m 3023C Pen Aangesloten op Kabelmarkering in verlengkabelboom C413/1 C487/1 BWE77.GN-1.5 Groen C413/3 C487/2 BWE78.VT-1.5 Paars C413/5 C487/3 BWE79.GY-1.5 Grijs C413/6 C487/4 BWE80.OG-1.5 Oranje C413/7 C487/5 BWE81.BN-1.5 Bruin C413/9 C487/6 BWE82.BU-1.5 Blauw C413/11 C487/7 BWE83.RD-1.5 Rood 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 14 (19)

Pen Aangesloten op Kabelmarkering in verlengkabelboom C418/1 C488/1 BWE84.VT-1.5 Paars C418/2 C488/2 BWE85.BU-1.5 Blauw C418/3 C488/3 BWE86.GY-1.5 Grijs C418/4 C488/4 BWE87.GN-1.5 Groen C418/5 C488/5 BWE88.BN-1.5 Bruin C418/6 C488/6 BWE89.RD-1.5 Rood C418/7 C488/7 BWE90.OG-1.5 Oranje C424/1 C486/1 BWE91.GE-2.5 Geel C424/2 C486/2 BWE92.BK-2.5 Zwart C424/3 C486/3 BWE93.GY-2.5 Grijs C424/4 C486/4 BWE94.BN-2.5 Bruin C424/5 C486/5 BWE95.OG-2.5 Oranje C424/6 C486/6 BWE96.BU-2.5 Blauw C424/7 C486/7 BWE97.VT-2.5 Paars 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 15 (19)

Kabelboom voor laadklep De laadklepkabelboom is een optiepakket dat is ontworpen voor voertuigen met een laadklep. De voorbereidingen omvatten het volgende: Kabelboom voor schakelaars 2 aangesloten schakelaars om de laadklep en de laadruimteverlichting te activeren. Beide schakelaars zijn overbrugd via C494 naar de DIN-stekkers op het frame. Signalen voor contourverlichting Signaal voor werkverlichting Waarschuwingssignaal wanneer het laadklepplatform niet in de ruststand staat. De stekkers zijn samengebracht in de rechter langsbalk van het frame net voor de achterzijde van de frame. Meer informatie over kabelbomen voor laadkleppen vindt u in het document Kabelboom voor laadklep. 333 318 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 16 (19)

Kabelboom voor hoog gemonteerde koplampen De kabelboom voorziet de extra lampen, richtingaanwijzers en positieverlichtinglampen van voeding en is uitgerust met twee stekkers: C364 en C365. 1 Het optiepakket bevat tevens een schakelaar in de cabine om te kunnen wisselen tussen de standaard en hoog gemonteerde koplampen. De aanpassing geldt alleen voor de functies voor het grootlicht en het dimlicht. Bij voertuigen met de onderstaande chassisserienummers zijn stekker C364 en 365 aangebracht rechtsachter het frontluik. Productieperiode voertuig Productielocatie Chassisserienummer 2007-06-08 - Södertälje 2 027 765 - Zwolle 5 178 472 - Angers 9 121 844-2 1. Schakelaar in cabine. 2. Stekker aan rechterzijde achter het frontluik. 368 414 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 17 (19)

Kabelboom voor volgwagenaansluiting Pennen 12 t/m 18 in de 15-pens volgwagenkabelboom worden niet gebruikt af fabriek, maar de kabels worden naar stekker C499 geleid. De pennen kunnen worden gebruikt voor optionele functies en signalen. Door signalen te overbruggen naar C449 worden deze gemakkelijker toegankelijk in volgwagenaansluiting C162 van het voertuig. C449 C162 voor voorbereiding van krachtafnemer De kabelbomen in dit optiepakket beschikken over complete stekkers voor schakelaars achter het instrumentenpaneel en voor magneetventiel op het frame. Alle benodigde parameters in betroffen regeleenheden zijn in de fabriek ingesteld, gebaseerd op de geselecteerde voorbereiding voor de krachtafnemer. N.B.: De kabelboom tussen cabine en frame wordt in dit geval niet overbrugd via stekker C494. Er wordt in plaats hiervan gebruik gemaakt van alternatieve kabelroutes (alleen gebruiken voor in de fabriek aangebrachte uitrusting). Meer informatie over de alternatieven vindt u in het document Krachtafnemer en motortoerentalregeling. 316 993 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 18 (19)

Kabelboom voor crew-cabine Het optiepakket is standaard bij voertuigen met een crew-cabine. Het pakket bevat een kabelboom voor het aansluiten van signalen van het instrumentenpaneel naar de vloer en het dak aan de achterzijde van de cabine. De kabelboom is niet aangesloten. Hij heeft een C328-stekker aan één uiteinde, die zich in het instrumentenpaneel bevindt. Het andere uiteinde is voorzien van 3 stekkers: C327, in het dak, en C184 en C185, op de vloer. Meer informatie over de kabelboom voor de crew-cabine vindt u in de documenten onder Instructies. 22:10-133 Uitgave 1 nl-nl 19 (19)